Mistige roman van nieuw duo bereikbare
0
Klassieke allure in nieuwe roman van Esther Freud
treda
0i
0
0
jgSTEM
IDS
Frank Bleker en Ruud Elmendorp vinden inspiratie in Ierland 11 I
0
0
0
0 ta
0
0»
KINDER boeken
De goede en slechte kanten
van de mensheid
0
BOEKEN
D3
poëzie
Geheim agent
Vleesberg
Broeierig
Ingewikkeld
18 NOVEMBER 1997 D2
iur
vas
haar i
jmaals
&len;
r te
/eler__.
mkijken
vorrr
huis i
i muren,
cht.
r
ie
Le
ïers
kast
it
;rd
de
iden
nd
a
;g aan
jierinneAngen op
zich
ren. Het was een precies
aren er stevig opgenaaid
teken bevestigde, maak-
moest er goed op letten
le naald op de plek even
nnen verraden dat daar
het gevoel dat er een lo-
ik liepen op onze tenen
gele lapjes in de stenen
een verrukte grijns, een
tijd verschroeiden al die
ie het woord 'Jood' ge-
aaiden we de kraan open
ior de afvoerpijp,
t in het vooruitzicht lag,
iken aan het feit dat die
t mijn ouders moest ach-
en bezakt, wakker. Het
;en. Omi was toch opge-
ïgenomen, want ze moest
ontbijt klaarmaken,
een fiets geleend, die hij
ïpeerspullen. Hij zou, in
;en. Op zijn nieuwe iden-
'Noem me maar Al. Of
ijn hand door zijn donke-
n neus. 'Okay. Daar gaat-
omhelsden elkaar toen
oorlog voorbij is, Eetje!'
Alf. Tot spoedig ziens!' Ik
1 plezier!' Zwierig zwaai-
id verdween hij achter de
it het gezicht,
uppels die glinsterden in
de donkere vestibule aan
ranen. Ik zuchtte diep en
zou moeten voelen - maar
ten. Ik was het beu om me
verschoppeling meer zijn.
.ormaal.
tegen Omi. 'De oorlog is
:en wip weer terug en dan
igs om me op te halen. Ik
bedekte zo de plek waar
buren toevallig voor het
dat mijn ster ontbrak. Ik
fiets. Mijn koffer op het
elleboog drukkend tegen
:n, reed Adrie ons naar het
ankwamen. We zetten de
Breda.
'an de Duitse soldaten op
men maakten deel uit van
,n de angstaanjagende SS.
de ik me zo vrij als een vo
ter mijn jasje. Adrie en ik
:o onopvallend mogelijk te
ïg paartje. In mijn porte-
rsoonsbewijs, zonder zo'n
toeten zeggen, voor het ge-
ijn papieren zou vragen:
iet huis van de Zur Kleins-
erd van het station, tegen-
iklijke Militaire Academie,
ijke bomen en tuinen vol
lij met zijn familie al veel
sek was geweest. Toen we
zag ik, aan één kant van
ander-één-kap-huizen met
iveral waren de gordijnen
tje werd gegund in de keu
rig was, kon je zien wat de
bruikten.
inden zich geen huizen. In
nen gebouwen en... Duitse
a,' vertelde Adrie me. 'Na-
uitsers.'
lijn nieuwe tehuis frontaal
i we er voorbijliepen zagen
hekken (die bekroond wel-
spijlen die naar de hemel
iformen en met glimmende
de lunch. Meneer en me
ngen me hartelijk en deden
e zo veel mogelijk thuis-
op beide wangen en gaf
meisje met heel lichtblond
en een droevig trekje om
3 dan ik, zat ze nog op het
ikregen dat ze opnieuw (dit
eindexamen was ge-
over doen. Ze zei me
daar was ze van over-
helpen met de vakken
reiend voor haar en hoopte
:n omdat ik de eerste
vormde een groot contrast
in Den Haag was licht,
rren, beige vloerbedek-
Moeders voorkeur voor
„j beeldende kunst kwa-
schilderijen aan de muur
overal stonden.
in een soort somberheid
een dressoir vol porse-
donkere bekleding in ge-
d door Perzische tapijten,
berpotten en vetplanten die
I I I I I
DINSDAG 18 NOVEMBER 1997
„oorJohan Diepstraten
Kelten hadden het zo'n
d jaar volgehouden. De
priesters kwamen uit het hele
land bijeen om de band met de
te bekrachtigen. Jonge
werden daarbij op-
De druïden bewezen
de Donkere Poel, een
Jïdergronds meer dat de We
iboom van leven voorzag.
