DE STEM Speciale training voor onthouden van namen 'Terwijl ik mezelf niet eens snel ziek meld' Verpleegkundige knel tussen arts en patiënt Di Maar ?°nt aan dat we nietl I Werkdruk Berispen Mensenwerk Bedreigd Cijfers Afstand leven PESTEM Hulpverleners in het beklaagdenbankj e Verpleegkundigen, fysio therapeuten, psychothe rapeuten en psychologen kunnen vanaf 1 decem ber ter verantwoording worden geroepen voor de tuchtrechter. De ene hulpverlener voelt zich bedreigd, de ander is te vreden. Over fouten, werkdruk, noodsituaties en verant woordelijkheid in de verpleging. „Ik was er van overtuigd dat ik het goed had gedaan." Door Nanne Dorren Hij was nog leerling-verpleeg kundige toen hij mondeling de opdracht kreeg een patiënt een medicijn toe te dienen. Even later bleek dat hij een te grote dosis had gegeven. „Ik voelde me zó klein worden toen de fout werd vastgesteld," wijst Math Theu- nissen met duim en wijsvinger. „Ik was ervan overtuigd dat ik het goed had gedaan. Maar mis schien heb ik de arts niet goed verstaan, of misschien heeft hij het niet goed gezegd, dat was niet meer te achterhalen." De te grote dosis had verder geen kwalijke gevolgen voor de patiënt in kwes tie, maar het voorval zal Theunis- sen zijn hele verpleegkundige le ven bijblijven: „Dat overkomt me dus nooit meer." Het leverde hem een aantekening in zijn eindver slag op. De patiënt heeft het nooit geweten. Inmiddels, ruim tien jaar verder, is Theunissen sub-hoofd op de Intensive Care van het Acade misch Ziekenhuis in Maastricht (AZM). Los van het feit dat hij, mede door die fout van toen, naar eigen zeggen alerter en nauwkeu riger is geworden, kunnen zulke fouten tegenwoordig ook veel minder snel gemaakt worden. El ke opdracht en elke handeling moet sinds een aantal jaren op papier worden vastgelegd. Alles moet worden voorzien van de handtekening van de verant woordelijk arts. En voor bijna el ke handeling bestaat er een pro tocol, dat zegt wat te doen en te laten. „Het is niet altijd leuk, die hele papierhandel," zegt Corine Kooyman, verpleegkundige op de afdeling van Theunissen, „maar het is wel heel goed. Het houdt je alert en bewust van wat je doet." Dat wil niet zeggen dat er geen fouten meer worden gemaakt. Robert Berben, ruim drie jaar verpleger op de afdeling neurolo gie van het AZM, gaf een diabe tespatiënt een injectie, via een in fuus, die de suikerspiegel stabiel moest houden. Normaal gespro ken geeft hij, zoals het hoort, al leen maar injecties die hij zelf, in bijzijn van een collega, heeft klaargemaakt. Maar het was erg druk die dag, er lagen geëtiket teerde injecties klaar en dus diende hij die toe. Tot zijn schrik begon de bloedsuikerspiegel van de patiënt te stijgen. Overleg met zijn collega leerde dat de spuiten nog niet klaar waren: ze bevatten enkel gesteriliseerd water. De fout was snel hersteld, en Berben trok zijn les: „Ik geef alleen nog maar spuiten die ik zelf heb opge trokken." Het voorval werd niet gemeld, zoals bij fouten wel verplicht is. Of dit nou een echte fout was, weet Berben eigenlijk niet zeker: „Ik heb hem kunnen herstellen en de patiënt heeft er geen last van gehad. Maar het had niet mogen Verpleegkundigen hegeven zich dagelijks in het grijze gebied, het snijvlak van wat mag en wat moet, wat kan en wat wenselijk is. Hun rol als 'advocaat van de patiënt' kan hen in moeilijkheden brengen. illustratie debby hellenbrand gebeuren." Sinds een tijdje is de regel helder: spuiten zelf klaar maken, in het bijzijn van een col lega, compleet met een schrifte lijke bevestiging. Zulke strikte regels en voor schriften zijn er niet voor niets. In een instelling als