Weekend
Hoe een werkpaard het beeld van een stukje Vlaanderen bepaalt
Soap betekent
eigenlijk
uitzend-bureau
DE STEM
Eindelijk sta ik oog in oog met de hengst van Lennik.
En hoe.
De hagel van de herfst ratelt en rinkelt op zijn bronzen flanken.
De slagregens trekken donkere sporen over zijn achterhand.
Maar hij blijft onaangedaan, kalm, waardig.
Zoals het een goed Brabants trekpaard betaamt.
Hij staat iets voorover op zijn korte benen, het tamelijk kleine hoofd in de wind, het hoofdstel nog
steeds om zijn hals en het bit vastberaden in de mond.
Zijn hoeven gaan schuil onder lange lokken, die de kenners als 'het behang' aanduiden.
Zijn staart is in een ronde toef gedraaid.
En zijn kloeke mannelijkheid markeert een 'diepe romp', zoals dat heet.
dëSTEM
tNotan? 6n breekt hii rePut
ZATERDAG 18 OKTOBER 1997
éfyh
Door Dirk Vellenga
„Zo, jongen, heb je al eens een beetje over je
toekomst nagedacht? Werken wordt straks
heel anders, hoor je de hoge heren beweren.
Een vaste baan bestaat niet meer in de toe
komst."
„Ach, ik ga gewoon voor een uitzendbureau
werken. Dat doet iedereen tegenwoordig."
„Nee, joh, je moet bij een uitzendbureau gaan
werken. En anderen uitzenden. Dan zitje altijd
goed."
„Pa, ik heb niet doorgeleerd voor kantoor. Net
als jij. Wij kunnen immers niet tegen centrale
verwarming bij het werken."
„Oké, laten we jouw geval eens even bekijken.
Eerst: je werkervaring."
„Nou, ik heb gewerkt als pizzabezorger. Totdat
ik m'n eigen benzine moest betalen. En ik heb
stage gelopen bij de supermarkt."
„Ja, de lege flessen in kratten gooien. En dat
heb je amper twee weken volgehouden."
„Jij zult wel lachen pa, maar ik denk dat ik
soapster ga worden."
„Dat is zwaar werk, jongen. Maar het schenkt
wel bevrediging. Veel mensen genieten ervan."
„Pa, ehheb je wel goed geluisterd?"
„Ja natuurlijk. Je werkt met mooi spul, dat wel.
Het zuigt als een gek en het maakt een lekker
geluidje als je er overheen gaat."
„Ho, vadertje, ho. Soap, ik heb het over soap.
Op de tv. Acteren. Es Oo Aa Pee."
„Sorry, excuses. Ik dacht ZOAB. Ik zag je al in de
weer met asfalt. Het leek me al vreemd dat jij
voor een baas door de knieën zou gaan."
„Mij niet gezien. Als er vocht opgenomen moet
worden, doe ik dat zelf wel. In het café."
„Jongen, kijk uit met de drank. Jullie zuipen
veel te veel, op school, thuis, bij het uitgaan.
Waar halen jullie al dat geld toch vandaan? Ik
had vroeger net genoeg voor twee consump
ties. Maar minister Borst geeft voortaan aan
wanneer je niet meer mag hebben."
„Ach, ze willen van alles. Ze willen ons van het
roken afhebben, ze gunnen ons de bromscoo
ter niet en nu grijpen ze naar onze tapkranen."
„Jullie maken het ook wel erg bont hoor. Zeg,
je kunt tegenwoordig ookiweer bij de luchtm®";
biele brigade, de rode baretten, ook al ben je
onder de maat. Trouwens de landmachtJs, er.
ook nog. Het is wel heel apart om juist nu in het
leger te gaan, vind je niet?"
„Valt best mee. Ik zie veel meer in de televisie.
Het schijnt altijd heel gezellig te zijn in de stu
dio."
„Is daar niet een of andere opleiding voor? Heb
jij wel eens gezocht naar studieboeken of vakli
teratuur?"
„De vakbladen hou ik al een paar maanden
heel goed bij. Privé, Story, Weekend. En ook de
showprogramma's op tv. Ik ken alle namen. Ei
genlijk zijn we nu al één grote familie."
„Mij zeggen die namen niks. Laatst aten je
moeder en ik een hapje bij McDonald's en we
zagen aan een tafel wat jongelui zitten. Ik
dacht in mijn onschuld dat er een kinderfeestje
was en ik wilde nog opvoedkundig roepen:
'Zeg, ga eens rechtop zitten.' Het bleken duur
betaalde tv-acteurs te zijn! Er was daar net een
pret-pakketje pubers bezorgd, En de fans ston
den in rijen te wachten."
