BUITENLAND. om. effect te makenhetgeen hij wilde verheffen dikwijls te veel in de hoogte had gestokenterwijl hij uit dien hoofde het daaraan tegenovergestelde te veel had ver nederd. Daarom zcide de inzenderna zich op ironische wijze over het ingezonden stuk des Burgemeesters te hebben uitgelaten 't is maar jammerdat hij zijne gemeentenaren soms zoo over 't paard tiltom ze bij eene andere gelegenheid zeer door den modder te sleuren." En als bewijs daarvan haalt hij onder anderen aan datomdat Klaas Bleij de kommandant der eerewacht hij de komst van onzen geliefden Koning te Breskensde eene of andere ruzie had gesustdo Burgemeester-auteur meent dat feit in den volgenden gezwollen toon te moeten mededeelen Toen Breskens burgertwist de eendragt lied verbreken „Tol blijde welkomstgroet aan Neerland's dier- bren Vorst „Toen is, met hulp van Bieij die draak den kop doorstoken Bleij bood op T snuivend ros met vader- landsehe borst Getrouwe hulp cn steunom toeu die twist te smoren." En verder wordt er van Bleij gezegd „Als ziju gebeeute eens rust, bij onze ont slapen helden, Dan loon' het nageslacht ook eerbied voor zijn graf." De inzender heeft dus alleen willen zeggen Bleij moestom het vers des te meer effect te gevenwegens eene ver dienstelijke daad van ondergeschikt belang, tot een held worden verhevendus over het paard gelild eu om de verdiensten van Bleij te heter te doen uitkomen moesten andere gemeentenaren worden voorgesteld nis onruststokersdie de eendrngt niet alleen hadden verbroken maar zoodanige» burgertwist in het leven hadden geroepen dat die wordt voorgesteld als een draak wiens kop door Bleij moest worden door stoken. Nu is liet de vraag nietof de recensie •van liet ingezonden stuk van den Burge meester van Santen al of niet billijk of gegrond te achten zijen of die Heer zich al of niet gekwetst kan gevoelen over de beschouwingen omtrent de poëtische schil dering zoo als die in zijn opstel wordt geleverd Met die vraag heb ik mij hier niet in te laten, maar ik beweer, dal de geïncrimineerde woorden niets anders op liet oog hebben dan de beoordecling van liet talent van den Heer van Santen ais dichter en schrijvercn dat die opvatting \an mij door Begtbank cn Hof niet alleen niet wordt tegengesprokenmaar zelfs be vestigd daar beide ligcliamen erkennen dat het opstelwaarvoor is veroordeeld alleen op het oog bad de handelingen van den Ilecr van Santen ter gelegenheid van bet genoemd feest en liet door hein daar van ingezonden programtna(l). Maar is dat zoo, dan mag het verwon dering wekken dat twee regterlijko coilegicn op dergelijke onbeduidendheden en onscha delijke gezegden de Strafwet hebben kun nen toepassencn uit dat oogpunt is zoo danige veroordceling boog ernstig te achten, want daarmede vervalt aUe regt tot critiek cn zal liet zelfs niet meer geoorloofd zijn de waarde van een letterkundig product te beoordeelen. Om die reden is art. 373 Wetb. van Strafregtdat belecdigendc uitdrukkingen wil hebben gestraft, niet van toepassing, omdat door de geïncrimineerde zinsnede het karakter van den Heer van Sasten niet is aangetastmaar alleen de letterkundige waarde van liet programma en de daarbij gevoegde dichterlijke voorstelling. En nog om eene andere reden is er aan de toepasselijkheid van dut art. niet te denken. Art. 373 Wetb. van Strafregt straft alleen belcedigende uitdrukkingendie eene aange duide ondeugd behelzen. Ondeugd nu isvolgens liet taalkundig woordenboek van Weiland de tegenstelling van deugd in bet bijzonder eene opzette lijke booze daaddie tegen eene uitdruk kelijke wet strijdt. Nu heb ik aangetoonddat in dezen alleen qunestie is van de waarde der poëti sche schildering van den Heer van Santen dat de inzender aan