HET ANTWOORD TAN DE EÜEWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET Y003SALIGE 4'DISTRICT VAN ZEELA1D. N°. 23. Vierde jaargang. A0 1803. sn IMH Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden voor de gemeenten in het voormalige vierde district van Zeeland, f 1,15; voor de overige plaatsen des llijks franco per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Prijs der Advcrtcnlien, van 1-5 regels f 0,75; elke re»of daarboven f 0-1*2'/,behalve het zegel, (iroote letters naar mate van de ruimte welke zij beslaan.Brieven, Stukken en Adverlcntien franco bij den Uitgever J. Scjia.nsman te Sluis- Dit antwoord op de Nota van onzen Minister van BuitenlanJsche Zakenter zake van Polenmaakten wijin korte trekkenreeds bekend in liet vorig nom- iner van dit Blad. Daar toen echter slechts het telegraphisch berigt daaromtrent bekend waskonden wij het antwoord niet zoo volledig mogelijk teruggevenals wij thans daartoe in staat zijnna de overlegging van den volgenden brief aan den Russischen Gezant Uij het Ncderlandsche Hof door onzen Minister van Buitcnlandschc Zaken. Die brief luidt als volgt St. Petersburg 3 (to) Mei 18G3. Generaal Pc fleer Baron Gevkks heeft mij mcdcdeeling eednan van de hierbij in afschrift gevoegdedé pêche \au Mijnheer van der Maesen. liet Gouvernement van Z. M. den Koning der Nederlanden drukt daarin do overtuiging uit, dat do stappen, die hij het Keizerlijk Kabinet gedaan zijn Ion aanzien van den tegeuwoordigen toestand van het Koningrijk Polen, ingegeven zijn door de belangstelling', die do voorspoed der Regering van Z. 31. den Keizer moet inboezemen aan elk bevriend Gouvernement. Met deze gevoelens be zield meent het Kahinet van den Haag, door zich hij die slappen aan te slu Ion een nieuw bewijs le geven van de gnedo betrekkingendie lusschcu heide Hoven bestaan. Wij willen niet nasporen of. op het oogenhlik dal tie bijzondere zorg vau onzen Doorluchtige» Meesier zich wijdt aan de maatregelen, die Z. M. noodig acht voor het wciziju en den voorspoed Zijner onderdanen, de weuschen, die Hem te dier zake zijn medegedeeldeeuig praclisch nul hebben en of zij niet van een aard zijn om onder de onruststokers van liet Koningrijk Polen leven dig te houden verwachtingen en droombeelden, die schadelijk zijn aan het spoedige herstel vau de rust in dat iaud. Wij willen in de uitdrukking dier wcnschcu niets anders zien dan de goede bedoeling die ze ingeeft, en liet is met liet oog daarop, dal liet Keizerlijk Kabinet ze heeft opgenomen in den- zelfden geestdie ze heeft ingegeven. üwe Èxcell. zal daarvan wel de verzekering willen geven aan Mijnheer van deh Maesen dour hein de tegenwoordige dépêche voor le lezen. Ontvangenz. GORTSCHAKOW. Aan Zijne Exc. Generaal v. Mansocroff. Het vernederendein diplomatieken zin vooralvan dat antwoord valt ieder bij oppervlakkige lezing genoegzaam in liet oog. Als toch gezegd wordt, Uat men niet wil nasporen of de weuschen (door onzen Mi nister van Buitenlandsche Zaken geuit in de Nota) eenig practiscli nut hebben is deze negative verklaring van een diplomaat gelijkluidend met deze woorden wij achten bet niet waardig om te onderzoeken of hetgeen gij wensclit practisch nut kan hebben. Dit kan nu gezegd zijn oin óf te doen uitkomen bet ongerijmde dier weu schen in verband met de practisclie gevol gen óf om te doen gevoelendat hijdie genoemde wenschen uitvoorzigliger had gehandeldindien hij die w euschen niet had uitgesproken. Hoe men het ook op nemen moge, het antwoord is scherp, maar wordt nog stekelaclitiger als men verder leest de bedenkingof die wenschen niet van dien aard zijn 0111 bij de opstan delingen in Polen verwachtingen en droom beelden schadelijk voor het spoedig her stel van de rust in dat landlevendig le houden. M. a. w. wordt hier de beschul diging geuitgij bevordert in zekere mate den opstand Daar het boven allen twijfel verheven isdat de opstandelingen in Polen door de belangstellingdie hun pogen hij verschillende Hoven in Europa ontmoet gesterkt worden in hun verzetis de op merking van Prins Gortsciiakow zeer juist. Maar of het aangenaam mag heeten als bevorderaar van dien opstand te worden gequaliBceerdals bedektelijk in