DESTEM
NAC'er
Earnest
Stewart
pendelt op
en neer
tussen Breda
en Amerika
DRIVE-IN SHOW
Ticobs Breda Electronics
J,' specialisten in geluid, licht en communicatie
.LEMAAL
WÊBÊÊÊÈÊ/SÊÊÊÊÊÊÊËi
t v'
en kunnen waarmaken.
m/v
Sport
11111
ZATERDAG 15 NOVEMBER 1997 B1
Misschien heeft de officier van jus
titie in Jerez zich tijdens de laatste
formule 1 -race van dit seizoen in
een sponsortent vol laten lopen
met sherry. Hoe valt anders te ver
klaren dat-ie Michael Schumacher
niet meteen in zijn kraag heeft la
ten grijpen na die opzettelijke po
ging tot het bewust in gevaar bren
gen van andermans leven? Het zal
me chorizo wezen hoe dat in het
Spaans genoemd wordt, maar wat
was het anders?
Maar ach, dat die Spanjaarden
geen zin hadden om hun fikken
aan dat zaakje te branden, daar
kan ik nog inkomen ook. Vlak bij
dat circuit ligt een eeuwenoude
arena waarin ze zich alle andere
zondagen met het afmaken van
stieren vermaken en dat beschou
wen ze daar als sport. Die gaan dus
echt niet meteen mekkeren over
een Duitser die op zijn eigen ma
nier voor toreador speelt.
Maar wat me niet lekker zit, zijn de
onbeschaamde huichelaars aan de
leiding van dat Formule 1-
circus.
Het gaat er mij niet om of
autoracen wel of niet als
sport beschouwd moet
worden, al vind ik, èn dat
verrast u misschien, van
wel. Niet het racen op zich,
maar meer de manier waar
op de bouwers van die kar
retjes zich onderling weten
te onderscheiden binnen
de bouwtechnische beper
kingen. Volgens mij is het
sturen van die apparaten
bijzaak. Weliswaar top
sport, maar niet de doorslaggeven
de factor. Ik denk dat al die gasten
ongeveer even hard kunnen rijden
en dat de auto het verschil bepaalt.
Het team dat het best weet te woe
keren binnen de beperkingen van
motorinhoud, gewicht, grondef-
fect, samenstelling van brandstof
en veiligheidseisen, die bouwt de
winnende auto. Volgens mij maakt
het niet zoveel uit welk poppetje er
achter het stuur zit: Schumacher,
Villeneuve, Verstappen.
Volgens mij moeten ze die gasten,
om écht inzicht te krijgen in de on
derlinge verschillen, twee races la
ten rijden: eentje in hun eigen bak
en eentje in een gehomoligeerde
klasse. Bijvoorbeeld als opwarmer
oftoetje allemaal in dezelfde Opel
Omega automaat, met sportknop.
Ik ben benieuwd hoe dat zou aflo
pen.
Terug naar straf en boete. Als je,
zoals Marco Bakker, tot de zeer
verrassende uitslag van de bloed
proef blijft beweren dat je maar
anderhalf glas wodka op hebt, dan
heb je óf een heel slecht geheugen,
óf je liegt, óf je had zoveel op dat je
het écht allemaal niet meer weet,
óf het waren goudvissenkommen.
Ik weet het niet, en in het belang
van allen gaat een rechter straks
wel uitmaken wat er allemaal wel
en niet van waar is.
Die Bakker schijnt in zijn vrije tijd
ook graag rond te scheuren op
Zandvoort. 'Had ik dat die avond
maar gedaan,' zal een van talloze
'had ik maar's' geweest zijn die de
afgelopen week in die zonnebank-
gebruinde bol rondgespookt heb
ben, toen-ie las met welke egards
Schumacher in Londen behandeld
is.
Wat die farizeeërs van de FIA heb
ben klaargestoomd, dat is te gek
voor woorden. Wie tijdens een race
de pit tien kilometer te snel entert
of verlaat, wie een vlag van een be
paalde kleur negeërt, wie aan de
verkeerde kant uitstapt, wie het
waagt om een van de weet ik veel
hoeveel meer regeltjes te overtre
den, die is zwaar de pineut. Die
blijft een, twee of drie races aan de
kant en moet zich vooral koest
houden, want van protesteren
houden ze helemaal niet.
Die regels gelden dus niet voor
Schumacher, die voor de zwaarst
mogelijke overtreding, en dan ook
oog opzettelijk, niet gestraft werd.
