NIEUWS - EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEOWSCH - VLAANDEREN.
Vijfiie jaargang.
A0 1804.
N°.
(SLiisnfiw
Hit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag.Prijs per drie
maanden voor liet voormalig 4de district van Zeeland 1,15; Wil/110* 1 ÏTphlMl'VPn
voor de overige plaatsen des Rijks franco per post f 1.3J i j lltillj.
Afzonderlijke Nummers ƒ0.10.'
Prijs der Advertentie», van 1-5 regels 0,75; elke rem l
daarboven f 0.12/2, behalve het zegel van ƒ0,35 voor iedere
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone regels
die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie betreffende, benevens Adverteutiëu en gewone Berichten of Mededeelingen vau Correspondenten
te bezorgen hij den Uitgever dezes, alles franco, behalve de bekende Correspondentie!!.
N°. 13. 0OMGATIEN TEN LASTE VAN
's RIJKS OVERZEESCHE BEZITTINGEN.
3iuntbilletten.
Circulaire van den 28ste» Januari) 1861
A, N". 17-25. iele afdeeling; betreffende do
aflossing van door het Rijk gewaarborgde
obligation ten laste der Rijks overzecsehe
he/.itiingeri en de verwisseJigg der munt
biljetten van 1815 en 1810. •8;
Aan Herren Burgemeester en Wethouders der
gemeenten iu de provincie Zeeland.
Naar aanleiding van daartoe betrekkelijke aan
schrijvingen van het Departement van Finantien
heb ik de eer uwe aandacht Ie vestigen op de
aan den voel dezer afgedrukte bekendmak ngen
voorkomende in de Ncderlandsche Slaais-Couranten
N". I en 10 van dit jaar. betreffende de aflossing
der door het Rijk gewaarborgde obligalien, ten
laste van 's Rijks overzces.-lie bezittingen en de
verwisseling der inuntbilletlen van 1845 en 1840;
een en ander in die bekendmakingen nader om
schreven.
Ik verzoek u bedoelde bekendmakingen van lijd
lot lijd te willen doet! afkondigen, de uitgevers
van dagbladen, voor zoo ver die in uwe gemeente
worden aangetroffenuit le noodigen, die 'be
kendmakingen van tijd tot lijd in bun dagblad
kosieloos le willen opnemen en voorts de ingeze
tenen uwer gemeente aan te sporen, gedachte
obligatie» en munibiüettcn ten spoedigste uiter
lijk binnen den geslelden termijn en ter aange
geven plaatse ter aflossing of verwisseling aan
le bieden.
De Commissaris des Konings in de
provincie Zeeland
R. W. VAN LIJNDEN.
Uitgegeven den *29 Januarij 1861.
De Griffier der Staten van Zeeland
S. VAN DER SWAL.ME.
De Minister van Finantien in aanmerking
nemende dat in weerwil van de bij herhaling in
de Ncderlandsche Staats-Courant geplaatste be
kendmaking nopens de hij de Wet van 6 Julij
1863 (Staatsblad N°. Hij bexolen aflossing van de
door het Rijk gewaarborgde schuldbrieven ten
laste van de ovorzcesche bezittingen daargesteld
krachtens de Wetten van *24 April 1836 (Staats
bladen N". 11 en 1*2), en bet Koninklijk besluit
van 13 April 1844 (Staatsblad N". *23;lot dusver
nog vele dier stukkeu onafgelosl zijn gebleven
en daarentegen reeds meermalen hij die schuld
brieven behooreude coupons verschenen 1 Octo
ber 1863, in den omloop zijn aangetroffen;
herinnert de belanghebbenden
vooreerst: dal de opgemelde schuldbrieven
door of namens de eigenaren goteekend en voor
zien van alle daarbij behooreude coupons, waar
van de eerste den fsteu October 1863 is versche
nen, dagelijks, mei uitzondering van Zou- en Feest
dagen ter aflossing kunnen worden aangeboden
bij de Nederlandsehe Bank als agent van 's Rijks
schatkist te Amsterdamof bij den arroudissc—
luenls-betaalmeesler aldaar; en
ten andere: dat, ingevolge de opgemelde
"Wet van G Julij 1863, de renten dier schuldbrie
ven niet verder kunnen worden goedgedaau dau
lot en met den laatste» Julij 1863.
Tevens wordt ter kennis gebracht van de hou
ders van zoodanige der opgemelde obligalien,
aan welke een of mc-er daarbij beboerende cou
pons mochten ontbreken dat 'zij zich bij verzoek
schrift, op gezegeld papier, houdende opgave van
de nommers dier stukken tot het Departement
van Finantien kunnen wenden om te wor
den verwezen naar de houders dier coupons
voor zoo ver deze daartoe het verlangen mochten
hebben Ie kenuen gegeven of wel teJ worden
toegelaten tot het bekomen van aflossing, na
aftrek van het bedrag der ontbrekende coupons,
's Ghavenhagk den 2Dslen December 1863.
Do Minister voornoemd
(get.) G. II. Cetz.
De Minister van Finantien vestigt bij de/.eu
de aandacht van alle houders van Muntbiljetten,
uitgegeven krachtens de Wetten van 18 December
1815 (Staatsblad N°. 9 en 17 September 1810
(Staatsblad N". 46), op de Wel van '26 December
1863 (Staatsblad N". *200). waarbij de verwisseling
van die biljetten bij 's Rijks schatkist op nieuw
wordt toegestaan, mits die biljetten vóór of uiter-
1 jk op den laatste» December 1873 hij een van
's Rijks comptabelen hetzij tegen onmiddellijke
betaling, hetzij tegen bewijs van overname, wor
den ingeleverd.
