Weekend P Taizé biedt jongeren een spirituele jaarwisseling Hans van der Tas, een reiziger die rondjes vliegt in Roosendaal Een spervuur van stilte Slavia DE STEM Nee, een nieuw paar schoenen of een deken wil hij niet hebben. Een flesje vruchtenwijn tegen de kou daarentegen wel. Hij is alco holist, oud-psychiatrisch patiënt en reiziger met vandaag precies één dubbeltje op zak. Paranoïde bovendien. Want achter iedere boom kan iemand staan om hem weer een klap op z'n kop te geven. Maar hij is ook geletterd, gelovig, eerlijk en tevreden. Hans van der Tas (47) is een bijzondere man, een zwerver die constant zweeft tussen uitersten, die niet thuis lijkt te horen in onze wereld. Hij vertelt over zijn wereld tijdens een bijzonder koud maal, ergens aan een tafeltje in een Roosendaals park. „Gelogen rijkdom en valse armoede: dat zijn de dingen die een mens ongelukkig maken. Ja meneer, zo is dat." Ongeveer 80.000 jongvolwasse nen uit geheel Europa brengen de komende jaarwisseling door in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Niet om er uit hun bol te gaan, maar om op ingetogen wijze in een religieuze setting het nieuwe jaar binnen te stap pen. Voor de organisatie ervan tekent de oecumenische broe dergemeenschap van Taizé in Frankrijk. 80.000 bezoekers op bijeenkomst in Wenen DE STEM 11111 ZATERDAG 27 DECEMBER 1997 E; Hallo, ik ben een vuurwerk-verslaafde. Ik heb nu al 179 dagen niet meer geknald, maar de therapeut zegt dat je altijd een vuur werk-verslaafde blijft. Het zit in je. Als een stem die wil spreken, wil schreeuwen, wil tieren. En die stem moetje steeds weer tot zwijgen bren gen. Zal ik mijn verhaal vertellen? Het begon al heel vroeg. Ik was een huilbaby. tenminste dat zei mijn moeder altijd, ik speelde niet met blok ken, ik gooide ermee, net als met mijn poep- potje. Ik sloeg met alle deuren, ik had al een flinke kracht in mijn armpjes. Ik smeet met le pels, vorken en borden. Ik mikte van grote af stand pannen in de gootsteen, omdat ik van dat geluid hield. Ik riep de hele dag 'pang', tot ik een klapperpistool kreeg. Ik raakte geïnte resseerd in wapens. Van de militaire dienst heb ik met volle teugen genoten. Ik zocht het lawaai. In de videotheek koos ik ai- tijd actiefilms uit. Een James Bond met botsen de auto's of neerstortende helikopters, maar het liefst een Vietnam-film met mitrailleur- vuur van begin tot eind. Een speelhal kon ik nooit overslaan, vanwege het gokken, maar vooral vanwege die spetterende kakofonie. Je hebt steeds meer nodig. Zo kom je al gauw op het niveau van wat sommige mensen 'geluids overlast' noemen. Het woord oorverdovend komt in mijn woordenboek niet voor. ik hoor u al denken: maar trok hij zich dan niks aan van die enge tv-spotjes over afgerukte li chaamsdelen? Nou, nee, eerlijk gezegd niet. Ik keek er wel naar. Graag zelf. Meestal zat in zo'n filmpje wel een knal met veel gesis om het levensecht over te laten komen. Dat nam ik dan op en draaide het keihard af. Het werkte pri ma, het was zelfs net of ik vuur rook. Op 1 januari neem je je voor dat spul nooit meer aan te raken. Je hoort hoeveel ongeluk ken er zijn gebeurd en die zijn soms heel na vrant en tragisch en zo. Dan denk je even: dat hoeft toch helemaal niet? En dan al dat geld. Ze rekenen dan precies uit voor hoeveel mil joen of miljard er de lucht in gegaan is. Daar kun je een prima sportauto van kopen, waarin je heerlijk aso kunt scheuren. Met een inge bouwde boxen die een bereik van drie straten hebben! Het gaat dan even goed. Maar in de zomer be gint het al te prikkelen. Je gaat toch weer snak ken naar de doffe knal. Naar de klank van de paniekzaaier, de