DESTEM
m
ZEKATEL
i:
Bijna 75-jarige
oud-bondscoach
George Knobel
weet van
geen ophouden
B1
okestraat e.o. -
Bolwerk e.o. -
eyzerstraat e.o.
tat e.o. Clausstraat\
X 94
Jacobs Breda Electronics
de specialisten in geluid, licht en communicatie
hr
|D1
an morgen..
BEVEILIGING
UHF
UHF
UHF
UHF
UHF
UHF
IF
hoger moet u opnieuw
ok wel aangeduid met UHF,
is aangegeven moet u met
;n
ie en radio
J BE heeft ook
voor de Sint
slimme electronica
voor ieder kind
l iesbosstraat 14 - Breda/Princenhage - Tel. 076-5212881
Sport
I I
ZATERDAG 6 DECEMBER 1997
jeen uitzendingen
kanalen informatie over
t (het reguliere
atie zal geregeld
binnenkort wordt er
;rammakaart met alle
eid. De kaart is ook
levisie- en radiozaken,
lELTA Nutsbedrijven in
ide gemeentehuizen,
ww. delta-zld.nl/zekatel/) is
en heeft over de
dan contact op met
bereikbaar van maandag
5.30 en 20.00 uur.
De beste reiziger wint het WK
i en dan heb ik het niet over
Michael.
Het wordt een zonnig WK. Een
hypercommercieel WK. Een span
nend WK misschien, al zal het
voetbal wel weer niet om aan te
zien zijn. De voorspellingen gaan
uit van defensief voetbal. Puntje
hier, puntje daar, de coaches fun
geren als grote nationale reken
meesters en hun volkeren cijferen
wellustig mee. Maar het Wereld
kampioenschap Voetbal 1998
wordt bovenal een chaos. Daar
kunt u alvast een buisje cyaankali
op innemen.
In juni reizen 32 teams met aan
hang en bepakking door gans
Frankrijk. Anders dan bij vorige
WK's hebben de ploegen name
lijk tijdens hun groepswedstrijden
geen vaste verblijfplaats. Elke
wedstrijd wordt in een andere
stad gespeeld. Nederland speelt
zijn eerste wedstrijd op 13 juni in
Saint-Denis, de tweede op 20 juni
in Marseille en de derde op 25 ju
ni in Saint-Etienne.
Veel teams moeten nog veel meer
reizen. Tientallen verplaatsingen
worden dat. In hun kielzog zui
gen ze honderden reisgenoten
mee: sponsors, officials,
journalisten, supporters. In
juni is het in Frankrijk per
manent 14 juli. Het worden
ook hoogtijdagen voor ac
tievoerders die de aandacht
van de wereld willen grij
pen.
Het is 13 juni, 's avonds laat
Oranje heeft er zojuist zijn
openingswedstrijd op zit
ten. ledereen is in opperbes
te stemming, want de Bel
gen zijn volgens de principes
van de keurslager vakkun
dig in de pan gehakt. Spe
lers, trainers en begeleiders
komen hun luxe hotelka
mers binnen. Inpakken! Kof
fers vol, tassen vol, ballen-
netten vol, de reis naar het
zuiden kan beginnen.
De volgende dag schijnt de zon
volop, De bus glijdt over de Route
National richting Marseille, waar
de tweede groepswedstrijd
wacht. Op een kruispunt in Ne-
vers zwaaien de Oranjeklanten
naar de spelers van Spanje, die op
weg zijn naar Saint-Etienne. Be
leefd, maar niet te vriendelijk,
want stel je voor dat je die stie
renvechters straks nog eens te
genkomt.
De Amerikanen passeren op dat
moment honderden kilometers
verderop de bus met de selectie
van Joegoslavië. Juist op het mo
ment waarop Zeljko Petrovic aan
zijn landgenoten de beginselen
van het klaverjassen uitlegt, raast
er een TGV voorbij. Het zijn de
Fransen, op weg naar Saint-Denis.
Op het kruispunt in Nevers trapt
de chauffeur van de Oranje-bus
op de rem. Hard, erg hard. Phillip
Cocu knalt met zijn hoofd tegen
het raampje en laat prompt de
LOI-cursus Italiaans uit zijn hand
vallen.