een zieken huis is de werkdruk groot, er werken veel mensen, er zijn voortdurend wisselingen van diensten. En het gaat om mensen levens. En dus is een voortduren de bewaking van de kwaliteit broodnodig. De nieuwe wet BIG (Beroepen in de Individuele Ge zondheidszorg), een samenvoe ging van en een aanvulling op twaalf al bestaande wetten in de gezondheidszorg, is bedoeld om die kwaliteit te garanderen. Een van de onderdelen van de wet is de uitbreiding van het tuchtrecht in de gezondheidszorg. Artsen, apothekers, verloskundigen en tandartsen kunnen nu al voor het medisch tuchtcollege ter verant woording worden geroepen. Per 1 december komt die mogelijkheid er ook voor verpleegkundigen, fysiotherapeuten, psychothera peuten en psychologen. Tegelijkertijd komt er een regis ter, waarin alle erkende beoefe naars van genoemde beroepen worden opgenomen. Wordt een hulpverlener door de tuchtrech ters schuldig bevonden aan een ernstige fout of nalatigheid, dan is verwijdering uit het regis ter - wat neerkomt op uitzetting uit het beroep - een van de zwaarste sancties die hem of haar kunnen treffen. Andere zijn een berisping, een waarschuwing, een geldboete, tijdelijke schor sing en een gedeeltelijke ontzeg ging van de bevoegdheid. Het voor iedereen toegankelijke re gister kan voor de patiënt ook als een soort kwaliteitsgarantie die nen: alleen erkende en goedge keurde hulpverleners worden er in opgenomen. Het kan het zoe ken naar een hulpverlener in een bepaalde sector, bijvoorbeeld een psychotherapeut, vergemakkelij ken. De zittingen van de tuchtcom- missies-nieuwe-stijl zullen, in te genstelling tot nu, in principe openbaar zijn en de samenstel ling wordt gewijzigd: van een ju rist en vier vakmensen naar twee juristen en drie vakmensen. Al deze veranderingen zijn goed voor de patiënt, meent Marianne Engel van de overkoepelende Vereniging van Patiënten/Consu- menten-organisaties in Limburg (PCL). Hulpverleners die tot nu toe nauwelijks waren aan te spre ken op fouten, worden dat nu wel. „Er waren wel voor alle be roepsgroepen de verplichte klachtencommissies, maar die kunnen hoogstens berispen. Pa tiënten die zich gedupeerd voe len, willen toch vaak hun recht halen. Voor een tuchtcommissie, die sancties kan opleggen, is dat gevoel toch sterker dan bij een klachtencommissie. Ook de openbaarheid van de zit tingen is positief, vindt Engel: „Tot nu toe speelde alles zich achter gesloten deuren af. De in druk overheerste dat medici wer den afgeschermd. Niemand kon controleren wat er gebeurde. Veel mensen hebben toch al het gevoel dat artsen elkaar de hand boven het hoofd houden. Door die ge slotenheid werd die indruk ster ker." Ze moet trouwens nog zien of die openbaarheid er echt van komt, want het college behoudt het recht om de deuren gesloten te houden, in het belang van de privacy van een van de partijen, Een hausse aan nieuwe klachten verwacht Engel overigens niet na 1 december. Zeker niet tegen ver pleegkundigen. „Het contact tus sen verpleegkundige en patiënt is vaak heel dagelijks en direct. Tussen arts en patiënt gaapt een diepere kloof en dat is vaak het begin van gebrekkige communi catie." Op grond van onvolledige infor matie van een arts kan een pa tiënt een verkeerde beslissing ne men of vormt hij zich onrea listische verwachtingen en dan is een grief snel ontstaan. Het aan tal klachten tegen artsen neemt al jaren toe, tot zo'n achthonderd vorig jaar. Maar directe communicatie of niet, ook verpleegkundigen kun nen domweg fouten maken, dus Voor leraren diejeder jaar weer de grootste moeite hebben na men van hun leerlingen te ont houden. Of voor mensen die een