gillende keukenmeid, de we- duwmaker, de duizendklapper. Of van het goe de oude rotje dat afgaat in een portiek of in een overdekt winkelcentrum. Je wordt midden in de nacht wakker en je verlangens zijn niet meer in te tomen. Al je gedachten worden overstemd door de heerlijke herrie die mensen doet happen naar adem, die oren doet suizen, die een spoor van doofheid achterlaat. Dan moet je nog maanden wachten, omdat ze in Nederland zo streng zijn met de verkoop van vuurwerk. Je zet de tv maar weer keihard. De buren komen weer klagen en je blaft ze weer keihard terug naar hun eigen huis. Het gaat au tomatisch, onbewust, ik kan er eigenlijk niks aan doen. Ik weet dat nu, na een paar maan den intensieve behandeling. Op de cursus zeiden ze dat het misschien te ma ken had met de oerknal, het ontstaan van het heelal, die nagalmt in onze ziel. En het zit ook in ons taalgebruik. Een van de betekenissen van leven is lawaai. Leven maken. Het is alle maal heel dubbel, zei de gespreksleider, ledereen moet zijn zegje zeggen in de groep. Om te beginnen moetje leren zeggen: 'Mag ik even stilte, alstublieft?' Dat is heel moeilijk. Het is een hele overwinning op jezelf dat je om STILTE durft te vragen. Alleen op je kamer moet je wennen aan geluid loosheid. De meesten van ons worden na een half uur helemaal gek. Je gaat in kasten en ach ter de verwarming zoeken naar een geluids bron, een walkman, een afstandsbediening, desnoods een kapotte cassette-recorder. Je vindt instructies voor een cd-rom, maar daar staat dan een zacht ruisen op, het geluid van de wind in de bomen. Ik kon nog net de wc-pot halen. Maar je leert, eerst kun je een uur stilte verdra gen en dat wordt langzaam opgevoerd tot drie uur per dag. Gelukkig mag je in het weekend naar huis, je stort je in een houseparty en steekt je kop tussen de boxen. Maandag moet je je weer melden en begint de hel opnieuw. Ik weet niet of ik het haal. Als je één keer knalt of dichtbij een explosie hóórt, ben je verloren. De verleiding is groot, vooral in deze dagen. Daarom heb ik een verzoekje. Maak geen la waai, denk aan mij. Gelogen rijkdom en valse armoede Door Guido Dingemans _od, ik ben inderdaad een krank- H zinnige, een zieke.Even lijkt het allemaal volledig tot hem door te dringen. Hans schrikt van zijn eigen conclusie, nadat hij eerst een deel van zijn levensverhaal heeft afgestoken. Een verhaal als een reis langs talloze bakens. De weg ertussen is duis ter, de bakens zijn des te helderder. Details zijn belangrijk voor hem. Of, zoals hij zelf zegt: „Mijn hele verhaal vertellen is onmo gelijk. Ik kan u slechts de coördinaten van mijn leven opgeven, meneer." De coördinaten liggen vast. Zonder aarzelen lepelt hij met de grootst mogelijke precisie namen, plaatsen en data op. Zijn houvast in een zwervend be staan. Rondjes Ik tref hem deze zaterdagnamiddag op een bankje langs de Roosendaalse Kade. Onder het genot van een stickie en bij tijd en wijle een slok uit de jeneverfles bestudeert hij daar de zonsondergang. Warrige, donkere haardos, imposante baard, borstelige wenkbrauwen en vredige ogen. Zijn outfit omschrijft hij als een 'wetenschappelijk ontwikkeld astronauten- rampenpak'. Het heeft meer weg van een ver sleten visserskostuum. Sandalen aan zijn blo te voeten. Hans van der Tas is een bekend figuur in Roosendaal en omstreken. „Ik sta op als de zon opstaat en dan vlieg ik rondjes als een zee meeuw." Die rondjes voeren hem dagelijks door de stad en maandelijks naar Breda om zijn uitkering op te halen. Slechts één dubbel tje heeft hij deze middag nog op zak. Aarzelend, een beetje wantrouwend accep teert hij mijn voorstel: een maal voor