NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VAN WESTELIJK ZEEÜWSCH - VLAANDEREN.
N°. 4.
Vijfde jaargang.
A0 1864,:
Aanteekeningen op
een woord over ons gewest en
wel van een' Fransehman."
Mil iS r ii
Dit Weekblad
maanden v001* fret vöbl
iederen Vrijdag.Prijs per duilI|
li» 4 do distriet van Zeeland f 1,13 j
oor do overige plaatsen des llijks franco per post'/" l.U. [I "Vl 'J^^O
Afzonderlijke Mummers ƒ0.10.
Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels 0,75; elke re«cl
daarboven fO,lV/2, behalve het zegel van 0,34 voor i"'1
plaatsing. Groote letters naar het getal gewone
die zij beslaan.
Ingezonden Stukken en Brieven, de Redactie bi treffen de, benevens Advertentiën en gewone Berichten of Mededeelingen van Correspondenten
te bezorsen bij den Utsever dezes, alles francobehalve de bekende Correspondentiën.
Zie N°. 3 van dit Wccliblad.)
ij Nederlanders zijn er dan machtig
grootsch opals we zoo nu en dan bij
roemden geprezen wordenCes riches
Hollandais enz.enz.doen bij ons maar
a! te veel opgeld. Achwanneer we in
eigen boezem het ware geluk niet vinden
dan baat ons luttel de loftrompetdoor
anderen opgestoken't gaat er meó als
met de vergoding van het voorgeslacht
het levend geslacht komt tot het besluit
dat de vaderen genoeg deden en de kinde
ren vrijheid hebben om in te dommelen en
zich neêr te vlijen op de lauweren en cikcn-
kroonendoor de vaderen vergaderd I Deze
en dergelijke gedachten doorkruisten ons
breintoen wc ons nederzetteden om de
volgende aanteekeningen voor uwaarde
Lezersten papiere te brengen.
En nu de stellingen en meeningen des
Franschen schrijvers even getoetst:
Neèrland's bodem is niets anders dan
cene zandbank met eene laag modderige
of veenachtige aarde bedekt eerste opper
vlakkigheid jaonwaarheid Of laten
de rivieren bij hunne delta-vorming modder
en veen achter? In ieder goed handboek
voor de aardrijkskunde wordt ons het te
gendeel geleerden ééne uitzondering is
ons alleen bekend op de kust van Suriname;
de rivieren voeren zand en slib af. Modder
en veen bcliooren tot do moerassen. Onze
schrijver is het dan in zijne benamingen
ook niet geheel met zich zeiven eens
want hij laat er onmiddellijk op volgen
Deze kleiachtige streek(dus iets anders
dan veen en modder) is in twee gelijke
doelen gesplitst." Deze deelen zijn bij hem
de wei- en bouwlandentweede onnaauw-
keuiiglieid. Een blik b, v. op de kaartjes
van kjnijperin Peterman's Miltheilungcn
jaargang IS, zal ons overtuigen, dat die
verhouding al zeer onjuist is en ontzettend
oppervlakkigwant bij een land van zoo
geringen omvang als Nederland is, en waar
men u toch minstens een drietal formatien
aanwijstbehooren de heidevelden van
L'trccht, Drenthe, Overijssel, Gelderland,
Noord-Braband en 't Gooiland wel degelijk
in aanmerking te komen. Of behooren die
ook al tot den modder en het veen
Gaan we nu met den schrijver eens naar
den grooten zondenbok met zijnen bijhang
als nog grooter zondenbok Zeeland en
Zeeuwsch-Vlaanderen. De man verwondert
zich derde oppervlakkigheiddat
Zeeuwsch-Vlaanderendaar dit toch zoo
natuurlijk zou zijn, niet aan Belgie behoort I
De man weet dus nietdat het tegenover
gestelde heel onnatuurlijk zou zijn. Jam
mer dat Ernest Grégoire dood isanders
kon hij ZEd. eens consulteren of hij soms
nog bij het door hem in 1830 uitgesproken
gevoelen bleef, dat de bevolking van Zeeuwsch-
Vlaandoren met die der beide andere Vlaan-
derens nooit iets gemeens had en voor
Vb deelen nog niet heeft.
Dat is nu de leer der nationaliteiten
En bij de invoering van het nieuwe stelsel
der annexatie tegenover onszouden we
niet nalaten onze stern tegen die invoering
te verheffen.
In de middeleeuwen bestond Zeeuwsch-
Vlaanderen nog niet": Vierde onwaarheid.
Wij zouden wel wenschcn de kaart uit de
middeleeuwen te zienwaarop de groote
golf met do eilanden van Iladzand enz.
voorkomt. Wij denken, dat de Heer Her-
dolf b. v. er wel iets voor over zou heb
ben. Had de man gezegddat Zeeuwsch-
Vlaanderen de vrucht eener delta-vorming
is en langzeer lang vóór de middeleeuwen
daar eene golf bestond, we zouden dit
puntbij gebrek aan oorkonden laten rusten.
