Middelburg oproeping gehoor gaven. Aangezien eergisteren de eigenlijke dankdag gehouden was, duurden de toespraken der verschillende godsdienstleeraren kort, en logen den middag stroomden de belang stellenden naar allo zijden uit, om hetzij de ver schillende versieringen en aanstalten van illumi natie te bezichtigenhetzij zich als genoodigden naar het Willemspark te begeven, waar do eerste steen voor liet nationale monument gelegd zou worden. Tegen twaalf uur begaven de werklieden van sommige fabrieken zich met hunne banieren en vaandels derwaarts, voorafgegaan en gevolgd door een kommando dragonders. Ondcrtussch«u trokken de turfdragers gemaskerd in een paar wagens, door ougemaskerden voorafgegaan, rond cn brachten hocras voorde verschillende paleizen. 3tn de Maliebaan hadden beurtelings acrobatische exercitiën, mastklimmcn en looncelvoorstellingen plaats, waarbij een groot publick tegenwoordig was. Het weder was dezen morgen betrokken en regenachtig geweest, gelijk het ook de heide vo rige dagen zeer nevelachtig en vochtig was geweest. Wij rekenden dus op de bewering der oud-oranje klanten, dat het altijd mooi weer word!wanneer hol Huis van Oranje hij ccnigo plechtigheid be trokken is. En inderdaad werd het weder aan houdend helderder en ten-één uur, toen do Koning Zich naar hot Willemspark hegeven had om den eersten steen te loggen, brak zelfs do zon door. Ik zal u niet vormoeijen mol eeno beschrijving van die plechtigheid, die volgens het programma afgcloopen is, en waarhij professor van Oosterzce dc feestrede heeft gehouden, terwijl door instru menten cn zangers ccue uitgebreide cantate van Witlmys werd uitgevoerd, die door Lubeck gecom poneerd is en, naar ik van deskundigen verneem, een zeer schoone compositie moet zijn. Ook de woorden zijn voor een gedeelte zeer fraai doch wij bezitten ze niet in hun oorspronkelijken toe stand daar men zegt, dat de dichter onder welken invloed weet ik niet genoodzaakt is geworden ettelijke verzendie aan eene kiLtel- oorigc huitcnlandscho mogendheid onaangenaam ■hadden kunnen zijn te veranderen. Die mogend heid die do onbeduidendste zaken spionneert en "barer aandacht waardig keurt, zou ook natuurlijk hiervan niot onkundig zijn gebleven, zoodat men, zokör om nutteiooze verwikkelingen le vermijden, tot-de wijziging is overgegaan. Maar overigens hoeft elke mogendheid, wie het ook zij, die ons de eer bewijst ons lo laten bespieden', in deze dagen de volkomen overtuiging kunnen opdoen, dat wij God op de kniecn danken vóór vijftig ja ren van 't Fransche juk verlost le zijn cn since- ken vooral nimmer' weder onder de Fransche heerschappij te geraken. En dat die geest ook 'iovendig is onder het „volk", blijkt uit de heden gezonnen straatliedjes, waar men uit de onlogische •w.rfrtaal zeer duidelijk de bedoeling kan opmaken. In een daarvan leest men Laat ons drinken, laat ons klinken, Neerland I 'cft in overvloed. Vesting, schansen vrij! De Fransehen Vluchten heen voor Ncorlauds moed. Een ander liedje richt het woord tot een denk- hoeldigen schilder, die een monument voor 1813 '03 zal schilderen en roept hem toe: Schilder, 'k wou van u wat zien, Hoe dat de vlucht van de Fransche lièn Toeken mij dut eens netjes uit, enz. In 't algemeen noodigen die liederen uil tot den dans doch niet Fransch." Maar dc heer Witlmys zou hot ons kwalijk ne men, dal wjj zijne ode niet reeds dadelijk met proeven vermeld hebben cn straatliedjes vóór la ten gaan. Doch deze laatste zijn, uil een staal kundig oogpunt, doorgaans meerheteekenend dan de elegante poëtische ontboezemingen der ware dichters. Voor den bcschaalde -zijn deze zeker