ffi ZELDZAAM STAATSMAN. NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIGE 4° DISTRICT VAN ZEELAND. Vierde jaargang. BUITENLAND. Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke regel maanden voor de gemeenten in het voormalige vierde district Vriirloo* A. A nril daarboven f 0-12'/2, behalve het zegel. Groote letters naar van Zeeland, 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks J O mate van de ruimte welke zij beslaan.Brieven, Stukken en franco per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers f 0.10. Advertentiën franco bij deii Uitgever J. Schansman te Sluis Eene bijzondere aanlrekkingskracht be zitten waarlijk groote mannen. Steeds hoort men gaarne van ben bijzonderhedenhunne daden wekken ook in eigen boezem de zucht naar het goede op en men betreurt het, als zij in de kracht huns levens uit hun werkkring worden opgeroepen. Zulk een man moest Engeland dezer dagen der ven. Onverwachts klonk de mare, dat de Minister van OorlogSir George Cokne- wall Lewis, op zijn Landgoed bij Radnor, op 57 jarigen leeftijdoverleden was. Wel was door aanhoudenden arbeid en onafge- brokene studiën zijn rug gekromd en had zijn gelaatskleur eene ongezondegeelach tige tint erlangdmaar niemand dacht dat zijn einde zóó nabij was. Tegen l'a- schen was hij naar bovengenoemd Landgoed vertrokkenom rust en verademing te scheppenmaar eene ligte verkoudheid welke hij in den beginne niet teldeging over in eene hevige borstziekte of, volgens anderen in eene acute leverziekte. Kort om zijne ziekte nam zoodanig de overhand dat niemand zijner naaste bloedverwanten hoewel met den telegraaf ontboden tijdig genoeg kwamom hem nog levend te aanschouwen. Alléén zijne vrouw stond aan zijn sterfbed. Zijn dooddie op 13 April plaats had werd den volgenden dag in het Parlement door Lord Palmerston Walpole en Disraeli op eene wijze her dacht die algomeenen weerklank vond. Iloe waarlijk groot hij wasblijkt daar uit dat hij was gedoodverwd als de op volger van Lord Palmerston en dattoen deze laatste het berigt van het overlijden uit den mond van zijn stiefzoon ontving hij dezen toevoegde Gij dwingt mij om oud te wordennu gij allen vóór mij lieensterft Eene korte schets van het staatkundig leven van zulk een manhoe onvolledig ookis niet overbodig. Sir Lewis was ongeveer 40 jaar oud toen hij voor Herefordshire zitting nam in het Lagerhuis. Hij sprak weinig en meestal slechts gedwongen maar dan nog op hoogst schuchtere en vreesachtige wijzemet eene stemzóó zachtdat bijna niemand hem verstond. Men kon het hem aanzien dat hem een groote last van het hart werd gewenteldals hij zoodra hij zijn speech geëindigd had, onmiddellijk zijn hoed op zette en in zijn zetel zonk. Desniettegen staande scheidde hij met moeite uit zijne betrekkingtoen hijbij eene nieuwe ver kiezing in 1853 niet herkozen werd en zelfs te Peterborough het onderspit moest delven. Het speet hemdat hij eene werk zame en tevens zoo eervolle loopbaan moest vaarwel zeggenmaar hij keerde onmid dellijk tot zijne lievelingsstudiën terug en nam de hoofdredactie van het beroemde tijdschrift de Edinburgh Reviewwaaraan hij vroeger menig belangrijk artikel ge schonken had op zich daar juist de hoofd redacteur Prof. Empson gestorven was. Wie weet, of hij weèr, als zijne vrienden niet bijzonder om hem geijverd haddende politieke loopbaan zou betreden hebben Zij werkten zóó lang en drongen zóó bij hem aandat hij wel moest toegeven om voor Radnor in het Lagerhuis, in 1855, op te treden. En nu was hij voor goed gezeteld want niemand betwistte hem later zijne plaats. Het was echter een hoogst gewigtig tijdperktoen hij nu voor de tweede maal in het Lagerhuis verscheen. Het Ministerie Aberdeen dat tegen zijn zin in oorlog met Rusland was gewikkeld had de teugels des bcwinds kortelings aan Lord Paljierston moeten overgeven. Maar de Lord stond spoedig alléén. De Peelisten die hij om zich heen geschaard hadSir James Graham Gladstone en de meeste hunner Collega's hadden spoedig het Kabinetwaarin zij kortelings zitting had den genomenweèr verlaten. Het was eene uiterst moeijclijke