[en week lang vierden ze feest
,ei offers aan het onder-
ie meer: wijn, honing,
Juichten en menselijk bloed,
jan het einde van de week slo-
af met een een maaltijd
die bestond uit restanten van
ic offerandes.
jet was Saint Patrick die in de
ie eeuw van onze jaartelling
einde maakte aan deze hei-
se praktijken. De gedode
mesters werden in een cirkel be-
javen. 'Zeven dagen na de Laat-
Nacht, zoals de slachtpartij
end is geworden, was het ge
lid zwart. Het gesteente leek ge
en gestold als na een vul
kaanuitbarsting, fonkelend als
jas. Sindsdien is het dal bekend
jaBlackGap.'
Cetitel Zwart glas, het romande-
tait van Frank Bleker en Ruud
hendorp, heeft met deze legen-
He maken. De vijfentwintigja-
rje hoofdpersoon Amaryllis he
in het kleine Ierse dorp Bal-
nn en het eerste wat zij ziet
(ie waterput die geslagen werd
ip de plaats waar Saint Patrick
rji klooster stichtte na de brute
mal op de druïden. De geesten
e Kelten, maar ook van
Patrick, zijn nog steeds
Door het oprakelen
hangt er een
skamzinnige sfeer over het Ier-
liorp. Het is de perfecte locatie
mor gebeurtenissen 'waarin
[pionnen, lust, symbolische
noorden en revolutie een onont-
tombaar huwelijk aangaan,' zo-
Is de achterflap belooft.
is een vreemd debuut,
is een roman van bijna drie
pagina's met veel thril-
e elementen omdat een
igelse geheim agent, vermomd
Is één van de vele pelgrims, een
Bleker en Elmendorp
heroïnezaak probeert te ontrafe
len. Het is eveneens een psycho
logische roman omdat Amaryllis
een incestueus verleden ont
vlucht als zij als gezelschapsda
me gaat werken voor een oude
graaf.
Op de eerste pagina wordt zij ge
karakteriseerd: om Ierland te le
ren kennen, leest zij op weg naar
Stanish Castle Ulysses van Joyce.
'Een slechtere introductie kon ze
zich niet voorstellen: het proza
piepte en ruiste als een onzorg
vuldig afgestemde radio. Ze kon
niet uitmaken of ze met een dikke
pil onzin op schoot zat dan wel
met en juweel waar ze geen raad
mee wist.'
Dat er in de roman Zwart glas
sprake is van zowel heroïne als
incest blijkt pas als de lezer veel
in eerste instantie onbegrijpelijke
passages heeft kunnen duiden.
Bleker en Elmendorp houden
veel informatie achter de hand en
het duurt lang voordat de mist is
opgetrokken.
Ballygaerin op het Ierse platte
land was in de tijd van Oliver
Cromwell een verbanningsoord
en veel lijkt er niet te zijn veran
derd. De vreemde pastoor Mi
chael Fulljames slijt zijn dagen
'als vetzuchtige vleesberg in een
afgetrapt dorp'.
Het verkondigen van Gods woord
is al dertig jaar lang ronduit saai.
'Haalde hij in het begin voldoe
ning uit het afnemen van de
biecht, ook die attractie bleek
aan slijtage onderhevig. Het ken
merkte zich door herhaling, alsof
er geen grotere zonde bestond
dan onanie, verliefd zijn op een
andere vrouw of geld onttrekken
aan de huishoudpot.' Pastoor
Fulljames verlangt naar de ware
zonde, met het kaliber moord.
Nog vreemder gedraagt zich de
stotterende Timmy Killarney, een
man die brieven schrijft aan zijn
overleden doofstomme moeder en
zich maar niet van haar kan los
maken. Op het absurde af is het
gedrag van Sean Connemarra die
thuis zijn vrouw verpleegt die al
jaren in coma ligt. 'Ze leefde. Net
als vroeger. En ooit zou de dag
komen dat ze op zou staan. Uit
gerust na een lange nacht.' Er is
FOTO PROMETHEUS
de 93-jarige Grace O'Calley,
moeder van een ruim twintigjari
ge zoon Shannon. Amaryllis re
kent al snel uit dat oma Grace op
wel erg hoge leeftijd in verwach
ting moet zijn geraakt. En zo
hebben Bleker Elmendorp hun
roman bevolkt met uiterst merk
waardige figuren.