Zijn tweede plaats afgepakt? Wat
oen dooddoener. Er is in die sport
maar één winnaar en de rest is bij
aak of verliezer. Het zou me niks
verbazen als Marco Bakker al een
'link voorschot heeft overgemaakt
°P de rekening van de advocaat
van Schumacher. Niks opzettelijk,
een cruise-control die op hol sloeg,
een sportknop die zichzelf inge
beukt had, de politie die verzuimde
°m de bekende kop stante pede
en blaaspijp te offreren, waarna
bet verdunde bloed later, en wel-
il k t® 'aat' Ogenomen werd.
gin te vermoeden dat die ad
vocaat aan dat verhaal een draai
weet te geven. Misschien haalt-ie
instinct ook wel uit de kast.
„™macher is niets te verwijten,
l 2'in instinct voor hem ge
handeld zou hebben. Zou Bakker
aar ook mee wegkomen, want op
vlucht voor wie hem daar in die
fteergarage aan stonden te ga-
e kiadden zijn wagen ook
i ,m 9«et. Mijn cliënt reed
«zelf edelachtbare, het was zijn
Uon Kr1 StUUrde 6n vluchtte-
envelop naar:
- 4025, 3500 VB Utrecht,
ok: 030 2914900.
Earnest Stewart bedankt de fans van het Amerikaanse elftal na de wedstrijd tegen Canada.
FOTO JOHN NIJSSEN
Patriot tegen wil en dank
Als hij was doorgedrongen tot
de selectie van Jong Oranje, en
dat scheelde maar weinig, had
NAC'er Earnest Stewart nooit
42 interlands gespeeld en twee
WK's bereikt met het elftal van
de Verenigde Staten. Zijn staat
van dienst voor Uncle Sam
doet vermoeden, dat de voet
baller uit Uden meer Ameri
kaan is dan Nederlander. Hij is
het echter geen van beide. Meer
een plichtsgetrouwe patriot.
Tegen wil en dank.
Door John Nijssen
Vancouver - De begroeting is veelzeg
gend. 'Eindelijk' weer iemand om in
zijn moerstaal mee te kletsen. Earnest
Stewart is al ruim twee weken on the
road, als De Stem hem opzoekt in het
chique Westin Bayshore-hotel in Van
couver. De stad ligt, omarmd door de
Rocky Mountains, op een steenworp
van de grens met Amerika, zijn vader
land.
Niet dat hij daar aan de westkust van
het immense continent zit weg te
kwijnen, want 'het team is net één
grote familie'. Bovendien pleegt hij
natuurlijk de nodige, intercontinenta
le telefoontjes naar het thuisfront. „Ik
mis mijn vrouw verschrikkelijk."
Yvonne en Earnest woonden dik zes
jaar samen. Afgelopen zomer stapten
ze in het huwelijksbootje. „Samenwo
nen had in Amerika nooit gekund.
Dat bestaat er gewoon niet. Gelukkig
is het in Nederland de normaalste
zaak van de wereld. Scheelt een hoop
echtscheidingen," aldus de begaafde
aanvaller/middenvelder van NAC, die
zich ontpopt als een spraakwaterval
van het formaat Niagara. De harte
lijkheid is bij de prijs inbegrepen. „Ik
ben inderdaad altijd opgewekt." Hoe
dat komt? Door zijn lijfspreuk waar
schijnlijk. 'Gedane zaken nemen geen
keer'.
Bijbel
Niettemin zoekt Stewart, naarmate
hij vaker de grote plas moet overste
ken, steun in het geloof. „Ik lees zelfs
de Bijbel. Over reizen met name, want
ik ben sterker in God gaan geloven om
mijn vliegangst te overwinnen. En het
gaat vooruit, moet ik zeggen. Maar
het blijft vervelend. Het opstijgen is
het ergste. Ik ga zo laat mogelijk het
vliegtuig in. En als we dan omhoog
gaan, moet het doodstil zijn om me
heen. Ik zat eens naast een mevrouw
die aan een stuk door kletste. Afschu
welijk. Op een gegeven moment kreeg
ze gelukkig in de gaten hoe zwaar ik
het had en hield ze haar mond. Zodra
de stewardessen weer rondlopen en de
veiligheidsriemen los mogen, fleur ik
op. Het dalen is absoluut geen punt.
Hoe dichter het toestel de grond na
dert, des te groter acht ik de kans dat
we het kunnen overleven als er onver
hoopt nog iets misgaat."