„Gelukkig was ik er niet bij. Ik zou me weer rot
geschaamd hebben voor jou."
„Maar goed, acteur dus. Zet je je pet wel even
af, als je gaat solliciteren?"
„Pa, het gaat gewoon om een leuke uitstraling.
Dat je vlot overkomt. Meer is er niet nodig.
Daar kun je niet eens voor studeren."
„Ik zal er aan moeten wennen, aan die nieuwe
arbeidsverhoudingen, jongen. Bij een soap
word je eigenlijk ook uitgezonden, nietwaar?
Via het scherm."
„Zo gaat het voortaan, pa. Flexwerk, contrac
ten, tijdelijk werk, hoppen van de ene stoel
naar de andere. Dat is leuk en afwisselend. Als
je in een soap niet meer nodig bent, laten ze je
doodgaan. En als ze je toch weer terug willen
hebben, word je gewoon weer uit je graf ge
haald. Zo flexibel moet je kunnen zijn."
„Wacht even. De vaste baan voor het hele le
ven is er niet meer, hoor je overal. Is die er dan
ooit geweest? Voor mij in ieder geval niet. Ja,
de mensen die het nu zo hard roepen, hebben
het altijd gemakkelijk gehad. Die hoeven nooit
bang te zijn, want ze worden door hoge
vriendjes aan nieuw werk geholpen, of ze krij
gen een gouden handdruk, een vet wachtgeld
of een nepfunctie, die even gauw voor ze ge-
crëeerd wordt."
„Goed zo, pa. Je kunt nu afronden."
„Zelf ben ik twee keer ontslagen, een keer
door inkrimping, een keer wegens een faillisse
ment. M'n werktijden verschoven om de haver
klap, ik kreeg vage cursussen en ondertussen
werd de vut weggehaald en zetten ze mijn
pensioen op de tocht. Nu zit ik thuis met een
versleten rug en een pensioenbreuk."
„Bedankt, pa. Het staat er allemaal prachtig op.
Met deze videoband kan ik aankomen bij GTST
en Goudkust. Benieuwd wat ze ervan vinden.
Trouwens, jij kunt ook leuk acteren, pa."
De Prins van de Pajotten
Door Jo Wijnen
De hengst van Lennik staat op een
sokkel op de Grote Markt van
St.-Kwintens-Lennik in het
Vlaamse deel van Brabant. En
nogmaals, hij is van brons. En
bedoeld als standbeeld, als monument voor
het roemruchte, maar bijna vergeten paar
denras dat in de omgeving van Lennik werd
gefokt.
Veel tijd om te kijken is mij niet vergund.
Want ik ben, in tegenstelling tot mijn bronzen
held, niet opgewassen tegen de hagelbui die
plotseling in een noodweer verkeert en het
marktplein schoonveegt.
Ik vlucht café Sint Anneke binnen waar ik
een praatje maak met de vriendelijkste uit
baatster van Vlaanderen. En met de vijfjarige
Antonieke die niet naar school is omdat hij
een keel-andsjien heeft. Hij steekt zijn tong
,uit en vraagt me vooral goed op de rode bult
jes te letten. Het is heel erg, zegt hij Vrolijk.
En doet verdoemde pijn. De dokter heeft hem
daarom niet één, maar twee flessen met medi-
cijnkes meegegeven. Antonieke is maar wat
trots op zijn vreselijke ziekte. En hij is van
plan er zo lang mogelijk mee te lopen, want
hij heeft een broertje dood aan zijn kleuter
school. 'Ge moet daar studeren achter een
deur. En achter een andere deur moet ge spe
len', zegt hij.
Breugeliaans
Als ik later naar Strijtem rij, schittert een
lijkbleke zon die blijkbaar ook een 'keel-
andsjien' heeft. De omgeploegde klei glimt in
het witte licht. Uit de toppen van de populie
ren dwarrelen de laatste bladeren naar bene
den. In de dalen zoekt een eindeloze lintbe
bouwing beschutting tegen het jagende nood
weer.
Pas als ik het land - het Pajottenland - heb
gezien, begin ik iets van de paarden te begrij
pen. En ook iets van de Pajotten.
