'Algemeen Overzicht.
van beantwoording aan den voorgenomen
verkoop het karakter eener dading toeken
nen. In het voorloopig verslag der Kamer
was de bedenking gemaakt, dat hier geen
blijk bestond van cenig geschil over eigen
dom der goederendat bij dading zou
moeten beëindigd worden. Enkele leden
kleefden echter het gevoelen aandat het
eigendomsrecht wel betwistbaar zou zijn
en nu vindt de Regering in het bestaan
van zoodanig gevoelenook bij de tegen
woordige huurders der goederen een grond
om aan de gesloten voortoopige overeen
komst het karakter eener dading te geven.
Hierdoor wordt de kwestie natuurlijk ver
plaatst bedenkingen tegen een onderhand-
schen verkoop aan bepaalde personen ver
vallen wanneer die personen zelfs reeds
een recht op de goederen bezittende zaak
zou daardoor geheel van gedaante verande
ren. De Regering is wol goedom hier
waar het de kruisheeren geldt, hun „ge
voelen zoo zwaar in de schaal te laten
wegen. De voormalige bezitter der Rossem-
sche goederen had ook een gevoelen
dat deze hèm toebehoorden; doch dat mocht
hem niet baten zij worden door den Staat
genomen en verkocht. Mij dunkt, in het
staatsbestnur moot met gelijke maat geme
ten wordenen daar het particuliere ge
voelen van don bezitter der Rossemsche
goederen niet in aanmerking mocht komen
moest men het gevoelen der kruisheeren
ook maar ter zijde stellen. Wat er ook
zij van de inschikkelijkheiddie de opvol
gende Regeringen aan de kruisheeren be
toond hebbenstaat liet geschiedkundige
feit vast, dat die goederen in der tijd ver
beurd verklaard en aan de Prinsen van
Oranjeals bezitters der heerlijkheid Knik
toegewezen zijnwaarna zij later met het
Staatsdomein zijn vereenigd. Het moge voor
de kruisheeren streelend zijn, zich een an
deren staal van zaken voor te stellendoch
de Regering moet de hond niet leenen om
die fictie in eene werkelijkheid te herscheppen.
Zonderling mag de verdere bewering
der Regering hecten dat er, al neemt men
met haar aandat er tegen het recht van
den Staat gcene goede gronden zijn aan te
voerentocli in deze zaak elementen ge
noeg zijn tot het voeren van ingewikkelde
en langdurige processendie het wensche-
lijk is door cone overeenkomst gelijk de
tegenwoordige te voorkomen. Bestaan er
zulke elementenvan waar dan do lank
moedigheid der kruisheeren om zich zoo
lang (cn althans sedert 1795 of 1813) van
hun goed recht te laten versteken Voor
zeker niet uit vrees voor ruïncuse proces
kosten want de Roomsehe geestelijkheid
heeft altijd en overal goed gevulde kassen
tot hare beschikkingdie een stootje kun
nen lijden. Van waar dan hunne bonhomie
om voor eene belangrijke som goederen te
koopendie zij als hun eigendom zouden
kunnen opeischon want het duurste pro
ces zal de som niet verslindendie zij nu
vrijwillig aanbieden te betalen. Wanneer
men de geschiedenis der goederen nagaat
ziet men ook niet de minste stof voor een
proces. De verbeurdverklaring is hij don
Munsterschen vrede geratifieerden sinds
dien tijd zijn al de opvolgende bewoners
gewone huurders geweest, die geen recht
racer kunnen doen gelden dat hunne voor
gangers reeds verloren hadden.
Voor do kloosterlingen van St. Agatha
hebben deze goederenomdat zij die zoo
lang bewoond hebben en er voor hen zoo
veel herinneringen aan verbonden zijneene
bijzondere waarde, zegt de Regering, in
antwoord op de aanmerking der Kamer
dat de kloosterlingen er zich ook bij open
baren verkoop van zouden kunnen meester
makenen zij vraagt verderof het dus
billijk zou zijn door een openbaren verkoop
de mogelijkheid open te stellen dat zij van
al die goederen werden ontzet Hier is
eenvoudig op te antwoordendat dergelijke
gevallen zich honderdmaal kunnen voordoen
maar dat het recht zijn loop moet hebben,
en men kan er bijvoegengelijk in het
voorloopig verslag der Kamer reeds is aan
gemerkt dat er na de vele gunstendie
de bewoners der goederen sedert twee
eeuwen genoten hebben geen reden bestaat
om hun nog meer buitengewone voordcelen
toe te kennen.
Aan de leden der Kamerdie gemeend
hebben dat er nog andere goederen aan
het klooster St. Agatha behoordendie in
de overeenkomst niet vermeld zijnant
woordt de Regering dat dit ook het geval
isdoch dat die goederen na 1G48 door
de kloosterlingen aangekocht en dus hun
eigendom zijn.
