Weekend
P
Taizé biedt jongeren een spirituele jaarwisseling
Hans van der Tas, een reiziger die rondjes vliegt in Roosendaal
Een spervuur
van stilte
Slavia
DE STEM
Nee, een nieuw paar schoenen of een deken wil hij niet hebben.
Een flesje vruchtenwijn tegen de kou daarentegen wel. Hij is alco
holist, oud-psychiatrisch patiënt en reiziger met vandaag precies
één dubbeltje op zak. Paranoïde bovendien. Want achter iedere
boom kan iemand staan om hem weer een klap op z'n kop te geven.
Maar hij is ook geletterd, gelovig, eerlijk en tevreden.
Hans van der Tas (47) is een bijzondere man, een zwerver die
constant zweeft tussen uitersten, die niet thuis lijkt te horen in
onze wereld. Hij vertelt over zijn wereld tijdens een bijzonder
koud maal, ergens aan een tafeltje in een Roosendaals park.
„Gelogen rijkdom en valse armoede: dat zijn de dingen die een
mens ongelukkig maken. Ja meneer, zo is dat."
Ongeveer 80.000 jongvolwasse
nen uit geheel Europa brengen
de komende jaarwisseling door
in de Oostenrijkse hoofdstad
Wenen. Niet om er uit hun bol te
gaan, maar om op ingetogen
wijze in een religieuze setting
het nieuwe jaar binnen te stap
pen. Voor de organisatie ervan
tekent de oecumenische broe
dergemeenschap van
Taizé in Frankrijk.
80.000 bezoekers
op bijeenkomst in Wenen
DE STEM
11111
ZATERDAG 27 DECEMBER
1997 E;
Hallo, ik ben een vuurwerk-verslaafde.
Ik heb nu al 179 dagen niet meer geknald,
maar de therapeut zegt dat je altijd een vuur
werk-verslaafde blijft. Het zit in je. Als een stem
die wil spreken, wil schreeuwen, wil tieren. En
die stem moetje steeds weer tot zwijgen bren
gen.
Zal ik mijn verhaal vertellen? Het begon al heel
vroeg. Ik was een huilbaby. tenminste dat zei
mijn moeder altijd, ik speelde niet met blok
ken, ik gooide ermee, net als met mijn poep-
potje. Ik sloeg met alle deuren, ik had al een
flinke kracht in mijn armpjes. Ik smeet met le
pels, vorken en borden. Ik mikte van grote af
stand pannen in de gootsteen, omdat ik van
dat geluid hield. Ik riep de hele dag 'pang', tot
ik een klapperpistool kreeg. Ik raakte geïnte
resseerd in wapens. Van de militaire dienst heb
ik met volle teugen genoten.
Ik zocht het lawaai. In de videotheek koos ik ai-
tijd actiefilms uit. Een James Bond met botsen
de auto's of neerstortende helikopters, maar
het liefst een Vietnam-film met mitrailleur-
vuur van begin tot eind. Een speelhal kon ik
nooit overslaan, vanwege het gokken, maar
vooral vanwege die spetterende kakofonie. Je
hebt steeds meer nodig. Zo kom je al gauw op
het niveau van wat sommige mensen 'geluids
overlast' noemen. Het woord oorverdovend
komt in mijn woordenboek niet voor.
ik hoor u al denken: maar trok hij zich dan niks
aan van die enge tv-spotjes over afgerukte li
chaamsdelen? Nou, nee, eerlijk gezegd niet. Ik
keek er wel naar. Graag zelf. Meestal zat in
zo'n filmpje wel een knal met veel gesis om het
levensecht over te laten komen. Dat nam ik dan
op en draaide het keihard af. Het werkte pri
ma, het was zelfs net of ik vuur rook.
Op 1 januari neem je je voor dat spul nooit
meer aan te raken. Je hoort hoeveel ongeluk
ken er zijn gebeurd en die zijn soms heel na
vrant en tragisch en zo. Dan denk je even: dat
hoeft toch helemaal niet? En dan al dat geld.
Ze rekenen dan precies uit voor hoeveel mil
joen of miljard er de lucht in gegaan is. Daar
kun je een prima sportauto van kopen, waarin
je heerlijk aso kunt scheuren. Met een inge
bouwde boxen die een bereik van drie straten
hebben!
