Geld-#-Goed
Pinda's
Tegoeden
BEDRIJFSSPAREN (1)
BEDRIJFSSPAREN (2)
BEDRIJFSSPAREN (3)
KOOPSOMPOLIS (1)
KOOPSOMPOLIS (2)
KOOPSOMPOLIS (3)
TELLINGEN
K RENTE (1)
K RENTE (2)
EK RENTE (3)
EK RENTE (4)
VIDEND (1)
VIDEND (2)
Onderverdeling
Clickfondsen
Trouwe spaarders
Zekerheid
Sparen bij de baas
Sparen
december
1936
Totale spaartegoedei
Bedragen x mln^ gulden
?n per einde ji
iar
DINSDAG 4 NOVEMBER 1997 E3
De twee bekendste vormen van bedrijfs-
spaarregelingen zijn de spaarloonregeling
en de premiespaarregeling. Als u het geld
kunt missen (het maximum ligt voor de
spaarloonregeling op 1638 gulden en voor
de premiespaarregeling op maximaal
1093 gulden werkgeversbijdrage), moet u
dat altijd doen. Het scheelt belasting, u
krijgt (vaak) een premie van de werkgever
en voor de rente geldt een extra rente
vrijstelling. Als u nog niet meedeed, of
niet voor het maximum, dan moet u zich
bij personeelszaken of de salarisadmini
stratie melden.
In principe staat het geld voor de bedrijfs-
spaarregelingen voor vier jaar vast. Aan
gezien de regeling op 1 januari 1994 is in
gegaan, zullen komend jaar de eerste ter
mijnen vrij beschikbaar komen. Daarom is
het dus nu tijd om over de besteding na te
denken: lekker uitgeven of als start van
een nieuw spaarsysteem. Dat kan natuur
lijk zowel op spaarrekeningen als in diver
se beleggingsproducten. Als u het geld
langer kunt missen, zijn aandelen of be
leggingsfondsen een serieuze optie.
Voor een aantal omschreven doeleinden
kunt u het geld ook tussentijds van de be-
drijfsspaarrekeningen halen. Dat betreft
onder meer aankoop van een woning en
de zogenoemde koopsompolissen. Met
het geld van de premiespaarregeling kan
ook de aflossing van de hypotheek wor
den voldaan (dus niet de rentebetalin
gen). Als u koopsompolissen aanschaft,
bent u het geld vaak voor lange tijd kwijt.
Voor de aanschaf van aandelen of beleg
gingsfondsen mag u het geld ook tussen
tijds van de rekening halen. De aandelen
moeten dan wel voor die periode van vier
jaar worden 'vastgezet'. Op moment dat u
de aandelen tussentijds zou verkopen,
moet het bedrag weer worden terugge
stort. Eventuele waardedaling hoeft dan
niet te worden aangezuiverd.
Komende maanden wordt u weer be
stookt met aanbiedingen om koopsompo
lissen te nemen. Veel mensen doen dat
met het oog op de belastingaftrek. U
moet zich echter wel bedenken dat u, on
danks het voordeel, op korte termijn een
stuk besteedbaar inkomen inlevert. Een
wanneer u later de polis omzet in regel
matige lijfrente-uitkeringen, moet u daar
alsnog belasting over betalen. Mensen die
een hoog inkomen houden, genieten dan
weinig belastingvoordeel.
Als u toch wenst te bezwijken voor de ver
leidingen van een koopsompolis, ga dan
niet alleen af op het reclamemateriaal. Er
zijn twee momenten om de aanbiedingen
te vergelijken: bij aanschaf en bij omzet
ting in een lijfrente (dat kan weer een an
dere maatschappij zijn). Koop bij bijvoor
beeld de Consumentenbond een geldgids
waarin de verschillende aanbieders wor
den doorgelicht en becommentarieerd.
Als u een koopsompolis koopt, dan krijgt
u niet automatisch geld terug van de fis
cus. U moet dat aangeven op het aangifte
biljet inkomstenbelasting. Als u zo'n biljet
niet automatisch krijgt, moet u een T-bil-
jet aanvragen. Voor het geval u er één
bent vergeten af te trekken; na aankoop
heeft u daar drie jaar de tijd voor.
