Lennart Johansson is een man met een missie b de enige de rest is doo Russische sport in greep van maffia en corruptie V oy Wereldkampioen wielrennen Pie Vaesen: topsporter in blessuretijd Dino 4 jaar De Korenmolen B.V. Witje 4 jaar Fauna Dieren- en Hengelsport speciaalzaak Mimi 1 jaar Dierenkliniek Broekhuizen Pareltje volwassen Dog's Companion Hondebedden jaar Breda e.o. Boris IV.2 jaar Drei Weikes DE STEM SPORT B3 x 61 Verblijfplaats Roosendaal Gesponsord door K. Brugstraat 98 Etten-Leur Tel. 076-5012219 VerblijfplaatsBreda Gesponsord door: Markt 3 Geertruidenberg tel. 0162-51 33 08 Verblijfplaats: Roosendaal Gesponsord door: St. Antoniusstr. 8 Oosterhout Tel. 0162 - 43 22 84 Verblijfplaats: Breda Gesponsord door: Twikkelstraat 37 Breda 076-56 01 340 "x |ts: Roosendaal nsord door: lonk 44, Breda. 5 420 220 Verblijfplaats: Roosendaal Gesponsord door: Drei Weikes 3, Oud Gastel Tel. 0165 - 31 24 66 Tr i i 11 i VRIJDAG 3 OKTOBER 1997 Helsinki (rtr) - Lennart Jo hansson (67) krijgt wel eens het verwijt dat hij het voet bal heeft geïnjecteerd met de nieuwe zakelijkheid, waarin het geld een belangrijkere rol speelt dan de liefde voor het spel. Maar de Zweedse voorzitter van de Europese voetbalunie, die zich kandidaat heeft gesteld voor de hoogste post binnen de wereldvoetbalbond FIFA, is wel degelijk een liefhebber. „Voet bal is een spel, we moeten het niet belangrijker maken dan het is." Als de lente in Zweden zijn in- trede doet, pakt Johansson graag de fiets voor een ritje. Al tijd op zoek naar een voetbal- partijtje. „Mijn leven draait niet alleen om vergaderingen, ik zie graag zo veel mogelijk wedstrij den." Dikwijls houdt hij dan halt in het park, of zo maar bij een duel in de onderdivisie. Het niveau maakt hem niet uit. Zo lang hij maar kan genieten van het spel. „Het liefst zie ik kinde ren voetballen, nog voordat ze zijn gekneed door een coach. Puur, zonder tactisch besef. Laatst was ik aandachtig toe schouwer bij een wedstrijdje toen alle kinderen ineens stop ten om naar een overvliegende helikopter te kijken. Mooi vind ik dat." In de wereld waar een doelpunt meer of minder het verschil kan betekenen tussen miljoenen gul dens winst of verlies hecht Jo hansson aan de kunst van het relativeren. „Ik neem mezelf niet altijd serieus. Ik weet wie ik ben en waar ik vandaan kom." Ook als hij onverhoopt niet wordt gekozen tot FIFA-voor- zitter vergaat de wereld niet. „Ik ben opgegroeid als jongste van zes kinderen, ik kreeg niet altijd mijn zin. Ik heb in die si tuatie leren leven met voor- en tegenspoed. Hoewel ons gezin veel liefde, veel kameraadschap en veel steun herbergde. Ik hoop die zaken ook in het voetbal binnen te brengen." De menselijke kant van de be stuurder moet het vaak aflegg- gen tegen zijn zakelijke gezicht. Het grootste succes van Johans son is de introductie van de Champions League, het bal der kampioenen waar sinds dit sei zoen ook niet-titelhouders mee dansen. Hij kreeg in het begin van de jaren negentig veel kri tiek op zijn idee van die Europe se competitie, maar de formule heeft zich inmiddels, zeker in commercieel opzicht, bewezen. Een insider bij de UEFA: „Hij is een teamspeler, maar tevens een echte aanvoerder. Hij is niet bang de verantwoordelijkheid te nemen voor zaken die hij uit gevoerd wil zien." In zijn plan van aanpak voor de toekomst, dat hij donderdag tij dens het UEFA-congres in Hel sinki presenteerde, hamert de Scandinaviër op begrippen als democratie, openheid en profes sionaliteit. Hij wil van de FIFA een moderner orgaan maken dan het de afgelopen 23 jaar was onder leiding van de Brazi liaan Havelange. „Ik delegeer verantwoordelijkheden, leg ze neer bij de voorzitters van de continentale bonden. Verder moet het uitvoerend comité niet langer een marionet zijn. Die mensen moeten een rol krijgen bij het nemen van beslissingen." Het past allemaal bij het verder professionaliseren van de sport. Een doel dat Johansson