Die laatsten bewonen een tamelijk klein stuk
van Brabants Vlaanderen dat uitsluitend uit
dorpen bestaat en dat wordt gemarkeerd door
een paar steden die niet bij het Pajottenland
zelf horen: Aalst in het noorden, Ninove in het
westen, Halle in het zuiden en Brussel in het
oosten. Hoe lang het nog duurt voordat Brus
sel het Pajottenland omver loopt, is niet te
zeggen. Maar het staat te gebeuren, zoveel is
zeker.
Wie en wat Pajotten zijn, is niet te achterha
len. Een VW-juffrouw zegt dat het iets met
'patriotten' te maken heeft, al weet ze dat ook
weer niet echt zeker. Een historicus verwijst
naar het Waalse woord payot. Zo heette het
lemen smeersel waarmee vroeger de muren
van de huizen werden gepleisterd. Maar het
'payot' wordt niet meer gebruikt. En de 'pa
triot' heeft nooit kans gehad van zijn vader
landse gevoelens blijkt te geven. De 'pajot' is
niet ouder dan 150 jaar. Voor die tijd bestond
hij gewoon niet, althans, kwam hij niet voor
in kronieken, oorkonden, streekverhalen en
acten. Men houdt het erop dat de een of ande
re Pajotse advocaat de naam heeft bedacht.
Vandaag de dag is het Pajottenland eerder
een toeristische dan een historische aandui
ding. Maar dat is tegelijkertijd de laatste be
denking die ik tegen dit stuk van Vlaanderen
kan hebben. Want het gaat om een van de
mooiste en meest Breugeliaanse streken van
landelijk België.
Oerkracht
Eén ding is intussen zeker: de Pajotten waren
geduchte paardenfokkers. Ze waren niet uit
op de grote, glimmende ogen en de zenuwach
tige vurigheid van de Arabische hengst. En ze
zagen niets in de snelheid van een ranke vol
bloed. De Pajotse paarden moesten werken op
de glooiingen en hellingen van Brabants land.
En die zijn bedekt met een zeer vette laag bij
na roodbruine klei waar je niet zomaar een
voor in trekt. Oerkracht was dus gewenst.
Hun paarden moesten niet nerveus en ge
spannen, maar pront, kalm en gemoedelijk
zijn: eigenschappen die ook de Pajotten in de
mens weten te waarderen. Het moest ook een
paard zijn dat tegen hitte en kou kon. Ten
slotte moest het zeer werkwillig zijn en bereid
lange uren te maken.
De bronzen hengst van St.-Kwintens-Lennik.
Zo fokten de Pajotten het Brabantse ras dat
bij ons vaak als het 'Belgisch trekpaard'
wordt aangeduid, maar dat in het zuiden de
Belsj heet. Misschien waaide die naam weer
over van de Fransen of de Walen die de Bra
bander race de trait Beige noemden.
Het waren trouwens niet de bewoners van het
Pajottenland die het Brabantse trekpaard
'uitvonden'. In feite kwam het in heel Europa
voor en mengde het zich niet zelden met al die
andere, zwaar gebouwde ploegpaarden zoals
de Ardenner, de Percheron, de Clydesdale, de
Suffolk Punch en de Shire. Het Pajotse trek
paard was van Vlaamse komaf en werd al in
de Middeleeuwen gebruikt op de zware, maar
weelderige grond van België. Misschien
maakte zelfs 't Ros Beyaerd deel uit van dit
pronte stamras. Uit dat Vlaamse paard fokten
de Pajotten de speciale eigenschappen die
hierboven al zijn opgesomd.
Eind vorige eeuw werd de Brabantse fokkerij
een complete industrie die puik materiaal
voor heel Europa afleverde, maar die ook in
Amerika enorme successen boekte. Daar
wordt de 'Brabander' tot op de dag van van
daag gefokt. Al in 1937 liep in de VS een Belsj
rond die 1451 kg woog. Het was het zwaarste
dier in zijn soort en van zijn ras. Er is ook ooit
een merrie geweest die een buikomvang van
3.65 m. had. Maar die was dan ook hoogzwan
ger.
Niettemin heeft de Brabander enkele belang-
FOTO HERMAN RICOURT
rijke records aan andere rassen moeten laten.
Want het grootste paard was een Shire die
bijna 22 handbreedtes hoog was. En het wa
ren twee Clydesdales die een gewicht van 131
ton verplaatsten.
Hoe dan ook: als een Belsj voorbijdraafde,
schudde de aarde en dreunde het huis. Maar
zelfs zijn gewone, wat trage tred zorgde er
voor dat de kopjes rammelden in de porce-
leinkast. Hij piste diepe kuilen in de grond.