positie voor Lord Palmerston tegenover het Hof in eene vijandige houding staande door de knapste mannen in den steek gelaten gewikkeld in een oorlog met een Bondgenoottegen wien hij immer op zijne hoede moest zijn was zijne positie zeker niet benijdbaar. Ik wijk niet vrijwillig van mijne plaats zoo sprak Lord Palmerston toennaar men zegt zoo lang er nog een klerk op de bureaux overblijft, dien ik tot mijn Secretaris kan benoemen." Aan dit besluit hield hij vast en benoemde tot zijn Staats kanselier Sir George Lewis. Deze nam de betrekking aanzóó schitterend vervuld door Lord Gladstone. Hij gaf daardoor een groot bewijs van bewustzijn van pligt en Lord Palmerston door hem die betrek king toe te vertrouwereen teeken van moed en diepe menschenkennis. De mees ten dachten dat Sir Lewis de schuchtere redenaarin het vak van finantiën vooral niet opgewassen zou zijn legen een Dis- raöli en Gladstone. Maar de uitkomst heeft geleerddat gcene sierlijke welspre kendheid waar die op gezond verstand talent en onverzettelijke vastheid van ka rakter steuntnoodig zijn om het veld te behouden. Sir Lewis sprak steeds op eenvoudige, heldere wijze; hield altijd a oet bij stuken, wat zijn grootste lof wasvooral als Mi nister van Finantiën men vertrouwde hem onbepaald elke partij begroette in hem een eerlijk man op wien men zich gerust ver laten kon, Dit is hij gebleven lot aan zijn dood. Toen Lord Palmerston in het jaar 1858 aftreden moestnam hij ook zijn ontslag hoewel de tegenpartij hem gaarne in hare rijen had opgenomen. Doch men wist dat Lord Derby niet lang Minister zou blijven. Een jaar later en Lord Palmerston trad weèr op als premier, ditmaal met Gladstone verbonden. Deze laatste werd nu natuurlijk Staatskanselier en Sir George Lewis vergenoegde zich te liever met de portefeuille van Binnenlandsche Zaken daar hij in deze betrekking meer tijd hoopte te vinden voor zijne klassieke studiën. Hij mogt dat genoegen niet lang smakenwant in 1861 stierf de Minister van Oorlog Lord Herbert v. Lee en nu moest hij diens post overnemen. Hijde vreedzaam ste mensch van de werelddie van den krijg en al wat daartoe behoort zoo goed als niets wistarbeidde zoo ijverig in zijn nieuw vakdat men van hem zeidedat hij wel 36 uren dagelijks werkteen hij eindigde daarmededat iedereenzelfs de deskundigen hem als den degelijksten Mi nister van Oorlog beschouwdendien En geland sinds Willem den Veroveraar het geluk had gehad te bezitten. Het groote geheim van zijn gelukkig po gen lag daarin dat hij zorgde eerst een vast beginsel te hebben en daarna zich met de bijzonderheden afgaf. Eenmaal van een zekeren grond uitgaandevervolgde hij on verdroten zijnen weg, door zijn gezond verstand bijna instinctmatig geleid en toe gevende waar hij slechts kon. Dit maakte dat ieder hem geloofdehem vertrouwde en niemand hem haatte. Een boekdeel zou men nog kunnen vul len als men in bijzonderheden wilde schet sen 's mans werkzaam levenen daarbij niet vergatwat hij voor de wetenschap heeft geleverd. In eene van zijne belang rijkste w erkenGesprekken over den besten regeringsvorm," is zijn lieftallig ka rakter geheel afgespiegeld. Hij was ecu altijd even vlijtig, grondig en eerlijk man. Gelukkig de Staatsman van elk landdie zich aan hem spiegelt en die na zijn dood, een even onberispelijken naam achterlaat. ^ele oorlogzuchtige geruchten liepen er in do afgeloopen week. Er was wel hier en daar iets, dat er voor pleit; maar, als men alles wèl over weegtmag meu de vrees voor oorlog, op dit oogenblik althans ais zeer overdreven beschouwen. De bekende nota's van Frankrijk Engeland en Oostenrijk zijn door de respective «ezanten dier Mogendheden jl. Zatnrdag te St. Petersburg aan Prins GortschakofT, bij wijze van copiemedege deeld. Eigenlijke nola's zijn het nietmaar dé pêches de inzigten bevattende van ieder der ge noemde AMogendheden ten opzigte der Poolscbe quoestie eu dus van een afzonderlijk standpunt uitgaande. Dit alleen toont reeds aandal de interventie, welke nu, namens de drie genoemde

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1863 | | pagina 1