„Bovendien," redeneert Stewart,
„wat kan er nog gebeuren als je zo
lang in de lucht hebt gehangen? Daar
om geef ik de voorkeur aan een lange
vlucht, boven een korte. Als het
vliegtuig heel snel de landing in
moet zetten, denk ik meteen dat
het fout zit."
Zijn eerste reis naar de States da
teert van 1971. Als peuter van
twee werd de exotisch ogende
Earnest, geboren in Veghel, door
zijn Afro-Amerikaanse vader en
Brabantse moeder meegenomen
naar het nietige Point Arena.
Hoog op een berg nabij San Fran
cisco ging pa Stewart een radar
station van de US Airforce be
mannen. „Volgens mijn moeder
was ik een raar kind, dat de paar
woordjes Nederlands die ik toen
kende spontaan vergat." Met de
remigratie van het gezin naar
Uden, zo'n vijf jaar later, begon
het aap-noot-mies voor de kleine
Earnie dus van voren af aan. En
weer vervaagden zijn herinnerin
gen, nu die aan het topografische
speldenprikje in de USA.
Vele jaren later ging hij terug. Het
werd een mooie trip, maar het ver
wachte feest van herkenning bleef
uit. „Ons vroegere huis en het zieken
huis waar mijn zusje geboren was,
bleken verdwenen." Stewart werd er
vooral geconfronteerd met de voor
veel Amerikanen kenmerkende kort
zichtige kijk op de wereld. „Wat zich
buiten hun eigen omgeving afspeelt,
ontgaat de meesten volkomen. Laat
staan dat ze iets van Europa weten."
Earnest en Yvonne verkeerden tijdens
deze rondreis in het gezelschap van
zijn toenmalige Willem Il-collega's
John Feskens en Louis Laros en hun
wederhelften. De zes zijn dik be
vriend met elkaar. „We doen al heel
lang van alles samen. Op vakantie,
met de honden erop uit, heerlijk. Nee,
kinderen zijn er nog niet. Willen
Yvonne en ik volgend jaar aan begin
nen."
Het stel leeft in Uden en niet in Til
burg, zoals men dikwijls veronder
stelt. Stewart, die voor zijn komst
naar NAC liefst zes jaar de Tricolores
diende, reageert aangebrand: „Alsje
blieft zeg. Ik wens niet eens met Til
burg geassocieerd te worden. Ik heb
er eventjes gewoond, maar nee. Het is
zo'n maauwvolk, joh. En ze zeggen
'goalen maken' (met een halfzachte 'g'
aan het begin, JN) in plaats van sco
ren. Brrr..." Het seizoen '95/'96 was
Stewarts laatste bij Willem II. Hij
koos op gevoel voor NAC, maar had
ook bij FC Groningen terecht gekund
en ook de Belgische kampioen Lierse
SK dong naar de gunsten van de all
round spits, die ook als rechts- en
linkshalf uitstekend uit He verf komt.
Vitesse was eveneens een optie, een
hele serieuze zelfs. „Ik ben tweemaal
op gesprek geweest in Arnhem, maar
beide keren had ik een blessure. Aan
gezien ik zelden iets heb, heeft God
mij op die manier kennelijk duidelijk
willen maken, dat ik beter niet naar
Vitesse kon gaan."
God wijst hem dus regelmatig de juis
te weg, wat niet wegneemt dat Ste
wart nog wel eens vloekt en 'te wei
nig' naar de kerk gaat. „Alleen met
Kerstmis eigenlijk. Dat vind ik niet
fair van mezelf hoor; wel hulp vragen
en er niks voor terugdoen. In Amerika
zou ik beslist vaker een kerk bezoe
ken. Puur omdat het daar gezellig is,
met van die gospelkoren en zo."
Genieten
„Over gezondheidsproblemen of on
gelukken probeer ik zo min mogelijk
te piekeren. Je moet van het leven ge
nieten, niks laten liggen. De dingen
doen waar je je lekker bij voelt. Dan
leef je het langst, daar ben ik van
overtuigd. Zo rookt mijn moeder als
een schoorsteen, maar zij is wel tevre
den. En dat was ze niet, toen ze een
keer gestopt was."
Stewart is ook verslaafd. Aan auto's.
Snelle, sportieve modellen. „Ik had
eens een Calibra V6, daarmee kon je
de straatstenen eruit rijden. Fantas
tisch. Er zou nu veel meer geld op m'n
bankrekening hebben gestaan, als ik
niet zoveel geld had uitgegeven aan
auto's. Maar wat geeft het. Na mijn
voetbalcarrière wil ik in de autover
koop. Ja, en niet voor mezelf begin
nen, hoor. Gewoon bij een baas wer
ken, van negen tot vijf. Het verkopen
van auto's is ook een beetje een sport.