En hij kon een straat van de kerk tot aan de
kroeg onderpoepen zonder zijn pas te vertra
gen.
Toch was dat allemaal goedmoedig krachts
vertoon dat niet opwoog tegen de intelligentie
van de Brabander. Want hij hep ook naar huis
als zijn baas achter op de kar lag te
van vermoeidheid, van dronkenschap of ii
allebei. Er gaan zelfs verhalen dat hij
werk gewoon uit zichzelf deed, dat hij bijh
ploegen nooit op de akker van de buur®
stapte, dat hij gewoon niet kón verdwali
omdat hij altijd zijn stal rook, dat hij preek
wist wanneer het zondag was omdat hij 4
niet overeind kwam uit zijn stro, en dat h
niks liever deed dan over zijn halfhoge sta
deur naar buiten kijken, want hij was:
nieuwsgierig als de pest.
Kwalijke vrucht
Alleen aan de dikbehaarde Ardenner - ei
nog donkerder, ouder en misschien zelfs»
eerbiedwaardiger ras - zou hij een hekel hel
ben gehad. Maar dat verhaal is, zegt men,
kwalijkeg-y^ght van de Bejgjsebeiaak&ijilf
moet met een karrevracht zout
men. E^.gr^d als het ook piet wéiar is dathe
Brabantse trekpaard nooit Fransïieeft wille
leren en de Ardenner nooit Vlaams. Al won
wel gezegd dat het ene woord dat ze alleb
verstonden 'nondedju' was.
Later heeft de Belsj zich op nog ander gebie
onderscheiden. Zijn kalmte en geduld, zij
geografische kennis en zijn feilloos g
voor richting maakten hem tot een i
trekpaard voor karren en wagens. Hij wa
het brouwerspaard bij uitstek in een lai
waar meer bier dan water werd gedronken, i
waar zich meer staminees dan bidkapeüelji
bevonden. Zo heeft hij vele keren rond de ai
de gelopen, met zijn hoofdstel vol kopen
belletjes en veelkleurige pluimen, onder
zadel dat groter was dan het dak van zijn sk
in een tuig van krakend vetleer, met zi
hoofd in een reusachtige jute haverzakenzi
volle kracht voor afgeladen karren en
uit.
Als je het in het Pajottenland over paarè
kracht hebt, dan krijg je meteen te horend
hun Brabanders - gemeten naar de slapj
standaards van nu - tien, in sommige gevalli
wel vijftien pk onder de leden hadden. Sou
migen gaan zelfs zover te beweren dat, als:
hun paarden niet hadden gehad, er in het P
jottenland nooit één voor geploegd en noo
één veld gemaaid zou zijn.
Tot op de dag van vandaag weten de Pajottf
hoe hun paard - hun held, hun Prins - ®i
moet zien. Want alle lijfelijke schoonhedi
van het dier - korte rug, zware, ronde achte
hand, klein hoofd, brede borst, korte hals:
lange, vlaskleurige manen - zijn in het bra
zen beeld van Lennik vereeuwigd.
Mest
En waarom het in het Pajottenland zo
is? Paardenmest mijnheer. Niks dan paar®1
mest. Ga naar iedere landstreek waar pa*
den zijn gefokt en je ziet iets prachtigs,18
bijzonders: de machtige eilanden vanc
Shetlanders, de Alpenweiden van de Haf®
gers, de zanderige hoogten van de Berbers
Moorse pracht van de Andalusiër. Pa®
brengen schoonheid voort, mijnheer,
maar om u heen, zegt de Pajot.
Het valt niet te ontkennen.
Maar ach, de bronzen hengst van St-Iy
tens-Lennik in het hart van het Pajottenlan
staat vooral op zijn sokkel omdat de grote
gen van de fokkerij voorbij zijn. De int®
tionale roem van het Brabants trekpaard
gon rond 1880 en taande rond 1930. Toen
de oorlog de tractor kwam, was het afgeWP"
en werd het rustig in 'de paardenstal van
Ik vertel de uitbaatster van café Sint Anne
dat ik nog naar Wambeek moet, naar St.-
na-Pede waar Pieter Bruegel de Omle
schilderde, naar het kasteel van Gaas
naar Strijtem en naar St.-Pieters-Lee
Buiten is het weer rustig geworden. De v
lijk zieke Antonieke doet mij uitgeleide'
'Hebt ge het perd al gezien?,' vraagt hij-
'Daar ben ik voor gekomen,' zeg ik-
'Maar tisnie echt,'waarschuwt hij. j
Inilr Ho Pi-mmo non T.pnnik no2 ééfl
Ik bekijk de Prins van Lennik nog
Het vocht druipt van zijn romp.
staat nog steeds fier overeind, onoverw
lijk, oersterk, gespierd, onverstoorbaar,
ook doodgemoedereerd. De Pajotten t
hem nooit vergeten.