dien Heer beeft ver weten dat hij te sterk heeft gekleurd maar zelfsal mogtwaar in de verste verte geen schijn van isliet bestuur van den Burgemeester zijn gegisptcn men dien ambtenaar in dat opzigt ongelijkheid van beoordeeling zijner gemeentenaren heb ben ten laste gelegddun heeft de inzender nog niet beweerddat de Burgemeester dat zou hebben gedaan met voorbedachten rade, moedwillig. Ongelijke beoordeeling is toch niet altoos liet gevolg van een boosaardig gemoed maar kan ook het gevolg' zijn van een minder helder inzigt of van onbekendheid met omstandigheden. Er is dus in het minst niet gebleken dat de geïncrimineerde zinsnede zou behel zen de ten laste iegging van eene ondeugd, en al dwaalde ik zelfs daarindan nog moet opgemerkt worden dat het art. 373 met name vordert de ten laste legging van eene bepaalde ondeugd (vice determine zegt de Fransehe Wet). Nog onlangsbij een Arrest van 18 Nov. 1863 (Weekblad van het Regt N°. 2332), beeft de Hooge Baadin eene zaak waar zeer grove woorden vroren gebezigdin over eenstemming met het beloog van den Ad vocaat-Generaal Karseboou uitgemaakt dat art. 373 Wetb. van Strafregt niet toepasselijk iswanneer uit de gebezigde woorden niet blijktdat men eene bepaald aangewezene ondeugd aan den beleedigde heeft willen ten laste leggen. Van dat alles is nu in deze zaak niets geblekenzelfs Begtbank en Hof spreken er met geen woord van welke soort van ondeugd zou zijn ten lasle gelegdcn ik heb dus de eer met vertrouwen te conclu deren dat het den Hoogen Baad beliagc bet Arrest van het Hof in Zeelandvan 28 December 1883, alsmede bet Vonnis der Begtbank te Middelburg, van 29 Oct. 1863, te niet ie doen en de requiranten vrij !e spreken van bet bun ten laste ge legde wanbedrijf, met vcroordeeling van den Staat in de kosten. Het Openbaar Ministerie zaibij monde van den Heer Advocaat-GeneraalMr. Kau- secooji op 29 Februarij conclusie nemen. (1) Het programma was niet ingezonden dooi den lieer van Santen. SLEESWIJK IIOLSTEIN Het nieuws is lutteldocli nog al gewichtig zie hier het voornaamste Er zijn eenige inlichtingen ontvangen over het voorstel van eene conferencie, voor het regelen van het Deensch-Duitsch geschildoor Engeland en Frankrijk gedaan cn door Rusland oudcr- steund. De couferencie zou zich te Londen moe ten vereenigenen de Duilsche bondsvergadering zou worden uilgenoodigd er zich te doen. verte genwoordigen. De twee groote Duilsche mogend heden hebben er hunne toestemming aan gege ven onder de voorwaardedat cr geene op schorting van de vijandelijkheden plaats hebbe. Maar welke zijn de nieuwe grondslagen Dit weet men nog niet. Naar men meldt zou het uiterste, dat de mogendheden- willen toegeven de persoonlijke vereeniging zijn van de hertog dommen met Denemarken. Nuhet is zeer waar schijnlijk dat het kabinet van Koppenhagen zal weigeren op dergelijke grondslagen te onderhan delen. M. de Quaad minister vau Denemarken, zou zelfs in een officieel document verklaard heb ben dat de Denen in den strijd zullen volharden met al de kracht, waartoe zij in staat zijn en dat cr geene onderhandeling met Duitsehland moge lijk is zoolang Sleeswijk door den vijand niet is ontruimd. Hoewel men die woorden juist niet moet ne men als onherroepelijk ziet men toch dat eene vredelievende overeenkomst moeijelijk zal lukken. Eens aan bet kanon liet woord gegeven hebbende kan men door het kanon moeijelijk vrede her komen. Een dépêche uit Londen meldt nog. dat er in de Engelsche Gcmeente-Ivarner door lord Palmer- ston uitleggingen zijn gegeven over de diploma tieke pogingen voor het vereffenen van het Deensch-Duitsch geschil. Het is het Engelse-li gouvernement dat het initiatief van het voorstel eener conferencie heeft