Het moet overigens wel een fatsoen
lijk merk zijn." Hij rijdt thans tot zijn
volle tevredenheid in een comfor
tabele stationcar, maar droomt
van een Porsche 911. „Die is in
Nederland echter belachelijk
duur. Die neem ik wel, als ik ooit
in Amerika ga spelen..."
Amerika, waar ook cd's veel goed
koper zijn dan hier. Er gaat dan
ook geen voetbalreis voorbij, of de
gepassioneerde R&B-liefhebber
Stewart breidt zijn cd-verzame-
ling uit. „Ik heb inmiddels een
collectie van hier tot Tokyo."
Uitleggen hoe 'onzettend belang
rijk' muziek voor hem is, kan Ste
wart bijna niet. Het is een uitlaat
klep, die synoniem staat voor
emoties. „Op de begrafenis van
mijn opa bijvoorbeeld wilde ik
huilen, maar het lukte niet. Pas
toen ik mijn geliefde muziek op
zette, kwamen de tranen. Raar hè?
Verder ben ik niet zo gauw emo
tioneel. Soms brengt een doelpunt
wel iets teweeg. Zoals vorig sei
zoen, thuis tegen Ajax. Dat was na
een slechte periode."
Zevenduizend mijl verwijderd van
huis, haard en NAC. De Yellow Army,
onthand wanneer Stewart ontbreekt.
Maar ook de troepen van Uncle Sam
kunnen slecht zonder de eerste luite
nant, die plichtsgetrouw twee heren
dient. Twee landen ook, die hij even
wel niet letterlijk wilde verdedigen.
Stewart voelde geen aandrang om
zich vrijwillig aan te melden voor het
Amerikaanse leger. En teneinde de
dienstplicht in Nederland te omzei
len) deed-ie tijdelijk afstand van zijn
Nederlandse paspoort. Aan de uitno
diging voor Jong Oranje (in 1990) gaf
Stewart daarentegen enthousiast ge
hoor. „Als ik toen bij de laatste zes
tien had gezeten, had ik nooit meer
voor Amerika mogen uitkomen." De
eerste oproep van overzee volgde dat
zelfde jaar. De tweede in '92 en eigen
lijk kwam z'n interland-loopbaan pas
echt op gang in de aanloop naar de
wereldkampioenschappen van '94, die
in de Verenigde Staten werden gehou
den.
Sindsdien zit Stewart voortdurend
tussen twee vuren. NAC steunde de
Udenaar voortreffelijk, in tegenstel
ling tot Willem II vroeger. Toch was
hij de voorbije weken 'een beetje ziek'
van de situatie. De Amerikaanse voet
balbond, de US Soccer Federation,
hield hem onnodig in spanning. Zo
lang de VS nog bezig waren aan hun
Road to France, kreeg Stewart geen
retourtje Breda. De aanvaller: „Er
wordt wel gedaan alsof, maar in wer
kelijkheid snappen ze mijn moeilijke
positie niet."
Het extra wrange van het geval was,
dat Stewart tijdens het trainings
kamp van de Amerikaanse ploeg in
Big Bear in Californië z'n kuitspier
verrekte. En zodoende behalve NAC-
De Graafschap óók de belangrijke in
terland Mexico-VS aan zijn neus
voorbij zag gaan. Hij bleef in z'n up
pie achter en kon pas twee dagen voor
Canada versus Amerika de training
hervatten. Daarom liet bondscoach
Steve Sampson hem uit de basis. Op
de laatste training in het inspiratielo
ze Swangard Stadium stuurde Samp
son de halve Brabander, met vijf an
deren, vrij snel naar een voetvolley-
hoekje. Waarbij het aardig is te horen
hoe het Nederlands is Stewarts voet
balleven de boventoon voert. 'Come
on, take that ball with left... You
can't?... Tsjongejongel' Dat krijgt een
medespeler naar zijn hoofd geslin
gerd. „Ik denk, als ik hier ben, in het
Engels. Behalve over voetbalzaken.
Raar hè?"
Schietgebedje
Stewart voltooit de training gedreven,
ook al weet-ie aan het einde ervan nog
steeds niet of er zelfs maar een rol als
invaller inzit. „Van een kant kan ik
Sampson wel begrijpen, hij neemt
geen risico's. Maar toch is het vreemd,
want ik behoorde veertien wedstrij
den op rij tot zijn vaste keus."
