Weekend im Olijke minister getipt als opvolger van VVD-leider Bolkestein Loyaal DE STEM E3 Een slimme babbelaar, humoris tisch, ad rem. Maar ook een po liticus met een imago-probleem. Toch wordt Hans Dijkstal, mi nister van Binnenlandse Zaken, getipt als opvolger van WD-lei der Frits Bolkestein. Wie is hij? ZATERDAG 6 DECEMBER 1997 ECEMBER 1997 E2 en ts doordat ze voor hun huw2- ;en toestemming vroegen aan aten-Generaal. Toch zijn de •en van Irene officieel wel :n en prinsessen. Hun vader, Hugo, hoort tot het Spaanse ngeslacht De Bourbon de Par- orig jaar verzocht Irenes viertal Nederland ingeschreven te ;n bij de adel. Het verzoek werd loreerd. om ze dat zo graag wilden, weet lijk niemand. Royaltywatchers >eden dat ze hun Nederlandse rgrond wensten te benadrul;- n het niet erg vonden, voor een- in het nieuws te staan. Trouw is een kwestie van afkomst. De Maast richtenaar die reeds een kwart eeuw in den vreemde, dus boven de Moerdijk, zijn schamel immigrantenioon verdient, wordt nooit een echte Ajax-, Feyenoord- of FC Utrechtfan. Van Langs de Lijn wil hij weten hoe 'us MMVke' het doet en wat het commentaar is van de opnieuw verliezende Frans Körver. De Praagse regisseur die in de protesterende lente van 1968 nog net op tijd de benen heeft kunnen nemen en nu al bijna dertig jaar een veel gevraagde maker van Nederlandse soap is, blijft Tsjech. Hoezeer zijn voertaal vanwege echtgenote en kroost ook Nederlands is, hoe handig hij ook in guldens rekent en hoe vaak hij in de overbruggingsperiodes van het Hilver- sumse televisiebestel ook gebruik gemaakt heeft van de sociale voorzieningen van het pol- Hij weet alles van Nederlandse humor, begrijpt elke toespeling in de scripts op de politionele acties en weet zelfs uit te leggen wat het be grip bevindelijk inhoudt. Zodra er echter in een krant geschreven wordt over Brno, er in een ge zelschap gesproken wordt over de Karelsbrug of er in een concertprogramma een stuk van Smetana aangekondigd wordt, lichten zijn ogen op, Hij voelt zich in Nederland thuis, maar hij blijft in eeuwige liefde verbonden aan zijn geboortegrond. Dat wordt ook van hem verwacht. Komt de Tsjechische president Havel op staatsbezoek gaan zijn omroepbazen ervan uit dat hij de col legae deskundig zal informeren, ofschoon be kend is dat hij zich absoluut niet meer met po litiek bezig houdt en terwijl in zijn contract ex pliciet vastgelegd is dat hij slechts betaald wordt voor luchtig amusement. Op verjaarda gen wordt hem naar zijn mening gevraagd over het EU- en Navolidmaatschap van zijn va derland, moet hij uitleggen waar de ruzies tus sen Havel en Kraus over gaan en wordt hij bijna persoonlijk verantwoordelijk gehouden voor de slechte behandeling van de zigeuners in zo wel Tsjechië als Slowakije. Zelfs zijn kinderen, die niet vaker dan een ge middelde Hollander in Midden-Europa geweest zijn, worden daar op aangesproken. Hun ge nen worden verondersteld te kunnen spreken. Die moeten een verklaring kunnen geven voor het discriminatoire gedrag van hun verre neven en achterneven. En eigenlijk zijn die DNA-struc- turen op zichzelf reeds abject. tWant als het zelfde soort duizend kilometer oostwaarts zich zo schandelijk weet te uiten, welke garantie we dan dat die hier niet tot hetzelfde geen tegenspraak duldt. Het s older. Resultaten? Die zijn er. m aantoonbaar. Ervaringen me p hebben ons inmiddels 9eleerd a f het programma en de nazorg Itaten laten zien. iet. Met rode konen van de ïnsp ze zich naar boven. Langs s idjes vol oneffenheden, zich aan een boom of een mts eken" Het lukt wel, ik kom er wel. half jaar geleden zat ze in eert tie en pa bewogen hemel en^ it het 'hoerenmilieu te halen, ■jke opgave. le Val naanden Saint Antomn N ist werken aan een weet nog niet goed waar ik ik wil wel naar school. Nog een werken met bloemen. Da