Boeren op de weg. Als uit het
niets gekomen, staan er honderd
Franse wijnboeren voor de Neder
landse bus. Ze dragen borden met
zich mee, met daarop teksten
over de EG, over subsidies en over
Spaanse marktbedervers. Tergend
langzaam gieten ze rode wijn uit
eikenhouten vaten op de weg. De
tafelwijn sijpelt weg naar het
slootje langs de weg. Wijnliefheb
ber Guus Hiddink zit zich op de
eerste stoel te verbijten, maar
weet dat ingrijpen zinloos is. Vijf
uur lang kijkt Oranje machteloos
toe hoe een Hypermarché wijn
aan het goede doel geofferd
wordt.
Als de Nederlanders eindelijk mo
gen doorrijden, staan de Fransen
vast. Op de spoorrails, voor en
achter de Haantjes, staan plotse
ling vrachtwagens. Piepend komt
de TGV tot stilstand. Vijftien pro
cent meer loon eisen de truckers.
Zoniet, dan speelt Frankrijk geen
wedstrijd meer dit WK. Zinedine
Zidane zucht diep.
Na drie dagen en nog vier weg
blokkades komt Oranje in Mar
seille aan. Gebroken strompelt
Hollands welvaren de bus uit. De
hoofden zijn van was, de benen
van pap. Over vier dagen wacht
Zuid-Korea. Hoe krijg ik ze opge
ld, piekert Guus Hiddink.
Vijfhonderd kilometer verderop
staat de ploeg van de Verenigde
Staten al twee dagen stil. Rond
om de toeringcar hebben zich
kaanse fundamentalisten verza
meld. De bus lijkt in een ambassa
de te veranderen.
Binnen raken de vitaminerepen
en het water langzaam maar ze-
op, buiten klinken de woeste
kreten van de mujaheddien.
Farnie Stewart kijkt vanachter het
9las treurig uit over het landschap
en denkt aan het wonderschone
Henk van Weert
Trainer tot
m
de
eeuwigheid
Hij leest nooit de krant, maar is altijd op de hoogte.
Hij wordt 75, maar vindt zichzelf niet oud.
Hij is eigenlijk al lang gepensioneerd, maar kan niet ophouden.
Hij haat geweld, maar stopte als voetballer menigeen onder de zoden.
Hij is bijna 53 jaar getrouwd, maar zijn grootste liefde is voetbal.
Hij heet George, maar de meesten zeggen Sjors.
George Knobel is een man van uitersten. De oud-voetballer, oud-bondscoach,
oud-trainer van onder meer MVV en Ajax en oud-algemeen manager van RBC
telt woensdag 75 lentes. Lentes ja, want de markante Roosendaler voelt zich
nog lang niet in de herfst van zijn leven. Toch is het tijd voor een terugblik. Op
het leven. Zijn leven. „Ik ben trots op wat ik heb bereikt. Maar er zijn nog wen
sen." Welke? „Ik zou nog graag een club willen trainen." Hij meent het.
Door Rolf Finders
Roosendaal - Je ziet natuurlijk
aan hem dat hij geen vijftig meer
is. Maar bijna 75? Nee. De groe
ven dansen vrolijk over zijn ge
zicht, het korte kapsel geeft hem
nog steeds een jongensachtige
uitstraling en met zijn guitige
lach en ondeugende ogen moet hij
53 jaar geleden zijn vrouw Dina
hebben veroverd. „Toch snap ik
nog steeds niet waarom ze met
mij getrouwd is."
Valse bescheidenheid. Hij loopt
naar de kast, pakt een doos en
laat een foto zien. „Het was god
verdomme een mooie, hoor! Kijk
maar, dit is toch een knap griet
je?" Maar de jonge Sjors mag er
ook zijn. „Ja, mooi koppeltje, hè."
Dina Hack en George Knobel
trouwden op 9 januari 1945, pre
cies één jaar- na de eerste af
spraak. „Mijn vrouw was al een
jaar of vier de vriendin van mijn
zus. Ze kwam bijna elke dag bij
mij thuis. Maar ik zag haar hele
maal niet staan; ik had helemaal
geen idee jongen. Zij is ook mijn
enige meisje en vrouw geweest. Ik
had het voetballen. En dat is
trouwens altijd zo gebleven, ha-
haha."
Link
Want praat met George Knobel
over het leven en je hebt het zo
over voetbal. In elk verhaal, in el
ke anekdote is er wel die link.
Alsof hij met de navelstreng vast
zit aan de bal. Nog steeds. „Jean
Nelissen zei ooit tegen me: 'Jon
gen, ik heb ten opzichte van jou
een groot voordeel. Als ik 65 ben
dan kan ik, zolang mijn verstand
nog goed is, gewoon blijven
schrijven. Maar voor jou is het af
gelopen'."