De gebeurtenissen zijn navenant.
De sfeer in het Ierse dorp is
broeierig en daarin past precies
de levensgeschiedenis van de ou
de graaf Kirk Downpatrick bij
wie Amaryllis gaat werken. Uit
zijn mond hoort Amaryllis dat
zijn vrouw Carlisle, lang geleden,
in het kraambed is gestorven. De
norse kluizenaar had alle rozen
to Marjan Mes
ïinderen zijn heel belangrijk
me. Ze zijn heel natuurlijk,
'lebben hun donkere momen
tum ze bekijken de wereld
veel meer humor dan vol-
enen." De Engelse schrijf-
tr Esther Freud - achterklein-
wtervan de grote psycho-ana-
Sigmund Freud en doch-
s van de beroemde kunstschil-
lucian Freud - kleurde de
wtenissen in haar eerste
romans met de onbevoor-
blik van een kind. Ze
ïnover haar eigen kindertijd
gezin zonder vader en ver
haar wereldfaam. Ook
vaar nieuwste boek, Gaglow,
«kinderwereld heel belang-
'toar schitterende romande
elHideous Kinky (De kleur
"henna) vertelde Esther Freud
W haar eigen sprookjesach-
jj kinderbeleving over het ver-
Wet haar moeder - de vrien-
3'Van Lucian Freud - en zusje
Marokko. Haar hippie-moeder
Waar haar intrek genomen in
«se wijk van Marakesj. Het
fa vooral de dromerige atmo-
en de kracht van de beel-
i we de roman zo attractief
j J' want een plot ontbrak
wel.
i teers zagen er een aan-
i ln tegen de manier waarop
^slagen hippie-generatie
kinderen opvoedde. De jon-
«rjfster had daar echter he-
al geen oordeel over willen
«Ik wilde laten zien dat de
waren boterhammen te
Het was een stoofpot
eerder had geproefd. Omdat
og totaal niet op mijn gemak
r—- Korte tijd later had ik
mijn stemming. Adrie
Angen op aan hun le-
hier volkomen thuis
voelde een loden last die
voor een kind van vijf
a0tens kan zijn als voor ie-
l ®e 25 jaar ouder is." On-
il bleek het hippie-thema
J1 belangrijke oorzaak voor
verkoopcijfers.
"aar tweede roman, Peer-
(Bestrijd de vossen),
ze haar eigen ervarin-
eerste jaren in Londen
Jfopieiding
n de toneel-
ï'bim i meisies an dit boek
'!Se? 'S ^en iaar ouder en
iflls ln 's n°g altijd vaderloos.
tne.er.n°g een broertje bijge-
ttt at °ver vossen fanta-
toneelcarrière was
Je"s geen succes. Net als bij
ae hoofdpersoon uit Gag-
Esther Freud
low, waren er talloze mislukte
audities. Daarom begon zij met
de moed der wanhoop aan een
cursus schrijven in het kader van
een werklozenproject. Terwijl ze
aan haar debuutroman werkte,
hoopte Esther Freud nog steeds
op een belangrijke toneelrol.
Maar haar schrijftalent bleek ook
voor haarzelf zo'n openbaring
dat ze zij zich volledig verzoend
heeft met het schrijverschap.
In haar derde roman, Gaglow,
beschrijft de thans 33-jarige au
teur opnieuw haar eigen familie
leven. Zij en haar zusjes zijn in
middels volwassen. De ik-figuur
FOTO KLAAS KOPPE
heet Sarah Linden en is een
werkloze actrice in Londen, die
naakt en zwanger poseert voor
haar schilderende vader, een
stuurse man, die zich heeft afge
keerd van zijn familie. Haar
vriend Mike voelt niets voor een
kind en komt sporadisch aanzet
ten wanneer de baby- het jonge
tje Sonny - eenmaal geboren is.
