NIEUWS - EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH - VLAANDEREN.
GODSDIENST, KERK. STAAT.
X". 27. Vijfde jaargang. A° 1864^
StlMlMOMi
Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.— Prijs per drie I Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke reynl
maanden voor het voormalig 4de district van Zeeland 1,15; VrilVl^fr 1 Flllil daarboven f 0,12'/)behalve het zegel van 0,35 voor iedere
voor de overige plaatsen des Rijksfranco per post f 1.3) liJuaD plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels.
Afzonderlijke Nummers f 0.10. c',e z,.l beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mcdedeelingen van Correspondenten
te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondentiën.
La UoUanclc dcchircc par scs
gucrellcs rcligicuscs.
Voltaire.
'„Holland door zijne godsdiensttwisten
verscheurd" zoo kenmerkte eenmaal de
wijsgeer van Ferny den toestand van ons
Vaderland, en de koude wijsgeer had gelijk!
Of de tijdgenoot zich geschaamd heeft voor
deze uiting, beslissend als zij is, van den
beurtelings gezegenden beurtelings gevloek
te» wijsgeer dichter en geschiedschrijver
weten we niet; alleen dit welen wij, dat
die kenmerkende woorden ook in onzen
tijd derzelver waarde niet verloren hebben
maarhelaas I ook in owze nieuwere ge
schiedenis maar al te zeer bevestigd zijn
geworden. Zij (die twisten namelijk) ont
sierden iedere afdeeling onzer geschiedenis,
zoowel onder de drie eerste Stadhouders
als onder het stadhouderloos bew indzoo-
we! onder Koning Willem Ials onder
Koning Willem liien is de humaniteit,
de wellevendheid op dit gebieden ook
dankbaar erkennen wij hetde algemeene
menschenliefde vooruitgegaanverre is liet
er echter nog van af, dat de hcillooze
fakkel der godsdiensttwisten zou uilgebluscht
zijn. 't Ligt niet in ons plan ons in dit
Blad daarin te mengenw e willen alleen
een woord zeggen over de drie namen
denkbeeldenaan t hoofd van dit artikel
gesteld èn omdat we meenendat dit
iooral voor eene plattelandsbevolking noo-
dig isèn omdat we onzen belangstellenden
lezers en beoordeelaars eenen ruimeren blik
in ons innerlijk gemoedsbestaan onze denk
en handelwijze weuschen te vergunnen.
Godsdienst en staat waien ten allen tijde
naauw verwant, 't Komt ons echter voor,
dat men van bet woord godsdienst, in
betrekking tot het woord staateen schro
melijk misbruik beeft gemaaktzoodat door
dat misbruiken eene begripsverwarring is
ontstaanzoodat men óf de godsdienst ver
nederde tot wat de Franschen ecredienst
(culle) noemen en eene veel ruimere be-
teekenis heeft dan het woord godsdienst,
óf haar verhoogde tot godsregering (theocra
tie) zoo als wij die in de kindsheid der
wereld ontmoeten.
Theocratie, godsregering, is iets denk
beeldigs in onzen tijd. Het strengst Ka
tholieke volk b. v.onderscheidt zich van
de volken der oudheid door eene min of
meer zuivere afscheiding van kerk en staat.
l)e Boomsche kerk erkent den l'aus als
algemeen opperhoofdmaar wordt toch en
veelal zelfs uitsluitend aangetroffen in de
zuiver Katholieke landen van Zuid-Europa
(Spanje, Portugal, Italië, enz.) en in de
republieken der nieuwe wereld Ecuador
Venezuela Peru Chilienz.
Men ziet hieruit, dat eene godsdienst in
iederen staat aanwezig kan zijnzonder
dat daarom nog het geestelijk en wereldlijk
gebied behoGven vermengd te worden.
Met de Bomeinsche quaestie of het we
reldlijk gezag behoeven wij ons in deze
beschouwingen niet bezig te houden. Wij
zien een feiteene variatieeene verschei
denheid van velen dat een geestelijk op
perhoofd tevens wereldlijk oppervorst is
jazelfs alleenheerscher kan zijnen wij
leeren ookdat in een land uitsluitend deze
of gene godsdienst kan beleden en uitge
oefend worden.
Dan, ziet, met deze laatste zinsnede
niakc-ri wij ons juist schuldig aan de dwa
ling die wij wenschen te bestrijden het
verwarren van de godsdienst met het idéé
van godsdiensten (meervoud) en met het
denkbeeld vooral van kerk, kerkgemeenschap,
kerkgenootschap en eeredienst (culte).
Want en ziedaar rondweg onze mee
ningzoo als die op onze overtuiging ge
grond is uitgesproken want er is maar
ééne godsdienst en dat is de Gods-dienst
de dienst van God.