Mede uit naam van de bondscoach
zweert US Soccers general manager
Tom King dat er geen spelletjes wor
den gespeeld. Daarvoor is hem de goe
de relatie met zowel Stewart als diens
club NAC te dierbaar.
Earnie denkt er het zijne van en pro
beert het probleem van zich af te zet
ten. „Ik moet me nu concentreren."
Logisch, het cruciale duel nadert im
mers met rasse schreden. En, ver weg
van dit oord, staat PSV-NAC op het
programma. Door het tijdsverschil
van negen uur 'lig ik gelukkig te sla
pen tijdens die wedstrijd'. „Anders
dwalen mijn gedachten toch af. Voor
het naar bed gaan, doe ik nog wel een
schietgebedje." Hij slaat tegenwoor
dig ook een kruisje, veordat-ie het
veld betreedt. „Maar ik ben niet
egoïstisch, want je moet God niet
overvragen. Ik bid dat we met z'n al
len de kracht mogen vinden, nodig om
de wedstrijd tot een goed einde te
brengen." Helaas moet Yvonne hem 's
anderendaags een jobstijding doen.
NAC heeft gefaald in Eindhoven.
„Een tegenvaller, zeker. Maar, ge
beurd is gebeurd, mijn taak ligt nu
weer even hier en dat 'we' verloren
hebben van de landskampioen maakt
het ook iets minder erg."
Die middag blijkt het met 8000 fans
uitverkochte 'Swangard' - de Yankees
vormen nota bene een lichte meerder
heid - een verrassend sfeervol sta
dionnetje. En Stewart een Ameri
kaanse patriot. Tegen wil en dank,
wellicht, maar toch. Kaarsrecht, het
hoofd opgeheven in de ongehoord
zachte novemberlucht, rechterhand
plechtig op de linkerborst. Zó luistert
de Udenaar aandachtig naar The Star
Spangled Banner, het volkslied dat
hij dus toch verkiest boven het Wil
helmus. „Ja, maar niet zonder reden.
Het is gewoon zo'n geweldige eer om
het machtigste land ter wereld te mo
gen vertegenwoordigen."
Daarom ook heeft president Clinton
een streepje voor op koningin Beatrix.
„Al zou ik ze allebei graag willen ont
moeten."
De Amerikaanse soccer-ploeg ging na
de World Cup'94 bij Clinton op de
thee, zonder Earnie. Hij moest voor
het rendez-vous in het Witte Huis be
danken. Willem II was alweer begon
nen met de voorbereiding op een
nieuw seizoen...
Misschien krijgt Stewart volgend jaar
alsnog de gelegenheid om Clinton de
hand te schudden na de wereldkampi
oenschappen in Frankrijk. Plaatsing
wordt gerealiseerd door de winst op
Canada. De NAC'er begint het duel in
Vancouver zondag op de bank, speelt
een prima tweede helft, verzekert zich
met een 'handige' gele kaart dubbel
van de thuisreis en gaat als er afgeflo
ten wordt helemaal uit zijn strakge-
schoren bol.
Tijd om lang te feesten heeft-ie niet.
Terwijl in het spelershotel dikke Cu
baanse sigaren worden gerookt - 'Het
missen van zo'n ritueel betreur ik nou
wel, raar hè?' - maakt Stewart zich
klaar voor vertrek. Hij is eraan ge
wend geraakt, dat hij zelf de sigaar is.
Amper vier uur nadat hij het veld
heeft verlaten, glijdt Stewart uitgeput
onderuit in zijn luxe vliegtuigstoel.
Earnie goes home'. „Voor de WK zal
ik naar alle waarschijnlijkheid niet
meer naar de VS hoeven. En daarna
zet ik mijn interlandcarrière op een
laag pitje."
Dinsdagmiddag traint hij weer hap
py, en zo fit als een hoentje met zijn
vaste collega's in Breda. Het feno
meen jetlag is 'm vreemd. Woensdag
avond draagt hij zijn steentje bij aan
de bekerzege van NAC tegen Katwijk.
Een wereld van verschil, zou je zeg
gen, maar niet voor Earnest Stewart,
die ook nog een 'goal maakt'.
Geluid licht
koop je bij JBE
JBE HEEFT HET!
uwhasstniat 14 - Breda l'rincenhage - Tel. (Ü6-S212S81