Tijdens het poseren met de baby
in haar armen vertelt haar vader
terloops dat Gaglow, een oud
landgoed van zijn Berlijns-joodse
familie in de voormalige DDR,
aan de familie zal worden terug
gegeven. Sarah schijnt ook erg
veel te lijken op Eva, haar groot
moeder. Voor Sarah gaat er een
droomwereld open en krijgt haar
wat stuurloze bestaan, met een
afwezige vriend en haar chao
tisch hartsvriendin Pam (beiden
eveneens weinig geslaagd aan het
toneel) een nieuwe impuls. Het
wordt een zoektocht naar het
verleden van de Duitse voorou
ders.
Wie mocht hopen dat het ook
over haar beroemde grootvader
zou gaan, komt bedrogen uit. Es
ther Freud heeft al eerder ver
kondigd dat zij daar weinig inte
resse voor heeft, omdat ze weinig
verwantschap met hem heeft
kunnen ontdekken. Haar eigen
vader, de meedogenloze portret
tist Lucian Freud, kent ze slechts
van een afstand, hoewel hij in
derdaad (kinderportretten van
haar heeft gemaakt.
Het boek Gaglow, met de allure
van een klassieke 19e eeuwse ro
man, bestaat uit twee door elkaar
'gemonteerde' geschiedenissen;
die van Sarah Linden en haar
diep beminde zoontje (het eigen
tijdse verhaal) en van de familie
Belgard in het Berlijn van vlak
voor en tijdens de Eerste Wereld
oorlog (het verhaal over de bewo
ners van Gaglow, Sarahs over
grootouders).
'De meisjes Belgard hadden wei
nig op met hun moeder. Ze von
den het ongepast dat ze kaart
speelde en dat ze sigaren rookte
als haar man niet thuis was.
Maar alle drie aanbaden ze hun
broer Emanuel'. Zo begint
Freuds roman. Het is de zomer
van 1914. Eva (de grootmoeder
van Sarah) wordt elf. Zij en haar
zusjes Bina en Martha zijn dol op
hun gouvernante, Frau Schulze -
Schu Schu - vanwege haar giftige
verhaaltjes voor het slapengaan,
en op hun oudere broer Emanuel,
die tot hun groot verdriet de oor
log in moet.
Hun vader, Wolfgang, is een ge
fortuneerde, joodse graanhande
laar en de familie leidt het leven
in elegante, 19e eeuwse stijl van
de welgestelden in Berlijn. De
moeder, Martha, leeft vooral voor
haar vijf Engelse windhonden en
adoreert haar zoon, die dichter
lijke ambities heeft.
Jaloers op de kinderlijke voor
uit de omtrek laten verwijderen
en de kamer van zijn vrouw
volgezet met plastic rozen.
'Deze kamer is een smartlap,'
vertelt hij Amaryllis, 'de gekte
van een larmoyant oudje.' Maar
in het dorp wordt gefluisterd dat
Carlisle Downpatrick de zee is
ingelopen. 'Ze zeggen dat hij haar
vermoord heeft. Nou ja, niet pre
cies vermoord, maar dat hij niets
gedaan heeft om haar tegen te
houden.'
Mist. Veel mist in de roman
Zwart glas en dat wordt er niet
beter op als alles blijkt te gaan
om de vermissing van een blauw
boek, het dagboek van Carlisle
dat in handen valt van pastoor
Fulljames. 'Hij streelde het dikke
papier, beschreven door een pen
die zij had vastgehouden met
haar vingers, haar lichaam. Haar
vruchtbare lichaam, haar vingers
die zijn gezicht hadden bespeeld
als een bundel grashalmen, kiete
lend tot het pijn deed.'
Dat Fulljames in zijn jonge jaren
de gelofte van kuisheid had ge
broken, is het ergste niet. Zijn
meest dierbare zoon, de herders
jongen Shannon, raakt hij kwijt
aan Amaryllis. Want zij is het die,
onbedoeld, de rust in het dorp
flink aan het verstoren is.
Parallel aan deze ontwikkeling
vertellen Bleker Elmendorp
het verhaal over de Engelse agent
McComb. Heroine in dode vissen,
een IRA-nest in het dorp, dub
belspionnen, bedreigingen, uitge
stoken ogen, doorgesneden kelen:
de lezer blijft werkelijk niets be
spaard. En ergens tegen het einde
van de roman komen de twee ver
haallijnen bij elkaar.
Echt warrig is de roman niet,
maar Bleker Elmendorp maken
het geheel wel nodeloos ingewik
keld. De lezer krijgt nauwelijks
de kans om zich in te leven van
wege de vele perspectiefwisselin
gen en verhaallijntjes die blijven
steken in een eerste aanzet. Wat
een 'meeslepend verhaal' zou
moeten zijn, wordt een puzzel.
