DE STEM
Speciale training voor onthouden van namen
'Terwijl ik mezelf
niet eens snel
ziek meld'
Verpleegkundige knel tussen arts en patiënt
Di
Maar ?°nt aan dat we nietl
I
Werkdruk
Berispen
Mensenwerk
Bedreigd
Cijfers
Afstand
leven
PESTEM
Hulpverleners in het
beklaagdenbankj e
Verpleegkundigen, fysio
therapeuten, psychothe
rapeuten en psychologen
kunnen vanaf 1 decem
ber ter verantwoording
worden geroepen voor de
tuchtrechter. De ene
hulpverlener voelt zich
bedreigd, de ander is te
vreden.
Over fouten, werkdruk,
noodsituaties en verant
woordelijkheid in de
verpleging. „Ik was er
van overtuigd dat ik het
goed had gedaan."
Door Nanne Dorren
Hij was nog leerling-verpleeg
kundige toen hij mondeling de
opdracht kreeg een patiënt een
medicijn toe te dienen. Even later
bleek dat hij een te grote dosis
had gegeven. „Ik voelde me zó
klein worden toen de fout werd
vastgesteld," wijst Math Theu-
nissen met duim en wijsvinger.
„Ik was ervan overtuigd dat ik
het goed had gedaan. Maar mis
schien heb ik de arts niet goed
verstaan, of misschien heeft hij
het niet goed gezegd, dat was niet
meer te achterhalen." De te grote
dosis had verder geen kwalijke
gevolgen voor de patiënt in kwes
tie, maar het voorval zal Theunis-
sen zijn hele verpleegkundige le
ven bijblijven: „Dat overkomt me
dus nooit meer." Het leverde hem
een aantekening in zijn eindver
slag op. De patiënt heeft het nooit
geweten.
Inmiddels, ruim tien jaar verder,
is Theunissen sub-hoofd op de
Intensive Care van het Acade
misch Ziekenhuis in Maastricht
(AZM). Los van het feit dat hij,
mede door die fout van toen, naar
eigen zeggen alerter en nauwkeu
riger is geworden, kunnen zulke
fouten tegenwoordig ook veel
minder snel gemaakt worden. El
ke opdracht en elke handeling
moet sinds een aantal jaren op
papier worden vastgelegd. Alles
moet worden voorzien van de
handtekening van de verant
woordelijk arts. En voor bijna el
ke handeling bestaat er een pro
tocol, dat zegt wat te doen en te
laten. „Het is niet altijd leuk, die
hele papierhandel," zegt Corine
Kooyman, verpleegkundige op de
afdeling van Theunissen, „maar
het is wel heel goed. Het houdt je
alert en bewust van wat je doet."
Dat wil niet zeggen dat er geen
fouten meer worden gemaakt.
Robert Berben, ruim drie jaar
verpleger op de afdeling neurolo
gie van het AZM, gaf een diabe
tespatiënt een injectie, via een in
fuus, die de suikerspiegel stabiel
moest houden. Normaal gespro
ken geeft hij, zoals het hoort, al
leen maar injecties die hij zelf, in
bijzijn van een collega, heeft
klaargemaakt. Maar het was erg
druk die dag, er lagen geëtiket
teerde injecties klaar en dus
diende hij die toe. Tot zijn schrik
begon de bloedsuikerspiegel van
de patiënt te stijgen. Overleg met
zijn collega leerde dat de spuiten
nog niet klaar waren: ze bevatten
enkel gesteriliseerd water. De
fout was snel hersteld, en Berben
trok zijn les: „Ik geef alleen nog
maar spuiten die ik zelf heb opge
trokken."
Het voorval werd niet gemeld,
zoals bij fouten wel verplicht is.
Of dit nou een echte fout was,
weet Berben eigenlijk niet zeker:
„Ik heb hem kunnen herstellen en
de patiënt heeft er geen last van
gehad. Maar het had niet mogen
Verpleegkundigen hegeven zich dagelijks in het grijze gebied, het snijvlak van wat mag en wat moet, wat kan en wat wenselijk is.
Hun rol als 'advocaat van de patiënt' kan hen in moeilijkheden brengen. illustratie debby hellenbrand
gebeuren." Sinds een tijdje is de
regel helder: spuiten zelf klaar
maken, in het bijzijn van een col
lega, compleet met een schrifte
lijke bevestiging.
Zulke strikte regels en voor
schriften zijn er niet voor niets.
