NIEUWS- EN ADVERTENTIEBLAD VOOR HET VOORMALIGE 4'DISTRICT VAN ZEELAND. Vierde jaargang. A0 1803. ANTWOORD AAN DIN BELANGSTEL LENDEN ONP.RTIJDIGE." v N'\ 15. Dit Weekblad verschijit iederen Vrijdag. Prijs per drie maanden voor de gemeenen in het voormalige vierde district van Zeeland, f 1,15; v<or de overige plaatsen des Rijks franco per post f 1,30. afzonderlijke Nummers f 0.10. Prijs der Adverlentiën, van 1-5 regels f 0,75; elke regel daarboven f O-I2V2 behalve het zegel."Groote letters naar mate van de ruimte welke zij beslaan.Brieven, Stukken en Advertentiën franco bij deii Uitgever J. Schansman to Sluis Zie de INGEZONjEN STUKKEN van het vorig Nommer.) In het vorig nomme van dit Blad heeft de Redactie onder de Igezonden Stukken" opgenomen een schrijveriuit Zuidzandc en wel van iemand die ziet noemtEen be langstellend onpartijdigeie hoopt de besten dige lezer te KUNNEN bi gen van 't SLU1S- SCUE WEEKBLAD. De Schrijver van dat lukvermeldende cene mededeeling aan 21 Heerenop eenc den 28 Maart ji. te Zueande gehoudene bijeenkomst, van Z. Exoden Minister van Binnenlandsche Zaken laarin bestaande dat genoemde Minister Tklaard had dat er op eene Rijks-bijdge van ongeveer ƒ21,000 kon gerekend rorden voor den aanleg van grindwegen w Nieuurvliet naar Sluismet een zijtak n;r lïetranch nnent behoudens de goedkeurin der Wetgevende Magtdie Schrijver zeg ten slotte van - - j-. ~„i. die mededeeling dat och de op die ••"O 7 '7 - vergadering aanwezige liissche Heeren noch eenige andere ingetenen van dit District instemmen met ;n toon en de wijzewaarop het Ministieen de Mi nister van B. Z. in het izondertegen woordig in bijna elk lofdartikel wordt aangevallen. Daarbij voe mendat deze hevige oppositie niet de 'ksopinie van dit District is terwijl zij alk behalve als gun stig te beschouwen is te bevordering en afdoening van vele zakenin dit gewest, die als zoovele behoeften nnen beschouwd worden." Die Schrijver vleide :hdat de Re dactie van dit Blad onpddig genoeg we zen zouom het berigfan dit goede door den Minister verri, wel te willen opnemen." Die Schrijver heeftnle Redactie van dit Blad aan zijn verlang: geheel voldaan heeftgeenc reden van l;enmaar ver dient een antwoord van BeJactiedat thans volgt. Dc Bedactie kan hctompliment van „onpartijdigheid," haar d den „belang stellenden onpartijdige" lis toegezwaaid, niet aannemen op grondlat de Redactie het van haar pligt achti alle berigten op te nemen, al betrefTtzij personen, waartegen zijbij andctgelegenhedcn meent te moeten opkome^Huldc te doen aan de waarheidis de piivan iedereen maar vooral van eene Rctie, die het publiek wenscht te leidenen te trekken en te overtuigen. De Redactiedoor thans ook den lof op te nemen dien een ander den Heer Tiiur- becke toezwaait en waarmede de Redactie op dit punt volkomen instemtmeent dui delijk daardoor te toonendat zij geene oppositiequand mèmevoert en den per soon niet vereenzelvigt met zijne beginselen. Wat verder de opmerking van den be langstellenden onpartijdige betreft dat er eenige personen in dit gewest zijndie niet instemmen noch met den toon noch met de wijzewaarop het Ministerie en de Minister van B. Z. in het bijzonder tegenwoordig in bijna elk Hoofdartikel wordt aangevallen", de Bedactie meent, in hare oppositiesteeds zulk een toon gebe zigd te hebben en op zulk eene wijze te zijn te werk gegaanals de natuurlijke uitvloeisels zijn van eene Redactiewelke op beschtving meent aanspraak te mogen makén. Daar de Redactie echter in deze zaak partij is, had zij gaarne gezien dat de belangstellende onpartijdigemet voor beelden zijne beschuldiging tegen de Redac tie had gestaafd. Zoolang dit niet gebeurt, is de Redactie nog meer in haar regt om het tegendeel te bewerendan de be langstellende onpartijdige daar de Redac tie wijzen kan op het door haar geschre vene en de