OVEMBER 1997 £2
d bedrag hoeft u over ren-
inkomsten geen belastinq
ijn algemeenheid is het al
daar gebruik van te ma-
n gelden voor zowel ren-
dinkomsten vrijstellingen
en (2000 gulden voor ge-
r rente op rekeningen én
inderjarige kinderen geldt
vrijstelling van 500 gulden
ingtechnisch gezien, vaak
tegelijkertijd te sparen en
op een spaarrekening 600
ntvangt, is daarop normaal
entevrijstelling van toepas-
echter tegelijkertijd 1000
p een persoonlijke lening,
vrijstelling hiermee vermin-
Per saldo houdt u in dit
00 gulden over. U kunt dus
spaarpotje aanspreken,
t addertje onder het gras
Ie kleine lettertjes) bij aller-
producten waarbij aande-
e/easd met geleend geld.
blokkeerde spaarloon- en
gelingen hoeft niet te wor-
d voor de berekening van
Hing. Ook de rentevrijstel-
ren hoeft nooit te worden
hypotheekrente is een ge
en met 1996 mocht je naast
hypotheekrente een spaar
den zonder dat daarmee de
g in gevaar kwam. Bij hy-
na 1 januari T997 zijn afge-
dat alleen nog als de hypo-
gewend voor de aankoop,
f het onderhoud van de wo-
onsumptiefs mee doet (bij-
to kopen), geldt de con-
perking (zie aftrek rente 3).
len voor koopt die dividend
eren, geldt geen beperking,
e betaalde rente wel salde-
ngen rente en dividend.
sumptieve rente nog aftrek
bedrag van 10.000 gulden
per jaar (20.000 gulden per
de komende jaren zakt dat
5.000 gulden (gehuwden
n). Hebt u de aftrekruimte
ut, dan kunt u voor 31 de-
e vooruitbetalen die anders
L van het erop volgende half
rden betaald (bijvoorbeeld
te). Dat is toegestaan tot
an maximaal 4000 gulden. U
nen overwegen aandelen te
oruitbetaalde rente. Diverse
egioLease, Robeco) hebben
e hier op inspelen.
euwe belastingstelsel eruit
at nog niet vast. Maar dat de
aag gaan, is zeer aanneme-
en 60 procent, straks moge-
48 procent. U kunt hier op
or rente-uitbetaling naar de
schuiven, bijvoorbeeld met
paarbewijzen. De dan te ont-
e wordt tegen een lager ta-
jg en.
leend geld aandelen koopt, is
principe onbeperkt aftrek-
er moet u echter de betaalde
vangen rente van spaarreke-
elkaar salderen. En let op:
ari van dit jaar moet ook het
dividend worden verrekend
aide rente. Als u met geleend
n koopt, is contant dividend
interessant. Er zijn echter
n die een keuze-dividend bie-
of in aandelen (agiostock).
is wel belastingvrij, zij het dat
kan ontstaan over de aftrek-
n de rente.
xh aandelen bezit die alleen
dend uitkeren, kunt u de aan-
nog verkopen. Dat moet dan
en voordat het dividend offici-
esteld. In de koerswinst is het
an nog verdisconteerd en u
en belasting over te betalen.
Een tijd geleden werd op de televisie dagelijks
een reclamefilmpje vertoond waarin bet vol
gende te zien was: een man zit tevreden in
een fauteuil. Op de leuning van die fauteuil neemt
een vrouw plaats die er als een stewardess uitziet,
maar geen stewardess is. Ze legt haar hand beval-
"9 op de schouder van de man en legt uit wat de
man doet. Dat is niet veel. Hij spaart. Ze kijkt ons
indringend aan en zegt dat de man denkt dat hij
dat heel goed doet. Even is het stil. Dan vertelt de
rouw dat de man buitengewoon onverstandig
K is, want a's zus en 10 9etkan, dan
was hij nu behoorlijk rijk geweest. Man kijkt sip,
rouw triomfantelijk. Zoiets. Einde spotje,
oewel dat spotje dagelijks te zien was en dus oer-
ervelend werd, keek ik er altijd naar. Er werd hier
Tn P™')'ema,;|ek aangeboord die ik herken.
en ik begin jaren tachtig besloot helemaal van
j pe"?e 'everL leek het me handig eerst een be-
g blf.een te garen dat me in staat zou stellen
n Per'ode te overbruggen waarin het helemaal
tou lukken met het schrijven. Ik had wel eens
r
gelezen dat zoiets kan gebeuren. Schrijver wil wel,
maar kan niet meer, want fantasie is geblokkeerd.
Ik heb toen een tijdje informatieve en/of werven
de teksten geschreven voor bedrijven of organisa
ties waar niemand werkte die in staat was infor
matieve en/of wervende teksten te schrijven. Ik
vond het niet vreselijk om te doen, maar wilde
toch graag snel iets anders. Aangezien je in die
branche geld als water verdient, kon dat al na een
paar maanden. Ik had geld genoeg om in ieder ge
val een jaar te overbruggen, mits ik niet te veel ei
sen aan mijn dagelijkse leven zou stellen.
