RIEUWS- El ADYERTEIT1EBLAD VOOR HET VOOftflAllGE DISTRICT VAR ZEELAND.
DRIE NEDERLAGEN.
NV 14.
Vierde jaargang
A° 1863:
,iV-50
MIINfl
i)it Weekblad verschijnt iederen Vrijdag. Prijs per drie
maanden voor de gemeenten in het voormalige vierde district
van Zeeland, 1,15; Yoor de overige plaatsen des Rijks
franco per post 1,30. Afzonderlijke "Nummers ƒ0.10.
Prijs der Advertentiën, van 1-3 regels 0,75; elke regel
daarboven 0-12'/», behalve het zegel. Groote letters naar
mate van de ruimte welke zij beslaan.Brieven, Stukken en
Advertentiën franco bij deii Uitgever J. Sciiansman te Sluis
De Tweede Kamer istot nadere bij-
oenroeping, op reces gescheiden. De vruch
ten harer jongste werkzaamheden waren
zeer belangrijk en overwaardigom korte-
lijk te worden herinnerd.
**I. Ten opzigte van het subsi lie te vcr-
leenen aan de Hollandsche IJzeren Spoor
weg-maatschappij. De Ilegering had zulks
voorgesteld en genoemd subsidie bepaald op
anderhalf millioen guldens. Daarvoor zou
eene aansluiting te Botterdam tot stand ge-
hragt worden tusschen de Hollandsche en
ltij li-spoorwegen.
Dit voorstel ontmoette zeer veel tegen
stand in de Tweede Kamer en te regt,
want de Itijn-spoorweg zou daardoor ont
slagen worden van zijne wettige verpligting
om voor zijn eigen kosten die aansluiting
tot stand te brengen. Maar nog incer.
Die verbroedering der twee maatschappijen
zou een monopolie vestigen zóó beslissend
sterkdat eene regtstreeksche verbinding
langs Gouda of Woerden met het Duitsche
spoorwegnet tot de onmogelijkheden zou
belmoren.
Het spreekt immers van zelf, dat nie
mand eene aanvrage zal doen voor eerie
zijlijnzoodra de beide Spoorwegmaat
schappijen de handen inéénsloten.
Het wetsontwerp streed dus met het
publiek belangwant aan eene particuliere
maatschappij werdduidelijk en zonder
tegenspraakeene gunst verleend en de
gevolgen van een monopolie zijn steeds na-
deelig voor het publiek.
Verschillende sprekers adstrueerden deze
hunne regtmatige bezwarenterwijl de
verdedigers der wetsvoordragt zóó zwak in
hun betoog warendat ieder hunner dade
lijk door een ander werd gerepliceerd en
overtuigend hun werd bewezendat zij
schroomelijk dwaalden.
Het had dan ook natuurlijk ten gevolge,
dat de wets-voordragt met 3ü tegen 20
stemmen werd verworpen.
Het opmerkelijkste in deze geheele zaak
is ditdat de voornaamste woordvoerders
der tegenwoordige Regering, de Heeren
Thorbecke en Betz thans optraden als
verdedigers van een monopoliewaartegen
zij verleden jaar zoo heftig waren opge
komen.
Onze Lezers herinneren zich immers den
strijd weldie tegen de concessie Leiden-
Wocrden in de Kamer gevoerd is. Welnu
was het nu niet allezins te venvachten
geweestdat die bestrijdersthans aan
het roer gekomen alle zweem van mono
polie zouden hebben vermeden?
Door het niet te doenhebben zij de
verdenking op zich geladendat andere
politieke redenen hen tot die bestrijding
hebben uitgeloktwant hijdie eenmaal
eene monopoliete regt of te onregtbe
strijdt is vcrpligt op dit punt consequent
te blijven.
Welke die politieke redenen geweest
zijnlaten wij daar. De Regering moet
genoegzaam boelen voor het verzaken van
een beginseldat vooral nu meer gold dan
verleden jaar. Toen was het meer een
schijnbaar monopoliedut men bestreed
thans een reëel.
Sommige aanhangers der Regering zagen
dan ook duidelijk in dat de eerste zich op
een gevaarlijken weg bevondmaar gaven
evenwel een bewijs van onafhankelijkheid,
door onbewimpeld zich te verklaren tegen
de voordragt van eene Regeringwelker
eminent hoofd zij zoo gewoon zijn te ado
reren.