In een instelling als een zieken
huis is de werkdruk groot, er
werken veel mensen, er zijn
voortdurend wisselingen van
diensten. En het gaat om mensen
levens. En dus is een voortduren
de bewaking van de kwaliteit
broodnodig. De nieuwe wet BIG
(Beroepen in de Individuele Ge
zondheidszorg), een samenvoe
ging van en een aanvulling op
twaalf al bestaande wetten in de
gezondheidszorg, is bedoeld om
die kwaliteit te garanderen. Een
van de onderdelen van de wet is
de uitbreiding van het tuchtrecht
in de gezondheidszorg. Artsen,
apothekers, verloskundigen en
tandartsen kunnen nu al voor het
medisch tuchtcollege ter verant
woording worden geroepen. Per 1
december komt die mogelijkheid
er ook voor verpleegkundigen,
fysiotherapeuten, psychothera
peuten en psychologen.
Tegelijkertijd komt er een regis
ter, waarin alle erkende beoefe
naars van genoemde beroepen
worden opgenomen. Wordt een
hulpverlener door de tuchtrech
ters schuldig bevonden aan een
ernstige fout of nalatigheid, dan
is verwijdering uit het regis
ter - wat neerkomt op uitzetting
uit het beroep - een van de
zwaarste sancties die hem of haar
kunnen treffen. Andere zijn een
berisping, een waarschuwing,
een geldboete, tijdelijke schor
sing en een gedeeltelijke ontzeg
ging van de bevoegdheid. Het
voor iedereen toegankelijke re
gister kan voor de patiënt ook als
een soort kwaliteitsgarantie die
nen: alleen erkende en goedge
keurde hulpverleners worden er
in opgenomen. Het kan het zoe
ken naar een hulpverlener in een
bepaalde sector, bijvoorbeeld een
psychotherapeut, vergemakkelij
ken.
De zittingen van de tuchtcom-
missies-nieuwe-stijl zullen, in te
genstelling tot nu, in principe
openbaar zijn en de samenstel
ling wordt gewijzigd: van een ju
rist en vier vakmensen naar twee
juristen en drie vakmensen.
Al deze veranderingen zijn goed
voor de patiënt, meent Marianne
Engel van de overkoepelende
Vereniging van Patiënten/Consu-
menten-organisaties in Limburg
(PCL). Hulpverleners die tot nu
toe nauwelijks waren aan te spre
ken op fouten, worden dat nu
wel. „Er waren wel voor alle be
roepsgroepen de verplichte
klachtencommissies, maar die
kunnen hoogstens berispen. Pa
tiënten die zich gedupeerd voe
len, willen toch vaak hun recht
halen. Voor een tuchtcommissie,
die sancties kan opleggen, is dat
gevoel toch sterker dan bij een
klachtencommissie.
Ook de openbaarheid van de zit
tingen is positief, vindt Engel:
„Tot nu toe speelde alles zich
achter gesloten deuren af. De in
druk overheerste dat medici wer
den afgeschermd. Niemand kon
controleren wat er gebeurde. Veel
mensen hebben toch al het gevoel
dat artsen elkaar de hand boven
het hoofd houden. Door die ge
slotenheid werd die indruk ster
ker." Ze moet trouwens nog zien
of die openbaarheid er echt van
komt, want het college behoudt
het recht om de deuren gesloten
te houden, in het belang van de
privacy van een van de partijen,
Een hausse aan nieuwe klachten
verwacht Engel overigens niet na
1 december. Zeker niet tegen ver
pleegkundigen. „Het contact tus
sen verpleegkundige en patiënt is
vaak heel dagelijks en direct.
Tussen arts en patiënt gaapt een
diepere kloof en dat is vaak het
begin van gebrekkige communi
catie."
Op grond van onvolledige infor
matie van een arts kan een pa
tiënt een verkeerde beslissing ne
men of vormt hij zich onrea
listische verwachtingen en dan is
een grief snel ontstaan. Het aan
tal klachten tegen artsen neemt
al jaren toe, tot zo'n achthonderd
vorig jaar.
Maar directe communicatie of
niet, ook verpleegkundigen kun
nen domweg fouten maken, dus
Voor leraren diejeder jaar weer
de grootste moeite hebben na
men van hun leerlingen te ont
houden. Of voor mensen die een
hersenbeschadiging hebben op
gelopen.