Ik praat hier bijna nooit over, want als je dat wel
doet, kweek je in razend tempo een minderwaar
digheidscomplex. Iedereen heeft namelijk een an
der uitstekend idee over hoe je met geld om moet
gaan. Dat is één. En iedereen vindt dat jij het hoe
dan ook volstrekt verkeerd doet. Dat is twee.
Ik voel niet alleen dat het minderwaardigheids
complex zich roert, ik word er ook zo zenuwachtig
van. Ik houd er niet van over geld te praten en al
helemaal niet over geld dat moet groeien. Ik ben
er niet tegen als het groeit, maar bij geld ligt dat
niet zo simpel als bij kamerplanten.
Ik heb me wel eens laten informeren door een des
kundige. Na een paar minuten stond ik weer bui
ten met een pakketje drukwerk. „Leest u dat thuis
maar eens rustig door."
Door Thomas Verbogt
De deskundige heeft dat aan mij gegeven om van
me af te zijn. Dat snap ik wel, want ik stel niet de
juiste vragen. Tegen een deskundige kan je im
mers nooit zeggen: „Dit is er aan de hand en ik wil
dit." Daarvoor is een deskundige immers te des
kundig. Hij stelt mij vragen die ik niet begrijp of
waarop ik geen antwoord heb.
De informatie die ik thuis rustig mag doorlezen, is
informatie die niet tot me wil doordringen, net zo
als gebruiksaanwijzingen bij huishoudelijke appa
ratuur. Ik heb twee scholen afgemaakt, een tijdje
aan de universiteit gestudeerd en daarna mijn her
sens niet op sterk water gezet, maar het is een an
dere taal. Een kennis van me kan kraaiend de
beurspagina van een krant raadplegen om vervol
gens woest aan het telefoneren te slaan. Na een
uurtje deelt hij mee dat hij min of meer twintig
duizend gulden rijker is.
„Dat wil ik ook wel," zeg ik.
„Waarmee wil je dan beginnen?" vraagt hij.
Dat weet ik niet precies, maar ik doe een gooi:
„Nou, tienduizend gulden."
Mijn kennis lacht schor en roept: „Man, dat zijn
peanuts!"
Peanuts.
Ik was een keer getuige van een gesprek tussen
een uitgever en een schrijver van een boek dat vol
staat met beleggingsadviezen. Dat boek loopt als
een trein. De uitgever en de schrijver verdienen
dus veel geld aan dat boek. Terwijl ze voor de zo
veelste keer een glaasje champagne op het succes
drinken, zegt die uitgever: „Nou, jij weet zeker
wel wat je moet doen?"
„Hoezo?" vraagt de schrijver.
„Hoe het moet met aandelen en zo," antwoordt
de uitgever.
Zegt die schrijver: „Je dacht toch niet dat ik ooit
één seconde heb overwogen aandelen te kopen?"
Die vraag hakt er even in.
„Ik dacht eigenlijk van wel," zegt de uitgever.
„Geen sprake van! Het idee! Onroerend goed na
tuurlijk. Dat is het enige waar je iets aan hebt."
Ik ga nu snel naar de sigarenwinkel op de hoek. Ik
heb veertig gulden gewonnen in de Staatsloterij.
Daar kan ik weer een héél lot en drie vijfjes voor
kopen. Het komt wel, het kómt wel.
En daarna ga ik thuis weer in mijn fauteuil zitten
wachten op een stewardess die zich op de leuning
laat zakken, haar hand teder op mijn schouder
legt en uitlegt dat ik het niet helemaal goed doe.
En als ze daarna nog een tijdje blijft zitten, vind ik
het wel best.
jESTEM
'Dan ben je in de boot geno
men door de Zilvervloot.
Sparend voor later ga je
straks ook sparend dood'. Het
Klein Orkest zong het, ergens
in de jaren tachtig,
fulminerend tegen alles wat
staat voor behoudend en niet
de geest ademt van 'pluk de
dag'. In het eerste halfjaar
van 1997 sluisde Nederland
weer 5,5 miljard gulden naar
spaarrekeningen.
Naar beleggings- en click
fondsen ging nog eens zo'n
vijf miljard gulden. Het
spaargedrag evolueert wel:
sparen heet nu soms beleggen,
maar het blijft (be)sparen
voor later.