zijn ver haal. Een klein uur later staat de dis tussen ons in. Twee diepvriespizza's, een kwartier ge leden in de magnetron opgewarmd en inmid dels danig afgekoeld. Verder nog twaalf flesjes bier, paprikachips, koekjes en een fles ketchup. Een ongekende luxe voor de 47-jari- ge. Mes en vork, ook zo onwennig voor iemand die al twintig vuilnisbakken omspit. De temperatuur ligt rond het vriespunt, maar dat weerhoudt Hans er niet van om 'buiten de deur' te eten. Sterker nog, hij staat erop. Dus eten we bij theelichtjes - die steeds uitwaaien - en volle maan. „Mijn excuses, ik ben nogal een slechte eter," waarschuwt hij en zet vervolgens zijn zes nog resterende tanden in de lauwe pizza. Hij houdt zich aan zijn belofte en vangt aan met zijn le vensverhaal. Zijn schulden betaalt hij name lijk altijd en eerlijkheid is zijn credo. „Zolang je eerlijk blijft ben je gelukkig, of je nu arm of rijk bent. Want gelogen rijkdom en valse ar moede: dat zijn de dingen die een mens onge lukkig maken." Mes Als een kerkrat zo arm, noemt hij zich. Dat is niet altijd zo geweest. Het eerste baken ligt op 21 juli 1952. Zijn wieg staat in een grote villa in een dure wijk van Bandung, Indonesië. Aan die wieg staan een blanke, van oorsprong Ne derlandse moeder en een donkere vader die woordenboeken schrijft en hem regelmatig een pak slaag geeft. De enige andere herinne ring uit zijn eerste zeven levensjaren betreft 'Het Mes'. Als jongetje werd hij een keer neer gestoken. Het blijkt een incident dat hem niet alleen lichamelijk beschadigt, maar ook een enorme impact op de rest van zijn leven heeft. „Ik moet een zwervend bestaan leiden. Het is dat mes in mijn buik dat mij er steeds toe drijft," openbaart hij fel. Uitkijkend over het water komt hij weer tot rust en graaft verder in zijn geschiedenis. Zijn ouders nemen hem in '59 mee naar Nederland. Twee lauwe pizza's, paprikachips en twaalf flesjes als kerstmaaltijd in ae operilucht. Evenrustiji h.etzw,ervend bestaan vanHansvm der Tas. foto conoasqii De reden voor die reis is hem nog steeds on duidelijk. Ze komen in een opvangcentrum in Maastricht terecht en vervolgens in een flat in een arbeiderswijk. Als Hans de lagere school heeft afgerond, is zijn vader met onbekende bestemming vertrokken. Klappen Vanaf 1965 worden zijn herinneringen helder der, al blijft er veel vaag. Hij volgt de hbs in Oudenbosch en verblijft in het internaat St. Louis. Op zijn achttiende krijgt hij hartklach ten, vertelt hij hoofdschuddend. Een zieken huis in Utrecht is het volgende toevluchtsoord; ook bezoekt hij daar een psycholoog. Hij lijdt namelijk al vanaf zijn geboorte aan een zonderlinge ziekte, zo weet hij. „Regelma tig verlies ik het bewustzijn en kom dan vaak op een andere plek weer bij, zonder dat ik weet hoe ik daar terecht ben gekomen. En dat heeft niets te maken met mijn drankgebruik, maar met die klappen op m'n kop die ik al heel mijn leven dagelijks krijg van onbekenden." Die klappen hielden ook in Utrecht niet op. Aan de Amsterdamse universiteit studeert hij dan een jaar filosofie. „Daar moest ik veel geld voor lenen, want mijn beurs ging vooral op aan hasj en alcohol," bekent hij. Toch heeft hij nog wat wijsheden aan de filosofie overgehou den. „Socrates stierf na het drinken van de gifbeker. Toch is het goed met hem afgelopen. Waarom? Omdat hij tot zijn einde toe eerlijk bleef." Hans is ondertussen op sherry overgestapt. Dat houdt hem warm en ontspannen, alsof hij op een zomers terrasje zit. Terwijl bij mij de handen regelmatig dienst weigeren als gevolg van de snijdende kou. Het vertellen en de maaltijd doen Hans zichtbaar goed. „Na een ruzie met