TOLLEN. NIEUWS-EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIGE 4e DISTRICT VAN ZEELAND. N°. 16. Vierde jaargang. A0 1863. \li Vrijdag 17 April. SIIS (1H BWMIUD Dit Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden voor de gemeenten in het voormalige vierde district van Zeeland, f 1,15; voor de overige plaatsen des Rijks franco per post f 1,30. Afzonderlijke Nummers ƒ0.10. Prijs der Advertentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke regel daarboven f 0-12'/2, behalve het zegel. Groote letters naar mate van de ruimte welke zij beslaan. Brieven, Stukken en Advertentiën franco bij deii Uitgever J. Schansman te Sluis. PROVINCIE ZEELAND, van Op onderstaande dagen zalonder na dere goedkeuringdoor een der leden van Gedeputeerde Staten worden overgegaan tot de openbare Verpachtingbij inschrij ving en afslagvan de hierna vermelde Tollen te weten op Dingsdagden 28sten April 1863dea middags ten 12 ure ten Raadhuize der ge meente Hulst, ten overstaan van den Notaris Mr. P. VAN DEINSE van de TOLLEN op de Straat- en Grind wegen van Neuzen naar Axel en van Hulst naar Walsoorden en op Woensdagden 29sten April 1883 des voormiddags ten ÏO ureten Raad- huize der Gemeente Oostburg, ten overstaan van den Notaris J. W. LE NOBEX, van de TOLLEN op de Straatwegen van Breskens naar Groedevan Groede naar Nieuwvlietvan Schoondijke naar IJzendijke en van Oostburg naar Zuid- zande. De verpachting zal geschieden voor den tijd van drie jaren, in te gaan den lsten Julij 1863. De voorwaarden liggen ter lezing ter .Provinciale Griffie van Zeeland, en ten Raad- of Gemeentehuize te Sluis Breshens Groede, NieuwvlietOoslburg, SchoondijkeIJzendijke Zuidzande Hulst, Axel, Neuzen, Hontenisse en Sas van Gent; alsmede aan voormelde Tollen. Op gemelde plaatsen kan ook in zage worden genomen van het Tarief, van de daartoe betrekkelijke Koninklijke beslui ten en van eene handleiding tot toepassing van het'Tarief, welke aan eiken pachter ten gebruike zal worden gegeven. Middelburg, den lOden April 1863. Gedeputeerde Staten van Zeeland, li. W. VAN LIJNDEN, Voorzitter. S. VAN DEB SVVALME Griffier. Het gulden feestdat Nederland in c'e aanstaande maand Novemberter herinne ring aan de onafhankelijkheid, zoo geluk kig in het jaar 1813 verkregen hoopt te vieren en dat eerbiedwekkend zal zijn daar de gansche Natie er aan deel neemt wordt sinds eenigen tijd reeds voorbereid. Het eerste denkbeeld tot eene waardige viering, uitgegaan van eenige Industriëlen en begunstigd door de medewerking van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden en de Koninklijke Familieheeftniet wat de strekking, maar wel wat de uitvoering van het plan betreftveelvuldig tegenspraak in den lande ondervonden. En niet ten onregte. Zoo immerde Hoofd-Cominissie van zulk een Feest moet bestaan uit de keur van eerbiedwekkende en bij de ge beurtenissen dier dagen zoo veel mogelijk betrokken personen. Het denkbeeld van eene aanvulling der Hoofd-Commissiehet welk men thans schijnt op den voorgrond te willen stellen, schijnt niet algemeen goedgekeurd te worden. De reeds ontstane disharmonie blijft daardoor te veel in her innering en de schitterende optreding van een algemeen toegejuicht Hoofdbestuur on mogelijk. En men telle dit niet gering. Later tochals het op de uitvoering zal aankomen van hetgeen de Hoofd-Commissie mogt voorstellen zal het blijken dat eene niet goed georganiseerde Hoold-Commissie van bedenkelijke gevolgen kan zijn voor liet juist opvatten van het denkbeeld hoe en op welke wijze de Natie hare blijken van sympathie voor het Feest wenscht te uiten gezwegen nog van de minder of meer krachtige ondersteuning in geld welke na tuurlijk afhankelijk