Het ontstaan onzer bevolking tengevolge
der vlucht van de l'rotcstantsche bevolking
uit het Zuidenis almede eene valsche
voorstelling en niet de minste der onwaar
heden en is ze in volgorde de vijfde van
dien aardin hoedanigheid mocht ze w el
de eerste heeten.
Zeelandzoodra het fort (zegge fort IJ
den Kriel wordt ingenomen wordt een
brandpunt van vaderlandsliefde en geloof."
Do man schijnt niets te weten van Vlissin-
gen en Enkhuizen komt niet in aanmerking
zesde onnaauwkeurigheid. Men leze even
vader II in Nies na en men raadplege eens
de huwelijks-geboorte- en sterfregisters
der jaren 1G04 enz. en ze zullen onze overwe
gende Noord-Nederlandsche afkomst hand
haven.
Cats die in deze landstreek uitgebreide
bezittingen hadheeft in triomphanlelijke
verzen de heldendaden geprezen die hem
te gronde richtten." Omdat we vader Cats
meenen door en door te kennen doch ons
die triomfantelijke verzen niet herinneren
en omdat we zeker wetendat Cats na
zijn verblijf in deze strekenalles behalve
arm of te gronde gericht wasnoemen wij
deze onwaarheid de zevende.
Sedert de 17<lo eeuw heeft men lang
zamerhand polder voor polder herwonnen'
achtste onwaarheid. De man moet eens op
't Sluissche archief of bij den lieer Boos
te Aardenburg gaan zien. Ook kan hij
nader in de buurt, te Brussel bij den Heer
van oer Maelen terecht.
Geheel dit land draagt nog het ken
merk van do lG'ie eeuw: de kleedcrdraoh-
tendezeden, het geloof, de denkbeelden,
niets van dat alles is veranderd" negende,
onwaarheid. We zouden den man zoo hij
Ilollandsch verstaatvreesden wc niet den
moriaan te wasschen't District Sluis in
Vlaanderen van onzen Dresselhlis uitge
geven in 1819, zenden, met eene aanwij
zing bij bladz. 150 en vervolgens.
Gave Goddat de man verder de waar
heid sprakeals hij van het lezen der ge
schiedenis spreektdoch het vervolg is
onzin of de man is nooit verder dan
Biervliet geweestwaar ergens in de buurt
wij ons eene sluis of zoo iets meenen te
herinneren met een wapenzweomende
naarof zijnde dat /an II. H. M. Trou
wens wat wapens en kerksieraden betreft
daarvoor hebben zijne Fransche broeders
in 1794 gezorgd
De tiende onwaarheiddie wij aantccke-
ncn doet ons over het karakter des schrij
vers de schouders ophalenóf hij vertelt
ons een sprookjeóf de jongeling die een
eerzaam Pastoor voor eenen zendeling van
Alva aanzagwas krankzinnig.
Na dit sprookje komt eene lofspraak
dieomdat zij te veel zegteene elfde on
naauwkeurigheid is die drukkerijen in onze
kleine steden en groote dorpenwaaraan
geen werk ontbreektDie verstandige
liefdadigheid onzer landbouwers Dat over
leg voor het verbouwen van grondstoffen
vooral om den behoeftigen arbeid te ver
schaffen Gave Goddat ze slechts voor
het öda gedeeltewat zeggen we voor
het 10de gedeelte waarheid bevatteden
Maar welk eene bittere beschimping van
Frankrijken Belgie spreekt hij uit, als hij
zegt, dat onze Zecuwsch-Vlaamsche platte—
bmdsche beschaving die der landlieden in
de eerste Rijken overtreft (1) en die hij
toch bestempelt volkomen dezelfde ver
standelijke en zedelijke ontwikkeling uit den
lijd van de vestiging der Nederlandschc
Republiek" te zijn
Zijn wij in twee eeuwen zoo jammerlijk
stilstaande geblevenwelke ezels en ossen
moeten dan Frankrijk's en Belgie's platte
landsbewoners niet zijn
Zeeuwsch-Vlaanderen is een land van
grootbouw"fiat. Maar dat aartsvaderlijk
in buis wonen der arbeiders bij hunne
meesters" cn die daglooners in holen der
dijken"'t Is bard om te verduwen en
eene twaalfde onwaarheid.
Over bouw- en landprijzenover koeijen
en paardenvan welke laatste er soms
vier voor éénen reusnchtigen pioeg bcnoo-
digd zijn, kunnen de landlieden onder onze
lezers zelf beoordeelen en we zullen de
onnaauwkcurigheden b. v. de braakvervan-
(1) Dat dit in Frankrijk 'l-geval isverwondert
ons niet. De cemeen'.en die geene scholeu heb
ben worden daar bij bonderden; die er gceuc
eigene school hebben bij duizenden geleld.