het boven genoemd antwoord geschiedtlaten wij ge- rustelijk aan het gezond verstand onzer Lezers over. Dat de Prins echter in de uitdrukking dier wenschen niets anders ziet dan de goede bedoeling, die ze ingaf, is eene ze kere retractatiealléén toe te schrijven aan de welwillendheid van hemdie zulks te kennen geeft, geboren welligt uit de over weging dat degeendie zulke wenschen uitte, óf onhandig is te werk gegaan, óf niet in volkomen harmonie is met den al- gemeenen wil. Zeer ironisch laat dan ook Prins Gort sciiakow dit alles voorafgaandoor de op merkinghet Kabinet van den Haag meent een nieuw bewijs te geven van de goede betrekkingen die tusschen beide Hoven be staan. De vraag rijst dus natuurlijk hier op Zou liet Kabinet van den Haag zich wel niet eens kunnen vergissen Zoo ooit één antwoord liet zegel kon drukken op de afkeuringwelke de Nota ten onzent heeft ondervondenen zoo im mer de interpellatie van den lieer Groen van Prinsterer geregtvaardigd werd in de gevolgenhet door den Prins gegevene le vert daarvan een onloochenbaar bewijs. Onbegrijpelijk mag het dan schier hee ten dat de Heer Tuoruecke in de zitting der Tweede Kamer van jl Zuturdagover die interpellatie sprekendedaarin eene miskenning zag van ons nationaal karakter en van de plaats, die wij innemen in de rij der natiën." Gew isons nationaal ka rakter blaakt voor burgerlijke en godsdien stige vrijheid en heeft sympathie voor a'len die haar missen maar de zaak mag niet verkeerd worden voorgesteld. Onze Minis ter van Buitenlandsche Zaken In d zich de vraag te doen: Is het geraden de sympathie voor Polon's opstandelingen uit te spreken en dat nog wel met kennelijk™ terugslag op Napoleon's woorden Zou het niet beter zijn, officieus, des gevorderd, in dit opzigt te handelen Loopt daardoor onze neutraliteit, die wij als Staat van den twee den rang te handhaven hebbenin het wezenlijk belang van onzen Staatniet minder gevaardan door het eerste te doen Gewisindien er van miskenning sprake kan zijnons belang is veeleer miskend door de houdingdie w ij aangenomen heb ben tegenover Rusland. En daardoor hebben wij ookmin of meerde plaats miskend die wij innemen in de rij der volken want het Hollandsch Volk staat ook bekend in Europa als nuch ter en praktisch van zin en bovenal als ordelievend. Door op de wijze als nu ge schied isonze sympathie te betuigen voor de Poolsche opstandelingenhebben wij die goede eigenschappen in verdenking gebragt, al.hans meer dan door de interpellatie. De Heer Groen toch en allen die in zijn geest spraken - en het waren niet de on bekwaamste lei'en der Tweede Kamer - hebben de schoonc plaatsdie de Heer Tiiorbecke zegt dat wij innemen in de rij der natiënniet miskendwant hier te lande weet men de ware en schijnbare verdedigers van de vrijheid zeer goed te onderscheiden. In het oog van de verstan- digen in Europa zullen do bedenkingen die len onzent gerezen zijn tegen de Nota niets schaden aan de plaatsdie wij inne men in de rij der volken. Integendeelw ij loopen groot gevaar van beschuldigd te wordenligtvaardig onze neutraliteit ten offer gebragt te hebben aan eene pressie van buiten en de plaatsdie wij innemen niet begrepen tc hebban. Gelukkig, dat wij ons op een voorbeelj kunnen beroependat onze mecning helder doet uitkomen. Frankrijk had ook een verzoekgelijk aan ons geschied isgerigt aan de Rege ring van den Groothertog van Oldenburg maar, wat antwoordde de eerste Minister van dien Staat, de Heer v. Running Ofschoon ik er zeer door gevleid ben dat het Keizerlijk Kahinet mijnen Soeverein wel hoeft willen uitnoodigen om deel le nemen aan de pogingenwelke de groote Mogendheden zich voorstellen te doen bij het Russische Kabinetbetreffende de l'ool- scho qmestiezie ik mijhoe ongaarne ookvcrpligt mijn leedwezen te betuigen dat ik de zienswijze niet deelwelke de Keizerlijke Regering ter onzer kennis heeft gebragt. Do betrekkingen van bloedver wantschap met de Keizerlijke Russische Familiewaarop de Minister van Buiten landsche Zaken tc regt zinspeelt, zouden voorzeker geen hinderpaal zijn 0111 hij het Russische Kabinet ter gunste van de Pool-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1863 | | pagina 1