mijn moeder pakte ik mijn slaapzak en stak mijn duim op richting Enge land." Het verhaal voert vervolgens langs En geland, Spanje, Frankrijk en Zweden. Hij raakt verkikkerd op een meisje en volgt haar naar Turkije en Afghanistan, waar hij haar weer kwijtraakt. Met een omweg via New Del hi en Londen keert hij alleen en berooid terug naar Amsterdam en vermindert zijn reislust aanzienlijk. De laatste twintig jaar beperkt zich dat tot het lopen van rondjes in het gebied tussen Breda en Bergen op Zoom. Maar waar ter wereld hij ook zwerft, het maakt niets uit. Want, zegt hij: „Thuis ben ik nergens. Ook de straat is mijn thuis niet, al leef ik er wel. De straat is gevaarlijk. Je krijgt er steeds klappen op je kop. Als je van de straat je thuis maakt sterf je", vertelt hij, plukkend aan zijn baard. God Ondanks de verwarring in zijn hoofd ont breekt het hem niet aan zelfkennis. Van der Tas is zijn eigen psycholoog en analyticus. „Ik ben een flesje bier, een woestijnbewoner, een zaadje dat neerstortte langs de weg. Ik kijk nooit terug of vooruit, alleen maar naar de grond." Jaloers op de gehuisveste medemens is hij niet. „Gij zult het huis van uw naaste niet begeren," is een van zijn geboden. Als gelovig mens gros siert hij in dit soort wijsheden. God houdt hem op de been, daarvan is hij overtuigd. „God is altijd een verrassing en geeft mij cadeautjes. Hij zorgt ervoor dat ik al mijn schulden kan betalen. Ik ben alleen nog in leven om zijn," zegt hij met een tevreden glimlach op zijn verweerde gelaat. Wat hij nog met dat leven wil? „Dat soort vra gen worden in mijn hoofd niet ontwijkt hij. Over de vraag of hij moet hij even nadenken. Dan volgt, toch nog overtuigend: „Ja, meneer." Hij heeft zijn momenten, die Hans van Tas. Momenten dat de samenzwering in zijl hoofd wordt doorbroken en hij rustig zijn ver haal kan vervolgen, zonder dat iemand mes in zijn buik wil omdraaien. Momenten dat hij zijn situatie overziet. „Potverdikke, il inderdaad niks meer. Maar ik ben tenminste eerlijk," berust hij in zijn lot. En buigt zich voor de volgende opmerking naar zijn tot hoorder, niet bewust van de enorme hij loslaat: „Iemand een biertje cadeau geven dat is pas lef hebben." Om ineens te vervolgen. „Armoede is een heid die door God beschermd wordt." God beschermt hem, weet Hans zeker. „Als t moet, blijf ik tot m'n tachtigste rondjeslop# Aan mijn reis komt geen einde." De resten van ons maal pakt hij dankbaars® Hij wil graag in het park blijven slapen a vraagt zelfs om mijn toestemming. Hij ge#) me nog een hand. „Veel succes, maar weess' tijd eerlijk!," geeft die woestijnbewoneri zijn astronauten-rampenpak als wijze raa mee. „Als mijn uitkering weer in mijn zak zit, ffl help ik u. Ik was vanavond bijna heel verdtf tig naar het bos gegaan om te slapen. Ma) toen kwam u en liet mij praten. Danku» meneer. U was mijn opvangcentrum." Door Jan Bouwmans Parijs, afgelopen zomer. De wereld is getuige van een manifestatie en kan haar ogen niet geloven. Rooms- katholieke jongeren uit de gehele wereld ne men bezit van de Franse hoofdstad voor de twaalfde katholieke Wereldjongerendagen. Belangrijkste gast is, zoals steeds, paus Jo hannes Paulus H. Het aantal jongeren dat aan de hele meerdaagse manifestatie mee doet, bedraagt zo'n driehonderdduizend. Maar op het hoogtepunt brengt de paus in en nabij de paardenrenbaan van Longcham- ps volgens schattingen 1,2 miljoen mensen op de been. Het is dit getal, dat de wereld niet kan vatten en met stomheid slaat. Het vormt in de weken erna stof voor vele dis cussies, allereerst in Frankrijk, maar ook daarbuiten. De wereld vraagt zich af wat er precies gaande is; welke