Psycholoog drs. M. Milders pro
moveert binnenkort op het on
derzoek naar een training in ont
houden van namen die aan de
Rijksuniversiteit Groningen is
ontwikkeld.
Wie telkens namen vergeet van
mensen met wie hij intensief om
gaat, voelt zich opgelaten. Voor
al als hij krampachtig gaat ver
mijden zijn gesprekspartner bij
de naam te noemen.
Volgens Milders is het onthou
den ervan zo moeilijk omdat de
meeste namen nergens voor
staan.
„De meeste mensen die Bakker
heten, oefenen dat beroep in het
geheel niet uit. Je kunt het ont
houden van die naam vergemak
kelijken door aan die naam meer
betekenis toe te kennen. Bijvoor
beeld door Jan Bakker te koppe
len aan de bekende sportverslag
gever Heinze Bakker." Milders
deed onderzoek bij zowel gezon
de proefpersonen als bij mensen
met een hersenbeschadiging.
Zijn ezelsbruggetjes bleken bij
beide groepen te werken. De
training wijkt af van andere me
thoden waarbij de proefpersoon
een link legt tussen een naam en
iemands gezicht. Volgens Mil
ders is zijn methode eenvoudiger
en effectiever.
Moeilijker noemt Milders de si
tuaties waarin men onverwacht
de naam van een persoon niet
meer weet. „Dat heeft te maken
met een blokkade van het geheu
gen. Je weet dan ineens van alles
niet meer. Soms kan het helpen
om zoveel mogelijk zaken die je
nog wel van die persoon weet
voor de geest te halen, of alle let
ters in het alfabet af te gaan.
Maar soms is het gewoon het
beste even aan wat anders te
denken, dan schiet het je vanzelf
weer te binnen. Hoe het komt
dat dergelijke blokkades ineens
ontstaan, weten we eigenlijk
niet," aldus Milders. (anp)
I I I I I
WOENSDAG 19 NOVEMBER 1997 E1
helemaal vrij van klachten zullen
ze niet blijven. Zo'n 250 per jaar,
is de verwachting, op basis van
Britse cijfers. Infusen die ver
keerd worden ingebracht waar
door verwondingen ontstaan,
verkeerde medicijnen, een pa
tiënt die uit bed valt omdat het
niet was vastgezet: verpleging
blijft mensenwerk.
Fouten zijn nauwelijks te voor
komen, meent Corine Kooyman.
Ze voegt er aan toe: „Maar wat is
een fout? De werkdruk is hoog,
soms zijn er noodsituaties en dan
moet je wel eens dingen doen die
niet volgens de boekjes zijn. Offi
cieel moet ik wachten op de goed
keuring van een arts als ik de toe
diening van een infuus wil stop
zetten omdat de benodigde medi
cijndosis is bereikt. Maar wat doe
je als de arts bezig is met een
spoedgeval en de dosis loopt op?
Dan ga ik niet tot in het onein
dige zitten wachten. Dan doe ik
iets wat volgens het protocol niet
mag, maar wat ik volgens mijn
verantwoordelijkheidsgevoel wel
moet doen."
Het grijze gebied, zo noemen de
verpleegkundigen dat. Dagelijks
begeven ze zich daarin. Het is het
snijvlak van wat mag en wat
moet, wat kan en wat wenselijk
is. Het gebied wordt soms nog
grijzer door de positie van de ver
pleger tussen patiënt en arts in.
Die kan heikel worden als er licht
zit tussen wat een arts vindt en
wat de patiënt wil en beiden de
verpleegkundige daarop aan
spreken. Als een arts weinig tijd
heeft, een patiënt uitleg en aan
dacht vraagt en de verpleegkun
dige geen antwoord kan en mag
geven. Als patiënten en familie
zich gefrustreerd voelen door dat
gebrek aan informatie en dat af
reageren op de verpleegkundige.
De verpleegkundige knel tussen
zijn posities van 'verlengde arm
van de arts', zoals het officieel
heet en 'advocaat van de patiënt',
zoals Robert Berben zijn beroep
liever aanduidt.
Al die noodsituaties, frustraties
en verwachtingen, gecombineerd
met het feit dat 'verpleegkundi
gen ook maar mensen zijn', zoals
Math Theunissen het uitdrukt,
maakt dat verpleegkundigen
kwetsbaar zijn voor fouten en
klachten.