Het gaat dan even goed. Maar in de zomer be
gint het al te prikkelen. Je gaat toch weer snak
ken naar de doffe knal. Naar de klank van de
paniekzaaier, de gillende keukenmeid, de we-
duwmaker, de duizendklapper. Of van het goe
de oude rotje dat afgaat in een portiek of in
een overdekt winkelcentrum. Je wordt midden
in de nacht wakker en je verlangens zijn niet
meer in te tomen. Al je gedachten worden
overstemd door de heerlijke herrie die mensen
doet happen naar adem, die oren doet suizen,
die een spoor van doofheid achterlaat.
Dan moet je nog maanden wachten, omdat ze
in Nederland zo streng zijn met de verkoop van
vuurwerk. Je zet de tv maar weer keihard. De
buren komen weer klagen en je blaft ze weer
keihard terug naar hun eigen huis. Het gaat au
tomatisch, onbewust, ik kan er eigenlijk niks
aan doen. Ik weet dat nu, na een paar maan
den intensieve behandeling.
Op de cursus zeiden ze dat het misschien te ma
ken had met de oerknal, het ontstaan van het
heelal, die nagalmt in onze ziel. En het zit ook
in ons taalgebruik. Een van de betekenissen
van leven is lawaai. Leven maken. Het is alle
maal heel dubbel, zei de gespreksleider,
ledereen moet zijn zegje zeggen in de groep.
Om te beginnen moetje leren zeggen: 'Mag ik
even stilte, alstublieft?' Dat is heel moeilijk. Het
is een hele overwinning op jezelf dat je om
STILTE durft te vragen.
Alleen op je kamer moet je wennen aan geluid
loosheid. De meesten van ons worden na een
half uur helemaal gek. Je gaat in kasten en ach
ter de verwarming zoeken naar een geluids
bron, een walkman, een afstandsbediening,
desnoods een kapotte cassette-recorder. Je
vindt instructies voor een cd-rom, maar daar
staat dan een zacht ruisen op, het geluid van
de wind in de bomen. Ik kon nog net de wc-pot
halen.
Maar je leert, eerst kun je een uur stilte verdra
gen en dat wordt langzaam opgevoerd tot drie
uur per dag. Gelukkig mag je in het weekend
naar huis, je stort je in een houseparty en
steekt je kop tussen de boxen. Maandag moet
je je weer melden en begint de hel opnieuw.
Ik weet niet of ik het haal. Als je één keer knalt
of dichtbij een explosie hóórt, ben je verloren.
De verleiding is groot, vooral in deze dagen.
Daarom heb ik een verzoekje. Maak geen la
waai, denk aan mij.
Gelogen
rijkdom
en valse
armoede
Door Guido Dingemans
_od, ik ben inderdaad een krank-
H zinnige, een zieke.Even lijkt het
allemaal volledig tot hem door te
dringen. Hans schrikt van zijn eigen conclusie,
nadat hij eerst een deel van zijn levensverhaal
heeft afgestoken. Een verhaal als een reis
langs talloze bakens. De weg ertussen is duis
ter, de bakens zijn des te helderder.
Details zijn belangrijk voor hem. Of, zoals hij
zelf zegt: „Mijn hele verhaal vertellen is onmo
gelijk. Ik kan u slechts de coördinaten van
mijn leven opgeven, meneer." De coördinaten
liggen vast. Zonder aarzelen lepelt hij met de
grootst mogelijke precisie namen, plaatsen en
data op. Zijn houvast in een zwervend be
staan.
Rondjes
Ik tref hem deze zaterdagnamiddag op een
bankje langs de Roosendaalse Kade. Onder
het genot van een stickie en bij tijd en wijle
een slok uit de jeneverfles bestudeert hij daar
de zonsondergang. Warrige, donkere haardos,
imposante baard, borstelige wenkbrauwen en
vredige ogen. Zijn outfit omschrijft hij als een
'wetenschappelijk ontwikkeld astronauten-
rampenpak'. Het heeft meer weg van een ver
sleten visserskostuum. Sandalen aan zijn blo
te voeten.
Hans van der Tas is een bekend figuur in
Roosendaal en omstreken. „Ik sta op als de
zon opstaat en dan vlieg ik rondjes als een zee
meeuw." Die rondjes voeren hem dagelijks
door de stad en maandelijks naar Breda om
zijn uitkering op te halen. Slechts één dubbel
tje heeft hij deze middag nog op zak.
