Mistige roman van nieuw duo bereikbare 0 Klassieke allure in nieuwe roman van Esther Freud treda 0i 0 0 jgSTEM IDS Frank Bleker en Ruud Elmendorp vinden inspiratie in Ierland 11 I 0 0 0 0 ta 0 0» KINDER boeken De goede en slechte kanten van de mensheid 0 BOEKEN D3 poëzie Geheim agent Vleesberg Broeierig Ingewikkeld 18 NOVEMBER 1997 D2 iur vas haar i jmaals &len; r te /eler__. mkijken vorrr huis i i muren, cht. r ie Le ïers kast it ;rd de iden nd a ;g aan jierinneAngen op zich ren. Het was een precies aren er stevig opgenaaid teken bevestigde, maak- moest er goed op letten le naald op de plek even nnen verraden dat daar het gevoel dat er een lo- ik liepen op onze tenen gele lapjes in de stenen een verrukte grijns, een tijd verschroeiden al die ie het woord 'Jood' ge- aaiden we de kraan open ior de afvoerpijp, t in het vooruitzicht lag, iken aan het feit dat die t mijn ouders moest ach- en bezakt, wakker. Het ;en. Omi was toch opge- ïgenomen, want ze moest ontbijt klaarmaken, een fiets geleend, die hij ïpeerspullen. Hij zou, in ;en. Op zijn nieuwe iden- 'Noem me maar Al. Of ijn hand door zijn donke- n neus. 'Okay. Daar gaat- omhelsden elkaar toen oorlog voorbij is, Eetje!' Alf. Tot spoedig ziens!' Ik 1 plezier!' Zwierig zwaai- id verdween hij achter de it het gezicht, uppels die glinsterden in de donkere vestibule aan ranen. Ik zuchtte diep en zou moeten voelen - maar ten. Ik was het beu om me verschoppeling meer zijn. .ormaal. tegen Omi. 'De oorlog is :en wip weer terug en dan igs om me op te halen. Ik bedekte zo de plek waar buren toevallig voor het dat mijn ster ontbrak. Ik fiets. Mijn koffer op het elleboog drukkend tegen :n, reed Adrie ons naar het ankwamen. We zetten de Breda. 'an de Duitse soldaten op men maakten deel uit van ,n de angstaanjagende SS. de ik me zo vrij als een vo ter mijn jasje. Adrie en ik :o onopvallend mogelijk te ïg paartje. In mijn porte- rsoonsbewijs, zonder zo'n toeten zeggen, voor het ge- ijn papieren zou vragen: iet huis van de Zur Kleins- erd van het station, tegen- iklijke Militaire Academie, ijke bomen en tuinen vol lij met zijn familie al veel sek was geweest. Toen we zag ik, aan één kant van ander-één-kap-huizen met iveral waren de gordijnen tje werd gegund in de keu rig was, kon je zien wat de bruikten. inden zich geen huizen. In nen gebouwen en... Duitse a,' vertelde Adrie me. 'Na- uitsers.' lijn nieuwe tehuis frontaal i we er voorbijliepen zagen hekken (die bekroond wel- spijlen die naar de hemel iformen en met glimmende de lunch. Meneer en me ngen me hartelijk en deden e zo veel mogelijk thuis- op beide wangen en gaf meisje met heel lichtblond en een droevig trekje om 3 dan ik, zat ze nog op het ikregen dat ze opnieuw (dit eindexamen was ge- over doen. Ze zei me daar was ze van over- helpen met de vakken reiend voor haar en hoopte :n omdat ik de eerste vormde een groot contrast in Den Haag was licht, rren, beige vloerbedek- Moeders voorkeur voor „j beeldende kunst kwa- schilderijen aan de muur overal stonden. in een soort somberheid een dressoir vol porse- donkere bekleding in ge- d door Perzische tapijten, berpotten en vetplanten die I I I I I DINSDAG 18 NOVEMBER 1997 „oorJohan Diepstraten Kelten hadden het zo'n d jaar volgehouden. De priesters kwamen uit het hele land bijeen om de band met de te bekrachtigen. Jonge werden daarbij op- De druïden bewezen de Donkere Poel, een Jïdergronds meer dat de We iboom van leven voorzag. [en week lang vierden ze feest ,ei offers aan het onder- ie meer: wijn, honing, Juichten en menselijk bloed, jan het einde van de week slo- af met een een maaltijd die bestond uit restanten van ic offerandes. jet was Saint Patrick die in de ie eeuw van onze jaartelling einde maakte aan deze hei- se praktijken. De gedode mesters werden in een cirkel be- javen. 