Sfeervol geschreven, maar dat de
lezer vooral bezig is te ontrafelen
waarom iets iets doet of zegt, is in
feite de doodsteek voor de roman.
Bleker Elmendorp: 'Zwart glas'. Uitg.
Prometheus, prijs 34,90
DoorY. Né
Een gedicht is een stukje nage
maakte werkelijkheid. Het is
sterk afgebakend. Het is een uit
zicht of een inzicht, neergezet als
mininatuur in taal. Willem van
Toorn is maker van dergelijke mi
niaturen. En hij hermaakt ze, in
elke bundel opnieuw. Vijvers, tui
nen, eilanden en landkaarten zijn
daarvoor de metaforen die Van
Toorn telkens gebruikt.
Tegen de tijd heet zijn nieuwe
bundel en dit duidt meteen het
doel van zijn bezwering. De tijd
maakt van de mens een dolend
reiziger die niets weet vast te hou
den. Alleen de taal bewaart een
blauwdruk van het vlietend le
ven, voorzover het blad papier of
de steen waarop zij geschreven
staat blijft bestaan.
Van Toorn voert Sint Brandaan
op als representant van de zoe
kende reiziger. Deze zesde eeuwse
Ierse monnik zou een boek heb
ben gelezen over vreemde natuur
verschijnselen. Hij zou dit boek
verontwaardigd en vol ongeloof
in het vuur hebben geworpen,
waarna een engel verscheen die
hem gebood een schip te bouwen.
Hij moest de verschijnselen met
eigen ogen gaan zien. Had ten
minste een engel, Brandaan, die
hem zei te gaan varen daar het
God gebood. Dus zijn boot ge
bouwd, schrijft Van Toorn,
Terwijl ik niet weet waar te rei
zen in het jaar na jaar kleiner
wordende gebied op de kaart.
Van Toom is op zoek naar tekens,
die houvast geven en het waar
heidsgehalte van een gebeurtenis
toont. Hij kanl niet hopen op een
hemelse boodschapper gelijk
Brandaan. Hij erkent ook geen
hogere, onaards verbanden. Hij
doet het met de aardse zaken, die
hij probeert te ondervragen. Ant
woorden ontwijkt hij. Verwonde
ring is zijn grote werktuig en doel.
Alleen verwondering kent een
moment van rust, kan even de
vrede bewaren. De wereld krimpt
tot het formaat van de tafel waar
aan de dichter schrijft: Waar het
nog over gaat als we alleen deze
tafel, het papier, de beschermde
straat dicht bij huis nog herma
ken maar de wereld daar overla
ten aan lawaai en haat. Innerlij
ke noodzaak drijft hem tot dit
hermaken op papier, maar hij
twijfelt eraan of dit genoeg is.
Het contact tussen de dichter en
zijn demente moeder bestaat uit
hun pogingen elkaar te bereiken.
Zij zitten in een tuin, maar het
wonderlijke gesprek schept zo
veel vragen en mogelijkheden, dat
het de dimensie van een reis
krijgt. Op weg naar zijn moeder
verdwaalt de dichter reddeloos.
Inkrimping en vergroting zijn
twee polen van dezelfde zoek
tocht die Van Toom gestalte
geeft. Hij schrijft poëzie die op
zijn manier verwondert. Zijn
taalgebruik is immers zo open en
gewoon. Zijn vermogen om de le
zer te raken, ligt juist in die be
reikbaarheid. Hij schrijft de lezer
een kleine kamer binnen, waarin
alle beelden helder en dichtbij
zijn. Het is als in zijn gedicht Co
Westerik: vrouw in kleine ruimte
(1978). De ruimte waarin de
vrouw zich bevindt is zo klein,
dat zelfs woorden haar ondraag
lijk voor moeten komen. Daarom
trekt hij ze terug, zegt de dichter.
Dit is wat je ervaart bij Van
Toom. Hij schept een minuscule
wereld waarin grote woorden niet
passen. En hij staat steeds op het
punt de woorden die hij wèl ge
bruikt terug te trekken. Op die
manier vindt Willem van Toom
een mooi evenwicht tussen wat
gezegd kan worden en waarover
slechts gezwegen. Hij draagt
voortdurend zorg voor de intimi
teit in het gedicht, die ook de inti
miteit is tussen het gedicht en de
lezer. In de intimiteit zingen he
den en verleden tegen het verge
ten.