„De belangrijkste drijfveer is
de behoefte aan financiële ze
kerheid. Dat was vroeger zo
en is nog steeds zo."
Door Peter Scholtes
Wie de beleggingshausse aan
schouwt, zou haast denken dat
veel Nederlanders hun spaarbank
boekje hebben ingeruild voor een aande-
lendepot. De werkelijkheid is genuanceer
der.
Het spaaroverschot van 5,5 miljard gulden
in het eerste halfjaar van 1997 is weliswaar
lager dan de zeven miljard in dezelfde pe
riode van 1996, maar historisch gezien op
een zeer hoog niveau. Tegelijkertijd zien
volgers van de spaarmarkt, als Rabobank,
VSB Bank en het Centraal Bureau voor de
Statistiek (CBS), dat het aantal particulie
re beleggers toeneemt. Harde cijfers ont
breken, behalve over de inleg bij beursge
noteerde beleggings- en clickfondsen. In de
eerste zes maanden van dit jaar ging daar
in totaal 5,1 miljard gulden naar toe en dat
is meer dan ooit.
De deskundigen zijn het erover eens dat de
bedrijfsspaarregelingen grotendeels ver
antwoordelijk zijn voor het hoge spaar
overschot. Aan de hand van de cijfers over
1995 en 1996 schat Ron Storm van het CBS
dat van de 5,5 miljard gulden over het eer
ste halfjaar ongeveer drie miljard afkom-
Istig is van bedrijfsspaarregelingen. Als dat
klopt, is toch nog 2,5 miljard opzij gezet op
rekeningen met een rente die de inflatie
met maar goed een procentje te boven gaat.
Hoe zit 'de spaarder' van tegenwoordig in
elkaar? De Rabobank, nog altijd dé spaar
bank van Nederland met een marktaandeel
van ongeveer 35 procent, heeft om zichzelf
een beeld te kunnen vormen een ruwe on
derverdeling in vier categorieën gemaakt.
In de grootste groep (bijna de helft) zitten
de spaarders die de hoogte van de rente niet
zo belangrijk vinden, hun geld bereikbaar
willen hebben, vertrouwen op het advies
van hun bank, gesteld zijn op persoonlijk
I contact en over het algemeen behoudend
zijn.
„In deze groep tref je veel 50-plussers aan,
mensen die een gedeelte van hun geld wil
len consumeren. Maar ook jongeren vallen
in deze categorie," zegt projectmanager
drs. Guus Maas van Rabobank Nederland.
I Omgekeerd komt de Rabobank ook oude
ren tegen in een groep van met name jonge
ren (25-30 jaar) die de rente wel van belang
vinden, goed zijn opgeleid en zonder advies
van hun bank te werk gaan, risicovoller
met hun geld willen omgaan, er zelfs 'mee
I spelen'.
Tussen die twee uitersten staat een groep
van spaarders die kiest voor het evenwicht.
Voor een deel willen en kunnen ze zelfstan
dig beslissen, maar als het wat moeilijker
wordt, vragen ze de bank om advies. Het
zijn geen spaarders die elk risico mijden,
Imaar ook geen grote avonturiers.
Dan blijft nog een categorie over waar een
bank moeilijk greep op krijgt. Beginnende
spaarders vallen gemakkelijk voor alles
wat nieuw is, maar niet voor financiële za-
dat het geval vanaf een tegoed van meer
dan 25.000 gulden per persoon), wordt het
klassieke sparen niet meer alleen als zalig
makend beschouwd. Mensen zijn op een
punt als fiscaliteit nu veel beter aanspreek
baar dan vroeger, is de indruk van de VSB.
Dat verklaart ook het succes van bedrijfs-
sparen en kapitaalverzekeringen als lijf
rentes, waar ook nogal wat geld van spaar
rekeningen naar toe vloeit.
Maar met name in de afgelopen vijf jaar
hebben veel klassieke spaarders zich op de
een of andere manier omgevormd tot beleg
ger, zij het heel voorzichtig. Van een klas
sieke spaarder maak je niet snel een avon
turier, weten de banken. „Je moet toch zor
gen voor zoveel mogelijk zekerheid. Want
voor een spaarder is niets zo erg om een
gulden naar de bank te brengen en er later
maar negentig cent voor terug te krijgen,"
formuleert VSB'er Hoogsteden.
De spaarproducten die onder meer VSB en
Rabobank op de markt hebben gebracht,
sluiten daarom aan bij de behoefte aan ze
kerheid. Rabo-man Maas zegt dat er nog
steeds belangstelling is voor bijvoorbeeld
het dividendsparen: dat is beleggen in
spaarrekeningen, met een laag rendement,
met benutting van de dividendvrijstelling
én een verwaarloosbaar risico.
