I81IGBM1 SIMMS. NIEUWS - El A0VERTENTBE6LA0 V49I WESTELIJK ZEEUWSCH - VLAANDEREIH. N". 34. Vijfde jaargang.A" siMSwiiiai Dit Weekblad verschjjat iederen Vrijdag.Prijs per drie Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke renet maanden voor liet voormalig 4de distriet van Zeeland 1,15; Ynjrloo' 10 AlloqiQfns: daarboven f 0,12J/2» behalve het zegel van fO ,35 voor iedero voor de overige plaatseiiJles-Rijksfranco per post f 1.3J J O iVU^UoiUS. plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels, Afzonderlijke Nuiftmere f O.IO*.^ die z'.i beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezesalles francobehalve de bekende Correspondentiën. EN Vervolg. De oorsprong der benaming bij de gratie. Godsin onzen tijd lot eene bloole titulatuur verlaagdalthans zoo zo niet misbruikt wordt tot aanmatigende souverei- niteitkan op tweederlei, even eerwaardige wijze verklaard worden. De eerste koning (en dit is meer een afgetrokken beredeneerddoch daarom niet minder waarschijnlijk denkbeeld), de eerste koning die deze woorden achter zijnen titel schreef, volgde daarbij de uiting van zijn vroom gemoed. Ilijde machtige, erkende hoven zich een' machtiger. Mij zag dien machtige in dat verheven Wezen dat de Christen en de wijsgeer beide als liet voornaamste hunner nasporingenhun ner vereering waardig, kennen en erken nen en Dit onder duizend namen en onder duizend voorstellingen óf gekend óf ge dacht wordt. Ilij vermeende alle macht en eer van dat Wezen in leen te bezitten hij rekende zich van dat Wezen afhankelijk; hij erkendedoor de gunstdoor de ge nadedoor de gratie van dat Wezen te zijndie hij wasen hij schreef zich koning door de gratie Gods". Deze opvatting getuigde van een vroom onderworpen, afhankelijk, kinderlijk ge moedsbestaan maar deze erkentenis van afhankelijkheid en onderwerping gedoogt niet, dat de rechten der volken aangegre pen en verkracht worden. Looewijk XIV en XV en Karei. X staan dus in de ge schiedenis der zedelijke wereld gebrandmerkt als recht- en -wetverkrachters. Meende de eerste, dat zijn eed en geweten hem ver plichtten om de Katholieke eeredienst te handhaven en te verhoogen ten koste van andersdenkende onderdanen en daarom de vervolging te vuur en te zwaard dier an dersdenkenden te moeten ondernemen. Ilij had het edict van Nantes geschonden maar hij had reeds eene oudere verplichting met voeten getreden toen hij den troon besteeg, was hij dien't zij uitdrukkelijk of stilzwij gend toegestemdbeklommen door de gra tie Godsde erkentenis daarvan had hem plichten opgelegddie eerst hare vervulling eischtendie oudere rechten hadden dan wat hij, eindig sterveling, zwakke wat zeggen wemisdadige wellusteling als hij vvas, die ouder war.cn dandie welke hij meende te vervullen en voor te staan. Hij was, juist omdat hij zich koning hij ue gratie Gods" noemde, verplicht, zich dien overeenkomstig te gedragen. Stel, bij voor beeld dat men bij een koning door de gratie te denken hebbe aan een stedehou der-plaatsvervangervan het Hoogste Wezen, dan moet hij zich ook als zoodanig gedragen en is hij Christenvorst, dan weet hij dat de openbaringendo uitingen van dat Hoogste Wezen rein en heiligboven alles liefdevol zijn. Een koning, inderdaad koning bij de gratie Godsmag dan niets anders op het oog hebben dan liet geluk en het welzijn zijner onderdanen. Waren er in Frankrijk wijsgeerendie de kerkleer verwierpen, tevens met haar alie godsdienst omverwier pen voor zoover die niet door het licht van natuur en rede voorgeschreven was diezelfde wijsgeeren verfoeiden den Bartho- lomeus-nacht en de wellustigheden van den verdierlijkten Lodewijk XIV. Zijde Pan theïsten vereenzelvigden het bovennatuur lijke Hoogste Wezen met het schepsel en konden dus in eouen koning niet dulden wat ze in dat Hoogste Wezen niet zagen niet konden zienen wij zien dan ook Vol taire, zijnen tijd vooruit, de. partij van Galas opnemen en den onschuldigen mar telaar hoe spade dan ookvergoeding van eer bezorgen. De titel van koning bij