Er is in het laatst van Julij met we-
derzijdsch goedvinden eene bepaling aan de
akte van overeenkomst toegevoegd, volgens
welke de kerkelijke diensten en fundatiën
met de goederen van St. Agatha verbonden,
zuilen blijven drukken op de goederendie
de Regering thansvolgens de gesloten
overeenkomstvoornemens is te verkoopen
aan da kloosterlingen." Vervolg hierna.
He aandacht dor politieke en diplomatische
■wereld is nu vooral gevestigd op de toenadering
lussche» Oostenrijk en Pruisen zoowel in staat
kundig als handels-opzicht. De sluwe Beriijner
minister von Bismarck heeft te Weeneu al zijne
behendigheid te werk gesteld om graaf von Rech-
berg over te halen tot do geheime inzichten van
Pruisen voor de oplossing van hetDuitsch-Decnsche
geschil. Pruisen wordt langs zoo stouter in zijne
eischen cn voorwaarden die het Denemarken 'wil
opleggenen ook tegen de mindere Staten Yau
den Duitscheo bond.
De grootste pogingen worden in 't werk gesteld
in hel belang des Groothertogs van Oldenburg,
ten einde dezen als sonverein der hertogdommen
te doen verheffen. Prins Peter van Oldenburg,
een jongeling die pas zijne studiën aan de hoo-
geschocl voltrokken heeltis geheel en al door
trokken met de aristocratische denkbeelden van
het Beriijner hof: hij zou een goed vassal van
Pruisen zijn in liet Noorden. Eerlang zal hij een
reisje naar Londen ondernemen om te zien, of
aldaar geen Prinsesjo, cn met deze de ondersteu
ning der Eagelsché regering, voor hem te ver
krijgen is. Men rekent in deze zaak, echter,
geheel en al buiten de bevolking der hertogdom
men die kost wat kost den Hertog van Augus-
ténburg als sonverein wil hebben. Graaf von
Rechberg is gewonnen door von Bismarkmaar
de staatsminister von Schmerliug werkt dat plan
tegen.
Wat het handelsverdrag tusschcn Pruisen cn
Oostenrijk betreftvraagt het laatste land eene
wijziging van het 31ste artikel"t welk bepaalt
„dat Frankrijk altijd recht zal hebben op de
voorwaarden aan de meest begunstigde natiën
toegestaan." Dit voorrecht wil Oostenrijk met
gcene andere mogendheid deoien. De openbare
denkwijze in Oostenrijk, zoo wel als de pole
miek der meeste dagbladen, blijft overigens ge
heel en al vijandig legen Pruisen, hoe zeer de
half ofliciële FrovinziatcCorrcsponilanz van Ber
lijn verzekert dat Pruisen zich verbonden heeft,
in vergoeding van zijn overwicht op de Duitsche
hertogdommenOostenrijk te zullen helpen bij
de verwezenlijking zijner ontwerpen in het Zui
den en Oosten.
Een Pruisisch smaldeel ligt ten anker op do
schoone rcede van Kielzoo gretig door Pruisen
verlangd. De bewoners der stad onthalen de of
ficieren eener beschermende mogendheid zoo goed
mogelijk, cn de Prins van Augusteuburg is deel
aan die feesten komen nemen.
Ongetwijfeld zullen de Beriijner feodale dag
bladen uit dat goed onthaal de gevolgtrekking
afleiden dat de bevolking van Kiel. kost wat
kost, bij Pruisen ingelijfd wil worden!
Keizer Napoleon zai Biarritz niet bezoeken. Na
dc opheffing van het kamp van Chalons begeeft
hij zich, met do Keizerin, naar Compicgue, waar-
het hof gedurende den herfst verblijf zal houden.
Men verzekert in de regeringskringen van Frank
rijk dat het den Keizer ernst is om hervormin
gen tot stand te brengen. Do minister Rouhcr
heeft niet te veel gezegdtoen hij in zijne be
kende rede de gemoederen voorbereidde op eene
decentralisatie van bestuur iu de departementen
en de Keizer isnaar men tevens beweert, voor
nemens verder te gaan en op de administrative
hervorming eene staalkundige te laten volgen.
De laatste wil hij van twee voorwaarden afhan
kelijk maken: vooreerst moet de .administrative
hervorming beantwoorden aan het doeldat de
Keizer zich daarvan voorstelt, dat isdat er geen
misbruik van worde gemaakt, en ten andereu
moet Frankrijk de zegeningen dos vredes blijven
genietenen alzoo zijne zorg aau 1s lands finan-
tien kunnen wijden.
Omtrent het congres te Mechelen, lezen wij ia
een Vlaamsch blad
Mechelen 29 Augustus 1864.
Van al de gewesten der wereld zijn do Katho
lieken sinds gisteren te Mechelen samengestroomd.
De stoet der congresleden die zich dezen mor
gen ten tien ure van uit het kleine seminarie
naar de Romba.ulsk.erk begaf, bestond uit ver-
scheidonc duizenden Katholieken, alhoewel er
nogtaus slechts de drie vierden der ingeschre
venen tegenwoordig waren.