Aarzelend, een beetje wantrouwend accep
teert hij mijn voorstel: een maal voor zijn ver
haal. Een klein uur later staat de dis tussen
ons in. Twee diepvriespizza's, een kwartier ge
leden in de magnetron opgewarmd en inmid
dels danig afgekoeld. Verder nog twaalf flesjes
bier, paprikachips, koekjes en een fles
ketchup. Een ongekende luxe voor de 47-jari-
ge. Mes en vork, ook zo onwennig voor iemand
die al twintig vuilnisbakken omspit.
De temperatuur ligt rond het vriespunt, maar
dat weerhoudt Hans er niet van om 'buiten de
deur' te eten. Sterker nog, hij staat erop. Dus
eten we bij theelichtjes - die steeds uitwaaien
- en volle maan.
„Mijn excuses, ik ben nogal een slechte eter,"
waarschuwt hij en zet vervolgens zijn zes nog
resterende tanden in de lauwe pizza. Hij houdt
zich aan zijn belofte en vangt aan met zijn le
vensverhaal. Zijn schulden betaalt hij name
lijk altijd en eerlijkheid is zijn credo. „Zolang
je eerlijk blijft ben je gelukkig, of je nu arm of
rijk bent. Want gelogen rijkdom en valse ar
moede: dat zijn de dingen die een mens onge
lukkig maken."
Mes
Als een kerkrat zo arm, noemt hij zich. Dat is
niet altijd zo geweest. Het eerste baken ligt op
21 juli 1952. Zijn wieg staat in een grote villa
in een dure wijk van Bandung, Indonesië. Aan
die wieg staan een blanke, van oorsprong Ne
derlandse moeder en een donkere vader die
woordenboeken schrijft en hem regelmatig
een pak slaag geeft. De enige andere herinne
ring uit zijn eerste zeven levensjaren betreft
'Het Mes'. Als jongetje werd hij een keer neer
gestoken. Het blijkt een incident dat hem niet
alleen lichamelijk beschadigt, maar ook een
enorme impact op de rest van zijn leven heeft.
„Ik moet een zwervend bestaan leiden. Het is
dat mes in mijn buik dat mij er steeds toe
drijft," openbaart hij fel.
Uitkijkend over het water komt hij weer tot
rust en graaft verder in zijn geschiedenis. Zijn
ouders nemen hem in '59 mee naar Nederland.
Twee lauwe pizza's, paprikachips en twaalf flesjes als kerstmaaltijd in ae operilucht. Evenrustiji h.etzw,ervend bestaan vanHansvm
der Tas. foto conoasqii
De reden voor die reis is hem nog steeds on
duidelijk. Ze komen in een opvangcentrum in
Maastricht terecht en vervolgens in een flat in
een arbeiderswijk. Als Hans de lagere school
heeft afgerond, is zijn vader met onbekende
bestemming vertrokken.
Klappen
Vanaf 1965 worden zijn herinneringen helder
der, al blijft er veel vaag. Hij volgt de hbs in
Oudenbosch en verblijft in het internaat St.
Louis. Op zijn achttiende krijgt hij hartklach
ten, vertelt hij hoofdschuddend. Een zieken
huis in Utrecht is het volgende toevluchtsoord;
ook bezoekt hij daar een psycholoog.
Hij lijdt namelijk al vanaf zijn geboorte aan
een zonderlinge ziekte, zo weet hij. „Regelma
tig verlies ik het bewustzijn en kom dan vaak
op een andere plek weer bij, zonder dat ik
weet hoe ik daar terecht ben gekomen. En dat
heeft niets te maken met mijn drankgebruik,
maar met die klappen op m'n kop die ik al heel
mijn leven dagelijks krijg van onbekenden."
Die klappen hielden ook in Utrecht niet op.
Aan de Amsterdamse universiteit studeert hij
dan een jaar filosofie. „Daar moest ik veel geld
voor lenen, want mijn beurs ging vooral op
aan hasj en alcohol," bekent hij. Toch heeft hij
nog wat wijsheden aan de filosofie overgehou
den. „Socrates stierf na het drinken van de
gifbeker. Toch is het goed met hem afgelopen.
Waarom? Omdat hij tot zijn einde toe eerlijk
bleef."
Hans is ondertussen op sherry overgestapt.
Dat houdt hem warm en ontspannen, alsof hij
op een zomers terrasje zit. Terwijl bij mij de
handen regelmatig dienst weigeren als gevolg
van de snijdende kou. Het vertellen en de
maaltijd doen Hans zichtbaar goed.