hersenbeschadiging hebben op gelopen. Psycholoog drs. M. Milders pro moveert binnenkort op het on derzoek naar een training in ont houden van namen die aan de Rijksuniversiteit Groningen is ontwikkeld. Wie telkens namen vergeet van mensen met wie hij intensief om gaat, voelt zich opgelaten. Voor al als hij krampachtig gaat ver mijden zijn gesprekspartner bij de naam te noemen. Volgens Milders is het onthou den ervan zo moeilijk omdat de meeste namen nergens voor staan. „De meeste mensen die Bakker heten, oefenen dat beroep in het geheel niet uit. Je kunt het ont houden van die naam vergemak kelijken door aan die naam meer betekenis toe te kennen. Bijvoor beeld door Jan Bakker te koppe len aan de bekende sportverslag gever Heinze Bakker." Milders deed onderzoek bij zowel gezon de proefpersonen als bij mensen met een hersenbeschadiging. Zijn ezelsbruggetjes bleken bij beide groepen te werken. De training wijkt af van andere me thoden waarbij de proefpersoon een link legt tussen een naam en iemands gezicht. Volgens Mil ders is zijn methode eenvoudiger en effectiever. Moeilijker noemt Milders de si tuaties waarin men onverwacht de naam van een persoon niet meer weet. „Dat heeft te maken met een blokkade van het geheu gen. Je weet dan ineens van alles niet meer. Soms kan het helpen om zoveel mogelijk zaken die je nog wel van die persoon weet voor de geest te halen, of alle let ters in het alfabet af te gaan. Maar soms is het gewoon het beste even aan wat anders te denken, dan schiet het je vanzelf weer te binnen. Hoe het komt dat dergelijke blokkades ineens ontstaan, weten we eigenlijk niet," aldus Milders. (anp) I I I I I WOENSDAG 19 NOVEMBER 1997 E1 helemaal vrij van klachten zullen ze niet blijven. Zo'n 250 per jaar, is de verwachting, op basis van Britse cijfers. Infusen die ver keerd worden ingebracht waar door verwondingen ontstaan, verkeerde medicijnen, een pa tiënt die uit bed valt omdat het niet was vastgezet: verpleging blijft mensenwerk. Fouten zijn nauwelijks te voor komen, meent Corine Kooyman. Ze voegt er aan toe: „Maar wat is een fout? De werkdruk is hoog, soms zijn er noodsituaties en dan moet je wel eens dingen doen die niet volgens de boekjes zijn. Offi cieel moet ik wachten op de goed keuring van een arts als ik de toe diening van een infuus wil stop zetten omdat de benodigde medi cijndosis is bereikt. Maar wat doe je als de arts bezig is met een spoedgeval en de dosis loopt op? Dan ga ik niet tot in het onein dige zitten wachten. Dan doe ik iets wat volgens het protocol niet mag, maar wat ik volgens mijn verantwoordelijkheidsgevoel wel moet doen." Het grijze gebied, zo noemen de verpleegkundigen dat. Dagelijks begeven ze zich daarin. Het is het snijvlak van wat mag en wat moet, wat kan en wat wenselijk is. Het gebied wordt soms nog grijzer door de positie van de ver pleger tussen patiënt en arts in. Die kan heikel worden als er licht zit tussen wat een arts vindt en wat de patiënt wil en beiden de verpleegkundige daarop aan spreken. Als een arts weinig tijd heeft, een patiënt uitleg en aan dacht vraagt en de verpleegkun dige geen antwoord kan en mag geven. Als patiënten en familie zich gefrustreerd voelen door dat gebrek aan informatie en dat af reageren op de verpleegkundige. De verpleegkundige knel tussen zijn posities van 'verlengde arm van de arts', zoals het officieel heet en 'advocaat van de patiënt', zoals Robert Berben zijn beroep liever aanduidt. Al die noodsituaties, frustraties en verwachtingen, gecombineerd met het feit dat 'verpleegkundi gen ook maar mensen zijn', zoals Math Theunissen het uitdrukt, maakt dat verpleegkundigen