attend igevoel Prachtige boeken voor jongeren 'Het lied en de waarheid' begin van een eerlijke biografie A Dove dichter graaft diep in zichzelf i '3 M r KINDER BOEKEN Dochter Bedoeïenen Perfecte thriller van Gregory Hall KEN D£ iv) Vrouwenarts Anne Frank Indische jeugd Moffenhoer As van de Draadjes Letterlijk MBER 1997 D2 T DESTEM I I I I I DINSDAG 16 SEPTEMBER 1997 ide Video Festival - overdag uit de Nuense periode - da- Whistler en Holland - dage- iée Turner - do, vr, za 13.00- ance: 25 eeuwen kunst, the- J - Korsten, Reynders, Lans- /lookhoek/potsculpturen - do Jia Schouten en Pauk Donker 13.00-18.00 uur (t/m 30 sept) Sol Sneltvedt en Joncquil de >mer - drie tentoonstellingen: iheit; Ossip. - di t/m vr 10.00- ap) enFaunaop doek - wo t/m vr :6 sep) van Haandel/etsen en tekenin- uur en za tot 17.00 uur (t/m 11 Venetiaans GlasHet geheim i eiland in Lagune venetië - di Parijs: artistieke dialoog tussen tot ma 10.00-18.00 uur (t/m 15 i en Zeeuwse kunstenaars/schil- do avond 19.00-21.00 uur (t/m OSCH 41 - Brabant in het Brandpunt - egentiende eeuw (t/m 30 nov) - art-impressions, audiovisuals, to en, maquettes en ontwerpteke- 1AL Margriet Oomen/olie, Arjen uur (t/m 29 sep) aM luseumpark 18 - Bruce Nauman - /m 27 okt) - Paul Beekman (t/m 8 p van Lieshout (t/m 16 nov) - Her- svoorwerpen en prenten (t/m 27 (t/m 7 dec) 5 aat 96 - European Art Quilts - di stdag 12.00-17.00 uur (t/m 18 jan) dvliet: recente schilderijen - di t/m JUT Johanna Pieterman/Magda Fran- ren Peter van der Linden, Beeld- do t/m za 11.00-18.00 uur en Helga Ruebsamen maakt eindelijk koffers open DoorJohan Diepstraten In 1993 zei Helga Ruebsamen het nog onomwonden: 'Geef mij maar af en toe een blok beton, sehokbeton om de gaten te dich ten waaruit de herinneringen zich naar buiten willen wringen.' Haar hele leven bestaat uit een aaneenschakeling van dramati sche gebeurtenissen, maar ze kon er niet over schrijven. beeldende kunstenaars aangeslo- irechten geregeld met Beeldrecht ocht in verband met reproductie Idrecht op te nemen. kplank. De video's tonen een e en een blauwe paraplu, dn]- d in het bad en laten de daarbij ende geluiden horen van een embad: een baaierd van geluid, witte koorden die parallel aan aar van muur tot muur lopen, ■menzen de banen in het bad en len daarmee in het beeld h in het hoofd van de bezoeker rormd en uitgebreid heeft. M >t daarin. Dus ook het transp it blauwe licht dat uit de hale- ;nlampjes en door de met «stic afgeplakte vensters naar men golft. Het tweede bassin s i heel subtiele aanvulling- t roostertje in het midden s n een paar zwarte haren, it is overgebleven van vempartij. Het hele project is terst zorgvuldige regie va ntuiglijke gewaarworcTO ooker heeft het beeld van h vembadgevoel tot op e itleed en het met een reeks eine ingrepen teruggebra<* i tentoonstellingsruimte. :n tastbaar object, ™fav van orm van een fysieke beleving v® rat we allemaal kennen e erinneren. htiq Yarre Stooker: 'Griu'jk" 9* ^er|aan zwembad' in Lokaal 0I. KIc nvan 138, Breda. Tot 13 oktober open donderdag t/m zonda9 van 13. 17.00 uur. Ze had wel gepubliceerd, maar j die boeken hebben weinig met de j autobiografie te maken. Tussen 1964 en 1974 verschenen twee verhalenbundels en twee romans en daarna volgde een lange, zwijgzame periode. Er was een plotselinge come-back in 1988 met de verhalenbundel Op Sche magen, gevolgd in 1992 door De dansende kater. Verdienste lijke boeken, maar niet echt heel I bijzonder. ■Op een dag moet je je eigen ge schiedenis onder ogen zien, alles I in kaart brengen, rekenschap af- eggen van wat je hebt meege- naakt,' zei ze nog in maart 1993. I Een paar maanden later moet