„Na een ruzie met mijn moeder pakte ik mijn
slaapzak en stak mijn duim op richting Enge
land." Het verhaal voert vervolgens langs En
geland, Spanje, Frankrijk en Zweden. Hij
raakt verkikkerd op een meisje en volgt haar
naar Turkije en Afghanistan, waar hij haar
weer kwijtraakt. Met een omweg via New Del
hi en Londen keert hij alleen en berooid terug
naar Amsterdam en vermindert zijn reislust
aanzienlijk. De laatste twintig jaar beperkt
zich dat tot het lopen van rondjes in het gebied
tussen Breda en Bergen op Zoom.
Maar waar ter wereld hij ook zwerft, het
maakt niets uit. Want, zegt hij: „Thuis ben ik
nergens. Ook de straat is mijn thuis niet, al
leef ik er wel. De straat is gevaarlijk. Je krijgt
er steeds klappen op je kop. Als je van de
straat je thuis maakt sterf je", vertelt hij,
plukkend aan zijn baard.
God
Ondanks de verwarring in zijn hoofd ont
breekt het hem niet aan zelfkennis. Van der
Tas is zijn eigen psycholoog en analyticus. „Ik
ben een flesje bier, een woestijnbewoner, een
zaadje dat neerstortte langs de weg. Ik kijk
nooit terug of vooruit, alleen maar naar de
grond."
Jaloers op de gehuisveste medemens is hij niet.
„Gij zult het huis van uw naaste niet begeren,"
is een van zijn geboden. Als gelovig mens gros
siert hij in dit soort wijsheden. God houdt hem
op de been, daarvan is hij overtuigd. „God is
altijd een verrassing en geeft mij cadeautjes.
Hij zorgt ervoor dat ik al mijn schulden kan
betalen. Ik ben alleen nog in leven om
zijn," zegt hij met een tevreden glimlach op
zijn verweerde gelaat.
Wat hij nog met dat leven wil? „Dat soort vra
gen worden in mijn hoofd niet
ontwijkt hij. Over de vraag of hij
moet hij even nadenken. Dan volgt, toch nog
overtuigend: „Ja, meneer."
Hij heeft zijn momenten, die Hans van
Tas. Momenten dat de samenzwering in zijl
hoofd wordt doorbroken en hij rustig zijn ver
haal kan vervolgen, zonder dat iemand
mes in zijn buik wil omdraaien. Momenten dat
hij zijn situatie overziet. „Potverdikke, il
inderdaad niks meer. Maar ik ben tenminste
eerlijk," berust hij in zijn lot. En buigt zich
voor de volgende opmerking naar zijn tot
hoorder, niet bewust van de enorme
hij loslaat: „Iemand een biertje cadeau geven
dat is pas lef hebben." Om ineens
te vervolgen. „Armoede is een
heid die door God beschermd wordt."
God beschermt hem, weet Hans zeker. „Als t
moet, blijf ik tot m'n tachtigste rondjeslop#
Aan mijn reis komt geen einde."
De resten van ons maal pakt hij dankbaars®
Hij wil graag in het park blijven slapen a
vraagt zelfs om mijn toestemming. Hij ge#)
me nog een hand. „Veel succes, maar weess'
tijd eerlijk!," geeft die woestijnbewoneri
zijn astronauten-rampenpak als wijze raa
mee.
„Als mijn uitkering weer in mijn zak zit, ffl
help ik u. Ik was vanavond bijna heel verdtf
tig naar het bos gegaan om te slapen. Ma)
toen kwam u en liet mij praten. Danku»
meneer. U was mijn opvangcentrum."
Door Jan Bouwmans
Parijs, afgelopen zomer. De wereld is
getuige van een manifestatie en kan
haar ogen niet geloven. Rooms-
katholieke jongeren uit de gehele wereld ne
men bezit van de Franse hoofdstad voor de
twaalfde katholieke Wereldjongerendagen.
Belangrijkste gast is, zoals steeds, paus Jo
hannes Paulus H. Het aantal jongeren dat
aan de hele meerdaagse manifestatie mee
doet, bedraagt zo'n driehonderdduizend.