De lage rente en de beurskoersen, die een
hele poos alleen maar omhoog leken te kun
nen, hebben de klassieke spaarder ook aan
gezet tot 'echt' beleggen. De banken hebben
de indruk dat dan wordt gekozen voor be
leggingsvormen die meer zekerheid bieden.
De beleggingsfondsen, waarmee risico kan
worden gespreid, en de clickfondsen, waar
mee winst en verlies worden beperkt. „Dit
soort alternatieven waarmee je met meer
zekerheid kunt beleggen dan vroeger, zijn
een forse concurrent voor de spaarmarkt,"
weten de VSB'ers Hoogsteden en De Grijs.
Maar voluit avonturieren, is er nog maar
zelden bij.
„De spaarders beleggen nog zeker niet aan
zienlijk," zegt Maas van de Rabobank. Vol
gens hem wordt in tachtig tot negentig pro
cent van de gezinnen in Nederland ge
spaard, 'maar het zal nog wel even duren
voordat we met beleggen zover zijn'.
Het is de van huis uit meegekregen drang
naar financiële zekerheid die blijft domine
ren. De banken zien dat mensen geld opzij
leggen voor de studie van hun kinderen of
voor de eigen oudedagsvoorziening. De toe
nemende onzekerheid of de overheid de so
ciale voorzieningen wel op peil kan houden,
speelt daar volgens de deskundigen een be
langrijke rol in.
De Rabobank beseft wel dat de jongere ge
neratie, die op eigen gezag meer risico wil
nemen, in de komende decennia de genera
tie gaat vervangen die het spaargedrag nu
in grote mate bepaalt. Maar of deze spaar
ders tegen die tijd nog zulke avonturiers
zijn? Volgens Maas konden een paar men
sen hun neus dan wel eens behoorlijk heb
ben gestoten en een stuk terughoudender
zijn in hun beleggingen.
Een spaarder
avonturiert
nog zelden
ken. 'Is nauwelijks rentegevoelig, spaarge-
neigdheid is gering', zijn een paar kenmer
ken van deze groep.
Het beeld van 'de spaarder' dat opdoemt,
helpt de ontwikkelingen op de spaarmarkt
te verklaren. Het hoge overschot van 2,5
miljard gulden dat naar de 'gewone' spaar
rekeningen gaat, bijvoorbeeld. „Vooral
ouderen zijn trouwe spaarders. Ze leven
zuinig," verklaart Ben Hoogsteden, pro
ductmanager sparen van VSB Bank.
„Je hebt mensen die niet kijken naar het
rendement op hun spaartegoed, maar naar
de mogelijkheid om er dagelijks over te
kunnen beschikken," zeggen Hoogsteden
en drs. Ferdinand de Grijs, hoofd product-
management credit bij VSB. „Dat doen ze
om een stuk financiële onzekerheid weg te
nemen. Voor de wasmachine die stuk gaat,
want op die reparatie kun je niet zes jaar
wachten."
De banken zien een - ook door de lage ren
te gedreven - verschuiving van sparen op
deposito naar een rekening die in ieder ge
val als kenmerk heeft dat het tegoed dage
lijks opvraagbaar is. CBS-cijfers geven aan
dat tussen 1992 en 1997 de inleg op deposi
to is gedaald van 61 miljard gulden tot min
der dan veertien miljard, terwijl het totale
spaaroverschot fors is gestegen.
Een tweede categorie van 'klassieke spaar
ders' die de VSB onderscheidt, is die van de
starters. Mensen die nog niet zo veel spa
ren, dat de fiscus daarvan dreigt mee te
profiteren. Ze beschikken evenmin al over
het substantiële bedrag dat nodig is om in
beleggen een aantrekkelijk alternatief te
vinden.
Hoogsteden stelt dat voor de meeste spaar
ders het creëren van financiële zekerheid
het belangrijkste motief is. „Bij de één is
dat bereikt bij drieduizend gulden, voor
een ander is het tienduizend gulden. Als dat
geld er is, ga je verder kijken."
Zeker als de spaardrift ervoor zorgt dat de
fiscus een deel van de rente-inkomsten gaat
opeisen (met een rente van vier procent is
Banktegoeden spaarioon- en
premiespaarregelingen,
bedragen x
000
000
1 januari
1995
Saldo van inleg en opname, plusJtente
Bedragen x min. gulden
20.000
10.000
15.000
5.000