Knobel is bijna 75. Maar stoppen?
Over zijn lijk. En zover zal het
misschien wel ooit komen. Ster
ven in de zestien; het past bij
hem. Hij stelt zelf de vraag en
geeft meteen het antwoord.
„Waarom kan een voetbaltrainer
niet doorgaan? Omdat de mensen
dat niet willen! Een coach van 75
jaar, dat staat niet. Nou, daar
neem ik best genoegen mee, maar
dat wil niet zeggen dat ik het niet
meer kan. Ja, de ambitie is er nog
steeds. Als er nu een club komt,
ga ik erheen. Kijk, als ik bepaalde
antwoorden in de voetballerij
niet meer weet, dan stop ik ermee.
Dan ben ik weg. Maar ik weet dat
ik het nog kan. Of ik gek ben? Ja,
dan ben je gek."
Voor het geld hoeft hij het niet te
doen, maar voetbal is nu eenmaal
de zuurstof voor zijn leven. „Ik
drink de beker tot de laatste
druppel leeg. Oud worden bete-
Kent voor mij ook heel weinig.
Zolang ik me goed voel - en ik
voel me goed- tellen de jaren
niet. Ik word 75, maar ik ben niet
oud."
Toch staat de dood al met één
been in het voorportaal. „Ik ben
er niet bang voor. Helemaal niet!
Ik heb maar één angst en dat is de
manier waarop ik dood ga. Mijn
moeder is vele jaren ziek geweest,
ernstig ziek. Dat vond ik een ver
schrikking; dat zou ik niet willen
meemaken. Nee, dan zou ik dus
zeggen: jongens, steek er maar
een spuit in, want ik heb het hier
wel gezien."
De (oud-)trainer speelt het liefste
zijn eigen 'systeem'. Aanvallend
tot de laatste snik. „Mijn vader
heeft op een vrijdagavond nog
met mijn zuster zitten kaarten en
de volgende dag was hij dood. Ja,
zo wil ik het ook wel."
Gelukskinderen
Het leven lacht hem echter nog
steeds toe. „Ik ben op een zondag
geboren; dat zijn gelukskinderen,
hè." Het was 10 december 1922,
Bredasebaan nummer 58 in Roos
endaal toen Mie Le Granse -
„Mijn moeder was een Belgische"
- en Jan Knobel na dochter Cor
nelia -„Die leeft ook nog, is twee
jaar ouder dan ik" - een zoon kre
gen, George. „We woonden op
een zolder. Mijn ouders kwamen
van Etten-Leur naar Roosendaal.
Op de fiets. Ze waren in het bezit
van één Nederlandse rijksdaalder
en kregen van de zus van mijn va
der een sinaasappelkist. Dat was
de kast die ze nodig hadden. Er
lag een strozak op de vloer, een
paar dekens, dat was het."
Het zou een hele tijd duren voor
dat de 'Knobels' van de welvaart
proefden. „We hadden het niet
breed. Wij waren vijfderangs,
zesderangs burgers. Maar mijn
moeder was heel vooruitstrevend.
Die wilde per se uit de laagste so
ciale klasse komen."
Dat lukte uiteindelijk. Om een
lang verhaal kort te maken: door
knokken en geloof in eigen kun
nen. Zijn vader was sigarenma
ker, de zoon werd het ook. „Ik
werkte 56 uren per week en ver
diende twee kwartjes. Dat is nog
geen cent per uur." Maar Knobel
junior maakte snel carrière. Hij
ging bij een andere sigarenfa
briek meer verdienen. „Tien gul
den per week." Knobel was veer
tien. „Als je dan nagaat dat een
goede arbeider toen twintig gul
den verdiende, dan was je als
veertienjarige jongen natuurlijk
al een end op streek." Een jaar la
ter rinkelde de kassa weer. „Toen
kwam het historische moment dat
ik meer verdiende dan mijn va
der. Nou, ik moet eerlijk zeggen:
ik had een grandioze vader, maar
dat zat hem toch niet lekker,
hoor. Hij vond het helemaal niks.
Maar toen is wel onze welvaart
begonnen. We hadden op een ge
geven moment met zijn drieën,
mijn zus werkte ook, 65 gulden
per week. Als je dat vergelijkt
met mijn vrouw... Haar vader was
bijna altijd werkloos; die trokken
met vijf man maar twaalf gulden
steun."