houdt zich vast aan een o en zucht. meerei scht dat het lukt, dat ik nie ,e :rde vrienden terecht kom. Tenlijk graag wil? Ik wil e mam..." in staat zijn? Met Duitsers en Polen valt op een Nederlandse werkvloer best samen te werken. Tomatenkas- sen en voetbalvelden bewijzen het. Maar in de buurt van een sjoel zijn ze natuurlijk niet te ver trouwen. Want het zijn in wezen antisemieten. Samen verantwoordelijk voor de uitroeiing van zes miljoen joden. Maar ook met joden zelf is wat mis. Over Israël kun je ze beter niet laten schrijven, want daar mee hebben ze, was de tendens van een kran tenpolemiek enige jaren geleden, ook al zijn ze er nog nooit geweest, een bijna genetische so lidariteit. Elke jood kan daarom eveneens aan gesproken worden op de situatie in de bezette gebieden. Een Turk in Nederland blijft een Turk. Een Ne derlands rijbewijs, een met Haagse leges beze gelde visakte en een notarieel vastgelegd sa menlevingscontract helpen iemand die in Istan- boel geboren is, niet van dat etiket af. Zelfs na turalisatie biedt geen soelaas. Hij mag dan wel in het parlement, maar blijft excuus-allocht- oon. En of hij op het moment suprème loyaal is aan de Nederlandse zaak, is uitermate ques- tieus. Want het vaderland trekt immers. Loyaliteit is een kwestie van afkomst. Dus wa ren katholieken niet te vertrouwen, dacht de vooroorlogse orangist. Papen hadden een ver bond met Rome, stonden onder gezag van de Paus en die bestreed alles wat in zijn ogen ket terij was. Dus zeker het stevig gegrondveste protestantisme van de Lage Landen. En die Paus leefde die niet temidden van Italianen, een volk dat warm liep voor Mussolini en zijn fascisme? Roomsen zouden dus als het er op aan kwam, werd gevreesd, een vijfde kolonne vormen. Anton van Duinkerken, de laatste emancipator van het Nederlandse R.K. volks deel, heeft zich nog moeten verzetten tegen dit vooroordeel van dubbele, dus twijfelachti ge, loyaliteit. In de inleiding op zijn heruitgave van Vondels Leeuwendalers besteedt hij er door middel van een bewijs uit het ongerijmde uitvoerig aandacht aan. Vondel, toch een der klassieken van de Nederlandse letterkunde, werd op een gegeven moment overtuigd aan hanger van Rome. Desondanks werd zijn werk er in zijn eigen tijd en daarna niet minder om gewaardeerd. In elk geval niet als onvaderlands beschouwd. En als zo'n katholiek als Vondel ge zien mocht worden als een der grote zonen van het vaderland, dan kon er met het katholicisme toch niet veel mis zijn? Katholieken heten in sommige kringen nog steeds onbetrouwbaar, maar niet in staatkun de zin. Het heeft van doen met het aantal, want anders was half Nederland deloyaal. Klei nere denominaties zullen zich dus fors dienen voort te planten om eenzelfde status te brei- en' 20 'an9 de ander een uitzondering ormt, blijft er twijfel aan zijn trouw. Of min- tens aan zijn bekwaamheid. En zal een jonge Prijswinnende schrijver van Marokkaanse af- altlid een wereldwonder uit Oujda blij- wL rr.0u,nd'maar met verbazing besproken. ™ant het blijft bizar dat zijn vader nog analfa- S® h,ij verv°lgens de pen al op aan- den e Nederlandse wijze weet vast te hou- Hans Dijkstal, het oliemannetje van Paars Minister Dijkstal als gastdocent in een Haagse schoolklas. Door Jeroen den Blijker December 1993. De beat is opzwe pend, de belichting zwoel. Daar is hij, de Chippendale van het parlement. Het publiek, medewerkers van de Tweede Kamer, bijeen voor de jaarlijkse op voering van het Tweede Kamer-cabaret, joelt: er gaat een vent uit de kleren! En die vent heet Hans Dijkstal, vice-fractievoorzitter van de WD. De stripper, dik ingepakt, met moonboots en bontmuts, gaat geheel op in zijn rol. Hij schokt sensueel met het onderlichaam en ont doet zich tergend langzaam van de ene na de andere kledinglaag. Pas na zo'n minuut of