is van het plandat de Hoofd-Commissie zou wenschen op touw te zetten. Zonder ons verder uit te laten over het bestaande conllicthopen wij allééndat de duidelijk gebleken tegenstand den Prins moge bewegen onbevooroordeeld te werk te gaanen zoo de nu bestaande Hoofd- Commissie mogt bespeuren dat haar aan blijven de regeling der goede zaak mogt in den weg staan zij liever bij tijds haar ontslag neme. In dit geval zal het duide lijk blijkendat zij door geen industrieel belang of persoonlijke ijdellieid is geleid om zich te plaatsen aan het hoofd eener Feestviering, op welke geen enkele smet moge klevendaar de zaakwelke het geldt, zoo rein en zuiver is als de dag. Waar het echter vooral op aan zal ko men is de viering zelve van het Feest. Het eerste ge* oei, dat allen bezielt, is natuurlijk dat van dankbaarheid aan het Opperwezen, hetwelk, welke vaderlands lievende pogingen het edel driemanschap van HoGENDORP van LlMBURG StIRU.M Cn van der Duijn van Maasdam ook in het werk moge gesteld hebbenliet mogelijk gemaakt heeft dat ons Vaderland de plaats weèr innam onder de vrije en on afhankelijke Staten van Europa. Die dankbaarheid kan het best geuit worden door een gedragdat blijk geeft dat de Natie prijs stelt op do weldaad toen verkregen. Het bestaat niet hoofd zakelijk daarin, om, als de onafhankelijk heid des Lands weder mogt bedreigd wor den naar de wapenen te grijpenmaar vooral daarindat elk de individuele vrij heid ook vau anderen eerbiedigezich vrij leere bewegen op de haan der ontwikke ling welke voor ieder is geopenden zich tot dat Staatsburgerschap verheffe hetwelk zich onderscheidt door al die edele hoeda nigheden welke den inensch alleen het ware geluk kunnen doen smaken. Waar die geest heerscht, en wij aarze len niet om hem voor een good deel on der onze Landgenooten als aanwezig te begroeten daar zal veler wensch zich uit strekken naar een algemeenen Dankdag, zoo als onze Vaderen vaak plegtstatig vier den. Maar, behalve dit, is nu reeds de wensch openbaar en brengt de gewoonte met zich medeom een bljvend gedenkteeken aan de maand November 1813 te stichten. Reeds hebben zich verschillende stemmen verheven om niet door monument van brons of metaal, maar door eene GROOTSC11E STICHTINGwelke nut en zegen kan ver spreiden het Feest onzer Onafhankelijkheid te vereeuwigen. Wij vereenigen er ons volkomen mede. De Nederlander toch heeft zijn zilver of goud het liefst en het meest veil voor dat wat tot blijvend nut strekt. Nimmer heeft de standbeelden-manie sympathie bij onze Nalie gevonden. Ook zou een standbeeld of een monument te bekrompen uitdrukking zijn van de gevoelens eener geheele Natie. Zulk eene stichting zij óf gewijd aan de Wetenschap, óf aan de Kunst. Daar deze laatste echter, door de hoogstwaarschijn lijke oprigting van een Kunst-Museum te Amsterdam waardiglijk zal vertegenwoor digd wordenis de Wetenschap van zelve aangewezenom het onderwerp uit te maken waarmede de Hoofd-Commissie zich zal hebben bezig to houden. Hoc en in welken zin de Hoofd-Commissie dat tot stand zal belmoren te brengen laten wij gerustelijk aan haar over. Genoeg zij hetdat ook uit dit District van Zeeland eene stem opga tot de meest waardige viering van het echte nationale Feest, het welk wij te gemoet gaan. Hoe meer van alle kanten des lands in dezen geest ge sproken en geschreven wordtdes te ge makkelijker zal de taak der Hoofd-Commissie worden en des te schooner de kansdat eene'grootsche stichting in het leven trede, waarop wij den vreemdeling inet eere zul len kunnen wijzen. Voor het oogenblik wenschen wij niet meer te zeggenons echter voorbehou-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1863 | | pagina 1