zichzelf heeft gesteld. Mensen die in een financiële commissie zitten, moeten ook een achtergrond hebben als accountant of finan cieel expert, zoals medici de me dische commissie moeten vor men. De preses streeft er verder naar het laatste amateuristische ob stakel in de voetbalwereld defi nitief te slopen. Hij wil toe naar betaalde scheidsrechters. „Een manier om het bedrog in het voetbal op te lossen is het aan stellen van professionele arbi ters. Daarmee voorkom je cor ruptie. Want ik maak me zorgen over de onthullingen over om kopingen. We moeten hameren op de morele waarden in de sport." Ijdeltuit in het kwadraat of miskend talent? De meningen over Pierre Vaesen zijn nogal divers. De krasse negentigjarige werd vijf keer wereldkampioen wielrennen, „maar waardering, ho maar." Door John Hoofs Voor de deur van een senioren- woning aan het Maastrichtse La kenweversplein staat een fiets, die er geen enkele twijfel over laat bestaan wie hier woont: 'Piërre Vaesen, wereldkampioen' vertellen plakletters op de buis tussen stuur en zadel. Het trema is komen aanwaaien, want in zijn paspoort zul je het vergeefs zoe ken. Tegen een muur in de woonkamer pronkt de hypermoderne race fiets, die hij kreeg van zijn spon sor. Merknaam en reclame zijn met tape onleesbaar gemaakt, want de tweewieler figureerde in de Vijf Uur Show en in de hypo criete Hilversumse televisiewe reld mag de ene keer alles en de andere keer niks. „Kan ik die rot zooi er verdomme weer zelf af gaan peuteren. Allemaal willen ze me in hun programma. Kenne lijk vinden ze het gezellig als ik kom. Ivo Niehe, Hans van Willi- genburg, André van Duin, ze kennen me allemaal. Maar beta len, ho maar. Het levert geen cent op," moppert Pie Vaesen. Vorige week zat hij zes uur in een auto voor twee minuutjes bij Viola Holt. „Dat doe je een mens toch niet aan? Volgende keer laat ik me niet meer afschepen met zo'n beetje. Zijn ze nu helemaal bela zerd?" Koning Pie wil als een koning behandeld worden. Als een topsporter. Hij is toch zeker wereldkampioen? Vol gende maand wordt-ie 91 jaar. Woont nog op zichzelf, fietst elke dag, weer of geen weer. De home trainer in zijn slaapkamer ge- bruikt-ie amper. „Dat is toch geen fietsen? Op dat ding zit ik alleen als het echt niet anders kan." Sinds vorige week noemt hij zich prof. Een Brabantse ondernemer gaf hem een contract waarin Vae sen een peperdure fiets, renners- kleding en een uitgebreid voed selpakket wordt beloofd. „Astro- nautenvoedsel geloof ik. Zou dat ook goed zijn voor de seks?" In bet gangetje naar zijn slaapka mer staat de fiets waarop hij elke dag nog veertig kilometer weg trapt. Over de jaagpaden langs het kanaal van Smeermaas naar Ternaaien. „Daar zaten vroeger leuke meiden, nu helaas niet meer." Op zijn bed liggen de vijf regen boogtruien die hij tot dusver won. Zijn huis is een soort eigen handig ingericht Pie Vaesen-mu- seum. Overal waar je kijkt zie je foto's van de krasse baas. Pie op de Mont Ventoux, Pie met Willy Alberti, Pie op de wielerbaan van Mexico, Pie met ex-wereldkam pioen Roy Schuiten, Pie bij paus Pius XXII. 'Het mooiste moment in zijn leven', heeft hij er in bib- berletters boven geschreven. Voor de goede orde: niet dat van de voormalige kerkvorst, maar van Vaesen, die in 1965 in negen dagen naar Rome fietste om Pius XXII de hand te drukken. Jaloers De foto haalde de krant, waar prompt telefoontjes binnenkwa men van verontwaardigde Maastrichtenaren. „Ach, wat wa ren ze jaloers. 