tien beloont hij het joelende publiek met iets bloots: een lange, harige en vooral bleke kuit. Dan floept plotseling de verlichting uit. Einde act. Een massale ovatie volgt. Het is Hans Dijkstal (1943) ten voeten uit. Hij schaamt zich nergens voor, is een gangmaker en gezelligheidsdier bij uitstek. Het type olij ke oom, dat elk verjaarspartijtje op voorhand geslaagd maakt. Alleen zijn uiterlijk al: grote oren, peervormig hoofd, forse kokkerd en brede mond. Lange, slungelige armen. Het is een wonder dat dat alles bij elkaar hoort. „Hans en humor zijn één," zegt Charlie Ap- troot, vriend en partijgenoot van Dijkstal. „Zo was hij al als wethouder in Wassenaar." Zo betrad de jonge Dijkstal ooit de raadzaal met een eigenhandig gevulde pvc-buis, vol zand, grind en klei. Hij was die klachten over ondergelopen kelders in Wassenaar goed zat en besloot dat iedereen voor eens en altijd in te peperen. Aptroot: „De buis stortte hij met veel misbaar leeg op de collegetafel, improviseerde een verhaal over 'bodemmonsters' en 'vermaarde onderzoeksbureau's' als TNO. Om vervolgens te besluiten dat niet de gemeente, maar het waterschap beslist over de waterstand. Klachten horen dus daar thuis." Een practical joke zoals Dijkstals carrière er vele kent. Het bezorgde hem het imago van grapjas, een flierefluiter. Maar het ligt een slag anders. In een interview suggereerde Dijkstal vorig jaar dat hij met al dat kabaal zijn persoonlijk leed compenseert. Het echt paar Dijkstal verloor tot twee keer toe een zoon. De een overleed twee weken na de ge boorte, de ander - eveneens zwaar gehandi capt - toen hij tien jaar oud was. Dijkstal: „Misschien ben ik vrolijker gaan doen dan ik al was. Omdat ik weet wat het is om gewond te zijn, omdat wij onze portie al hebben ge had." Dijkstal is dan ook geen échte Veronica- WD'er, het type van louter leve de lol. Hij ge bruikt zijn humor bovendien op intelligente wijze. Zijn grappen zijn vaak functioneel. Niet voor niks is zijn huidige bijnaam 'het oliemannetje van het Paars'. Zijn grollen hou den de sfeer binnen het kabinet draaglijk, zo getuigen verschillende van zijn collega's. Het is zijn bijdrage aan een soms wat stroeve coa litie. Humor is voor hem ook een krachtig retorisch wapen. Hij creëert er een losse, relaxte sfeer mee, waarin lastige vragen eigenlijk niet thuis horen. Een voorbeeldje. Vorig jaar werd hem op de wekelijkse persconferentie na de minister raad gevraagd of het kabinet eindelijk een be sluit had genomen over een langslepende kwestie: de vergoeding van het kunstgebit. Dijkstal, die duidelijk geen zin had in een moeizaam vraag-antwoord-spel: „Ja, er is wat gemurmeld, maar ik kon het niet ver staan." Weg discussie. Of toen hij onlangs werd overvallen door een cameraploeg van Den Haag Vandaag. „Klopt het dat u de opvolger bent van partijleider Bolkestein?" vroeg de interviewster Wouke van Scherrenburg op de haar zo bekende vin nige toon. „Dan is er sprake van een geboorte zonder dat ik weet van een conceptie," luidde het antwoord ad rem. Waarna Dijkstal de ca meraploeg totaal verbouwereerd achter zich liet. Zijn grappige kant eist ook een tol. Jaren ge leden kreeg hij hierdoor binnen de WD-frac- tie in de Tweede Kamer al het imago van een lichtgewicht. Of, zoals wijlen WD-Kamerlid Broos van Erp ooit over hem opmerkte: „Je kan een ezel honderd rondjes laten draven op Duindigt, een renpaard wordt het nooit." „Een lichtgewicht is hij niet," bestrijdt Eric Vos, oud-artistiek leider van theater De Ap pel, waar Dijkstal jaren bestuurslid was. Vos beschrijft Dijkstal als een daadkrachtig, in telligent bestuurder. Met onverwachte kan ten. Vos, enthousiast: „Ik houd ontzettend van die man! Hij is zeer prozaïsch, bewogen en heerlijk 'springerig'. Hij schreef mij ooit een lange persoonlijke brief naar aanleiding van