STADSTUINEN
Gezien van het balkon. Ieder zijn eigen
wankele grens: verzakte schutting, heg
luidkeels van lijsters, ooit eens weg
gezette en vergeten deur. De vijver,
zo hoopvol uitgediept als miniatuur
van wijder water, droom van lelies,
kroos
en tijdloze karper - lek
geraakt, leeg en nu een reservoir
van rottend blad, pissebedden, gruis
van jaren.
Of ergens in de tijd nog voortbestaat
de nacht waarin wij samen daar aan
tafel
zitten, lachend, zorgeloos
in het besef van zoveel oeverloos
leven? Of waren wij dat nooit
maar anderen, onbekend en even weg?
Willem van Toorn: 'Tegen de tijd'. Uitg.
Querido, prijs 29,90
liefde voor Schu-Schu zoekt de
moeder naar een reden om de
gouvernante te ontslaan. Deze
valsige vrouw blijft een rol spe
len in het levensverhaal van de
familie. Jarenlang blijven de drie
meisjes gissen naar de oorzaak
van haar plotselinge vertrek.
Terwijl Emanuel naar het front is
vertrokken en krijgsgevangen
wordt genomen door de Russen
raakt het gezin door de oorlog
steeds verder in armoede. Het
landgoed Gaglow, even buiten
Berlijn, kunnen zij betrekken van
een failliete collega van vader
Wolf. Het is de lievelingsplek van
Martha, die zich er tijdens een
ijskoude hongerwinter samen
met dochter Eva terugtrekt om
haar windhonden de hongerdood
te besparen.
De opstandige Bina wordt ver
pleegster van oorlogsgewonden.
Emanuel, vooral aanbeden door
de dromerige Eva, keert gewond
terug uit krijgsgevangenschap en
trouwt met een prostituee, wat
hem lang niet vergeven wordt.
Vader Wolfgang wordt tijdens de
Berlijnse revolutie op het eind
van de oorlog, tijdens de afzet
ting van Kaiser Wilhelm, door
een volksmenigte doodgedrukt.
Dit is slechts in het kort samen
gevat het raamwerk van een rij
ke, volle familieroman, die uit
blinkt door de prachtige detail
beschrijvingen en een fijnzinnige
beeldspraak, waaruit vooral het
Berlijnse leven vol sfeer naarvo-
ren komt. De verhaalontwikke
ling en de plot zijn van minder
belang dan de karakters en de at
mosfeertekening. Esther Freud
roept met haar beeldend taalver
mogen twee totaal verschillende
tijdperken op, waarbij er tussen
de verschillende generaties op
merkelijke paralellen opdoemen.
De grote drama's blijven op af
stand als in een 19e eeuwse fami
liekroniek, maar worden tussen
de regels toch voelbaar, zoals het
anti-semitisme dat overigens
nergens met name wordt ge
noemd. Niet eerder ook zag ik de
fysieke moederliefde voor een
baby (in het eigentijdse verhaal
van Sarah en Sonny) zo licht en
verrukkellijk verwoord.
Esther Freud: 'Gaglow'. Uitg. De Bezi
ge Bij, prijs 39.50.
Door Muriel Boll
De nieuwste film van Alain Res-
nais On connait la chanson is een
grandioze film. Deze mededeling
verwacht je natuurlijk niet in een
rubriek over kinderboeken; ik
schrijf het omdat ik in een week
die film zag en Manken van Peter
van Gestel las, en tussen die twee
een overeenkomst vond.
Resnais heeft zijn film opgedra
gen aan Dennis Potter omdat hij
er zo'n dertig heel bekende chan
sons in gebruikt, en door Potter
op dat idee kwam. Niet alleen om
a la Potter op een poëtische ma
nier als conclusie een emotie uit
te drukken, Resnais laat midden
in in gesprekken zijn acteurs in
eens een stukje karaoke opvoe
ren. Je ziet een pratende Sabine
Azema ineens Nuit et Brouillard
van Ferrat zingen, terwijl je Fer-
rats stem hoort. Intussen lijkt het
gesprek gewoon door te gaan.