'Zeven dagen na de Laat- Nacht, zoals de slachtpartij end is geworden, was het ge lid zwart. Het gesteente leek ge en gestold als na een vul kaanuitbarsting, fonkelend als jas. Sindsdien is het dal bekend jaBlackGap.' Cetitel Zwart glas, het romande- tait van Frank Bleker en Ruud hendorp, heeft met deze legen- He maken. De vijfentwintigja- rje hoofdpersoon Amaryllis he in het kleine Ierse dorp Bal- nn en het eerste wat zij ziet (ie waterput die geslagen werd ip de plaats waar Saint Patrick rji klooster stichtte na de brute mal op de druïden. De geesten e Kelten, maar ook van Patrick, zijn nog steeds Door het oprakelen hangt er een skamzinnige sfeer over het Ier- liorp. Het is de perfecte locatie mor gebeurtenissen 'waarin [pionnen, lust, symbolische noorden en revolutie een onont- tombaar huwelijk aangaan,' zo- Is de achterflap belooft. is een vreemd debuut, is een roman van bijna drie pagina's met veel thril- e elementen omdat een igelse geheim agent, vermomd Is één van de vele pelgrims, een Bleker en Elmendorp heroïnezaak probeert te ontrafe len. Het is eveneens een psycho logische roman omdat Amaryllis een incestueus verleden ont vlucht als zij als gezelschapsda me gaat werken voor een oude graaf. Op de eerste pagina wordt zij ge karakteriseerd: om Ierland te le ren kennen, leest zij op weg naar Stanish Castle Ulysses van Joyce. 'Een slechtere introductie kon ze zich niet voorstellen: het proza piepte en ruiste als een onzorg vuldig afgestemde radio. Ze kon niet uitmaken of ze met een dikke pil onzin op schoot zat dan wel met en juweel waar ze geen raad mee wist.' Dat er in de roman Zwart glas sprake is van zowel heroïne als incest blijkt pas als de lezer veel in eerste instantie onbegrijpelijke passages heeft kunnen duiden. Bleker en Elmendorp houden veel informatie achter de hand en het duurt lang voordat de mist is opgetrokken. Ballygaerin op het Ierse platte land was in de tijd van Oliver Cromwell een verbanningsoord en veel lijkt er niet te zijn veran derd. De vreemde pastoor Mi chael Fulljames slijt zijn dagen 'als vetzuchtige vleesberg in een afgetrapt dorp'. Het verkondigen van Gods woord is al dertig jaar lang ronduit saai. 'Haalde hij in het begin voldoe ning uit het afnemen van de biecht, ook die attractie bleek aan slijtage onderhevig. Het ken merkte zich door herhaling, alsof er geen grotere zonde bestond dan onanie, verliefd zijn op een andere vrouw of geld onttrekken aan de huishoudpot.' Pastoor Fulljames verlangt naar de ware zonde, met het kaliber moord. Nog vreemder gedraagt zich de stotterende Timmy Killarney, een man die brieven schrijft aan zijn overleden doofstomme moeder en zich maar niet van haar kan los maken. Op het absurde af is het gedrag van Sean Connemarra die thuis zijn vrouw verpleegt die al jaren in coma ligt. 