de gratie Gods zoo als Willem III dien draagt en dien noch Hijnoch Zijne opvolgerswordt ouzo wensch vervuldzich zullen schamenis dus eigenlijk meer de uiting van een vroom voorvaderlijk, kinderlijk gemoed: die titel is echt ChristelijkEen der kenmerken van het Christendom is zelfverloochening nederig dienende liefdezonder heersch- zucht of trots zoo als Zijn verheven Stich ter vol goddelijke liefde zich zeiven opofferde voor het grootste beginseldat vóór of nii Hem ooit gepredikt is en dat Zijne zedcleer onderscheidend kenmerkt van al wat ooit verdiende met gulden letteren aan altaar of paleis gegrift te worden Willem lil en ieder weidenkend koning, ieder vorst, uio zijne roeping kent en zich koning bij de gratie Gods" schrijft, brengt daarin eene hulde aan de macht boven hemzonder daarom zich een deel dier macht te inogen toeëigenen. Wanneer wij nu in onze dagen Pruiseu's Koning zich op dien litel hooi en beroemen en dan zien welken besluursregel die Vorst en zijne staatsdienaren volgen dan zeggen wij ronduit, dat het misbruik maken is ja ontheiligen van eenen eerwaarden titel. Men ziet koning hij de gratie Gods" sluit geen volstrekt absolutisme in zich vormt geen aüeenheerscher. Daarom keu ren wij 't ook goed dat onze eerste grond wettige Koningzelfs zonder de grondwet dat verbonddie overeenkomst tusscheri vorst en volk, waarin beider rechtenmaar ook beider plichten zijn omschrevendat die eerste Koning, zeiden wij, zich bij de gratie Gods schreef. Napoleon noemde zich keizer hij de gratie Gods en de constitutie!)inaar mcu weet dat fijngevoeligheid het zwak des ge weldenaars niet iseven aisof ook die con stitution niet bij de gralie bestonden. Maar zegt men de grondwet bindt eenen vorst de handen, beperkt zijne macht; hij wordt niets anders meer dan een schijn- koning Die dus redeneren toonen niets van de zaak te begrijpen. Behalve de voor rechten die de grondwet hem toekent gering te schattenen die ieder kan nale zen en verstaan, duidelijk en krachtig als zij ismag men nimmer uit liet oog ver liezen het breede onderscheid dat er is tussc'ien een grondwettig koning en den president eener republiek. De koning is in een beschaafd constitutioneel land Iset brandpunt der machthet middelpunt der staathuishoudkundige bewegingde eerste zijns volksdo eerste onderdaan der wet jawel beschouwdde verpersoonlijking, der gerechtigheid in den staat, om wien zich alle overige bestuurders en bestuurden, nis om een alles te aantrekkend middelpunt bewegen. Orde, recht, vrede en rust, men wacht ze van den troon zelfs het denkbeeld van eenheid is in eenen constitutionelen staat vaster ingeworteld en heter gevestigd dan in eene republiek. Opstand in een consti tutionelen staatopstand ook gevolgd door verdeeling en scheidingwordt opstand èn tegen den vorstdie rechten op de scheu rende deelen bezit, èn togen het getrouwe deel der natie, dat mettle scheidenden hem eenmaal die rechten toevertrouwde. 't Spreekt van zelve dat de constitutionele regeringsvorm moet bijdragen tot het geluk der volken 1 Geen lettre de cachetom niets anders te noemen, in 'blanco geteekend, door een kruipendenlaaghartigcn staatsdienaar af gegeven op den wenk eener maitres wier titel dezelfde is als diewelke gegeven wordt aan het uitvaagsel barer kunne, docH dien geen beschaafd mensch op de lippen neemtzal de vrijheid des Nederlanders des Belgsdes Engelschmans lot niets ma ken zal hem in eene Bastille nameloos ellendig doen verkwijnen 1 De vorst, die den eed op de grondwet heeft afgelegd en die grondwet heeft geschondenbehoort te récht te staan voor de rechtbank des volks en vervallen verklaard te worden van den troonomdat hij zijne rechten daarop verbeurd heeft! Dat is de vrucht eener goede grondwet. Het bij de gratie Godsachter den titel des despootsis schaamteloozc huiche larij want hij behoorde te schrijven door onze eigene macht en wil is heilig schennis omdat het op een leugen berust

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1864 | | pagina 1