ze I zijn begonnen aan haar magnum [opus. Vier jaar heeft ze gewerkt aan Het lied en de waarheid, een roman waarin ze een halve eeuw van haar leven wilde beschrijven. JIaar in één roman kreeg ze het 1 niet voor elkaar. Het levensver- 1 van haar alter ego Louise da beslaat de periode 1938 Itot en met de bevrijding. Op dit I moment werkt ze aan het vervolg a de roman waarmee ze in één lidap echt naam heeft gemaakt in I de Nederlandse literatuur. |lnde spaarzame interviews heeft Ruebsamen weinig over lliaar leven onthuld. Haar vader Iwas een gerespecteerd vrouwen- |arts in Berlijn die na de Eerste Wereldoorlog aan geheugenver- g lijden. Het Duits-joodse Jgezin emigreerde naar Neder- jands-Indië, kwam in 1939 terug fcaar Nederland en overleefde 4 veel moeilijkheden de oor- Voor Helga Ruebsamen was Kit de tocht van het paradijs, via let vagevuur naar de hel. Na de pevrijding moest ze haar eigen [«■eg vinden. De persoonlijke om- tandigheden waren niet altijd ta vrolijk. In haar literaire perk gaat het niet voor niets al- iweer over romanpersonages [ie door de drank in de goot be nden. Het autobiografische [erkelijkheidgehalte daarvan sl uit het vervolg van Het lied en Ie waarheid wel blijken. Pant eerlijk is Helga Ruebsamen fel- Schrijven is voor haar een pijnlijk proces, zoals blijkt uit de passages waarin de volwassen vertelster het van het kind over neemt. 'Het is geen genoegen uit de vijver van herinneringen voor de zoveelste keer dezelfde brok stukken op te vissen. Er roert zich in deze drab niets dan twij fel en pijn. Ik kan er evenwel niet aan voorbij. Dus wat komt er bo ven? Afbeeldingen waarvan ik mijn ogen niet kan afhouden, ter wijl ik sidder van woede en schaamte. Voorwerpen die ik haat en moet betasten, nog steeds.' Wie de roman heeft gelezen, kan begrijpen waarom Helga Ruebsa men zich tot heden op de vlakte heeft gehouden. Al vele jaren ge leden onthulde ze in een onbe waakt ogenblik tegen een inter viewer dat ze geen zin had om de rol te spelen van 'de Anne Frank die het allemaal heeft overleefd'. Maar de werkelijkheid is dat ze tijdens de oorlog met haar vader en diens vriendin ondergedoken was in Zuid-Holland en inder daad drie jaar heeft geleefd in wat zij zelf als hel heeft ervaren. Daarover gaat het laatste gedeel te van Het lied en de waarheid. Beschrijvingen van een onder duikperiode mogen bekend zijn en ook niet nieuw is het dat alles gezien wordt vanuit het perspec tief van een onschuldig kind. De aangrijpende boeken van Jona Oberski en G.L. Durlacher zijn er het bewijs van. Opmerkelijk bij Helga Ruebsamen is de manier waarop de kleine Louise Benda de drie jaren in een verduisterde kamer weet door te komen. Ze splitst zich af: er is 'de slome Louise' die alles lijdzaam onder gaat en de echte Louise die oog heeft voor de werkelijke gebeur tenissen. De lezer is enigszins verrast, want al het voorafgaande is ver teld vanuit de naïviteit van een jong meisje. Prachtig, maar wel weids, zijn de panorama's van een Indische jeugd. In het uitge breide eerste gedeelte van de ro man, In de tuin van Desi Kwa- Helga Ruebsamen...paradijs-vagevuur-hel... soema, verhaalt Helga Ruebsa men over de achtjarige Louise die opgroeit met haar moeder, tante Margot en oom Felix. Haar vader is als vrouwenarts zo be gaan met het lot van zijn patiën ten, dat hij geen tijd heeft voor het gezin. De kleine Louise ziet dingen gebeuren, maar beseft er de reikwijdte niet van. Dat haar moeder overspel pleegt met oom Felix is nog maar de voorbode foto klaas koppe van het lot dat het gezin zal tref fen. Paradijs-vagevuur-hel: deze driedeling had Helga Ruebsamen al aangegeven als leidraad