'Ze leefde. Net als vroeger. En ooit zou de dag komen dat ze op zou staan. Uit gerust na een lange nacht.' Er is FOTO PROMETHEUS de 93-jarige Grace O'Calley, moeder van een ruim twintigjari ge zoon Shannon. Amaryllis re kent al snel uit dat oma Grace op wel erg hoge leeftijd in verwach ting moet zijn geraakt. En zo hebben Bleker Elmendorp hun roman bevolkt met uiterst merk waardige figuren. De gebeurtenissen zijn navenant. De sfeer in het Ierse dorp is broeierig en daarin past precies de levensgeschiedenis van de ou de graaf Kirk Downpatrick bij wie Amaryllis gaat werken. Uit zijn mond hoort Amaryllis dat zijn vrouw Carlisle, lang geleden, in het kraambed is gestorven. De norse kluizenaar had alle rozen to Marjan Mes ïinderen zijn heel belangrijk me. Ze zijn heel natuurlijk, 'lebben hun donkere momen tum ze bekijken de wereld veel meer humor dan vol- enen." De Engelse schrijf- tr Esther Freud - achterklein- wtervan de grote psycho-ana- Sigmund Freud en doch- s van de beroemde kunstschil- lucian Freud - kleurde de wtenissen in haar eerste romans met de onbevoor- blik van een kind. Ze ïnover haar eigen kindertijd gezin zonder vader en ver haar wereldfaam. Ook vaar nieuwste boek, Gaglow, «kinderwereld heel belang- 'toar schitterende romande elHideous Kinky (De kleur "henna) vertelde Esther Freud W haar eigen sprookjesach- jj kinderbeleving over het ver- Wet haar moeder - de vrien- 3'Van Lucian Freud - en zusje Marokko. Haar hippie-moeder Waar haar intrek genomen in «se wijk van Marakesj. Het fa vooral de dromerige atmo- en de kracht van de beel- i we de roman zo attractief j J' want een plot ontbrak wel. i teers zagen er een aan- i ln tegen de manier waarop ^slagen hippie-generatie kinderen opvoedde. De jon- «rjfster had daar echter he- al geen oordeel over willen «Ik wilde laten zien dat de waren boterhammen te Het was een stoofpot eerder had geproefd. Omdat og totaal niet op mijn gemak r—- Korte tijd later had ik mijn stemming. Adrie Angen op aan hun le- hier volkomen thuis voelde een loden last die voor een kind van vijf a0tens kan zijn als voor ie- l ®e 25 jaar ouder is." On- il bleek het hippie-thema J1 belangrijke oorzaak voor verkoopcijfers. "aar tweede roman, Peer- (Bestrijd de vossen), ze haar eigen ervarin- eerste jaren in Londen Jfopieiding n de toneel- ï'bim i meisies an dit boek '!Se? 'S ^en iaar ouder en iflls ln 's n°g altijd vaderloos. tne.er.n°g een broertje bijge- ttt at °ver vossen fanta- toneelcarrière was Je"s geen succes. Net als bij ae hoofdpersoon uit Gag- Esther Freud low, waren er talloze mislukte audities. Daarom begon zij met de moed der wanhoop aan een cursus schrijven in het kader van een werklozenproject. Terwijl ze aan haar debuutroman werkte, hoopte Esther Freud nog steeds op een belangrijke toneelrol. Maar haar schrijftalent bleek ook voor haarzelf zo'n openbaring dat ze zij zich volledig verzoend heeft met het schrijverschap. In haar derde roman, Gaglow, beschrijft de thans 33-jarige au teur opnieuw haar eigen familie leven. Zij en haar zusjes zijn in middels volwassen. De ik-figuur FOTO KLAAS KOPPE heet Sarah Linden en is een werkloze actrice in Londen, die naakt en zwanger poseert voor haar schilderende vader, een stuurse man, die zich heeft afge keerd van zijn familie. Haar vriend Mike voelt niets voor een kind en komt sporadisch aanzet ten wanneer de baby- het jonge tje Sonny - eenmaal geboren is. Tijdens het poseren met de baby in haar armen vertelt haar vader terloops dat Gaglow, een oud landgoed van zijn Berlijns-joodse familie in de voormalige DDR, aan de familie zal worden terug gegeven. Sarah schijnt ook erg veel te lijken op Eva, haar groot moeder. Voor Sarah gaat er een droomwereld open en krijgt haar wat stuurloze bestaan, met een afwezige vriend en haar chao tisch hartsvriendin Pam (beiden eveneens weinig geslaagd aan het toneel) een nieuwe impuls. Het wordt een zoektocht