Volgens de beroepsorganisaties
voor verpleegkundigen LCW en
NU'91 voelen nogal wat verple
gers zich bedreigd door de komst
van het tuchtrecht. Volgens Ma
rianne Engelen van de Limburgse
patiëntenorganisaties is dat niet
nodig: „In het algemeen leveren
verpleegkundigen gewoon goed
werk. Maar de persoonlijke aan
sprakelijkheid, die nu geregeld
gaat worden, kan hen scherper
maken en dat is altijd goed."
De tuchtrechter kan in het ver
volg ook Theunissen, Berben en
Kooyman op de vingers tikken.
Ze realiseren zich dat het ook hen
kan overkomen dat ze op een
kwade dag in het beklaagden
bankje staan, beschuldigd van
een grove fout. „Maar als je daar
te veel bij stilstaat," zegt Theu
nissen, „dan durf je niets meer."
Kooyman: „Die hele wet BIG en
ook het tuchtrecht zijn gewoon
een bevestiging van de realiteit:
de kwaliteit van ons werk wordt
steeds verder verfijnd en be
waakt. Dan moet je toch getoetst
kunnen worden? Ik voel me abso
luut niet bedreigd." Robert Ber
ben gaat nog een stapje verder:
„Het is een erkenning van ons be
roep en dat vind ik alleen maar
prettig."
'Kinderen zijn ook veranderd in de 25 jaar dat ik in het onder
wijs zit. Meer gedragsproblemen, meer achterstand. Dat vraagt
enorm veel van je.' foto do visser
„Het waren kleine dingen die bij elkaar opgeteld
uiteindelijk teveel werden. Later dacht ik, ik had
me eerder ziek moeten melden, eerder bij moeten
tanken, maar dat heb ik niet gedaan." Vandaag de
tweede aflevering van een korte serie over stress:
het geval Marleen van Gemert.
manier waarop het werk in on-
Door Ronald Peters
Het is nu ruim een jaar geleden
dat de 45-jarige Marleen van Ge
mert zichzelf ziek meldde. Het
gaat inmiddels alweer een stuk
beter. Ze werkt weer en heeft
eens in de twee weken een dag
vrij. „Maar ik ben nog aan het ge
nezen,"
Ze voelde zich slecht toen ze uit
eindelijk de knoop doorhakte en
de directie van de basisschool
waar ze werkt liet weten dat ze
thuis bleef. „Ik had last van m'n
nek, m'n darmen, was snel moe,
gehaast, begon meer te praten, ik
had met iedereen ruzie en ik was
vreselijk ongeduldig. Dat vond ik
nog het ergste. Dat ongeduldige."
De klachten die Van Gemert be
schrijft waren de gevolgen van
stress, de gevolgen van wat steeds
vaker aangeduid wordt als
'volksziekte nummer 1'. Of pre
ciezer gezegd 'werknemersziekte
nummer 1'. De cijfers liegen er
niet om: het aantal mensen dat
wordt afgekeurd als gevolg van
stress op het werk is het laatste
jaar in West-Europa met twintig
procent gegroeid. Ook het ziekte
verlof en verzekeringsclaims we
gens geestelijke overbelasting
door werk nemen toe.
Van de vierhonderd wao-keurin-
gen die Maurice de Valk, tevens
voorzitter van het International
Forum voor Organizational He
alth (IFOH) verrichtte, kon de
helft van het aantal afkeuringen
worden toegeschreven aan psy
chische problemen. „Nog eens
dertig tot veertig procent had te
maken met klachten aan de rug,
of het bewegingsapparaat. Pro
blemen, die eveneens vaak een
gevolg blijken te zijn van stress."
Het Trimbos-insti'tuut deed in
1994 onderzoek naar de oorzaak
van klachten bij Riagg-cliënten.
Daaruit bleek dat 52 procent van
de ondervraagde mannen en
vrouwen klachten toeschreef aan
problemen op het werk. De
grootste ziekmaker was de werk
druk (42 procent). Daarna volg
den als belangrijke oorzaken
geestelijk te inspannend werk,
conflicten met de leiding, slechte
werksfeer en werkonzekerheid.