Die chansons zijn een soort ar
chetypische liedjes, ze zitten zo
verankerd in de Fransen dat nie
mand ontkomt aan de emoties die
ze oproepen. Een humoristische
en ontroerende film waarin het
burleske gepaard gaat met het
tragische. Uit die potpourri van
liefde en overspel, komedie en
tragedie, oplichterij en vleierij,
bestaat een mensenleven en dat
wil Resnais laten zien. Een mens
heeft niet alleen een goede of
kwade kant, maar van alles wat.
Datzelfde laat Peter van Gestel
zijn hoofdpersoon in Manken
ook ontdekken, maar dat is niet
de enige overeenkomst. Er zitten
in zijn verhaal verwijzingen naar
het christelijke geloof en oude
mirakelspelen, die je zou kunnen
vergelijken met die archetypische
chansons van Resnais. God en
Maria komen ter sprake, er is een
tocht per ezel, het thema van ver
zoeking zit erin en driemaal ver
schijnt de Duvel aan de zwarte
weeuw, het wagenspel Mas-
scheroen wordt opgevoerd, enzo
voort. Natuurlijk worden die ele
menten alleen door volwassen le
zers herkend, voor het verhaal
zijn ze absoluut niet noodzake
lijk, dat is zonder die extra laag
boeiend genoeg.
Mariken van een jaar of acht is
een vondeling. Ze wordt opge
voed door de goedaardige zon
derling Archibald en woont in
het Waanwoud. Daar wast ze el
ke dag haar voeten, eet een bord
je geitenmelksepap en leest elke
dag een verhaal uit het perka
menten boek De mensheid is een
klucht, dat geschreven is door
een dwaze monnik.
Op een dag gaat de geit Sofie
dood. Mariken besluit een andere
geit te gaan kopen. Ze laat een
briefje achter voor Archibald en
vertrekt in haar hazebonten
broek naar de jaarmarkt. Ze is
nog nooit echt onder de mensen
geweest, maar Mariken meent uit
het boek te weten hoe de mensen
en de wereld eruit zien: Raadshe
ren van de koning ruiken naar
bedorven eendeneieren, vrome
meisjes naar bosviooltjes, vers
brood ruikt lekker. Als een ko
ning zweren op zijn billen heeft,
gaat hij oorlog voeren, dan ver
geet hij de pijn. En dan is er nog
het verhaal waarin God snoepte
van bessen en bramen. Het ging
daarna zo rommelen in zijn buik,
dat hij een wind liet als een
klaroenstoot en zo zonder het te
willen de mens schiep, de mens
die half duvel en half engel is.
Het lijdt geen twijfel, Mariken
komt van een kouwe kermis
thuis. Op haar tocht ontdekt ze
dat de mensen en de wereld veel
ingewikkelder in elkaar zitten.
Ze wordt gered door de Duvel ze
uit het boek herkent. Als tegen
prestatie biedt ze hem haar ziel,
daar moet de Duvel om lachen en
maakt zich bekend als een van de
wagenspelers die de jaarmarkt
aandoen. Mariken vindt bij hen
een veilig onderkomen, trekt met
hen mee en beleeft het ene avon
tuur na het andere.
Als ze uiteindelijk bij Archibald
terugkomt, blijkt ze maar een
paar dagen weggeweest te zijn,
net als in het oude mirakelspel
Mariken van Nieumeghen. De ru
we wagenspelers alleen al laten
zien hoe divers mensen zijn.1 Niet
alleen rauwe bonken, maar ook
warm en beschermend, niet voor
niets speelt Joachim zowel de
Duvel als ook de maagd Maria.
Wat slecht is, wordt goed en om
gekeerd: de Duvel blijkt de zoon
van God. Intussen vraagt Mari
ken zich af wie haar ouders zijn
geweest. Was haar moeder als de
steenkoude Gravin of had ze iets
van Maria?
Dit bonte geheel, de mensheid,
wordt schitterend beschreven
door Van Gestel, nooit provoce
rend of schopperig. Het lijkt me
vooral heel geschikt om voor te
lezen omdat je dan de aandacht
goed kunt vasthouden. Lezen
dus, dit schitterende boek waar
bij Annemie Heymans mooie te
keningetjes maakte.
Peter van Gestel: 'Mariken'. Uitg. Fon
tein, 27,90, vanaf 10 jaar.
Tekening van Annemie Heymans in 'Mariken'