m ADVERTENTIEBLAD VAil WESIELIJM 2EE:UWSCH - VLAANDEREN. 16. Vijfde jaargang. A" 186 B esc hou wincjen o ver den, Siaatsr eg Ier lijken en Maalschappelijken toestand van den Nederlandschen Werkman. In liet afgeloopen jaar vertoonde zich in het naburige, door vele en velerlei ban den tot Nederland in betrekking staande Jlelgie - dat, door 'de geestkracht zijner bevolking en vooral door tie zorgdie zijne Regering voor hare wezenlijke en regt- streoksche belangen draagtecne hoogte van Nationale ontwikkeling bereikt heeft, die bij de kwijning, welke, ondanks al het schijnschoon ondanks al het opgestapelde goud, in ons Nederland heerscht, glansrijk afsteekt een merkwaardig verschijnsel, hetwelk als een verblijdend teeken des tijds mag beschouwd wordenals een hartver heffend voorbeeld, dat aller behartiging en navolging waar.iig is. w lm Dit Weekblad verschijnt iedercn Vrijdag. Prijs per drie maanden voor het voormalig 4(1 e district van Zeeland 1,15; voor de overige plaatsen des ïtijksfranco per post f 1.3J Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Prijs der Advertentiën, van l-o regels 0,75; elke regt; daarboven /'O.IS'A, behalve het zegel van 0,31 voor iedero plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels die zij beslaan. Ingezonden Stukken en Brieven, de. Redactie betreffende, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Alededeelingen van Correspondenten te bezorgen bij den Uitgever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën. II. liet Hoofdartikel luidt als volgt Het was een Congres van Belgische ar beiders waarvan het tot stand komen op de krachtigste wijze door de Belgische Begering begunstigd werd. De eerste aan leiding werd hiertoe gegeven door het van den Baron df. Rousseliéiie te Gent uitge gane planom de middelen te beramen ten einde aan den werkmanwanneer hij door ouderdom buiten slaat geraaktom verder door Arbeid in zijn levensonderhoud te voorzien een Pensioen te verzekeren hetwelk hem in staat stelt zich Ie verheffen hoven de onleerende noodzakelijkheid, orn de hand t t het ontvangen van liefdegaven uit te strekken. Dit denkbeeldom don Arbeider alleen van eigen werkzaamheid afhankelijk te maken is zoo uitnemend schoon dat het onverklaarbaar moet geacht wordenhoe zich nog eer.c enkele stem daartegen kon verheffen. Bij de toepassing evenwel van dit voor beeld op onze Nederlandscho toestanden willen wij ons echter niet verder bezig houden met dc beschouwing van dit plan daar erin Nederland ten minste zoo vele andere bezwaren bestaan zoo vele grieven uit den weg te ruimen zijn dat het ccno dwaasheid zoude wezen nu reeds er aan te denken liet uitmuntende plan van den Baron de Bousseliére ten uitvoer te brengen. In N°. Ö-2 van dc Industrieelvan den 28 Februarij 186ikomt een uitmuntend geschreven leading article voor hetwelk niet minder voor de grondige kennis des schrij vers op het gebied der wijsbegeerte van liet Staatsrcgt, als van zijne edele gezind heid enal mogt hij ook voor eenert' protectionnistd. i. voor eenen reactionnair uitgescholden worden echte vrijzinnigheid getuigt. In dit artikel wordt door den schrijver blijkbaar een fabriekheer, die, overeen komstig de Ridderlijke zeden onzer Ger- maansche Voorouders bij welke de vrijheid als het hoogste goed gewaardeerden alleen persoonlijke waarde als .do eer.ige grondslag van maatschappelijke standson derscheiding erkend werilzich voor de regtcn en belangen zijner ondergeschikten belangloos, mogelijk wel met zelfopoffering, in de bres steltgewezen op het on vervreemdbaar en .onbetwistbaar regthet welk naar den geest der Neilerlandsche Grondwet, de Nederlandsche Arbeider hcei't, om ook zijne dierbare belangendie voor hem eene volstrekte levenskwestie daarstel- lenin den boezem der Nederlandscho Volksvertegenwoordigingdoor zijne orga nen te doen verdedigen een regthetwelk alleen door eene opzettelijke en sluw door de vrijheid kraaijende vijanden der vrijheid, berekende vnlsche toepassing van