voor haar leven voordat ze aan deze roman begon. Ze heeft er zich nauwgezet aan gehouden. De eerste tweehonderd pagina's doen denken aan de tempo doela- literatuur. Maar het leven in In- dië is lang niet zo onbekommerd als de hoofdpersoon zich in beeldt: de brieven van de be dreigde joodse familieleden in Europa doen de vader beseffen dat hij niet rustig kan toezien dat zijn verwanten de zee in worden gedreven. In 1939 besluit het ge zin naar Nederland te vertrek ken. Het ene na het andere drama vol trekt zich: tijdens de terugtocht springt de joodse grootvader van Louise overboord, het bastaard zusje Tinka loopt in de golven, moeder verdwijnt met het jong ste broertje naar Engeland, de vriendin van haar vader (Aleida) wordt beschouwd als een mof fenhoer, terwijl zij juist heult met de vijand om Louise te be schermen. Het is in deze onder duikperiode dat de vader, eens een romantische dromer die ge loofde in de toekomst, zijn ver trouwen in de mensheid verliest. Louise is zo in de ban van Aleida dat ze iedereen, 'ook mijn moeder en mijn broertje,' begint te verge ten. Het is voor de zoveelste keer dat het wereldbeeld van Louise kantelt: niets is er overgebleven van de paradijselijke jeugd. Als de bevrijders het dorp nade ren, is Louise gelouterd en vast besloten, ook al is ze pas elf jaar. Ze gaat terug naar Den Haag, de stad die zij met haar vader in 1942 moest verlaten. 'Achterom kijken deed ik niet meer, ik keek vooruit. Mijn terugtocht begon,' luiden de laatste regels van de roman. Het lied en de waarheid is daar van de literaire verwerking. Na vele jaren heeft Helga Ruebsa men het aangedurfd om de kof fers te openen met foto's, brie ven, dagboeken, persoonsbewij zen met valse namen, een onvol tooid babyboek, aantekeningen op kladpapiertjes en de envelop met een handjevol as, 'het enige dat nog rest van de vurige lief desbrieven'. Dat is het authen tieke materiaal voor een prachti ge roman waarvan het tweede deel niet snel genoeg kan komen. Helga Ruebsamen: 'Het lied en de waarheid'. Uitgeverij Contact. Prijs: 34,90. Hooi Muriel Boll [Tijdens de persconferentie ter Wegenheid van de aanstaande Kinderboekenweek rekende I!?'5 Kraima, directeur van de 1 ™NB, ons voor hoeveel boeken «en opgeslagen in het hoofd 1*kind aan het einde van 1® basisschool. De CPNB heeft [®t een aantal kenners dat aan- |al geschat op ten minste 200, ltaak 500 boeken en de echte le- psgaan richting 1000 titels. resultaat werd verkregen l-an de hand van de volgende re denering: 'Een baby van een jaar oud hoort een boekje per twee maanden: aanwijsboekjes, Helen Oxenbury, Lucy Cousins, Dribbel. Peuters van twee en drie zien een boekje per maand: Dick Bruna, Dikkie Dik, Eric Carle. Een kleuter van vier werd op een boekje per veertien dagen gesteld: Jip en Janneke, sprookjes. Een kleuter van vijf kan zich al aardig concentreren en schatten we in op een boekje per week: Kikker, Max en de Maximonsters, Pluk van de Pet- teflet. Op het moment dat een kind leert lezen heeft het al zo'n 100 verschillende verhalen uit boeken gehoord. In groep 3, het eerste jaar dat het leert lezen, zetten we het kind zuinigjes op een titel per maand. Dit blijft zo op zijn zevende en achtste. Op zijn negende komt het zelfstandig bibliotheekbe zoek goed op gang en zetten we het op een boek per veer tien dagen. Dit blijft zo op zijn tiende en elfde. Als u weet dat tenminste 80 procent van de van de woestijn'. kinderen van tekening andré solue tien jaar een keer per drie weken een biblio theek bezoekt, is een gemiddel de van een boek per week aan nemelijker dan een boek per twee weken, maar we blijven conservatief in ons