naar het verleden van de Duitse voorou ders. Wie mocht hopen dat het ook over haar beroemde grootvader zou gaan, komt bedrogen uit. Es ther Freud heeft al eerder ver kondigd dat zij daar weinig inte resse voor heeft, omdat ze weinig verwantschap met hem heeft kunnen ontdekken. Haar eigen vader, de meedogenloze portret tist Lucian Freud, kent ze slechts van een afstand, hoewel hij in derdaad (kinderportretten van haar heeft gemaakt. Het boek Gaglow, met de allure van een klassieke 19e eeuwse ro man, bestaat uit twee door elkaar 'gemonteerde' geschiedenissen; die van Sarah Linden en haar diep beminde zoontje (het eigen tijdse verhaal) en van de familie Belgard in het Berlijn van vlak voor en tijdens de Eerste Wereld oorlog (het verhaal over de bewo ners van Gaglow, Sarahs over grootouders). 'De meisjes Belgard hadden wei nig op met hun moeder. Ze von den het ongepast dat ze kaart speelde en dat ze sigaren rookte als haar man niet thuis was. Maar alle drie aanbaden ze hun broer Emanuel'. Zo begint Freuds roman. Het is de zomer van 1914. Eva (de grootmoeder van Sarah) wordt elf. Zij en haar zusjes Bina en Martha zijn dol op hun gouvernante, Frau Schulze - Schu Schu - vanwege haar giftige verhaaltjes voor het slapengaan, en op hun oudere broer Emanuel, die tot hun groot verdriet de oor log in moet. Hun vader, Wolfgang, is een ge fortuneerde, joodse graanhande laar en de familie leidt het leven in elegante, 19e eeuwse stijl van de welgestelden in Berlijn. De moeder, Martha, leeft vooral voor haar vijf Engelse windhonden en adoreert haar zoon, die dichter lijke ambities heeft. Jaloers op de kinderlijke voor uit de omtrek laten verwijderen en de kamer van zijn vrouw volgezet met plastic rozen. 'Deze kamer is een smartlap,' vertelt hij Amaryllis, 'de gekte van een larmoyant oudje.' Maar in het dorp wordt gefluisterd dat Carlisle Downpatrick de zee is ingelopen. 'Ze zeggen dat hij haar vermoord heeft. Nou ja, niet pre cies vermoord, maar dat hij niets gedaan heeft om haar tegen te houden.' Mist. Veel mist in de roman Zwart glas en dat wordt er niet beter op als alles blijkt te gaan om de vermissing van een blauw boek, het dagboek van Carlisle dat in handen valt van pastoor Fulljames. 'Hij streelde het dikke papier, beschreven door een pen die zij had vastgehouden met haar vingers, haar lichaam. Haar vruchtbare lichaam, haar vingers die zijn gezicht hadden bespeeld als een bundel grashalmen, kiete lend tot het pijn deed.' Dat Fulljames in zijn jonge jaren de gelofte van kuisheid had ge broken, is het ergste niet. Zijn meest dierbare zoon, de herders jongen Shannon, raakt hij kwijt aan Amaryllis. Want zij is het die, onbedoeld, de rust in het dorp flink aan het verstoren is. Parallel aan deze ontwikkeling vertellen Bleker Elmendorp het verhaal over de Engelse agent McComb. Heroine in dode vissen, een IRA-nest in het dorp, dub belspionnen, bedreigingen, uitge stoken ogen, doorgesneden kelen: de lezer blijft werkelijk niets be spaard. En ergens tegen het einde van de roman komen de twee ver haallijnen bij elkaar. Echt warrig is de roman niet, maar Bleker Elmendorp maken het geheel wel nodeloos ingewik keld. De lezer krijgt nauwelijks de kans om zich in te leven van wege de vele perspectiefwisselin gen en verhaallijntjes die blijven steken in een eerste aanzet. Wat een 'meeslepend verhaal' zou moeten zijn, wordt een puzzel. Sfeervol geschreven, maar dat de lezer vooral bezig is te ontrafelen waarom iets iets doet of zegt, is in feite de