kwetsbaar zijn voor fouten en klachten. Volgens de beroepsorganisaties voor verpleegkundigen LCW en NU'91 voelen nogal wat verple gers zich bedreigd door de komst van het tuchtrecht. Volgens Ma rianne Engelen van de Limburgse patiëntenorganisaties is dat niet nodig: „In het algemeen leveren verpleegkundigen gewoon goed werk. Maar de persoonlijke aan sprakelijkheid, die nu geregeld gaat worden, kan hen scherper maken en dat is altijd goed." De tuchtrechter kan in het ver volg ook Theunissen, Berben en Kooyman op de vingers tikken. Ze realiseren zich dat het ook hen kan overkomen dat ze op een kwade dag in het beklaagden bankje staan, beschuldigd van een grove fout. „Maar als je daar te veel bij stilstaat," zegt Theu nissen, „dan durf je niets meer." Kooyman: „Die hele wet BIG en ook het tuchtrecht zijn gewoon een bevestiging van de realiteit: de kwaliteit van ons werk wordt steeds verder verfijnd en be waakt. Dan moet je toch getoetst kunnen worden? Ik voel me abso luut niet bedreigd." Robert Ber ben gaat nog een stapje verder: „Het is een erkenning van ons be roep en dat vind ik alleen maar prettig." 'Kinderen zijn ook veranderd in de 25 jaar dat ik in het onder wijs zit. Meer gedragsproblemen, meer achterstand. Dat vraagt enorm veel van je.' foto do visser „Het waren kleine dingen die bij elkaar opgeteld uiteindelijk teveel werden. Later dacht ik, ik had me eerder ziek moeten melden, eerder bij moeten tanken, maar dat heb ik niet gedaan." Vandaag de tweede aflevering van een korte serie over stress: het geval Marleen van Gemert. manier waarop het werk in on- Door Ronald Peters Het is nu ruim een jaar geleden dat de 45-jarige Marleen van Ge mert zichzelf ziek meldde. Het gaat inmiddels alweer een stuk beter. Ze werkt weer en heeft eens in de twee weken een dag vrij. „Maar ik ben nog aan het ge nezen," Ze voelde zich slecht toen ze uit eindelijk de knoop doorhakte en de directie van de basisschool waar ze werkt liet weten dat ze thuis bleef. „Ik had last van m'n nek, m'n darmen, was snel moe, gehaast, begon meer te praten, ik had met iedereen ruzie en ik was vreselijk ongeduldig. Dat vond ik nog het ergste. Dat ongeduldige." De klachten die Van Gemert be schrijft waren de gevolgen van stress, de gevolgen van wat steeds vaker aangeduid wordt als 'volksziekte nummer 1'. Of pre ciezer gezegd 'werknemersziekte nummer 1'. De cijfers liegen er niet om: het aantal mensen dat wordt afgekeurd als gevolg van stress op het werk is het laatste jaar in West-Europa met twintig procent gegroeid. Ook het ziekte verlof en verzekeringsclaims we gens geestelijke overbelasting door werk nemen toe. Van de vierhonderd wao-keurin- gen die Maurice de Valk, tevens voorzitter van het International Forum voor Organizational He alth (IFOH) verrichtte, kon de helft van het aantal afkeuringen worden toegeschreven aan psy chische problemen. „Nog eens dertig tot veertig procent had te maken met klachten aan de rug, of het bewegingsapparaat. Pro blemen, die eveneens vaak een gevolg blijken te zijn van stress." Het Trimbos-insti'tuut deed in 1994 onderzoek naar de oorzaak van klachten bij Riagg-cliënten. Daaruit bleek dat 52 procent van de ondervraagde mannen en vrouwen klachten toeschreef aan problemen op het werk. De grootste ziekmaker was de werk druk (42 procent). Daarna volg den als belangrijke oorzaken geestelijk te inspannend werk, conflicten met de leiding, slechte werksfeer en werkonzekerheid. De psycholoog Anthony Gaillard, aan de Katholieke Universiteit Brabant (KUB) verbonden als bijzonder hoogleraar arbeid- en organisatiepsychologie, zoekt de oorzaken van stress in feite op twee