telwerk. Bovenstaande schattingen lei den tot nog eens ruim 100 boe ken. Tesamen met de voorlees- periode kent het kind dus 200 titels. Er zijn ook kinderen van negen tot en met elf die geen probleem hebben met twee boe ken per week. Die lezen alleen in die drie jaar al 300 boeken. En de echte lezer jaagt er drie jaar lang minstens vier boeken per week door, zo'n 600 boe ken.' Tot zover Henk Kraima. Na de basisschool daalt het le zen drastisch. Of het nu komt door de sportclubs, de televisie of doordat kinderen dan zoveel kennis verplicht moeten opne men zonder dat ze eigen voor keuren kunnen ontwikkelen, het blijft me verbazen omdat er zoveel prachtige boeken voor jongeren zijn geschreven. Een boek als Dochter van de Bedoeienen van Francis Temple bijvoorbeeld. Het is een verhaal dat speelt in het jaar 1302, het jaar waarin twee woestijnstam- men vrede sloten doordat stam hoofd Raisulu zijn beoogde bruid Halima afstond aan haar neef Atiyah van een vijandige stam. Vanaf die dag groeide de legende over Halima en Atiyah en 's avonds werd het verhaal vaak verteld in de kameelharen tenten. Atiyah van de Chalidi-stam wordt door een machtige oom naar Fez gehaald om aan de is lamitische universiteit te gaan studeren. Hij heeft geen zin want hij wil veel liever thuis blijven, bij Halima die aan hem is uitgehuwelijkt. Ze zijn ver liefd op elkaar. Op de universi teit leert Atiyah een Franse jon gen kennen, Etienne, een Roum, dat wil zeggen iemand die uit Europa komt. Etienne wilde aanvankelijk de moslims tot het christendom bekeren, maar die drang is verdwenen, hij is nu vooral benieuwd naar hun cul tuur. Intussen is Halima door een zandstorm de karavaan kwijtgeraakt. Ze doolt in de woestijn rond tot ze gevonden wordt door leden van de vijan dige Sjammari-stam. Sheik Raisulu wil Halima voor zich zelf en over drie maanden, als gebleken is dat ze niet zwanger is van een ander, met haar trou wen. Intussen zijn Atiyah en Etienne naar Halima op zoek gegaan. Enfin, het verhaal krijgt een happy end, de jonge maagd blijft uit handen van de begerige sheik. Temple vlecht Arabische gezeg des en liedjes door haar verhaal. Als Atiyah zijn kameel vastlegt, zingt hij 'Vergeef me deze ver nedering, mijn mooie kameel, ik maak je voeten vast, je zwerft anders naar verre oor den....Droom maar zacht van verre reizen, mooie kameel. Ik heb je poten vastgemaakt, om het ronddolen aan banden te leggen.' Minder poëtisch zijn wensen als 'Mogen de vlooien je langzaam oppeuzelen' of 'Moge Allah schorpioenen op je pad sturen.' Natuurlijk zijn er de nodige verhalen rond kampvuren, je leest over djinns en ins, de te kens in het woestijnzand en i «.r r I ""••■'i FRANCKS Ti-: Ml'Li: f, LEMNISCAAT A* 'Dochter van de Bedoeïnen': een mooi liefdesverhaal. omslag charlotte dematons over woestijngebruiken en -tra dities. Als gasten eenmaal onder het dak van hun gastheer heb ben gegeten, kan die hen geen kwaad meer doen, want ze zijn door hun gastenstatus veilig ge steld. Temple schreef een mooi liefdesverhaal en helaas is het haar laatste boek; de schrijfster overleed in 1995. Ook De adem van de woestijn van Carine Verleye is een sfeer vol woestijnverhaal maar dan over de gebruiken en de manier van leven van de Toearegs waarmee het verhaal over de liefde tussen Raisha en Litni geïllustreerd wordt. Vooral voor kinderen die langzaam lezen is dit boek heel geschikt. Een ze kere traagheid en onuitgespro kenheid geven dit verhaal iets poëtisch terwijl je toch een dui delijk beeld krijgt van het leven van de Toearegs. Francis Temple: 'Dochter van de Be doeïenen', Uitg. Lemniscaat, prijs 24,50 Carine Verleye: 'De adem van