'Die Vaessen is bij de paus geweest, maar zit overal achter de wijven aan. En wij gaan elke week trouw naar de kerk en krijgen geen kans om de paus te ontmoeten', mopperden ze. Ik zei alleen maar: 'In de hemel is meer vreugde over een zondaar die is bekeerd, dan over honderd ande ren die geen bekering nodig heb ben'. Prachtig." Kniehoge bekers op de kast, een porseleinen koffiemok met zijn foto op het tafeltje dat als zijn bureau dienst doet, tientallen knipselboeken onder handbereik, de muren behangen met vaantjes, oorkondes en foto's. Ze vertellen over een kleurrijk leven. De tele foon rinkelt onophoudelijk. Ra diozenders, tv-stations, journa listen, allemaal zijn ze op zoek naar het geheim van de man die geen tegenstanders meer heeft. Hij lacht ermee. Maar Pie is eigenlijk boos. Te leurgesteld. Maastricht pruimt hem niet. De stadsnotabelen vin den hem een dorpsgek, iemand die zich opdringt. Een narcisti sche ijdeltuit, die het liefst elke dag wil horen hoe fantastisch hij nog fietst. Een zeurderige op schepper. „Ze zijn jaloers op me. Pie Vaesen op het Vrijthof: „Maastricht pruimt me niet. Dat is het. Wat ik laat zien, kan niet hè? Als je negentig bent, hoor je niet meer te fietsen en zeker niet zo hard als ik en al helemaél geen wereldkampioen meer te worden. Dat kan niet. Snap je? Klinkt opschepperig natuurlijk, maar het is wel waar. Hier zit ie mand van bijna 91 jaar. Mensen die me bellen en mijn stem horen, vragen: 'Spreek ik met de zoon?'. 'Nee', zeg ik dan, 'ik ben het zelf. Pierre Vaesen'. Ik heb een paar poten onder, dat kun je je niet hem dat plezier wil doen. Zegt Pie. „Wat heb ik in godsnaam misdaan? Ik kom telkens maar bij één reden uit: zjeloezigheit (ja- louzie). De man die het bij die wielerronde voor het zeggen heeft moet me niet. Hij heeft een rijwielzaak en ik heb nog nooit een fiets bij hem gekocht. Maar ik krijg mijn materiaal voor niks, dus waarom zou ik dat doen? Dat hou je toch niet voor mogelijk? Dat Maastricht me zo laat vallen. Bij het Preuvenemint was ik al toen hij kwam aanlopen. 'Komt u alstublieft naast me staan?', vroeg ik hem, 'want ik voel me hier nogal eenzaam. De nummers twee en drie zijn dood'. Snap je 'm? Ik ben de enige negentigjari ge. Er wordt vaak geringschat tend gedaan over mijn wereldti tels. 'Zal wel, hij was de enige die meedeed', hoor ik dan. Ze begrij pen er niks van, want daar zit hem nu net de kneep. Ik ben de enige. De rest is dood." Hij maakte twee wereldoorlogen Hij raakte er drie vingers kwijt. Als 22-jarige lette hij even niet op en een freesmachine bleek niet alleen hout aan te kunnen. „In één klap lagen ze er af. Het was de vrijdag vóór carnaval. Mijn moeder was bezig met mijn peks- ke. Pa kwam aangelopen en snauwde alleen maar: 'Stomme ling. Ik heb je honderd keer ge zegd hoe je een stuk hout moet vasthouden'. Terwijl mijn vingers op de grond lagen! Ach mijn va der. Een keiharde. Gaf nooit voorstellen." Ongevraagd rolt hij zijn broekspijpen omhoog en ont hult kuiten waar een zestigjarige trots op zou zijn. „Ongelooflijk hé?," glimt hij. „Ben ik een apar te of niet?" Opschepper Pie wil weten dat hij bijzonder is en dat steekt mensen. Hij voelt het. „Opschepper? Juist niet. Ik ben hartstikke trots op wat ik nog presteer, maar dat mag ken nelijk niet." Hij bedelt al jaren om in zijn regenboogtrui een ere rondje te mogen rijden voor de profronde van Maastricht. Toe gejuicht worden door duizenden bierdrinkers op het Vrijthof. Hij droomt ervan. Maar niemand die tijd welkom. Dit jaar hoefde ik niet te komen. Ben je wereldkam pioen! Het is Maastricht ook ei gen, om zo met bekende inwoners om te gaan. En met mensen van buiten lopen ze weg. Ach, André Rieu maakt toch hetzelfde mee." Nee, dan Oostenrijk, waar hij al 25 keer meedeed aan het wereld kampioenschap wielrennen voor krasse knarren. Daar wordt Vae sen met alle égards ontvangen. Viersterrenhotel, persoonlijk welkom door de organisator, handtekeningenjagers. „Als een vorst word ik daar behandeld. Er is respect voor me. Zelfs de Oos tenrijkse president kwam me een hand geven. Kun je dat geloven? Ik stond als enige op het podium mee. Ging in 1914 als achtjarige 's nachts met zijn dienstplichtige vader mee om smokkelaars te vangen aan de grens. Vaesen se nior was wagenmaker, begon la ter een houtzagerij en timmerfa briek. Pie rolde vanzelf in het fa miliebedrijf. „Het mooiste vak dat bestond, maar het leverde niks op. Onze klanten waren boe ren en die hadden geen cent. Een beroep met weinig aanzien. Van hout word je niet rijk. Mijn vader zei altijd tegen me: 'Jongen, je moet smid worden. Van oud ijzer kun je altijd weer iets nieuws ma ken, maar met oud hout is niks meer te beginnen'. Maar er was al een smid en dus bleef ik bij pa in de zaak." complimenten. Nooit. 