belangstellende onpartijdige op niets. Maar de Redactie heeft hierbij nog eenc opmerking te maken. De be langstellende onpartijdigekomt wèl op tegen den toon en de wijzewaarop oppo sitie wordt gevoerdmaar niet tegen den inhoud der artikelen waarin die oppositie gevoerd wordt. Nu zou de Redactie kun nen antwoordenIk geef toedat de toon en de wijze onzer artikelen u niet be vallen. Het zij zoode gustibus non est disputandum (over den smaak valt niet te twisten)maar gij neemt toch aandat wij grond hebben om te opposeren maar aan de Redactie wordt deze conse quente gevolgtrekking uwer woorden ont nomen door hetgeen de belangstellende onpartijdige" onmiddellijk laat volgen: „De (bewuste) hevige oppositie is niet de volks opinie van dit district." Hier worden al onze artikelenzoo als zij door ons ge schreven zijnbedoeld. In hoeverre zij de volksopinie al of niet uitdrukkenzou moei- jelijk den belangstellenden onpartijdige te bewijzen staanmaar de Redactie schroomt niet te verklarendat zij hare eigen opinie uitdrukt, wèl in de hoop, dat het cene volksopinie moge wordenmaar zeker niet altijd in de overtuigingdat het alrccdc eene volksopinie is. De opinie toch van het Volk - en gros genomen over Staatslieden en Staatszaken is vaak zóó on bestemd en zóó slecht gemotiveerddat eene Redactie die moeijelijk zou kunnen uitdrukken. Meent de belangstellende onpartijdige" echterdat onze hevige oppositie NIET de volksopinie van dit district is en schijnt hij stilzwijgend in dat gevaloppositie ook tegen dit Bewind wel toe te laten hij zij zóó goedde hevigheid onzer oppo sitie in het licht te stellen. ?oo lang dit niet geschied isbehoeft de Redactie zich niet het harnas aan te trekken over deze ongegronde beschuldiging. Dat onze oppositie(volgens onzen be strijder) alles behalve als gunstig te be schouwen is ter bevordering en afdoening van vele zaken in dit gewestdie als zoo vele behoeften kunnen beschouwd worden" wordt al dadelijk gelogenstraft door des Schrijvers eigen woorden die de gunstige beschikking van Z. Exc. den Minister van Binnen!. Zaken aan de Lezers van dit Blad mededeelen. Maar hier komt de aap uit den mouw. De belangstellende onpartijdigestelt het eigenbelang op den voorgrond en wil der Redactie zoo niet het zwijgen opleggen dan ten minste in eene regtmatige afkeu ring van laakbare Regeringsdaden belem meren. Hier komt echter de Redactie met klem tegen op. Zij heeftsedert zijnu ruim DRIE jaar geleden hare taak op zich nam geschreven cn gecritiseerd naar haar beste wetenonafhankelijk van per sonen en invloeden. Hare overtuiging sprak zij steeds uit en zal zij steeds uitspreken. Zij zou meencn hare roeping te misken nen zoo zij uit eigenbelang zich zelve het stilzwijgen oplegde of door de vingeren zag feitenwelke niet over het hoofd behooren te worden gezien. Mogt zijdoor zóó te handelenniet behagen aan enkelenzij meent op den duur bij het Volk, dat een ingeschapen gevoel van waarheid en regt bezitniet onwelkom te zijn. Dat Volk zalal mogt de toon en de wijzewaarin de artikelen geschreven zijnniet altijd evenzeer bevallenechter hulde doen aan den waarheidszindie daarin doorstraalt en zich niet van het juiste pad der beoor- deeling laten afbrengen als soms deze of gene in het hoofd zich zet om het volks belang te streelen of te vleijen. Ook denkt de Redactie te gunstig nog over den Minister van Binnenlandsche Zaken dan dat zij zou kunnen meenendat die Minister de ware belangen van dit district zou verwaarloozen of gering schattenom dat in dit Blad sommige zijner Regerings daden of van zijne ambtgenooten r.iat on gemotiveerd worden afgekeurd. De Redactie althanszoo lang haar geen bondiger tegenspraak wordt te gemoet ge voerd dan haar uit het schrijven van een belangstellend onpartijdigetegen-

Krantenbank Zeeland

Sluisch Weekblad | 1863 | | pagina 1