dien geest ijdel kon gemaakt worden. Onbetwistbaar, in den meest volstrekten zinmag men dit regt noemen immers is volkomcne gelijkheid van alle Staatsburgers voer de Wet de eenige grondslag, waarop de geheele Staatsregeling van liet Koning rijk der Nederlanden berustliet beginsel hetwelk, door zijne wetgeving, op iedere bladzijdewordt verkondigdja voorop gezet. Vraagt men nu wie Staatsburgers zijn dan is het antwoord gereed alle Nederlandersdie liet tijdstip der meerder jarigheid bereikt hebben en op welke geen openbare smet van onzedelijkheid of onbe kwaamheid kleeft. En wie zal ontkennen, dat de stand der Arbeiders, dat is van hen die in de aanwending hunner physicke of intellertuoele krachten hunner ligcliaams- of geestvermogensin één woord in den arbeid van hun hoofd of hunne handen lum middel van bestaan vindenhet achtings waardigste en nuttigste gedeelte der bevol king, de kern der Maatschappij uitmalen, en derzelver leden dus het volste regt hebben op re uitoefening der Staatsburger lijke reglen in hunnen meest uiigebreiden omvang. Past men dit nu toe op den toestand onzer arbeidende klasselino ver is het er dan van daan dat dit liet geval zou zijn in Nederland, waar men, uitgaande van het beginsel van burgerlijke gelijkheidzoo zeer tegen liet denkbeeld van bevoorregle stan den is ingenomendat men niet heelt gerust, voor de vroeger grondwettig bestaan hebbende Bidderschappen waren afgeschaft omdat men daarin hoezeer dan nok zeer ten onregtc eene laatste zweem van Adel- regcring meende te zien maar waar men toch door eene inderdaad bespottelijke verwarring van denkbeeldenin eene zoo genaamd liberale Staatsregelinguitgaande van liet doorgaans meest platte mnterinlis- mus dal de waarde en de regten van den mensch uitsluitend naar liet gewigt van zijn goud berekent, in do plaats der privilegiën van vroegere eeuwendieten minste nog in haren oorsprongvan eene aristocratie in den waren zin des woords, van persoon lijke verdiensten haar aanzijn ontleenden eenen Staatsregtelijk bevoorregten stand heeft geschapen in de klasse der mcervcr- mogendendie nog wel wetlig in twee boven elkander geplaatste rangen verdeeld is, daar niet.alleen aan de groote kapita listen lea grander fortuneszoo als do Fransche Staathuishoudkundigen zoggen, het gewigtigc voorregt is geschonken van eene afzonderlijke Vertegenwoordiging, in do Eerste Kamer der Staten-Generaaldie de magt heeft om alle maatregelen die door don anderen tak der Vertegenwoordiging in het algemeen belang mogten geacht worden onm •gelijk le makenzoodra zij mot het uitsluitende belang van het groote kapitaal in tweestrijd zijn, waardoor dus die afzon derlijke Vertegenwoordiging eene gevaarlijke anomalie in ons Staatkundig leven daarstell, maar ook nng bovendien eiken invloed np de Vertegenwoordiging der Natie, en dus op de vaststelling der Weitenwaaraan ieder inwoner gedwongen wordt zich le onderwerpen en zonder welken dus geen Staatsburgerschap denkbaar kan geacht, wordenuitsluitend afhankelijk is gesteld van het hez.it van een zeker vermogen zonder het liez.it waarvan alle persoonlijke waardein Staatsregtelijken zinlot nul gereduceerd wordt. Door liet bestaan van den Census is dus de geheele nijvere bevolkingdie het ware ligrlinr.m uitmaakt der Maatschappij, welke, zonder haarniets dan een geJrogtelijk levensonvatbaar en onz.ameidiangend vonnsi I wezen zoude, va i alle deelname van do Vertegenwoordiging barer geheiligde regten en veelzrjd'gein hot levensbeginsel der Natie ingrijpendebelangen ton oenenin'o uitgesloten. Welk oono schandelijke vlek van onrcglvaardiglieiil dit op de geheele Nederlan.lsche Staatsregeling werpt, line alle (lemen: traliën van humaniteit, philar- tropio, Christenzin en liheralispnuswaar mede de leiders der verschillende clkandei door allerlei kuiperijenhot hoogste gezag in den Staat betwistende partijender kortzigtigc menigte zand in de oogen strooi-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1864 | | pagina 1