doodsteek voor de roman. Bleker Elmendorp: 'Zwart glas'. Uitg. Prometheus, prijs 34,90 DoorY. Né Een gedicht is een stukje nage maakte werkelijkheid. Het is sterk afgebakend. Het is een uit zicht of een inzicht, neergezet als mininatuur in taal. Willem van Toorn is maker van dergelijke mi niaturen. En hij hermaakt ze, in elke bundel opnieuw. Vijvers, tui nen, eilanden en landkaarten zijn daarvoor de metaforen die Van Toorn telkens gebruikt. Tegen de tijd heet zijn nieuwe bundel en dit duidt meteen het doel van zijn bezwering. De tijd maakt van de mens een dolend reiziger die niets weet vast te hou den. Alleen de taal bewaart een blauwdruk van het vlietend le ven, voorzover het blad papier of de steen waarop zij geschreven staat blijft bestaan. Van Toorn voert Sint Brandaan op als representant van de zoe kende reiziger. Deze zesde eeuwse Ierse monnik zou een boek heb ben gelezen over vreemde natuur verschijnselen. Hij zou dit boek verontwaardigd en vol ongeloof in het vuur hebben geworpen, waarna een engel verscheen die hem gebood een schip te bouwen. Hij moest de verschijnselen met eigen ogen gaan zien. Had ten minste een engel, Brandaan, die hem zei te gaan varen daar het God gebood. Dus zijn boot ge bouwd, schrijft Van Toorn, Terwijl ik niet weet waar te rei zen in het jaar na jaar kleiner wordende gebied op de kaart. Van Toom is op zoek naar tekens, die houvast geven en het waar heidsgehalte van een gebeurtenis toont. Hij kanl niet hopen op een hemelse boodschapper gelijk Brandaan. Hij erkent ook geen hogere, onaards verbanden. Hij doet het met de aardse zaken, die hij probeert te ondervragen. Ant woorden ontwijkt hij. Verwonde ring is zijn grote werktuig en doel. Alleen verwondering kent een moment van rust, kan even de vrede bewaren. De wereld krimpt tot het formaat van de tafel waar aan de dichter schrijft: Waar het nog over gaat als we alleen deze tafel, het papier, de beschermde straat dicht bij huis nog herma ken maar de wereld daar overla ten aan lawaai en haat. Innerlij ke noodzaak drijft hem tot dit hermaken op papier, maar hij twijfelt eraan of dit genoeg is. Het contact tussen de dichter en zijn demente moeder bestaat uit hun pogingen elkaar te bereiken. Zij zitten in een tuin, maar het wonderlijke gesprek schept zo veel vragen en mogelijkheden, dat het de dimensie van een reis krijgt. Op weg naar zijn moeder verdwaalt de dichter reddeloos. Inkrimping en vergroting zijn twee polen van dezelfde zoek tocht die Van Toom gestalte geeft. Hij schrijft poëzie die op zijn manier verwondert. Zijn taalgebruik is immers zo open en gewoon. Zijn vermogen om de le zer te raken, ligt juist in die be reikbaarheid. Hij schrijft de lezer een kleine kamer binnen, waarin alle beelden helder en dichtbij zijn. Het is als in zijn gedicht Co Westerik: vrouw in kleine ruimte (1978). De ruimte waarin de vrouw zich bevindt is zo klein, dat zelfs woorden haar ondraag lijk voor moeten komen. Daarom trekt hij ze terug, zegt de dichter. Dit is wat je ervaart bij Van Toom. Hij schept een minuscule wereld waarin grote woorden niet passen. En hij staat steeds op het punt de woorden die hij wèl ge bruikt terug te trekken. Op die manier vindt Willem van Toom een mooi evenwicht tussen wat gezegd kan worden en waarover slechts gezwegen. Hij draagt voortdurend zorg voor de intimi teit in het gedicht, die ook de inti miteit is tussen het gedicht en de lezer. In de intimiteit zingen he den en verleden tegen het verge ten. STADSTUINEN Gezien van het balkon. Ieder