de woestijn', Uitg. Davidsfonds/lnfodok, prijs ƒ22,50 Beide boeken vanaf 12 jaar. Door Johan Diepstraten John Grisham zette met het we reldwijde succes Advocaat van de duivel de toon voor veel thrillers over malafide advocatenkanto ren waar onschuldige, en altijd weer briljante rechtenstudenten, moeten zien te overleven. Wie Grisham kende, hoefde de epigo nen niet te lezen want zij kwa men doorgaans met zwaldce af treksels. Maar Gregory Hall presteert het met Bloedverwantschapintrige en plot mogen erg op Grisham leunen, de uitwerking is origineel en goed. Twee jaar geleden debu teerde Hall sterk met Duister ver leden, nu overtreft hij zichzelf en zijn voorbeeld. Bloedverwant schap is een voortreffelijke thril ler. De eerste hoofdstukken volgen het vertrouwde concept: de afge studeerde juriste Sarah Hartley (25) wordt uitverkoren om op een prestigieus advocatenkantoor te mogen werken. De lezer doorziet al na enkele pagina's dat er iets mis is met de maten van de firma, net als bij Grisham, maar Sarah Hartley heeft daar nog even 150 pagina's voor nodig. Vervolgens komt ze in dezelfde positie als Mitchell McDeere van Grisham: wie eenmaal bij de fir ma in dienst is, doet mee met de oplichtingspraktijken of verlaat het pand horizontaal. Ook Sarah Hartley is een soort gegijzelde van het advocatenkantoor Cham- berlayne in Fernsford. Ze vermoedt al dat het giganti sche bouwproject van Trevor Chewton voor wie zij dag na dag alle aktes opmaakt, een zwendel- affaire is. Maar ze ontdekt veel meer. De vennoot Ralph Cham- berlayne is vroeger bij een auto ongeluk omgekomen en daarover spreekt niemand op kantoor. Een bevriende collega (Rose) blijkt voortdurend in elkaar te worden gemept. De rijlesinstructrice van Sarah Hartley verdwijnt plotse ling van de aardbodem. Robbie Chewton, het zwarte schaap van de familie van haar eigenlijke broodheer, de bouwondernemer q Trevor Chewton, wil voor SarqJw de doofpotten wel gaan openerj^ uit wraak op zijn vader. Boven- dien merkt Sarah dat veel doè-" siers op kantoor voor haar gesló-""' ten blijven omdat ze beveiligd^ zijn. lrT q Het zijn al genoeg ingrediënten voor een spannende thriller,,- maar Gregory Hall wilde méqjju dan dat. Het gaat in de thriller.,, ook om morele kwesties. Sara)},;, Hartley is Londen ontvlucht om-„; dat ze haar vader verdenkt vag,s incest "met haar zusje Josephine^- Het meisje is dood: zelfmoord, ajjj wellicht moord? De vader achter-g volgt zijn dochter die in eerste iq.-,w stantie de confrontatie uit de weg j gaat. Dan ontmoet Sarah eep,(1 kraakster van één van de panden^ van het Chewton-project (Friary,, Haven), een kunstenares met een soortgelijke incestueuze achteprnt grond. j;;l Wat bij Grisham beperkt blijftt» tot één affaire met een overzich-ri telijk aantal oplichters, groeit bij Gregory Hall uit tot een compleqjt^ netwerk bedriegers en bedrog^,-; enen, zowel op het financiële vlak, als op het morele. Sarah,; Hartley moet het vrijwel in haqj„ eentje opnemen tegen verhown,. dingsgewijs doorgewinterde wijij,,, te-boorden criminelen. Samentr met haar vriend Paul Starling, d(,<j;, architect van Friars Haven, magn ze haar emotionele kwesties og^jt lossen. De laatste hoofdstukken waari$vl wel erg veel met revolvers wordt-, gezwaaid, doen nogal overdreven, Ludlum-Amerikaans aan, de rest.