onze opvoering van de Oedipus. Dat was echt fantastisch: ik heb nog nooit zo'n mooie brief van een bestuurslid gehad! En elke nieuwe voorstelling bezoekt hij met zijn vrouw Anneke. Een fantastisch lieve, ver standige vrouw. En als ze dan komen, nemen ze ook nog twintig, dertig liberale vrienden mee. Gezellig!" Ook Henk Goulooze, jarenlang PvdA-fractie- voorzitter in Wassenaar, kent de negatieve kwalificaties over Dijkstal. Hij noemt ze on terecht. In zijn ogen voldoet de huidige minis ter van Binnenlandse Zaken perfect aan de oude liberale verkiezingsleus uit de jaren tachtig: 'Gewoon jezelf zijn'. Goulooze: „Natuurlijk, in de pers zie je hem voortdurend met die sax. Maar als hij speelt met zijn Liberal Swing Formation doet hij dat voor zijn lol: hij is niet uit op publiciteit. Dat geldt ook voor zijn gesjok in dat oude trainingspak 's ochtends vroeg dwars door Wassenaar." Dijkstals vriend Aptroot: „Kijk, Hans is te genwoordig minister van Binnenlandse Za ken. Maar daar merk je niets van! Hij, Anne ke, hun twee dochters: ze zijn echt dezelfde gebleven. Een fantastisch warm gezin, een goed huwelijk. Niks hoog in de bol." Anneke kapt dus nog steeds met enige regelmaat be jaarden in het plaatselijk bejaardenhuis. Ap troot: „Dit weekeinde gaan we weer bij ze eten. En daarna naar het theater." Maar, geeft Goulooze grif toe, voor een minis ter is de figuur Dijkstal 'wel a-typisch'. Voor Goulooze persoonlijk is dat nauwelijks een verrassing. In feite was Dijkstal al in 1974, toen hij als raadslid de gemeenteraad betrad, a-typisch. Raadsbesluiten werden in die tijd voorgekookt in onderonsjes tussen college en fractievoorzitters. Niemand die zich daarte gen verzette. Maar Dijkstal ging daar juist te genin. Met alle gevolgen vandien. De begrotingsdebatten van 1980 liepen bij voorbeeld totaal uit de hand toen burgemees ter Staab (WD) de WD-fractie minutenlang uitfoeterde omdat zij weigerde het stuk voor zoete koek te slikken. Dijkstal, toen al wet houder, gooide nog eens olie op het vuur. Hij probeerde Staab tot zinnen te brengen. „Daar heb je de lastpak van het college. U zou weer eens niet iets op te merken hebben!", schreeuwde de woedende burgervader over wie gefluisterd wordt dat hij uit woede regel matig met asbakken smeet. Wie naar wapenfeiten van wethouder Dijk stal zoekt, komt echter bedrogen uit. Ten on rechte wordt het 'paarse college' van Wassen aar - een der eerste in het land - vaak afge schilderd als zijn persoonlijk succes. Dat col lege kwam er vooral door omstandigheden, analyseert Goulooze. „Wij waren immers 're delijke' socialisten. Geen scherpslijpers. En met het CDA was het gewoon slecht samen werken." Dijkstals grootste wapenfeit is wellicht dat hij in Wassenaar een andere bestuursstijl in troduceerde. Ambtenaren mochten opeens de wethouder bij de voornaam aanspreken. En die ellenlange, onbegrijpelijke notities waren van de ene op de andere dag overbodig: ze vertelden hem gewoon wat er speelde. Daar bij hoefden ze hun persoonlijke opvattingen niet meer te verloochenen. De betekenis van zo'n 'cultuuromslag' is ech ter groot. Het zorgt ervoor dat mensen be trokken blijven bij hun werk, het motiveert. „Hans weet als geen ander dat communicatie uiterst belangrijk is," zegt Arno Visser, poli tiek adviseur van de minister. „Hij bindt mensen. Hij heeft oog voor ze. Daarmee val len barrières weg. Op het ministerie schuift hij, als het even kan, gewoon in de kantine aan tafel bij zijn ambtenaren. Dat was onder zijn voorgangers Dales of Van Dijk niet ge bruikelijk." Dijkstal 'kweekt' zo, bewust dan wel onbewust, loyaliteit. Een effectieve werk wijze, ook omdat hij een minister van de 'gro te lijnen' is: hij heeft een hekel aan dikke, saaie rapporten. Waarschijnlijk zijn daarom van hem geen grote, hemelbestormende plannen of ideëen