zijn eigen wankele grens: verzakte schutting, heg luidkeels van lijsters, ooit eens weg gezette en vergeten deur. De vijver, zo hoopvol uitgediept als miniatuur van wijder water, droom van lelies, kroos en tijdloze karper - lek geraakt, leeg en nu een reservoir van rottend blad, pissebedden, gruis van jaren. Of ergens in de tijd nog voortbestaat de nacht waarin wij samen daar aan tafel zitten, lachend, zorgeloos in het besef van zoveel oeverloos leven? Of waren wij dat nooit maar anderen, onbekend en even weg? Willem van Toorn: 'Tegen de tijd'. Uitg. Querido, prijs 29,90 liefde voor Schu-Schu zoekt de moeder naar een reden om de gouvernante te ontslaan. Deze valsige vrouw blijft een rol spe len in het levensverhaal van de familie. Jarenlang blijven de drie meisjes gissen naar de oorzaak van haar plotselinge vertrek. Terwijl Emanuel naar het front is vertrokken en krijgsgevangen wordt genomen door de Russen raakt het gezin door de oorlog steeds verder in armoede. Het landgoed Gaglow, even buiten Berlijn, kunnen zij betrekken van een failliete collega van vader Wolf. Het is de lievelingsplek van Martha, die zich er tijdens een ijskoude hongerwinter samen met dochter Eva terugtrekt om haar windhonden de hongerdood te besparen. De opstandige Bina wordt ver pleegster van oorlogsgewonden. Emanuel, vooral aanbeden door de dromerige Eva, keert gewond terug uit krijgsgevangenschap en trouwt met een prostituee, wat hem lang niet vergeven wordt. Vader Wolfgang wordt tijdens de Berlijnse revolutie op het eind van de oorlog, tijdens de afzet ting van Kaiser Wilhelm, door een volksmenigte doodgedrukt. Dit is slechts in het kort samen gevat het raamwerk van een rij ke, volle familieroman, die uit blinkt door de prachtige detail beschrijvingen en een fijnzinnige beeldspraak, waaruit vooral het Berlijnse leven vol sfeer naarvo- ren komt. De verhaalontwikke ling en de plot zijn van minder belang dan de karakters en de at mosfeertekening. Esther Freud roept met haar beeldend taalver mogen twee totaal verschillende tijdperken op, waarbij er tussen de verschillende generaties op merkelijke paralellen opdoemen. De grote drama's blijven op af stand als in een 19e eeuwse fami liekroniek, maar worden tussen de regels toch voelbaar, zoals het anti-semitisme dat overigens nergens met name wordt ge noemd. Niet eerder ook zag ik de fysieke moederliefde voor een baby (in het eigentijdse verhaal van Sarah en Sonny) zo licht en verrukkellijk verwoord. Esther Freud: 'Gaglow'. Uitg. De Bezi ge Bij, prijs 39.50. Door Muriel Boll De nieuwste film van Alain Res- nais On connait la chanson is een grandioze film. Deze mededeling verwacht je natuurlijk niet in een rubriek over kinderboeken; ik schrijf het omdat ik in een week die film zag en Manken van Peter van Gestel las, en tussen die twee een overeenkomst vond. Resnais heeft zijn film opgedra gen aan Dennis Potter omdat hij er zo'n dertig heel bekende chan sons in gebruikt, en door Potter op dat idee kwam. Niet alleen om a la Potter op een poëtische ma nier als conclusie een emotie uit te drukken, Resnais laat midden in in gesprekken zijn acteurs in eens een stukje karaoke opvoe ren. Je ziet een pratende Sabine Azema ineens Nuit et Brouillard van Ferrat zingen, terwijl je Fer- rats stem hoort. Intussen lijkt het gesprek gewoon door te gaan. Die chansons zijn een soort ar chetypische liedjes, ze zitten zo verankerd in de Fransen dat nie mand ontkomt aan de emoties die ze oproepen. Een humoristische en ontroerende