* is Brits in de stijl van Gemmq,,, O'Connor, Rankin Davis en Rob bert Goddard. nou Gregory Hall: 'Bloedverwantschap'. Uitgeverij Bzztoh. Prijs: 39,50. rI enVwolt' truc Tfih Ï9 sb ■7(UOX '■toh Door Margriet van Aalten De dichtbundel Stille druppels in de wind is geschreven door Cor Toonen en Deanna van Hall, beiden doof, en de slechthoren de Patty van Sambeek. Je vraagt je af: hoe is het om te dichten in stilte? Als gevolg van een ongeval raakte Cor Toonen uit Cuijk op 14-jarige leeftijd zijn gehoor kwijt. Zes jaar geleden begon hij met dichten, als een vorm van ontspanning. Cor Toonen: „Als je doof bent, dan ben je altijd aan het denken. Wanneer je je ogen dichtdoet is er geen afleiding van muziek of andere geluiden. Daardoor ga je diep in jezelf graven. Door mid del van een gedicht kun je de malende gedachtenstroom stop zetten en omkneden tot een compact geheel." Dichten is voor Cor Toonen een manier om zijn emoties en frus traties kernachtig aan het pa pier toe te vertrouwen. Het is een training in het vinden van zelfvertrouwen en positief den ken en tegelijkertijd een oefe ning in het verwoorden van één gedachte. Het werpt blijkbaar vruchten af. Inmiddels heeft het oeuvre van Toonen een omvang van zo'n 150 gedichten. „Schrijftaal is mijn tweede moe dertaal," is een uitspraak van Toonen die hij vaak gebruikt. Vanaf het moment dat hij doof werd, is hij veel gaan lezen, zo dat zijn woordenschat geba seerd is op de geschreven taal. Favorieten zijn Bertus Aafjes, Godfried Bomans, Marcus Aure- lius en Wislawa Szymborska. Vanaf het moment dat hij doof werd, heeft de taal hem gevoed, misschien dat hij haar daarom nog meer dan een 'horende' koestert. Zijn gezichtsvermogen vormt daarnaast een belangrijke infor matiebron. „Onzichtbare draad jes in je hoofd verbinden dat wat je ziet met wat je hoort. Als er één draadje knapt, wordt een ander sterker. Je ogen worden je oren." Die visuele instelling is vaak af te lezen aan zijn poëzie. Witte pluimen, wolken, koli bries en knotwilgen zijn enkele onderwerpen die Cor op een analytische wijze beschouwt. Al wat ik zie met mijn ogen neem ik mee naar daarboven daar kan ik 'luisteren' naar de stem men naar de klanken naar de melodieën. Ondanks het ontbre,-,-o ken van één zintuig, is het zeej^v zintuiglijke poëzie. Alles be*.,! weegt, glijdt, springt, bespiedt,, ziet en soms komt ook het horend voor. Uit Toonens gedichte}},,, spreekt een gevoel van intens, genieten. m Toch ontgaat de wereld vanr,. klank en ritme hem niet: „Als iJTJ klaar ben met een gedicht, dan lees ik het hardop voor, of ijf),,' zing het. Klinkt het goed, dan is-* het af." Soms test hij het uij;/0 door het aan andere liefhebbers te laten lezen. Meer dan een andere dichter zoekt Toonen in opperste con centratie naar de juiste woor den. En een exacte woordkeus is nodig omdat 'woorden door do ven vaak letterlijk worden opge vat. Daarna gaan die woorden een eigen leven leiden waarbij,^ het verband verloren gaat. Als jgn dicht moet je daarom woorden .1 op een weegschaal leggen,' vineftw Toonen. Dichten om de chaos in je hooffl,x uit te roeien, je emoties te ver-y_ woorden, je gedachten te relaty-,,, veren en herkenning te zoeken bij anderen. Tot zover zijn ep,h geen afwijkingen te vinden inu; vergelijking met 'horende' dich&.„ lerS' o m De poëzie van Cor Toonen is ze-„r, ker geen schreeuw om medelijfuü den. Wél wil hij de hokjesgeest,.,, van horenden én doven doorbrg^,,, ken. Communicatie tussen do-1/ ven en slechthorenden zou vol^., gens velen niet mogelijk zijn. ;t Hoe kunnen die elkaar ooit ver);., staan? ',-iL Dit dichtbundeltje laat zien dat verschillende taaluitingen - on- r. geacht hoe gesproken of géjCn schreven - op elkaar afgestemd kunnen worden. JU Deanna van Hall, Cor Toonen en Pat ty van Sambeek: 'Stille druppels in de wind. Gedichten vanuit het stille Zijn'. Uitg. WODA, Postbus 306, 543<*W AHCuiik- rfOfl ilUU flrtr ttiix rOO'l JfTfV

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 21