betekenis ze aan dat gebeuren moet geven. Is de godsdienst, het katholocisme in het bijzonder, dan toch bezig aan een heuse wederkeer? Zo massaal en spectaculair als de Parijse Wereldjongerendagen zijn de jongerenda gen van de oecumenische Taizé-gemeen- schap nooit geweest. Maar zij staan ook als een huis. Het Vaticaan heeft de happening zelfs van Taizé afgekeken. De oecumenische broedergemeenschap van Taizé, gesticht door de legendarische Roger Schutz, begon er twintig jaar geleden al mee. Het idee kwam niet uit de blauwe hemel val len, maar was een verdere uitwerking van het gegeven dat de communiteit in Taizé het hele jaar door bezocht en in de zomermaan den gewoonweg overstroomd werd door jon geren en jongvolwassenen uit de hele we reld, op zoek naar...ja, waarnaar? In elk ge val ook het spirituele. Taizé kon de stroom op zeker moment niet meer aan en besloot te proberen 'Taizé' naar de jongeren toe te brengen via jongeren-ontmoetingsdagen in bij de leden van de 300 parochies en kerke lijke gemeenten in de Oostenrijkse hoofd stad, bij wie ze ook de ochtenden doorbren gen. Elke middag en avond komen ze dan samen in de Weense beursgebouwen voor Europa, maar ook elders in de wereld. De twintigste Europese jongeren-ontmoe tingsdag van Taizé heeft komende jaarwis seling plaats in de Oostenrijkse hoofdstad Wenen. Van 29 december tot 2 januari wor den daar ongeveer 80.000 jongeren/jong vol wassenen uit geheel Europa verwacht. Dat zijn er dan zo'n 10.000 meer dan vorig jaar in Stuttgart. Vergeleken met vorige Europe se Taizé-jongerendagen valt er volgens de organisatie voor het treffen in Wenen een opvallende toename te noteren van oosters- orthodoxe jongeren uit de Baltische staten, Roemenië, Rusland, Oelkraïne en ex-Joege- slavië. De 80.000 jongeren worden ondergebracht gebed en meditatie. En de zachtmoedige broeder Roger, de altijd in witte monniken pij gehulde stichter en spiritueel leider van Taizé, spreekt de jongeren elke avond op meditatieve'wijze toe. Taizé-jongerendagen zijn dus echt spirituele bijeenkomsten. Al die jaren door zijn daar jongeren op afgeko men, zoals ze al die jaren door ook met dui- zdenden de weg naar Taizé zelf zijn blijven gaan om er spijs en drank te vinden voor hun spirituele honger en dorst. De Taizé-jongerendagen, die steeds tijdens de jaarwisseling worden gehouden, zijn niet telkens op zichzelf staande gebeurtenissen, maar pleisterplaatsen in de hele keten van jongerendagen die Schutz de naam 'pelgri mage van vertrouwen op aarde' heeft gege ven. 'Heb vertrouwen' is ook de centrale boodschap die de oecumenische Taizé-com- muniteit wil uitstralen. Daarin tonen Schutz en paus Johannes Paulus II zich twee spiritueel zeer verwante zielen. Het pause lijk parool luidt immers: 'Wees niet bang Roger Schutz doet wat betreft geestelijk lei derschap niet onder voor de Poolse paus. Zijn stijl is alleen heel anders. Anders dat de paus heeft de spirituele leidsman van Taizé geen enkele institutionele macht. Hij moet het louter en alleen hebben van over tuigingskracht en uitstraling. Daarin lig' dan ook de aantrekkingskracht die Taizé al die jaren door heeft uitgeoefend en nog steeds uitoefent op jongeren. Op elke jongerenbijeenkomst publiceer1 broeder Roger Schutz een brief aan de jon geren, qua karakter volstrekt te vergelijk® met herderlijke brieven die katholieke bis schoppen gewoon zijn tot hun gelovigen'e richten. De 'Weense brief' heet 'Onnoemelij ke vreugde' en mediteert over het thema 'hoop, vertrouwen en troost' in relatie tot® Heilige Geest. Dat is ook het thema in We nen en in Taizé zelf op wekelijkse interna tionale jongerenontmoetingen