film waarin het burleske gepaard gaat met het tragische. Uit die potpourri van liefde en overspel, komedie en tragedie, oplichterij en vleierij, bestaat een mensenleven en dat wil Resnais laten zien. Een mens heeft niet alleen een goede of kwade kant, maar van alles wat. Datzelfde laat Peter van Gestel zijn hoofdpersoon in Manken ook ontdekken, maar dat is niet de enige overeenkomst. Er zitten in zijn verhaal verwijzingen naar het christelijke geloof en oude mirakelspelen, die je zou kunnen vergelijken met die archetypische chansons van Resnais. God en Maria komen ter sprake, er is een tocht per ezel, het thema van ver zoeking zit erin en driemaal ver schijnt de Duvel aan de zwarte weeuw, het wagenspel Mas- scheroen wordt opgevoerd, enzo voort. Natuurlijk worden die ele menten alleen door volwassen le zers herkend, voor het verhaal zijn ze absoluut niet noodzake lijk, dat is zonder die extra laag boeiend genoeg. Mariken van een jaar of acht is een vondeling. Ze wordt opge voed door de goedaardige zon derling Archibald en woont in het Waanwoud. Daar wast ze el ke dag haar voeten, eet een bord je geitenmelksepap en leest elke dag een verhaal uit het perka menten boek De mensheid is een klucht, dat geschreven is door een dwaze monnik. Op een dag gaat de geit Sofie dood. Mariken besluit een andere geit te gaan kopen. Ze laat een briefje achter voor Archibald en vertrekt in haar hazebonten broek naar de jaarmarkt. Ze is nog nooit echt onder de mensen geweest, maar Mariken meent uit het boek te weten hoe de mensen en de wereld eruit zien: Raadshe ren van de koning ruiken naar bedorven eendeneieren, vrome meisjes naar bosviooltjes, vers brood ruikt lekker. Als een ko ning zweren op zijn billen heeft, gaat hij oorlog voeren, dan ver geet hij de pijn. En dan is er nog het verhaal waarin God snoepte van bessen en bramen. Het ging daarna zo rommelen in zijn buik, dat hij een wind liet als een klaroenstoot en zo zonder het te willen de mens schiep, de mens die half duvel en half engel is. Het lijdt geen twijfel, Mariken komt van een kouwe kermis thuis. Op haar tocht ontdekt ze dat de mensen en de wereld veel ingewikkelder in elkaar zitten. Ze wordt gered door de Duvel ze uit het boek herkent. Als tegen prestatie biedt ze hem haar ziel, daar moet de Duvel om lachen en maakt zich bekend als een van de wagenspelers die de jaarmarkt aandoen. Mariken vindt bij hen een veilig onderkomen, trekt met hen mee en beleeft het ene avon tuur na het andere. Als ze uiteindelijk bij Archibald terugkomt, blijkt ze maar een paar dagen weggeweest te zijn, net als in het oude mirakelspel Mariken van Nieumeghen. De ru we wagenspelers alleen al laten zien hoe divers mensen zijn.1 Niet alleen rauwe bonken, maar ook warm en beschermend, niet voor niets speelt Joachim zowel de Duvel als ook de maagd Maria. Wat slecht is, wordt goed en om gekeerd: de Duvel blijkt de zoon van God. Intussen vraagt Mari ken zich af wie haar ouders zijn geweest. Was haar moeder als de steenkoude Gravin of had ze iets van Maria? Dit bonte geheel, de mensheid, wordt schitterend beschreven door Van Gestel, nooit provoce rend of schopperig. Het lijkt me vooral heel geschikt om voor te lezen omdat je dan de aandacht goed kunt vasthouden. Lezen dus, dit schitterende boek waar bij Annemie Heymans mooie te keningetjes maakte. Peter van Gestel: 'Mariken'. Uitg. Fon tein, 27,90, vanaf 10 jaar. Tekening van Annemie Heymans in 'Mariken'

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 23