'Als ik niks zeg doe je het goed', zei hij alleen maar." Maar ook met zeven vingers zaagde Pie door. In 1944 kreeg hij van de Amerikanen de opdracht om de balken te leveren voor de kapot geschoten brug bij het Duitse Remagen. „Bij 22 graden onder nul stond ik te zagen, ter wijl de Amerikanen achter de vrouwen aanzaten. Het werd een beetje mijn brug. Ben ik best trots op. Ik heb toen één fout ge maakt: voor elke boom die ik zaagde had ik er één voor mezelf opzij moeten leggen voor na de oorlog. Dan was het me beter ver gaan." Na bijna een leven lang sappelen, stopte hij op zijn zestigste met werken en werd alsnog wat hij altijd had willen zijn: wielrenner. „Als jongen van veertien sprong ik vaak in het wiel van coureurs die op hun trainingstochten door Maastricht reden. Ze kregen me niet gelost. Ook niet bergop. Reed ik soms mee tot in Hasselt. Ik had talent, maar met wielrennen was nóg minder te verdienen dan in de houthandel. Dan weet je het wel." Dertig jaar zit hij alweer op de fiets, gesponsord door de AOW. Koerste kris-kras door Europa. Vanwege zijn leeftijd prominent deelnemer aan gentlemenkoer- sen, waarin hij reed met monu menten van het cyclisme als Zoe temelk en Hinault. Een curiosi teit op wielen en nog steeds de trotse bezitter van het wereld uurrecord voor zeventigjarigen, in 1970 gevestigd in Mexico- Stad. In zestig minuten reed hij als 73-jarige 38.325 kilometer. „Als het niet was gaan waaien, had ik nóg harder gereden." Hij wil nu zo snel mogelijk een af stand neerzetten voor negentigja- rigen. Want hoewel gezond van lijf en leden („Ik heb alleen staar.. aan mijn linkeroog") weet Vaesen dat hij in blessuretijd leeft. Der tig kilometer wil hij fietsen in één uur, een afstand waarmee hij de eeuwigheid denkt in te gaan. „Zo'n record bestaat niet, dus wordt het automatisch iets bij zonders. En niemand zal het ooit verbeteren. Staat voor mij vast. Wie moet dat doen?" De jacht op titels en records en de hunkering naar erkenning drij- Moskou (rtr) - De Russische sportwereld komt steeds meer in de greep van maffia en cor ruptie. Daarbij zijn inmiddels ook slachtoffers gevallen. In april werd voorzitter Valentin Sytsj van de ijshockeyfedera- tie door een huurmoordenaar neergeschoten, twee maanden later overleed Larisa Nesjaje- 7a, het zakelijk brein achter de voetbalclub Spartak Mos kou, na een aanslag in haar vakantiehuisje. Een paar weken voordat hij vlak '1 zijn woning in zijn auto werd doorzeefd door kogels uit een xalasjnikov had Sytsj in het openbaar zijn grote zorgen uitge- sproken over het feit dat de mis daad in het ijshockey hand over hand toenam. „Onze sport is zo corrupt geworden dat ik niet zie hoe het ooit weer goed kan ko men," zei hij destijds. Voor veel waarnemers zijn Sytsj en Nesjajeva het slachtoffer ge worden van hun eigen succes. Hun dood zou een bevestiging zijn van het feit dat de Russische sport na het wegvallen van de steun van de staat niet alleen in staat was zichzelf te bedruipen, maar big business is geworden. Met als logisch gevolg de attentie van de maffia. „Twee vermoorde prominente sportofficials kan maar één ding betekenen," aldus een artikel in de krant Rabotsja- ja Tribuna. „Het gaat nu om het grote geld." Russische sportlieden portrette ren zich tegenwoordig nogal snel als slachtoffer van afpersers en misdadige bendes. Vorige maand sloeg de politie echter toe in de eigen sportkringen. Voormalig voorzitter van de ijshockeybond Robert Tsjerenkov werd gearres teerd op verdenking van betrok kenheid bij de moord op Sytsj. Aannemelijk is