verre te verkiezen. l)c Heer heeft groote dingen Aan Nederland gedaan Dies zijn wij blijde cn zingen vangt dc cantate op magistrale wijze aan. o Volk hersteld in cere Wie wendde uw treurig lot 't Is God! der Vaadreu God! Almachtige! U zij de ccre! vervolgt zij in even broeden stijl; cn verder: Gods Almacht deed uw morgen gloren! Onze Vader! Vijftig jaren Zijn in glans voorbijgegaan Sinds GijGod der legerscharen Tot dien morgen spraakt: „breek aan! Hij vroeg daden Gij gaaft zegen! Nu terugziend juichen wij Al *t verloren werd herkregen Al T ontbeerde gaatt Ge er bij! Met gelukkige invlechtiug van een oud volks lied beet het later: In Neerland past geen slavernij. Hoezee! 't Moet vrij zijn! Eeuwen her was H vrij. Hoezee! Naar vrijheid ging Civilis 't voor, Eu later baande Oranje 't spoor. Vivat Oranje! Hoezee! Oranje en Neèrlands Volk zijn één. Hoezee! Gods heil den Nabuur, groot en klocu! Hoezee! Maar T Heilig erf der Oudrcu vrij Dat wil Oranjo en willen Wij Vivat Oranje! Hoezee! Eu na den aanroep HallelujahGod en Heer Vorstenhuis en Volk lo zaam Alles dankt U, looft Uw Naam! HallelujahGod zij de eer Sluit het gedicht met de treffende woorden Wilhelmus van Nassouwen Stichtte ons Gemeenebcst Wilhelmus van Nassouwen Heeft Neèrlands troon gevest; Wilhelmus van Nassouwen Regeert onshoog geloofd Wilhelmus van Nassouwen Zij eeuwig Neèrlands hoofd Ofschoon de illuminatie algemeen iszijn de bijzonder opmerkenswaardige docoratien niet vele. Eene der voornaamste is voor het paleis Yau Prins Frederik: een cereboog, aan elke zijde ge flankeerd door cenige geïllumineerdo kolommen die elk het wapen eener provincie dragen. De cereboog is getopt met eene gekroonde W tus- schen eene Nederlandsche en eene Oranjevlag cn het opschriftEerc aan do nagedachtenis van G. K. van HogendorpL. van Limburg Stirum, van der Duijn van Maasdam en van die vadcr- laudschc mannen welke met hen dc hoofdbewer kers waren van Nederland's onafhankelijkheid." Op het Spui heelt de vischkooper Legel eeno prachtige poort opgericht hooger dan het zeer iiooge door hem bewoonde huis fraai geschilderd met goud en bloemen omvlochten met groen en behangen met groote en prachtige Chinesche bal lons met kwasten en versieringenblijkbaar op zettelijk voor dezo gelegenheid vervaardigddaar zij aldus niet in den handel voorkomen. Verder op het Spui slaat eoue groote cerepoort van het gilde der turfdragers, waarop aan de eene zijde dc aankomst van Willem I le Schevc- niugen' cn aan do andere zijde de afbeeldingen van Willem III cn III voorgesteld zijn. De paleizen van den Koning, den Prins van Oranje en Prins Hendrik zijn prachtig met lam pions tot aan de bovenlijst geïllumineerd. Van het Koninklijk paleis wapperen drie Nederlandsche vlaggen met het Rijks wapen in het midden. Vele decoration dragen het opschrift: „Neder land en Oranje", „Koning cn Vaderland", „1813 1863", 1508 1863", enz. Voor de gebouwen van de Eerste en Tweedo Kamer zijn ool^ eerepoorten opgerichtde eerste met lampions en het devies 1813 1863" en dc andere in gas met het devies „17 November 1813". Dc heer Groen van Prinsterer heeft op zijn eere- boog enkel het jaartal „1813", de heer van Hall op den zijnen „1813 1863, Nederland cn Oranje". Do VeenestraatHoogstraat, Voorhout eu an dere wegen zijn versierd met slingers, lampions, die dwars over de straat zijn opgehangen, zoodat men onder een dak vau vuur door gaat. Twee rariteiten moet ik u nog melden: voor eerst dat eene mij onbekende hand een kraus van groen met bloemen eu oranjelinten om den hoed van het ruiterstandbeeld van Wiilem den Zwijger in het Noordciudc heeft geworpen, eu