De psycholoog Anthony Gaillard,
aan de Katholieke Universiteit
Brabant (KUB) verbonden als
bijzonder hoogleraar arbeid- en
organisatiepsychologie, zoekt de
oorzaken van stress in feite op
twee gebieden: de veranderende
maatschappij en de inrichting
van het werk in bedrijven waar
handenarbeid de afgelopen jaren
steeds meer plaats heeft gemaakt
voor hoofdarbeid. Gaillard: „De
kern is toch dat we niet tevreden
zijn met het inkomen dat we heb
ben. Op bedrijfsniveau moet de
winst alsmaar hoger, alsof dat
het enige is dat telt. Dat betekent
natuurlijk nogal wat voor de ma
nier waarop organisaties functio
neren. Ook op individueel niveau
hebben we niet snel genoeg. Na
tuurlijk roepen mensen dat ze
meer vrije tijd willen hebben
voor hun hobby's, maar hobby's
zijn vaak duur, dus daar moet
weer voor gewerkt worden."
„De klappen vallen juist onder
mensen die dat haastige leven en
de druk die dat met zich mee
brengt, niet aankunnen. Die niet
flexibel genoeg zijn, die niet vol
doende onderwijs genoten heb
ben. Zo brengt stress ook het risi
co van een tweedeling op de ar
beidsmarkt met zich mee."
Naast de 'maatschappelijke
werkdruk' kijkt Gaillard naar de
dernemingen is georganiseerd.
„Machines en computers nemen
weliswaar veel zwaar en verve
lend werk over, maar ze zorgen
weer voor nieuwe problemen.
Wat denk je van iemand die al
leen maar'op een snel werkende
machine hoeft te letten en pas in
moet grijpen als er iets fout gaat.
Die werknemer moet zich men
taal flink inspannen. Elke fout
moet hij direct herkennen en her
stellen. Maar hoeveel fouten wor
den er gemaakt? Slechts weinig!
Vermoeiend en nauwelijks bevre
digend werk dus, dat een bron
van stress oplevert."
Een ander probleem dat daaruit
voortvloeit, is de controle die
werknemers over hun eigen si
tuatie verliezen. Machines en
computers bepalen de figuurlijke
ruimte die werknemers krijgen
en verkleinen iedere mogelijk
heid om zelf een initiatief te to
nen. Al is het maar om even naar
de wc te lopen.
„Het gekke is, dat ik hélemaal
niet iemand ben om me snel ziek
te melden," zegt leerkracht Mar
leen van Gemert. „Ik ben gedre
ven en perfectionistisch. Voor
mezelf, maar ook voor anderen.
Dat was een deel van het pro
bleem. Met de collegialiteit op
school zat het eigenlijk niet lek
ker, maar ik was altijd degene die
daar wat over zei, die dingen
aangaf als er wat fout zat. Dat
keerde zich uiteindelijk tegen me.
Daar komt bij dat kinderen ook
veranderd zijn in de 25 jaar dat ik
in het onderwijs zit. Meer ge
dragsproblemen, meer achter
stand. Dat vraagt enorm veel van
je. Ook privé speelden er zaken
mee. Ik had net voor het eerst een
relatie, na zoveel jaren alleen wo
nen, kreeg in die tijd voor de
tweede keer een ernstig auto-on
geluk en nam voor een deel de
zorg op me voor mijn moeder die
achteruit ging."
Als leerkracht had Marleen van
Gemert het geluk dat verzekeraar
ZVA als eerste verzekeraar in
Nederland de behandeling van
problemen door stress veroor
zaakt, in het verzekeringspakket
heeft opgenomen. Bij wijze van
proef heeft voor een periode van
een jaar het Landelijk Centrum
voor Stressmanagement k
Utrecht de uitvoering daarvan in
handen gekregen. Het centrum is
voortgekomen uit de forse groei
van het aantal gevallen van over
spannenheid onder leerkrachten.
Gedragsverandering en verande
ring van inzicht zijn belangrijke
onderdelen van de bijeenkomsten
waar 'afgebrande' leerkrachten:
aan deelnemen.
„Ik heb daar enorm veel geleerd,"
zegt Van Gemert. „Om te begin-
nen klikte het meteen met mijn
begeleidster. Zij begreep tenmin
ste wat er met me aan de han
was. Ik ging echt met plezier naar
die bijeenkomsten toe. Het e-
langrijkste voor mij is, dat ik n
wat meer afstand kan neme.
Niet alle problemen die ik zie e»
waar ik mee te maken knjg i
als mijn eigen probleem M"
schouw. Oké, denk ik, als ou
over problemen met hun kin
ren beginnen, of collega s1
mee zitten. Oké, dat is verve
en daar zal ik bij proberen1te
pen. Maar, het is en blijft jou
probleem. Niet het mijne-
(Marleen van Gemert is een 6
fingeerde naam.)