Bekend
'Van een 'nobody', een zesderangs
burger, klom Knobel op tot de
status van een 'somebody', een
bekend persoon. Eerst als voet
baller bij RBC, later als trainer
van MW, Ajax en uiteraard ook
als bondscoach van Oranje. Bij
Ajax ging het mis - „De nummer
14 vertrok, hè" - en met het Ne
derlands elftal beleefde hij een
teleurstellend en roerig EK. Toch
zegt Knobel: „Ajax en Oranje wa
ren de twee beste momenten van
mijn leven. Want vanaf dat mo
ment kwam ik overal binnen."
Maar opa George zal zijn afkomst
nooit verloochenen. „Ik vind
mensen die een hoge dunk van
zichzelf hebben een verschrik
king. Als je uitgekleed bent, zijn
Knobel wil het liefst zelf nog op het veld staan: „Ik kan niet stilzitten. Ik moet wat te doen hebben.
we allemaal hetzelfde. Als je in
Nederland trainer bent geweest
van PSV, Ajax, Feyenoord of het
Nederlands elftal dan heb je het
allerhoogste bereikt. Maar ik zal
nooit vergeten dat ik bij Kaaise
Boys ben begonnen. Voor een
tientje per avond, met 35 spelers,
twee ballen en tweehonderd
koeienstronten op het veld."
Na 'De Kaai' zag hij de hele we
reld en raakte hij voor een groot
deel het vertrouwen in de mens
kwijt. „Je wordt cynischer, het
soort idealisme dat je hebt, ver
lies je. Kijk, als je het gemeenste
dier in de wereld wilt zien, moet
je in de spiegel kijken. Dat is niet
persoonlijk bedoeld, hè, maar dat
is de mens. In de voetballerij
wordt op alle mogelijke manieren
de zaak geflest. Wat ik meege
maakt heb in andere delen van de
wereld hou je niet voor mogelijk.
In Maleisië is omkopen dagelijkse
kost. Daar wedden ze op alles wat
in een wedstrijd kan gebeuren.
Van wanneer de eerste corner
komt tot de eerste vrije trap. En
dan de Chinezen, die zijn nog er-
Het korte kapsel geeft de oud-bondscoach nog steeds een jongensachtige uitstraling.
ger. Die wedden zelfs nog met
hun eigen vrouw wie het eerste
klaar komt!"
Knobel komt met een voorbeeld
uit de tijd dat hij in Maleisië ad
viseur en bondscoach was. „Ik
had een doelman in Maleisië en
die was al zwaar verdacht van
omkoping. Die manager van ons
wilde per se dat die vent zou mee
doen en hij was ook de beste doel
man die ik had. We speelden te
gen Koeweit. Er komt een hoge
bal, hij gaat eruit en laat hem zo
door zijn benen gaan. Een speler
van Koeweit loopt door en ram
melt hem erin. Daarna maakte hij
nog drie blunders en toen hebben
we hem er toch maar uitgehaald.
Het voetbal daar is helemaal ver
ziekt door de omkoperij. Maar
wat wil je ook. Een gemiddelde
man verdiende daar eind jaren
tachtig 500 gulden voor een week
hard werken. Nu komt zo'n baas
van zo'n goksyndicaat naar hem
toe en zegt: 'Jong, moet je luiste
ren. Als jullie met 3-1 verliezen
krijg je 5000 gulden'. Wat doe je
dan? Iedereen is te koop! Ik ook?
Ik ook! Maar wel voor een ander
bedrag. Ieder mens heeft zijn
prijs."
Opoffering
De prijs van de opoffering is ech
ter niet in geld uit te drukken.
Het gezinsleven en het sociale le
ven schieten er voor trainer bij in;
ook bij Knobel. „Ja, ik zal mijn
vrouw best te kort hebben ge
daan. Maar door goed voor elkaar
te zijn, kom je dus 53 jaar door.
Mijn vrouw heeft altijd hard ge
werkt, veel opofferingen gedaan,
steeds met. het spook van de ar
moe op haar hielen. Nu nog, ter
wijl het helemaal niet nodig is. Ja,
dat gevoel blijft bij haar. Wij en
onze kinderen moeten het nooit
meer zo krijgen als wij vroeger.
Dat beheerst heel haar leven. Zij
wist ook dondersgoed dat als we
iets in het leven wilden bereiken,
we allebei in moesten leveren.
Kijk, een stuk van de opvoeding
van de kinderen is zo aan mij
voorbij gegaan. Vergeet niet dat
ik jaren om half zeven opstond, 's
avonds om elf uur naar bed ging
en alleen maar thuis was geweest
om mijn eten op te halen. Op te
halen, hè!"