ten ande re dal de vlag op den toren oranje-onder ver toont want hoven de oranjevlag waait ecu wim pel van rood wit en blaauweoue niet snuggere combinatie. Indien ik alles wilde beschrijven wat er te zien is zou ik niet spoedig eindigenen het zou ook uwe aandacht vermoeijeu. Ik wil dus nog alleen zeggen dat de stad onder begunstiging van goed en stil weder, op het oogeublik als in eene vuur zee gehuld, een schouwspel oplevert, dat vele Hagenaars nog nooit hebben bijgewoond en dat hun onuilwischbaar in het geheugen zal blijven. Ook voor den Koning zal het lieden een dag zijn, die époque maakt in do geschiedenis zijns levens. Geen pen is in staat u dc geestdrift af le ma len die hier heden hcerscht. Al wat gij daar- omlreut in onze bladen zult lezen zal nog ver beneden de werkelijkheid zijn. Ik twijfel of ooit een zoo vrolijke ernsteeno zoo verrukkende eensgezindheid of een zoo onbeschrijfelijk enthou siasme aanschouwd isals lieden middag hjj do plechtigheid in het Willemsparkwerd waarge nomen. Honderden toeschouwers on in de eerste plaats dc Koning en do Koningin, als ook Prins Frederik waren tot schreijens toe bewogen. Zelfs dc vreemde diplomaten waren verrukt cneen van hen verklaarde dat hij nooit zoo vele en zoo treffende blijken van liefde iusschen Vorst eu Volk gezien'had. Mochten alle Vorsten, die de vrijheid schuwen, heden in Nederlands residentie geweest zijn! Zij zouden zich proefondervindelijk hebben kunnen overtuigen van de reeds zoo dik werf doch niet zelden vruchteloos verkondigde waarheiddat vrije volken hunne vorsten eene liefde toedragen waarvan geheele of halve schijn- despolen zich geen begrip kunnen vormen. liet kan mijn voornemen uict zijn u een vollo- dig verslag van onze feesten te geven hel pro gramma, dat getrouw gevolgd wordt, is u hekend. Ik bepaal mij in 't algemeen tol de opmerking dat alles tot dus verre voortreffelijk is afgeloopeu en dat bepaaldelijk de orde cn liet gedrag van do zoogenaamde lagere klassen tot nog toe niets, hoegeuaamd niets le wenschen overlaten. Zelfs van dronkenschap hebben zich nog bijna geene voorbeelden vertoond. Intusschen zijn, vooral voor den avondde noodige maatregelen geno men, om de ongeregeldheden le voorkomen, waarvan men zoo veel gesproken heeft, doch die zoo als alles voorspelt tol de hersenschim mige grootheden zullen behooren. Nu ik vau voorspellingen gesproken heb kan ik niet nalaleu u eene voorspelling mede le dcc- len die ik heden morgen uit de monden van een half dozijn mannen uit het volk hoorde en dio reeds bewaarheid is. Terwijl nl. het weer zich somber en dreigeud vertoonde, klonken mij op de bekende wijs, waaraan u het „hoezee!" zat herinnerende woorden tegen De heele Haag heeft o zoo'n schik Hoezee En elk draagt een oranjestrik Hoezee Van daag zal elk gelukkig zijn Al drinkt hij bier, al drinkt hij wijn, Hoezee Hoezee Hoezee liet weèr is wel belabberd slecht Ach ja Doch dat komt alles wel te recht O ja d' Oranje-zon zal schijnen dra Als Willem in het Park komt, ja, Ja! ja! ja! ja! ja! ja! En inderdaad, het weêr verbeterde, cn (dc waarheid is soms ongeloofelijker dan de verdich ting) juist op hetzelfde oogenblik waarop het koor den regel uit het koraal aanhief: Hoe do dag des heils verrees werd het wolkengordijn teruggeschoven en schoot de zon hare stralen uit over het pleinwaarop het verleden gevierd het heden genoten en eene gezegende toekomst afgesmeekt werd. Ik meen niet bijgeloovig te zijndoch moet bekennendat dit schouwspel bij mij (eu zoo als ik later hoorde, ook hij vele antieren) de lovendigstc aandoening verwekte. Ja, ja! Wij nemeu dit voorteeken aan Laat