Maar op het hoogtepunt brengt de paus in
en nabij de paardenrenbaan van Longcham-
ps volgens schattingen 1,2 miljoen mensen
op de been. Het is dit getal, dat de wereld
niet kan vatten en met stomheid slaat. Het
vormt in de weken erna stof voor vele dis
cussies, allereerst in Frankrijk, maar ook
daarbuiten. De wereld vraagt zich af wat er
precies gaande is; welke betekenis ze aan
dat gebeuren moet geven. Is de godsdienst,
het katholocisme in het bijzonder, dan toch
bezig aan een heuse wederkeer?
Zo massaal en spectaculair als de Parijse
Wereldjongerendagen zijn de jongerenda
gen van de oecumenische Taizé-gemeen-
schap nooit geweest. Maar zij staan ook als
een huis. Het Vaticaan heeft de happening
zelfs van Taizé afgekeken. De oecumenische
broedergemeenschap van Taizé, gesticht
door de legendarische Roger Schutz, begon
er twintig jaar geleden al mee.
Het idee kwam niet uit de blauwe hemel val
len, maar was een verdere uitwerking van
het gegeven dat de communiteit in Taizé het
hele jaar door bezocht en in de zomermaan
den gewoonweg overstroomd werd door jon
geren en jongvolwassenen uit de hele we
reld, op zoek naar...ja, waarnaar? In elk ge
val ook het spirituele. Taizé kon de stroom
op zeker moment niet meer aan en besloot te
proberen 'Taizé' naar de jongeren toe te
brengen via jongeren-ontmoetingsdagen in
bij de leden van de 300 parochies en kerke
lijke gemeenten in de Oostenrijkse hoofd
stad, bij wie ze ook de ochtenden doorbren
gen. Elke middag en avond komen ze dan
samen in de Weense beursgebouwen voor
Europa, maar ook elders in de wereld.
De twintigste Europese jongeren-ontmoe
tingsdag van Taizé heeft komende jaarwis
seling plaats in de Oostenrijkse hoofdstad
Wenen. Van 29 december tot 2 januari wor
den daar ongeveer 80.000 jongeren/jong vol
wassenen uit geheel Europa verwacht. Dat
zijn er dan zo'n 10.000 meer dan vorig jaar
in Stuttgart. Vergeleken met vorige Europe
se Taizé-jongerendagen valt er volgens de
organisatie voor het treffen in Wenen een
opvallende toename te noteren van oosters-
orthodoxe jongeren uit de Baltische staten,
Roemenië, Rusland, Oelkraïne en ex-Joege-
slavië.
De 80.000 jongeren worden ondergebracht
gebed en meditatie. En de zachtmoedige
broeder Roger, de altijd in witte monniken
pij gehulde stichter en spiritueel leider van
Taizé, spreekt de jongeren elke avond op
meditatieve'wijze toe. Taizé-jongerendagen
zijn dus echt spirituele bijeenkomsten. Al
die jaren door zijn daar jongeren op afgeko
men, zoals ze al die jaren door ook met dui-
zdenden de weg naar Taizé zelf zijn blijven
gaan om er spijs en drank te vinden voor
hun spirituele honger en dorst.
De Taizé-jongerendagen, die steeds tijdens
de jaarwisseling worden gehouden, zijn niet
telkens op zichzelf staande gebeurtenissen,
maar pleisterplaatsen in de hele keten van
jongerendagen die Schutz de naam 'pelgri
mage van vertrouwen op aarde' heeft gege
ven. 'Heb vertrouwen' is ook de centrale
boodschap die de oecumenische Taizé-com-
muniteit wil uitstralen. Daarin tonen
Schutz en paus Johannes Paulus II zich twee
spiritueel zeer verwante zielen. Het pause
lijk parool luidt immers: 'Wees niet bang
Roger Schutz doet wat betreft geestelijk lei
derschap niet onder voor de Poolse paus.
Zijn stijl is alleen heel anders. Anders dat
de paus heeft de spirituele leidsman van
Taizé geen enkele institutionele macht. Hij
moet het louter en alleen hebben van over
tuigingskracht en uitstraling. Daarin lig'
dan ook de aantrekkingskracht die Taizé al
die jaren door heeft uitgeoefend en nog
steeds uitoefent op jongeren.
Op elke jongerenbijeenkomst publiceer1
broeder Roger Schutz een brief aan de jon
geren, qua karakter volstrekt te vergelijk®
met herderlijke brieven die katholieke bis
schoppen gewoon zijn tot hun gelovigen'e
richten. De 'Weense brief' heet 'Onnoemelij
ke vreugde' en mediteert over het thema
'hoop, vertrouwen en troost' in relatie tot®
Heilige Geest. Dat is ook het thema in We
nen en in Taizé zelf op wekelijkse interna
tionale jongerenontmoetingen gedurende de
rest van het nieuwe jaar 1998.