gebieden: de veranderende maatschappij en de inrichting van het werk in bedrijven waar handenarbeid de afgelopen jaren steeds meer plaats heeft gemaakt voor hoofdarbeid. Gaillard: „De kern is toch dat we niet tevreden zijn met het inkomen dat we heb ben. Op bedrijfsniveau moet de winst alsmaar hoger, alsof dat het enige is dat telt. Dat betekent natuurlijk nogal wat voor de ma nier waarop organisaties functio neren. Ook op individueel niveau hebben we niet snel genoeg. Na tuurlijk roepen mensen dat ze meer vrije tijd willen hebben voor hun hobby's, maar hobby's zijn vaak duur, dus daar moet weer voor gewerkt worden." „De klappen vallen juist onder mensen die dat haastige leven en de druk die dat met zich mee brengt, niet aankunnen. Die niet flexibel genoeg zijn, die niet vol doende onderwijs genoten heb ben. Zo brengt stress ook het risi co van een tweedeling op de ar beidsmarkt met zich mee." Naast de 'maatschappelijke werkdruk' kijkt Gaillard naar de dernemingen is georganiseerd. „Machines en computers nemen weliswaar veel zwaar en verve lend werk over, maar ze zorgen weer voor nieuwe problemen. Wat denk je van iemand die al leen maar'op een snel werkende machine hoeft te letten en pas in moet grijpen als er iets fout gaat. Die werknemer moet zich men taal flink inspannen. Elke fout moet hij direct herkennen en her stellen. Maar hoeveel fouten wor den er gemaakt? Slechts weinig! Vermoeiend en nauwelijks bevre digend werk dus, dat een bron van stress oplevert." Een ander probleem dat daaruit voortvloeit, is de controle die werknemers over hun eigen si tuatie verliezen. Machines en computers bepalen de figuurlijke ruimte die werknemers krijgen en verkleinen iedere mogelijk heid om zelf een initiatief te to nen. Al is het maar om even naar de wc te lopen. „Het gekke is, dat ik hélemaal niet iemand ben om me snel ziek te melden," zegt leerkracht Mar leen van Gemert. „Ik ben gedre ven en perfectionistisch. Voor mezelf, maar ook voor anderen. Dat was een deel van het pro bleem. Met de collegialiteit op school zat het eigenlijk niet lek ker, maar ik was altijd degene die daar wat over zei, die dingen aangaf als er wat fout zat. Dat keerde zich uiteindelijk tegen me. Daar komt bij dat kinderen ook veranderd zijn in de 25 jaar dat ik in het onderwijs zit. Meer ge dragsproblemen, meer achter stand. Dat vraagt enorm veel van je. Ook privé speelden er zaken mee. Ik had net voor het eerst een relatie, na zoveel jaren alleen wo nen, kreeg in die tijd voor de tweede keer een ernstig auto-on geluk en nam voor een deel de zorg op me voor mijn moeder die achteruit ging." Als leerkracht had Marleen van Gemert het geluk dat verzekeraar ZVA als eerste verzekeraar in Nederland de behandeling van problemen door stress veroor zaakt, in het verzekeringspakket heeft opgenomen. Bij wijze van proef heeft voor een periode van een jaar het Landelijk Centrum voor Stressmanagement k Utrecht de uitvoering daarvan in handen gekregen. Het centrum is voortgekomen uit de forse groei van het aantal gevallen van over spannenheid onder leerkrachten. Gedragsverandering en verande ring van inzicht zijn belangrijke onderdelen van de bijeenkomsten waar 'afgebrande' leerkrachten: aan deelnemen. „Ik heb daar enorm veel geleerd," zegt Van Gemert. „Om te begin- nen klikte het meteen met mijn begeleidster. Zij begreep tenmin ste wat er met me aan de han was. Ik ging echt met plezier naar die bijeenkomsten toe. Het e- langrijkste voor mij is, dat ik n wat meer afstand kan neme. Niet alle problemen die ik zie e» waar ik mee te maken knjg i als mijn eigen probleem M" schouw. Oké, denk ik, als ou over problemen