En ik? Ik groet hem eerbiedig.
7:011 is minder dan gezien
slachtoffer dat uit de be
het, de inbreker die voor c
gesnapt is, weet het en de
ernaar. Aan het begin van
zorgt de post elke dag nie
de ville, black tie en fees
chend kleurdrukwerk, sme
of juist een verleiding dc
schaarste aan plaatsen. A
maar op te vallen in het te
De secretaresse schift, maa
soon maakt uiteindelijk de
op grond van het verwacht
aan de hand van de verom
De Oost-Europese impresar
operatoernees van bordka
zetten, heeft weinig kans v
Nederland meer dan een h;
vitéste kunnen strikken. Va
wacht dat hij voldoende in
reld van koophandel, rodde
representatieve collectie ii
de been te brengen. In dep
re lopen de paar aankomen
ook verloren rond. Geen so
gratis binnengehaalde per
feuillehoudende wethoude
gers uit het lokale politiek
aan een verkiesbare plaats
lijst. Maar die moeten wel
want het wordt hoog tijd h
plaatsen naar de openbaart
Een Hollands-Duits samen
behoud van een avondvullet
tieke jiddische cultuur ligt
markt. Niet dat veronderstel
de firma's Hoechst, Krupp er
nen afvaardigen om zich te
Nederlandse tegenvoeters,
selingsambtenaren, Kunststi
Kulturdezernatangestellter
kansje niet ontnemen. Drie
kosten naar de buren en me
derlandse kuituurdrager ziet
de contacten zijn nooit we
voor studiereis, werkbezoek
scoren. En dan weet de schor
enkele oudere acteur te vai
het met zijn kenmerkende
hebben van radioreclame, m
potaschd en perlemoerd hee
over een restje naam beschi
ding interessant en dus net
bovenop een oud-burgemee
van de regionale werkgever:
nistisch gepromoveerde recti
gen,
Een echte avond jiddiskat v
en meegehumde Zugaben
der burgermansaanzienlijkhe
hebbers, kenners en studieu
den van te voren al zonder kr
hoogte zijn van de komst ve
wereldberoemde multi-imsti
pen zelf kaartjes, zorgen voo
reizen per NS naar de enige
die door het internationale er
gedaan. Geen bekende vade
der de luisteraars mengt, war
te worden noch zakelijk bec
krantenjournaal dat over de
met jenever in de artiestenka
Een uitnodiging voor de prei
siek 17e eeuwse klucht gaat c
achtig. Voor zakenlui, bestui
zo'n avond oninteressant, ma
knaagt. De schrijversnaam ecf
weten. Zou het toch niet goe
Wordt aan de ongetwijfeld a;
ten duidelijk gemaakt dat er
vier voor Nederlandse literal
eindlijst is behaald.
Een heruitvoering van een
meesterwerk uit de jaren der
acoustisch zeer geschikte zaa
conservatorium gaat in de p
staat het programma borg v
professioneel symfonie-orkes
seerd dirigent, een koor met k
faam van een modern compor
festival dit stuk van een dwars
9er geboorterecht verleent en
heelden van de eerste, letterli
vellen, opvoering op een drij\
toosdrechtse plassen. Het w
speciaal gemailde brief aan n>
'enden en ondersteunende su
en uitgelegd. Toch zitten er
aerdvijftig mensen in de zaal
toriteit, van welke denominat
°e anders als de first night
commercieel succes wordt aar
fleurige kaart staat reeds dat
een gast extra mee gevraagd
°ndanks ruziet de aan lager
sonniere met de livreidrager
ue loper, zij heeft vriend en
uochter meegebracht. Geen
en laten wachten. Vriend
entrouwt buiten haar gezic
SaI'E.kind niet' omdat d
gt bij haar wettige vader
v. ®x ls toch a| niet om over
t„nf schrijven gebeurt ech
man, bnef9eheim en door
mnn die met zÜn initiatie
Van? avond mogelijk
komt t9e fens vo°rtreffelijk(
aehnH beau m°nde. Mi
Vc
Worden,
n, foto
maar omdat de sch
en woord in zijn ma
ter on PP aus is zodoende eer
enn9ln eigen toekomst.
d