Spijt heeft hij niet. „Nee. Het is
de intentie waarmee je het doet.
Wij hebben altijd geprobeerd om
een zo hoog mogelijke arbeiders
welstand te krijgen. Ik denk en
werk nog steeds als een arbeider.
Wij moesten de kost verdienen.
Geen geld, maar de kost! Mijn
vrouw heeft dikwijls tegen mijn
kinderen gezegd: 'Als jouw vader
dat niet zou doen, zou je het nu
niet zo goed hebben'. Zij verde
digde mijn levenswijze. Ik heb er
nooit spijt van gehad en ik krijg
daar ook geen spijt van."
De voetballerij vormde hem en
opende zijn ogen. Knobel leerde
in de 'jungle' relativeren en ver
loor elk geloof in de mens en God.
„Ik ben op plaatsen geweest in
Brazilië, Suriname - en toen had
ik nog een prachtige hond - die
zou ik daar niet naartoe durven
sturen. Dan kun je wel zeggen:
die mensen zijn dat gewend. Maar
aan hangen raak je ook gewend,
want op een gegeven moment
voel je niks meer. Als je de waan
zin ziet waarmee verschrikkelijk
rijke mensen de meest waanzin
nige dingen doen om maar met
geld te kunnen smijten, dan zijn
de verschillen zo groot dat ik niet
geloof dat er een God is die dat
goedkeurt. Ik ben bij de rijkste
mensen in Hong Kong geweest
die tegen me zeiden: 'George, kom
eens mee, dan laat ik je mijn ze
ven Rolls Royces zien. Voor iede
re dag één.' Ik ben op Borneo bij
de sultan van Brunei geweest.
Daar springt de welvaart zo in je
nek.
Die man heeft een paleis met 1810
kamers. Daar rijden ze over de
gangen met elektrische autootjes.
Dat is on-voor-stel-baar! Maar
iets buiten de stad zie je de ellen
de. In China ook, daar zie je hou
ten keten, met een plaat erop en
geen ramen erin. De mensen zijn
slordig gekleed. Daar is het een
mesthoop, daar is het een rotzooi,
FOTO'S THOM VAN AMSTERDAM
er is geen riool, sloten, noem het
maar op. Die mensen stinken
naar de armoede, zoals wij vroe
ger ook. En dan is het nog de
schuld van die arme rotzakken
dat ze arm zijn. Dat kan er bij mij
niet In. Als er dan een hemel is
waar moeten die mensen dan
naartoe? En waar komen die rijke
rotzakken die de zaak flink bes
odemieteren ten koste van een
ander dan terecht? Nee, iedere
dag zakt bij mij de waardering
voor het mens zijn en de maat
schappij."
Normen en waarden
Hij klinkt cynisch, verbitterd,
maar Knobel is geen verbitterd
man. Integendeel. Hij hangt, on
danks dat hij de wereld niet be
grijpt, wel aan het leven. Een ac
tief leven. In de ochtend push
ups, 's middags fietsen en wande
len, dan lekker op tijd slapen en 's
morgens gezond weer op. „Ik kan
niet stilzitten. Ik moet wat te
doen hebben." Zoals hout hak
ken. „Ik ga altijd naar landgoed
Wouwse Plantage. Ik ken de eige
naar heel goed. Die heeft voor mij
dan een aantal bomen aangete
kend en die zaag ik met de hand
zaag om. Ik kan wel duizend mo-
torzagen kopen, maar dat doe ik
niet. Nee, gewoon met de hand.
Er zitten zulke mannen bij. Ik
zaag ze in stukken, leg ze in de
auto en rijd twee keer per dag op
en neer. Ik vind het prettig om al
leen te zijn, alleen te kunnen wer
ken en lekker te zweten. Dan
douche ik me en ben ik een geluk
kig mens.Maar nog (net) niet ge
lukkig genoeg. „Startend vanaf
het beginpunt, de Bredasebaan,
vind ik dat ik een wonderlijke
carrière heb gehad. Ik zou er niet
meer hebben willen uithalen en ik
zeg ook niet dat ik meer uit had
kunnen halen. Ja, ik ben uiterst
tevreden dat ik zo heb kunnen le
ven en nog leef. Maar het liefste
wil ik nog op het veld staan!
Binnenkort vertrekt hij voor een
paar weken naar Maleisië. „Ze
hebben me gevraagd. Als guest-
coach, hè..."