Ten 12 ure is de plechtigheid in St. Rombaut
geëindigd. Stoetsgewijs begeven zich do congres
leden naar het klein seminarie, het lokaal der
zittingen, terug. Weldra is de zaal met volk op
gepropt. De grooto tafel der dagbladschrijvers is
gansch omzet. Te vergeefs hebben wij er verte
genwoordigers der liberale pers gezocht. Met
grooten spijt hebben wij vernomen dat men hun
kostelooze kaarten geweigerd heeft. Dat is eene
onpolitieke strekking. Is het doel van het Mechelsch
congres het Belgischdat is echt vrijzinnigdan
moet het zijne werkingen voor niemand/ hoo
partijdig hij ook zijverbergen.
Aan het bureau namen achteenvolgens de hee-
ren Dechamps, Dumortier, Soeuens, Delcourt,
Jacobs, Van den Branden do Reoth, dc Bethune,
de Cannart d'Haumale, dclla Faille, en andere
leden der beide Kamers plaats.
Eensklaps dreunt de zaal onder het donderend
handgeklap der aanwezigen; do Montalemberl
roept men daar achter; neen, neen, Dechamps!
leve Dechamps! klinkt het van voren. Dc geval
len maar toch nog onverschrokken krijger
beklimt dc tribune, en houdt eene toespraak.
Het is half éeu. De zitting neemt aanvang dc
heer de Gerlache zit de vergadering voor.
Naauwelijks binnengekomen neemt Mgr. de
aartsbisschop het woord voor eene toespraak
waarin hij onder andereu zegt:
Laat ons den raad van den heer Ducpéliaux
algemeen secretaris van het congres, niet ver
gelen; laat ons die woorden herinneren: (in de
geloofspunten éénheid, in dc twijfel vrijheid, in
alles liefde).
Hierna onderzoekt dc geëerde spreker de ver
schillende kwesliëu op het programma aangetee-
koud en geeft te dier gelegenheid eenigc raad
gevingen aan de vergadering.
Daarna beklimt de tachtigjarige baron de Ger
lache, de driftige ouderling' (le vieillard passionnê
volgens den heer Frèr'e) de tribune, iloerrah
Bravo! Leve de Gerlache! klinkt het overal. De
zaal beeft en dreunt ouder het handgeklap en
het geroep der menigte. Aan zijne redevoeriu"
ontleenen wij enkele stalen
„De vergadering der Katholieken in 1863,
zegt de beroemde schrijver, heeft grootscho ge
dachtenissen nagelalen. Do heer Ducpetiaux zal
u van onze werken spreken, Ik «al trachten de
loopbaan af le schetsen, do vrijheden, welke
wij Belgen genoten hebben en die'men ons he
den betwist. Het is een vraagpunt dat niet al
leen de Belgische Katholieken, maar de Katho
lieken van gansch de wereld betreft. Alle onze
vrijheden tot zelfs de vrijheid der liefdadigheid
raken aan onze grondwettelijk recht.
„Het is dan wel, gelijk ik u zeideover dit
vraagpunt dat ik u wil onderhouden nu dat wij,
zoowel als onze tegenstrevers, het recht va'u
openlijk le spreken hebben. In 1830 is de Ka
tholieke geest ontwaaktdan hebben wij ons ten
strijde bereid. Er waren dan drie gezindheden
Katholiekenliberalen die de eendracht wilden,
en liberalen die ze verwierpen. De twee eerste
gezindheden gaven elkander do hand cn maak
ten de grondwet. Maar om de toekomst van
Belgic te waarborgenmoest men zeter goeder
trouwe, uitvoeren. De grondwet was het werk
van twee groole partijen die het algemeen welzijn
behartigden. De grondwet wilde dc vrijheid voor
allen cn in alles.
Het congres leverde in die dagen een groot en
edel tooneel voor alle oprechte vrijheidsvrienden."
Ilier randt de redenaar hel bestuur van Willem I
hevig aan. Dc gustibus non disputandum.
„Dat alles, gaat baron de Gerlache voort, dat
alles vervloog als rook voor den machtigen adem
van het congres, maar we hadden gedacht dat
onze. navolgers ons werk zouden volbracht heb
ben. Een groot minister zeide: laat ons do gees
telijken beschermen: een goed pastoor is meer
waard dan eene gansche brigade gendarmen
Hoe is men die spreuk getrouw gebleven De
geschiedenis zal de liberalen loven voor hetgeen
zij gedaan hebben, maar niet voor hetgeen ze
nu doen. Heden is de tweedracht tussehen Ka
tholieken en liberalen gevaarlijker dan voorheen
do scheiding tussehen Belgen 'cn Hollanders was.
Toejuiching
in 1830 trachtten de rechtzinnige Katholieken
dat onze grondwet overtollige vrijheden bevatte
van daag trachten de liberalen Willem 1 en Jo
zef II na te volgen met ouze vrijheden in (e kor-x
ten. Willem wilde van het onderwijs meester wor
den hij wilde centraliseren. Dat is eene kort-
ziende politiek. Daarom heeft art. 17 der grond
wet dc vrijheid van het onderwijs gewaarborgd.