Dit is de tweede afievenng in een
rie over stress. De eerste afte mber.
stond in Lijf Leven van 12 now -t.4
Volgende week de derde en
levering.
Marietta van Attekum sj
een boek over de psyche1
van de Amerikaan Al Pe
vraaggesprek. Trauma V
op in contact met anderf
je op in contact met anc
Door Mick Salet
Het is steeds minder vanzelfsfj
'mensen elkaar aanraken. Zelfs
gebaar van troost gaat soms al tl
sen houden liever afstand van e|
Marietta van Attekum, 42 jaar,
choloog die meent dat je mensen
pratend de put uit krijgt. Soms|
chische problemen ook licham|
moeten. Marietta van Atteku
met de therapie van de Amerikl
so. Een methode die zich richt f
De psychotherapeute wéét datl
alarmbellen gaan rinkelen als i
lichaam en psychotherapie in éij
noemd worden.
„Het lichamelijke is taboe in dejj
rapie. Therapeuten richten zicf
het gesproken woord. Niet op li<J
Ze zijn ook voorzichtig met
contact. Daar zijn goede red
maar je kunt het lichaam niet hl
geren. Psychische problemen uilf
eenmaal ook lichamelijk.
In het alternatieve circuit
waarde gehecht aan het lichl
overdreven veel. Een verheerlf
wat men dan noemt, de wijsheiq
chaam, is ook niet verstandig.
De psychotherapie van Al Pesso|
brug tussen de officiële en de i
therapieën. Er is niet alleen aaij
wat mensen met hun mond ver
ook voor wat hun lichaam vertd
Hoe kwam u met de therapie int
„Er was een workshop van Al 1
Vrije Universiteit in Amsterdsj
mee en was meteen verkocht,
de manier waarop hij de vitalitd
sen aan wist te boren. Niks geel
gepraat, maar direct dóen en je]
ve laten ervaren hoe je emotion
men in je lichaam zitten. Hel
Heel zichtbaar. Alsof je tegelij
speler in de film van je eigen f
Pesso deed dat prachtig. Dat kl
lijk ook omdat hij oorspronkelil
en daardoor gericht op het uitêf
ties met lichaamstaal."
Al Pesso is geen geschoold
peut?
„Nee, hij is autodidact. Al Pesl
ser. Zijn vrouw, Diane Boyden,
res. Als danspedagogen merkte!
ren zestig dat sommige dansen
den als ze een bepaalde beweglj
j maken. Ze ontdekten dat die I
blokkades terug te voeren warel
I sche blokkades. Door geblokka
lens los te maken konden ook
Mokkades verdwijnen. Dankzij
I ran de danstechniek ontwikkel
Trouwen doe je niet zoi
dosis 'hart' bij kijken. I
'een liefde en passie, he
weloverwogen calculat
bieden? En wat kost hel
houden? Een serie overl
herland. Vandaag deel
van het boterbriefje.
"oor Ron Buitenhuis
Waarom bent u getrouwd? „vl
Wege de stront". Vanwege
vat? „Om de stront. Kijk, r
Wouw en ik komen allebei v
varkensbedrijven. Door te tri
konden we ons mestquoü
vergroten." 1
bat er huwelijken gesloten w.
en om puur economische rel
en is al 2000 jaar bekend. In v.
gen hjden heeft menige pi
j dkecteurszoon het Ij
gegeven vanwege de fal
bet 'varkenshuwelï
ton.u at enkele jaren gelet'
p lair was in agrarische kJ
mag dan even uitzonder!
a, ^tfeem zijn, het toont
vanzolf huwelijk liefde g
lieM prekendheid isrLiefcfl
woord Zegt een EnSels sPré
VesterC" tr°UW8n
beginnen de me
het nvfS m Nederland nog vai
de nn etniscke proces dat wij i
taJT?' Maar zelfs dat Pr<:
'voora op bepaalde hol
zoek tepr°grammeerd'- Onï
blauw r de eerste de b
valle7 °g6n °f blonde M
voel" Piaatsgevonden. Intu
en 1 6 aan wat de 'afko,
leukemarktwaarde' is van]
ons DarI V of die mooie meid
geeft kruist De laatste j]
van j°ora.i bet opleidingsnil
Meer d! uitverkorene meer
r do°rslag. In de oplei;
r.i mgeti