De Minister, tot uilvoering van deze Wet de
vereischte voorschriften hebbende gegevennoo-
digt alle belanghebbenden uit om zich. zonder
verder verzuimden uien w e u en 1 a a I s t e n
termijn, thans door den wetgever verleend, ten
nutte Le maken, door hunne biljetten ten spoe
digste ter verwisseling aan te bieden of te doen
aanbieden ten kantore van 's Rijks betaalmeesters
in hunne woonplaatsof, zoo in hunne woonplaats
geen betaalmeester aanwezig is. ten kantore van
den ontvanger der directe belastingen in hunne
gemeente.
's Gravenïiage den 9den Januarij 1861.
De Minister voornoemd
(get.) G. li. Betz.
De Minister van Finantien verwittigt bij dezen
alle belanghebbenden dat alle bij zijn Departe
ment met requesleu om verwisseling ingekomen
en niet reeds aan de verzoekers teruggezonden
of teruggegeven Muntbiljetten uitgegeven krach
tens de Wetten van 18 December 1845 (Staatsblad
N°. 90) en 17 September 1849 (Staatsblad N". 461
door den Minister worden verzonden aan de
heeren betaalmeestersten einde het bedrag aan
de rechthebbendenlegen voldaanleekening op
eene daartoe bestemde lijst, uit te betalen of door
heeren ontvangers der directe belastingen te
doen uitbetalen.
"s Grayenhage, den 9deu Januarij 1861.
De Minister voornoemd
(get.) G. H. Betz.
N°. li. KIEZERSLIJSTEN.
Circulaire van den 29sten Januarij 1861
N°. 91 kennisgeving Ier herinneiing
aan art. 73 dor lvi swet.
Aan Heeren Burgemeesters der gemeenten
in de provincie Zeeland.
Wij hebben de eer u te zenden het vereischte
getal afdrukken onzer kennisge\ing van lieden,
waarbij de inwoners dezer provincie worden uit—
genoodigd zoo zij elders in de Rijks-directe be
lastingen zijn aangeslagen, daarvan vóór 1 April
aanstaande le doen blijken.
Wij verzoeken u voor de afkondiging en aan
plakking daarvan te willen zorg dragen.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland,
R. W. van Lijnden, Voorzitter.
S. van der Swasme, Griffier.
Uitgegeven den *29sten Januarij 1861.
De Griffier der Staten van Zeeland,
S. van der SWAI.me.
K E XNISGEVI N G
liet Kiesrecht en de benoeming van afgevaardig
den ter Eer te en ter Tweede Kamer der Staten-
Generaal vau 4 Julij 1850 (Staatsblad N°. 37)
noodigen de inwoners der provincie uit. zoo
zij in de Grondbelasting, de Personele Belasting
of liet Patentrecht op de kohieren tot de loopondi;
dienst behooreude elders zijn aangeslagen daar
van door toezending van de vereischte bescheiden
(aanslagbiljetten of uittreksels uit de kohieren
en eene berekening van hetgeen in hoofdsom en
in Rijksopcenten afzonderlijk wordt betaald.) vóór
of uiterlijk op 1 April aanstaandea au hen te
doen blijken.
Deze kennisgeving zal in de onderscheidene ge
meenten van dit gewest worden afgekondigd eu
aangeplakt.
Middelburg den 20sten Januarij 1364.
De Gedeputeerde Staten voornoemd,
R. W. van Lijnden, Voorzitter.
S. van der Sw aj.mk, Griffier.
De Gedeputeerde Staten van Zeeland,
Gezien arl. 73, *2de lid van de Wet, regelende
Du warst eln freudig jungrs Blut,
Und lerntest doch so streng uud gut,
Was taugt zu edler That brhuf
In Seemanns ernslliche:n Beruf.
i-a jïotte foucquê.
De vijfde Februarij Wat is er dan
gebeurd 't Zal u misschien invallen
Lezer, wanneer wij er het cijfer 18:11
bijvoegen. Is dat dan een jubeljaar voor
die gebeurtenis, ISöi; een gedenkdag, dien
men juist na 33 jaren viert? Ja! Dat
is een kort antwoordmaar wij willen bet
met redenen omkleeden. Ieder Nederlander
moet het erkennen dat wij eenmaal onder
't Franscbe juk onze nationaliteit ten grave
zagen brengenomdat wij ons volksbestaan
verloren hadden. Wij Zeeuvvsch-Vlamingen
eerst onder 't juk gebrachtwerden 't taaist.
verlost, en in April en Mei 1884 is eigen
lijk voor oris het halve eeuwfeest van ons
vernieuwd volksbestaan aangebroken en wij
hopen dat hetvierden we als trouwe
broeders met de gehcele natie het Novem
berfeest, nogtans dankbaar zal herdacht wor
den. Sedert 1S13 en 'l i namen wij onder
de beschaafde volken van Europa onze
plaats met eere in en de scheidsrechterlijke
uitspraak van onzen Vorstdie lusschen
Engeland en Amerika het tractaat van Gend
ten gevolge had deed der wereld zien
dat we onze plaats waardig warenoni
van Algiers en Indië niet !e gewagen.
Toen kwamen de donkere Septemberdagen
van 1830. In Brussel werd te recht of
te dit, onrecht willen wij nu niet meer opha
len een lloers over onzen nationalen roem
geworpendat ons Europa's verachting
berokkende.
Verraad meineed onkunde en laauwheid
hadden onze vlagdie weër met eere roi d
den aardkloot was gevoerd bevlekt iu de
o"gen der wereld Maar zie als een