De Heeren Thorbecke cir Betz vooral
hebben thans eene les ontvangen welke
hen voor het vervolghopen wijleeren
zal voorzigtigcr te zijn. Maarzal het
wel baten
II. Maar niet alleen de IJeeren Thor
becke en Betz ook de Heer Fransen van
ne Putte ondervondin de afgeloopen
week in de Kamer eene nederlaag te
belangrijker, omdat hij daarmede zijne
loopbaan als Minister van Koloniën inwijdde.
In de zitting namelijk van den 24 Maart
jl. wierp de Heer Storm van 's Gravesande
een incident opdoor de omstandigheden
allezins noodzakelijk gemaakt.
De Regering namelijk had bij de Kamer
ingediend een wetsontwerp tot bekrachti
ging eener concessie voor een spoorweg
van Samarang naar de Vorstenlanden. Nu
herinnerde de Heer Storm de Regering te
regt aan een verzuim. Deze laatste toch
had bij de Memorie van Toelichting niet
gevoegd de adviezendeor de Commissie
in der tijd door den Koning benoemd in
zake der Indische spoorwegen uitgehragt.
De Kamer stemde inct den Heer Storm
overeenom van den Minister van Kolo
niën te verzoeken de overlegging der rap
porten door die Commissieverleden jaar,
uitgebragt. Wat antwoordde de Minister
hierop in den aanvang Dat hij die rap
porten eerst met de laatste mail had ont
vangen dat zij zoo volumineus waren
dat hij ze nog niet had gelezendat bij
evenwel, later, in de Memorie van Beant
woording op het Kamer-verslag welligt
het een en ander daarvan zou mcdcdcelen
maar dat hij de Kamer inmiddels dringend
verzocht, om, zonder die stukken NB I die
concessie ten spoedigste in do sccticu te
onderzoeken.
Het spreekt van zelf, dat zulke argu
menten te ligt worden bevonden en toen
de Minister dit ook zelf inzagbeloofde hij
eindelijk do bedoelde stukken dadelijk te
laten copiërenonder voorbehoud echter
van geheimhouding. De Kamer besliste
daarop het onderzoek in de sectiën aan te
vangenzoodra de Minister aan deze zijne
belofte zou hebben volddan.
Wat gebeurde nu den volgenden dag
De Minister zond een groote reeks stukken
in zoodat nu duidelijk bleekdat die rap
porten zóó volumineus niet waren als de
Minister eerst had voorgewend. De poging
van den Heer Storm om echter de zaak
zelve, na de Paasch-vacantiein de sectiën
te behandelen gelijk allezins noodzakelijk
wasén om de rigtige behandeling der
quaestie welker belang niet te miskennen
isén omdat vele leden nich huiswaarts
wilden spoeden leed schipbreuk. Een
voorstel van den Heer van Bosse werd
aangenomenom dadelijk de concessie in
de sectiën te behandelen en slechts drie
stukken van den door den Minister overge -
legden bundel te doen drukken.
Maar twee dagen later behaalde het ge
zond verstand de overwinning. Toen stond
de Heer Heemskerk Az. op om dezelfde
motie te doenwelke de Heer Storm vroe
ger had gedaanmaar die onbillijker wijze
was verworpen door de Kamer. Deze
laatste zag echter nu in dat een overhaast
onderzoek in geenen deele oorhaar was en
besliste toen, met 40 tegen 15 stemmen,
dat de concessie eerst na de Paasch-vacan
tie in de sectiën zal overwogen worden.
Onmiddellijk stelde de Heer Storm van
's Gravesande voorom nu ook al de ove
rige stukken betrekkelijk de zaak te doen
drukkenhetgeen door de Kamer ten volle
werd goedgekeurd.
Wij verheugen ons in dezen afloop,
maar wat moet nu ieder die onbevoor
oordeeld isvan den Minister van Kolo
niën denken Heeft hij niet den schijn
op zich geladendat hij aan de Kamer
het noodige lichthetgeen zij volkomen
regt had te eischenwenschtc te onttrek
ken Heeft hij het vertrouwen in zijn
persoon versterktdoor eerst te beweren
dat de stukken zóó groot warendat hij
ze zelf nog niet alle gelezen hadmaar
door later duidelijk te toonen dat dit niet
zóó wastoen hij de voornaamste er van
binnen 24 uren aan de Kamer overlegde
Wekte hij stilzwijgend ook tevens het ve:-
moeden niet opdat hij zelf niet alles on
derzocht had vóór dat hij eene zoo be
langrijke concessie als de bedoelde hij de
Kamer had ingediend
Gewisde entree van den Minister van
Koloniën in de Kamer was niet gelukkig
en voor een man van zoogenaamde liberale
beginselen een slecht voorteeken,