Waar is ze Die vraag nu moet elk
voor zich zeiven beantwoorden. Wij mogen
u dat antwoord niet geven omdat wij
daarvoor de bevoegdheid niet bezitten. Wij
zouden u onze meening mededeelen en gij
moet zelve eene meening bezittenwant
de godsdienst is eene zaak des harten
O, hadde men dit op het oog gehouden,
nimmer had een Voltaire van een ver
scheurd Nederland kunnen spreken en ge
regelder, zachter en vreedzamer ware het
scheepje van staat de toekomst tegen ge
zeild. Janog meerbloed en tranen
edele krachten en gavenkostbare offers
waren ons gespaard geworden.
't Is toch maar al te waarmen kromde
zich onder kerkendom en eeredienst, den
kende godsdienst te belijden met datwat
men voor godsdienst hieldvermengde men
de staatkunde, en ziedaar eene onreine bron
geopend voor alle mogelijke verdeeldheid
leidende lot strijd op leven en dood
Nieuwere staatkundigen hebben den regel
uitgesproken dat de staat godsdienstloos
isdit denkbeeld is slechts betrekkelijk waar;
men zou moeten stellende staatals
zoodanigkent geene kerkgeene eeredienst
al worden belijders van dit of dat genoot
schap, volgens dezen of genen vorm, in
zijnen schoot aangetroffende staat is tot
niets meer gehouden dan lot de erkenning
van de bijzondere rechten van ieder inge
zeten van den staaten een der eerste
rechten is vrijheid van geweten van mee
ning, van overtuiging.
Druischt de uiting dier vrijheid nu in
hare gevolgen tegen de openbare veiligheid
in, dan is de staat, juist omdat hij die
vrijheid erkent, gehouden aller vrijheid te
beschermen en voor te staanen te zorgen
dat de vrijheid des eenen geen band voor
den anderen worde. De staat moet gelijk
zijn aan den landman, die, zijnen akker
doorwandelende bevindt dat de woekerplant
en liet onkruid met de tarwe zoo boog zijn
opgeschoten dat èn woekerplant, èn onkruid
niet moer geweerd kunnen wordenzon
der wezenlijke schade veor de tarwe zelve
en dus alles te zamen laat opgroeijen tot,
de maaijer komt en na zijnen arbeid gaat
schiften zuiveren en wannen. Wie is nu
(iie maaijer in dezen Dat isde gods
dienst. Zijen zij alleen vermag al dat
gebrokeneverscheurde en verstrooide te
heelcn en tot een te brengen. Hare taak
iste vereenigen en niet te verdoelen.
Hare middelen moet ieder voor zich zeiven
aanwenden ieder moet trachten godsdien
stig te worden.
Stel eensdat ieder mensch voor zich
zeiven de godsdienst bezateer zou immers
geene verdeeldheid meer zijn 'I Is dus
immers niet de roeping van den staat 0111
datgene te verrichten, waartoe wij en gij
zelve verplicht zijn. Uw ideaalstaat van
eenheidook in vormen en uitingenzal
komen zoodra gij zelf volmaakt zult zijn
Hoe ge dat worden moet? Dat licht ge
wederom 11 zclven te vragen.
Vraagt ge ons echter waar de godsdienst
te vinden isdan houden wc 't antwoord
geen oogenblik terughet luidtin 't
Christendom
Wij zouden niet gaarne iemand bcleedi-
genmaar toch houden we, deze uitspraak
vol tegen alle nict-Christencn.
De Israëliet spreekt er ons in onze ge
schiedenis borg voor; de volgeling van
Mahomed bevestigt er ons inen bet
oudere en nieuwere heidendom schrijven
't ons op iedere bladzijde der geschiedenis.
Maar nu is t Christendom geen genoot
schap geene eerediensthet is dc vervul
ling en verwezenlijking van alle voorafgegane
zinnebeeldige voorstellingvan al wat wij
arm als onze taal ismenschelijk vermoe
den zouden noemen en het is ook bestemd
om eenmaal de wereld te overwinnen
mits het zich handbave inof wederkecre
tot zijne oorspronkelijke reinheid Dit doel
kan echter nooit bereikt werdenzoolang
men bet wil herleiden tot deze of gene
kerkdit of dat genootschapzoolang men
het wil kneden en persen in deze of die
vormenallerminst zoolang men het wil
vermengen met de staatkunde
Wij kennen geene Christelijke kiezers
Christelijke staatslieden. Christelijke scholen,
en wat daar meer Christelijks genoemd
wordt, omdat wij er nimmer do vruchten,
de geheel en al ware en eigenaardige
vruchten des Christendoms van of in heb
ben mogen zien. Al wat wij \an dien