genomen. Oostenrijk én Pruisen hebben aangenomen. De nemarken heeft nog niet geantwoord en de Duil sche Honds-Rijksdag ook nog niet. Wat de andere mogendheden betreftlord Pal- merston heeft verklaard, dat hij denkt op de toe stemming van Frankrjjk te mogen rekenen en waarschijnlijk ook op dio van Rusland maar dat de medewerking van Zweden niet zeker was. Er is geene zinspeling gemaakt in deze uitleg gingen op de grondslagen waarop de beraadsla gingen in de conferentie, ingeval zij bijeenkomt, zullen loopeu. Men weet dus op dat punt niet stelligs. Lord Palmerston heeft in dezelfde zitting ver klaard dat de bezetting van Kolding builen het Pruisisch gouvernement heeft plaats gehadmaar dat zij om krijgskundige redenen wordt behou den. Hij heeft te dier gelegenheid vastgesteld dal Oostenrijk en Pruisen blijven verklaren, dat zij de protocollen van 1852 erkennen en ae on schendbaarheid van liet Deensch grondgebied zullen eerbiedigen. M. Layard heeft van zijnen kant aan de Kanier bekend gemaak dat Denemarken de medehulp van Engeland en Frankrijk had ingeroepen op het trac-taat van Londen steunendemaar het gouvernement heeft gedacht, dal het geval door dit tractaat voorzien zich nog niet had voorgedaan, om eene tusschenkomst te rechtvaardigen. De forleres Fredericiain Jutland, is zeer sterk; heli al ve de versterkingenwelke haar omringen zijn er zeven verschansingen, welke door 20,000' man verdedigd worden elk dier verschansingen is gewapend met 20 kanonnen vau groot kaliber, en de grond, welke er rondom ligt, kan gemak kelijk onder water gezet worden. De Deensche voorposten bevinden zich tegen over Gudsoe. Er hebben aanhoudend kleine schermutselingen plaats. Het garnizoen van Fredericia is <>000 man waaronder zich een groot getal soldalen van Slees wij ksöbeu oorsprong bevinden. De Allg. Korf. bevestigtdal de beide groot. Duilsche mogendheden de conferencie hebben aangenomen, welke door Engeland is voorgestelde Hij voegt er bij, dat do mogendheden zich nog altijd geneigd toonen voor elke poging, welke, iu het belang eener vreedzame oplossing, met hunne rechten vereenigbaar is. FRANKRIJK. De Moniteur deelde heden ochtend berichten uit Mexico medenog altijd even gunstig lui dende. als men dat gewoon is. Eene der lijdin gen door de pakelboot aangebracht, maar d.c niet zal worden openbaar gemaakt, is deze, dat de diligence, welke de postdienst in Mexico ver richt op den weg van Vera Cruz door 200 guerillas is aangehouden. De 10 ruiters die haar begeleiddenalsook de reizigers zijn gedood. Onder de laatslen bevond zich een P; u s'sch of ficier die met de Franschcn den veldtocht mede maakteom ondervinding van het oorlogsleven op te doen. BELGIE. BRUSSEL 26 Februarij. Volgens in omloop zijnde geruchten zou het ministerie ziju ontslag intrekken en de Koning, tegenover de weigering der tegenkantingspartij om hel gezag in handen te nemen zelfs met de macht om de Kamers le ontbinden zou aan hel ministerie de guust toe slaan waarvan die partij geweigerd heeft gebruik te maken. De zaak zou volgender wijze worden geschikt bij de bijeenkomst der Kamer zou men de bud- jetten loopsgewijze stemmen, waarna de verga dering zich onbepaaldelijk zou verdagen. Des anderendaags zou de Moniteur hel Koninklijk be sluit tot ontbinding afkondigen en de gevallene ministers zouden beproeveneene meerderheid van hunne denkwijze uit de kieziugeu te doen voortspruiten. BRUGGE 27 Februarij. Burgemeester en sche penen der stad Brugge, vei willigen hel publiek dat het concours van beeslïaleningericht in Brugge dit jaar zal plaats hebben den It) Maart, Zaturdag voor de Goede Weekiu hei lokaal van het openhaar slachthuis.

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1864 | | pagina 2