met hun kin ren beginnen, of collega s1 mee zitten. Oké, dat is verve en daar zal ik bij proberen1te pen. Maar, het is en blijft jou probleem. Niet het mijne- (Marleen van Gemert is een 6 fingeerde naam.) Dit is de tweede afievenng in een rie over stress. De eerste afte mber. stond in Lijf Leven van 12 now -t.4 Volgende week de derde en levering. Marietta van Attekum sj een boek over de psyche1 van de Amerikaan Al Pe vraaggesprek. Trauma V op in contact met anderf je op in contact met anc Door Mick Salet Het is steeds minder vanzelfsfj 'mensen elkaar aanraken. Zelfs gebaar van troost gaat soms al tl sen houden liever afstand van e| Marietta van Attekum, 42 jaar, choloog die meent dat je mensen pratend de put uit krijgt. Soms| chische problemen ook licham| moeten. Marietta van Atteku met de therapie van de Amerikl so. Een methode die zich richt f De psychotherapeute wéét datl alarmbellen gaan rinkelen als i lichaam en psychotherapie in éij noemd worden. „Het lichamelijke is taboe in dejj rapie. Therapeuten richten zicf het gesproken woord. Niet op li<J Ze zijn ook voorzichtig met contact. Daar zijn goede red maar je kunt het lichaam niet hl geren. Psychische problemen uilf eenmaal ook lichamelijk. In het alternatieve circuit waarde gehecht aan het lichl overdreven veel. Een verheerlf wat men dan noemt, de wijsheiq chaam, is ook niet verstandig. De psychotherapie van Al Pesso| brug tussen de officiële en de i therapieën. Er is niet alleen aaij wat mensen met hun mond ver ook voor wat hun lichaam vertd Hoe kwam u met de therapie int „Er was een workshop van Al 1 Vrije Universiteit in Amsterdsj mee en was meteen verkocht, de manier waarop hij de vitalitd sen aan wist te boren. Niks geel gepraat, maar direct dóen en je] ve laten ervaren hoe je emotion men in je lichaam zitten. Hel Heel zichtbaar. Alsof je tegelij speler in de film van je eigen f Pesso deed dat prachtig. Dat kl lijk ook omdat hij oorspronkelil en daardoor gericht op het uitêf ties met lichaamstaal." Al Pesso is geen geschoold peut? „Nee, hij is autodidact. Al Pesl ser. Zijn vrouw, Diane Boyden, res. Als danspedagogen merkte! ren zestig dat sommige dansen den als ze een bepaalde beweglj j maken. Ze ontdekten dat die I blokkades terug te voeren warel I sche blokkades. Door geblokka lens los te maken konden ook Mokkades verdwijnen. Dankzij I ran de danstechniek ontwikkel Trouwen doe je niet zoi dosis 'hart' bij kijken. I 'een liefde en passie, he weloverwogen calculat bieden? En wat kost hel houden? Een serie overl herland. Vandaag deel van het boterbriefje. "oor Ron Buitenhuis Waarom bent u getrouwd? „vl Wege de stront". Vanwege vat? „Om de stront. Kijk, r Wouw en ik komen allebei v varkensbedrijven. Door te tri konden we ons mestquoü vergroten." 1 bat er huwelijken gesloten w. en om puur economische rel en is al 2000 jaar bekend. In v. gen hjden heeft menige pi j dkecteurszoon het Ij gegeven vanwege de fal bet 'varkenshuwelï ton.u at enkele jaren gelet' p lair was in agrarische kJ mag dan even uitzonder! a, ^tfeem zijn, het toont vanzolf huwelijk liefde g lieM prekendheid isrLiefcfl woord Zegt een EnSels sPré VesterC" tr°UW8n beginnen de me het nvfS m Nederland nog vai de nn etniscke proces dat wij i taJT?' Maar zelfs dat Pr<: 'voora op bepaalde hol zoek tepr°grammeerd'- Onï blauw r de eerste de b valle7 °g6n °f blonde M voel" Piaatsgevonden. Intu en 1 6 aan wat de 'afko, leukemarktwaarde' is van] ons DarI V of die mooie meid geeft kruist De laatste j] van j°ora.i bet opleidingsnil Meer d! uitverkorene meer r do°rslag. In de oplei; r.i mgeti

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 22