ons den kommérvollen lijd, dien Europa wacht, te gemoet gaan in het vaste geloof, dat de Nederlandsche vrijheid en onafhankelijkheid onsterfelijk is. Dit geloofde gedraging vau ons volk in deze dagen bewijst het--zal niet worden beschaamd Na u in 't voorbijgaan (do illuminatie lokt mij builen; te hebben gemeld, dat dc Koning, prof. van Oosterzee en nog eenige anderen aandoenlijk en treffend hebben gesproken en dat de zange ressen en zangers zich uitnemend van hunne taak hebben gekweten vestig ik iu 't bijzonder uwa aandacht op het gewichtig feit, dat de Franscho gezant vlagt en illumineert gelijk ieder ander en dat hij dit doel op uildrukkelijken last van Keizer Napoleon. Minder belangrijk maar grap pig is 't geen men vertelt vau een kleinen jongen, die den Koning toen Z. M. incognito en natuur lijk zonder oranje-cocarde jl. Zaturdag in 'l Wil lemspark wandelde met den naam vau kees zou nebbeu begroet. Was in Arasterdam en 's llage Hollands geest ontwaaktde Zeeuwen bleven niet achter bij het wachtwoord „Vaderland en Oranje" en hel ver slag uit Zeelands hoofdstad is eene welkomo geschiedkundige bijdrage des tijds. Men meldt uit Nu gisteren schier alom in ons Vaderland het halve eeuwfeest van de bevrijding van Nederland iu 1813 en de weder optreding der natie in de rij der onafhankelijke volken, onder het bestuur van het Huis vau Oranje werd gevierd. nu do hoofdstad des rijks dit reeds op de twee voor afgaande dagen had gedaan. nu overal dank bare vreugde zich aan de herinnering der ver vlogen vijftig jaren vaslknoopto nu bleef ook Zeelands hoofdstad niet achterwege. Reeds vele da gen vooraf was het merkbaar,dat ook bier eene fees telijke stemming niet zou ontbreken: oud en jong, arm eu rijk zag men het oranje op hoed of borst dragen; een aantal winkels wedijverden onderling in het smaakvol etaleren der goederen hier eu daar zag men reeds vooraf toebereidselen maken voor do viering van het feest, hetgeen eenigo meerdere drukte in onze anders stille straten ver oorzaakte. Zag men Zaturdag reecis een enkele vlag uilgestoken, Maandag wapperde dc nationale driekleur uit veler woiungen en op den dag van gisteren toen men haar ook van dc torenspits zag waaijen was het vlaggen algemeen. Bijna uit alle huizen was de Nederlandsche vlag, ,t zij met of zonder oranje wimpel, uitgestoken, ter wijl enkele een vlag van oranje of vau oranje wil eu blaauw uit hunne woning deden wappe ren. Het marktplein het centrum der feestvie ring, had ook reeds vooraf een ander aauzien dan gewoonlijk gekregen het raadhuis was op een voudige doch zeer nette wijze versierd met twee troleën vai |;roen,vlaggen eu wapenborden, welke aan weèrszijdcu waren geplaatst; twee hooge en fraaijo pyramiden maakten daarmede frontterwijl voor de sociëteit „De vergenoeging" eene decoratie was aangebrachtbestemd om des avonds te worden geillumineerd. Eene mime, verheven muziektent had voorts eene plaats zoo veel mogelijk in het midden ingenomen, het een en ander omgeven door wafel- koek- en spcelgoedkramen. Op de nabijgelegen Pottemarkt verschafte een carousel ziju eigenaardig genot aan de jeugdverhoogd door dc muziek van orgeldraaijcrs en liedjeszan gers die anders hier alleen op dc kermis to vinden zijn. Zoo was dan dc 17 November aangebroken. De kerkelijke feestviering welke bij de Israliëtische gemeeute Zaturdag, hij dc Waalsche, Lutherscho Doopsgezinde en Roomsch-Katholieke gemeenten Zondag te voren had plaats gohadterwijl die bij de Engelsche gemeeutewegens ziekte van ha ren lecraar, achterwege moest blijvcu riep in

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1863 | | pagina 2