gedurende de rest van het nieuwe jaar 1998. LarmWmans Verandering is iets anders dan v bezoeker aan Praag beseft het na hij zeven jaar geleden gebukt o ten en met kippengaas afgesche door, die moesten voorkomen da lende gevels der Unesco-monu hoofd zouden vallen, nu lijkt Pra derhouden openluchtmuseum, kleurde pleisterwerk toont als n duizenden watts floodlight be barstloos hersteld is en de b kreetjes der belangstellende buit ken duidelijk dat nostalgie unive Een decennium terug was Praag en waren Tsjechen grauw. Nu is plein een A-lokatie en wordt de Palach zich januari 1969 in br slechts gezocht door middelbar een flauwe herinnering aan wel prijzen van de Champs Elysées troffen en in de Sezessionsfeer Hotel Evropa bestellen winkelen paren zonder veel omhaal een p Melange. De melkbars voor het ontbijt, de banketbakkers met de parapluwinkeliers zijn verdw schijnt ze te missen. Regenen steeds en er wordt eveneens nog beduidend hogere prijzen, maa mand te deren. Praag is een oude stad van de mo gendstill naast marmerdesign, door prestigieus neon en wie Ra op de begraafplaats in het oude c betaling een door touwen afg- toeristen volgen. Onder kiezels gen er nog steeds briefjes en snip sen op zijn zerk. De kans op ver' gebleven. Op de Karelsbrug speelt een Eng mien op een glasorgel. Feeëriek luid door het vroege donker. Bij standbeeld speelt de laatste pl plaatsbare dixielandgroep. Oud na verrichte arbeid klarinet, banj foonrol vervullende scheepstoet boodschappentassen afvoeren, dengroep verder werft een ev dingsgenootschap belangstelle gospel morningsession en op d overzijde roept het klokje van der Maltezer Orde gelovigen o tionele avondgebed. Op de Burcht brandt een eenz president in zijn werkkamer ond Tijd voor vrienden en bier hee' Hij discussieert niet langer, schr' festen of toneelstukken meer, kent stukken. Zijn stoel in Café SI Hij zou er zich ook niet meer th Slavia, thuishaven voor artiest ten, is nu een verchroomde ont voor de wijdere beurs. Eens w- erboven en daalde enige male beneden voor een glas en gespr sici, zangers en acteurs van de Nationale Theater. Jaroslav Seif en de absint die daar vroeger e in gifgroene kleur op de kaart Havel ontmoette er in 1953 Olg hem in wanhoop en waardighe blijven staan. Slavia stond zes jaar dicht. Doo het kapitalisme. Een Amarikaa de eigenaar vlak na de Fluwele komst. Het gebouw was in ham demie voor Uitvoerende Kunste stelling had vanzelfsprekend g het massale achterstallige ond was de hulp van de Bostonse in in welkom. Een vijftigjarig co voorwaarde. De Tsjechen bleke de overeenkomst spraken ze w het befaamde etablissement bouwd en heropend moest w vergaten in hun goede vertrou we tijd een datum te noemen, niets. Hij nam een onderhuurde de ruime zalen de groente op v ende restaurant. Maar de filantroop uit de VS wetten van het kapitalisme ger ten dat eens de zakkenroller wordt. Hij betaalde een keer zi' huurpenningen een enkele da zei het Praagse gerecht, en he op staande voet ontbonden. Ee ter met de eigentijdse naam Ce de exploitatie gegund, niet me ve eeuw, maar voor de nog altij van achttien jaar. De nieuwe ruim vier miljoen dollar steken pen van pand en interieur. Da fluorescerende pastelkleuren ting, de glimmende legeringe en bars, üet bijpassende meub den art déco klok, het gave ma tje en de alles overheersende sc Absintdrinker uit als een popul een metropool. Aangenaam o verblijven, maar in restaurati vergaan. De morsige glorie van verzet, van kunst en gesprek, de chiqu tellect en onderzoek zijn we veerd achter een ontwerp van naar verdwenen. r

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 30