LarmWmans
Verandering is iets anders dan v
bezoeker aan Praag beseft het na
hij zeven jaar geleden gebukt o
ten en met kippengaas afgesche
door, die moesten voorkomen da
lende gevels der Unesco-monu
hoofd zouden vallen, nu lijkt Pra
derhouden openluchtmuseum,
kleurde pleisterwerk toont als n
duizenden watts floodlight be
barstloos hersteld is en de b
kreetjes der belangstellende buit
ken duidelijk dat nostalgie unive
Een decennium terug was Praag
en waren Tsjechen grauw. Nu is
plein een A-lokatie en wordt de
Palach zich januari 1969 in br
slechts gezocht door middelbar
een flauwe herinnering aan wel
prijzen van de Champs Elysées
troffen en in de Sezessionsfeer
Hotel Evropa bestellen winkelen
paren zonder veel omhaal een p
Melange. De melkbars voor het
ontbijt, de banketbakkers met
de parapluwinkeliers zijn verdw
schijnt ze te missen. Regenen
steeds en er wordt eveneens nog
beduidend hogere prijzen, maa
mand te deren.
Praag is een oude stad van de mo
gendstill naast marmerdesign,
door prestigieus neon en wie Ra
op de begraafplaats in het oude c
betaling een door touwen afg-
toeristen volgen. Onder kiezels
gen er nog steeds briefjes en snip
sen op zijn zerk. De kans op ver'
gebleven.
Op de Karelsbrug speelt een Eng
mien op een glasorgel. Feeëriek
luid door het vroege donker. Bij
standbeeld speelt de laatste pl
plaatsbare dixielandgroep. Oud
na verrichte arbeid klarinet, banj
foonrol vervullende scheepstoet
boodschappentassen afvoeren,
dengroep verder werft een ev
dingsgenootschap belangstelle
gospel morningsession en op d
overzijde roept het klokje van
der Maltezer Orde gelovigen o
tionele avondgebed.
Op de Burcht brandt een eenz
president in zijn werkkamer ond
Tijd voor vrienden en bier hee'
Hij discussieert niet langer, schr'
festen of toneelstukken meer,
kent stukken. Zijn stoel in Café SI
Hij zou er zich ook niet meer th
Slavia, thuishaven voor artiest
ten, is nu een verchroomde ont
voor de wijdere beurs. Eens w-
erboven en daalde enige male
beneden voor een glas en gespr
sici, zangers en acteurs van de
Nationale Theater. Jaroslav Seif
en de absint die daar vroeger e
in gifgroene kleur op de kaart
Havel ontmoette er in 1953 Olg
hem in wanhoop en waardighe
blijven staan.
Slavia stond zes jaar dicht. Doo
het kapitalisme. Een Amarikaa
de eigenaar vlak na de Fluwele
komst. Het gebouw was in ham
demie voor Uitvoerende Kunste
stelling had vanzelfsprekend g
het massale achterstallige ond
was de hulp van de Bostonse in
in welkom. Een vijftigjarig co
voorwaarde. De Tsjechen bleke
de overeenkomst spraken ze w
het befaamde etablissement
bouwd en heropend moest w
vergaten in hun goede vertrou
we tijd een datum te noemen,
niets. Hij nam een onderhuurde
de ruime zalen de groente op v
ende restaurant.
Maar de filantroop uit de VS
wetten van het kapitalisme ger
ten dat eens de zakkenroller
wordt. Hij betaalde een keer zi'
huurpenningen een enkele da
zei het Praagse gerecht, en he
op staande voet ontbonden. Ee
ter met de eigentijdse naam Ce
de exploitatie gegund, niet me
ve eeuw, maar voor de nog altij
van achttien jaar. De nieuwe
ruim vier miljoen dollar steken
pen van pand en interieur. Da
fluorescerende pastelkleuren
ting, de glimmende legeringe
en bars, üet bijpassende meub
den art déco klok, het gave ma
tje en de alles overheersende sc
Absintdrinker uit als een popul
een metropool. Aangenaam o
verblijven, maar in restaurati
vergaan.
De morsige glorie van verzet,
van kunst en gesprek, de chiqu
tellect en onderzoek zijn we
veerd achter een ontwerp van
naar verdwenen.
r