dat de elite van de sportwereld zelf banden heeft met de maffia. Sinds de chaos, die ontstond na de val van het communisme en het uiteenvallen van de Sovjetre publieken, zijn talloze aanslagen gepleegd op actieve en gestopte sportmensen. Op de dodenlijst staan vooral veel gespierde man nen, die vaak hun diensten aan boden als lijfwachten, zoals bok sers, worstelaars en beoefenaars van andere vechtsporten. Tot ok tober 1995 bleef de topsport ge spaard voor het geweld. Toen overleed Alexander Bragin, voorzitter van de Oekraïnse voetbalclub Shaktar Donetsk, met vijf anderen bij een bomex plosie buiten het stadion voor een wedstrijd. Hij was een be kend zakenman, bij wie de poli tie banden met de georgani seerde misdaad vermoedde. Ironisch genoeg bracht een maatregel van het Kremlin van eind 1993, bedoeld om het tanen de sportleven uit het financiële slop te halen, velen in de verlei ding het verkeerde pad te kiezen. Het was de bondsofficials voor taan toegestaan om goederen, met name alcohol en drank, be lastingvrij in te voeren. Met na me Sytsj, die in 1994 president van de ijshockeybond werd, maakte daar dankbaar gebruik van. Hij kon de emigratie van de Russische topspelers uit het ijs hockey naar de Verenigde Staten en Canada niet tegenhouden. De aftakeling van de nationale ploeg, in de jaren tachtig vrijwel onverslaanbaar, was een feit. Maar Sytsj zorgde er wel voor dat de bond steenrijk werd door de miljoenen dollars opleverende windhandel in goederen. Alleen het Nationale Sport Fonds van het Kremlin zelf deed nog betere zaken. In 1995 al signaleerde de finan ciële krant Kommersant dat de ijshockeybond 15,2 miljoen liter wodka met een waarde van bijna dertig miljoen gulden belasting vrij had geïmporteerd. De ver koop liep in de honderden mil joenen. Geschrokken door het gemis aan inkomsten uit belas tingen besloot de regering later dat jaar de maatregel in te trek ken. Het Nationale Sport Fonds jean-pierre jans ven Vaesen voort. Verjagen een beetje de eenzaamheid die hij vooral 's avonds voelt. Hij over leefde twee vrouwen. Zijn tweede vrouw Greet je overleed drie jaar geleden. „Met alleen zijn heb ik het heel moeilijk. Ik kan mijn verhalen aan niemand meer kwijt. Ben zo blij als een klein kind als ik met iemand kan praten. Zit nu 's avonds een beetje te kniezen voor de televisie." Rennerspetje Hij noemt het 'profcontract' dat hij tekende 'te gek om los te lo pen, maar ik ben er hartstikke blij mee'. Werd door zijn sponsor al op zijn vingers getikt dat hij voor een foto vergeten was zijn rennerspetje met reclame op te zetten. „Ik moet nog veel leren als aankomend beroepsrenner," grapt hij. Op de fiets die hij kreeg, wil hij zuinig zijn, „want dan kan ik hem later misschien nog voor een aardig bedrag verkopen." De dood houdt hem nog niet bezig. „Onze Lieve Heer wil me nog niet. Die heeft het hartstikke goed met me voor. Als er al een geheim is, kent hij het. Ik heb een enorme wilskracht. Want ik ben eigenlijk helemaal niet slim, hoor. Ik kon heel slecht leren. Bleef in elke klas twee keer zit ten. Je ziet dat slivvenier dat op de een of andere manier toch compenseert. Want al die slim meriken, die zoveel geld verdiend hebben, liggen allemaal al lang onder de grond. En wie zit hier nog? Pierre Vaesen." en de ijshockeybond zouden daarop diep in de schulden zijn geraakt. Boris Fjodorov, hoofd van het Fonds, overleefde ter nauwernood een aanslag die hij toedichtte aan kringen uit de omgeving van president Boris Je- ltsin. Toch zou het volgens waarne mers nog wel meevallen met de gewelddadigheden en de crimi naliteit in de Russische sportwe reld. „Sport is niet zo erg met misdaad verweven als andere sectoren van het moderne Rus land," schreef het tijdschrift Ogonjok. „Het trekt echter wel meer de aandacht. De problemen in de sport weerspiegelen de hui dige moeilijkheden in het land in zakformaat."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 13