te verwachten. Die rol laat hij graag aan 'echte intellectuelen'; hijzelf is immers een gesjeesd student rechten. Bijvoorbeeld aan mr. drs. Frits Bolkestein, WD-partijleider. Dikke vrienden zijn ze niet, maar ook zeker geen vij anden. „Beiden hebben hun eigen verant woordelijkheid. Daarin respecteren en waar deren ze elkaar," zegt Visser. „Je heet in Ne derland visionair als je afwijkende opvattin gen hebt en grossiert in blauwdrukken. Maar Hans gelooft gewoon niet dat blauwdrukken altijd de oplossing zijn voor problemen van onze samenleving." Dijkstal staat daarom met regelmaat op de rem als al te ingrijpende voorstellen op tafel liggen bij de minsterraad. Hij is vice-premier en moet dus de liberale inbreng in het kabi netsbeleid bewaken. Dat doet hij niet altijd even zichtbaar voor de buitenwereld, maar wel tot volle tevredenheid van de grote WD- baas Bolkestein. Zo wist hij met het regeerakkoord in de hand bijvoorbeeld de door D66 vurig verlangde staatsrechtelijke vernieuwing uit te kleden tot op het bot: de drempels voor een referen dum zijn nu zo hoog dat waarde van dit in strument verwaarloosbaar is. Dijkstal werkt dezer maanden gestaag aan de ondergang van FOTO JEROEN VAN DER MEYDE de bestaande politiewet, een wet waartegen hij destijds als Kamerlid tevergeefs ten strijde trok. En niet voor niks lijkt de recente aan scherping van het vreemdelingenbeleid door PvdA-staatssecretaris Schmitz (Justitie) sterk op het plan dat de WD enkele weken eerder presenteerde. De vice-premier toont zich daarmee een pri ma partijgenoot: een man aan wie het gedach- tengoed van de WD is toe te vertrouwen. Maar is hij daarmee ook een goed minister? Daarover lopen de meningen steeds meer uit een. Onder zijn bewind is 1,5 miljard gulden gepompt in het politie- en justitieapparaat. Een bedrag waarvan vele voorgangers slechts konden dromen. Desondanks kan Dijkstal maar niet op een rijtje krijgen hoeveel agen ten er in Nederland op straat rondlopen. Een blamage, zeker voor een minister van de WD. Vooral omdat de liberalen bij kiezers goede sier maken met beloftes voor duizenden agen ten extra. Ook de wijze waarop hij debatteert roept steeds meer weerstand op. Daarbij speelt zijn imago van rappe, ongrijpbare prater ontegen zeggelijk een rol. Zijn imago keert zich tegen hem: een toezeg ging uit Dijkstals mond lijkt net even iets minder waard dan van saaie, 'traditionele' ministers als Melkert of Kok. Daarom ging het drie jaar geleden, tijdens het IRT-debat, ook bijna mis. De Kamer legde zijn gebruikelijke joligheid uit als nonchalan ce. „De minister neemt de crisis in de rechts staat blijkbaar niet serieus," was de vrijwel kamerbrede kritiek. De ergernis liep extra op, toen Dijkstal weigerde ERT-kopstuk Straver, korpschef van Haarlem, aan te pakken. Hij grossierde in juridische bezwaren, zonder zich persoonlijk duidelijk uit te spreken. Zelfs zijn eigen partij verweet hem toen 'te slap optreden'. Afgelopen najaar botste hij opnieuw fors met de Kamer, nu over een andere politiechef: Brinkman. Opnieuw luidde het verwijt 'te laat en te nonchalant optreden'. Natuurlijk heeft Dijkstal haarscherp in de gaten dat zijn imago van 'pretminister' steeds meer een blok aan het been wordt. „Ik ben opgebotst tegen het beeld dat ik van mezelf heb opgetrokken. Het heeft averechts ge werkt," zei hij daags na het IRT-debat. Of hij in staat is dat beeld alsnog te wijzigen, is echter de vraag. Vorige week stond hij nog gewoon met zijn alt-sax op de bühne. Gezel lig, met de Josti-band. En dit weekeinde is hij te horen bij JazzRadio, waar hij op zondag middag zijn eigen jazz-programma Off the re cord presenteert. Grappen in het Kamerge bouw maakt hij nog steeds. Want Hans Dijk stal is wie hij is. Altijd in voor iets geks.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 39