attend
igevoel
Prachtige boeken voor jongeren
'Het lied en de waarheid' begin van een eerlijke biografie
A
Dove dichter graaft
diep in zichzelf
i
'3
M
r
KINDER BOEKEN
Dochter
Bedoeïenen
Perfecte
thriller van
Gregory Hall
KEN
D£
iv)
Vrouwenarts
Anne Frank
Indische jeugd
Moffenhoer
As
van de
Draadjes
Letterlijk
MBER 1997 D2 T DESTEM
I I I I I
DINSDAG 16 SEPTEMBER 1997
ide Video Festival - overdag
uit de Nuense periode - da-
Whistler en Holland - dage-
iée Turner - do, vr, za 13.00-
ance: 25 eeuwen kunst, the-
J
- Korsten, Reynders, Lans-
/lookhoek/potsculpturen - do
Jia Schouten en Pauk Donker
13.00-18.00 uur (t/m 30 sept)
Sol Sneltvedt en Joncquil de
>mer - drie tentoonstellingen:
iheit; Ossip. - di t/m vr 10.00-
ap)
enFaunaop doek - wo t/m vr
:6 sep)
van Haandel/etsen en tekenin-
uur en za tot 17.00 uur (t/m 11
Venetiaans GlasHet geheim
i eiland in Lagune venetië - di
Parijs: artistieke dialoog tussen
tot ma 10.00-18.00 uur (t/m 15
i en Zeeuwse kunstenaars/schil-
do avond 19.00-21.00 uur (t/m
OSCH
41 - Brabant in het Brandpunt -
egentiende eeuw (t/m 30 nov) -
art-impressions, audiovisuals, to
en, maquettes en ontwerpteke-
1AL
Margriet Oomen/olie, Arjen
uur (t/m 29 sep)
aM
luseumpark 18 - Bruce Nauman -
/m 27 okt) - Paul Beekman (t/m 8
p van Lieshout (t/m 16 nov) - Her-
svoorwerpen en prenten (t/m 27
(t/m 7 dec)
5
aat 96 - European Art Quilts - di
stdag 12.00-17.00 uur (t/m 18 jan)
dvliet: recente schilderijen - di t/m
JUT
Johanna Pieterman/Magda Fran-
ren Peter van der Linden, Beeld-
do t/m za 11.00-18.00 uur en
Helga Ruebsamen maakt
eindelijk koffers open
DoorJohan Diepstraten
In 1993 zei Helga Ruebsamen het nog onomwonden: 'Geef mij
maar af en toe een blok beton, sehokbeton om de gaten te dich
ten waaruit de herinneringen zich naar buiten willen wringen.'
Haar hele leven bestaat uit een aaneenschakeling van dramati
sche gebeurtenissen, maar ze kon er niet over schrijven.
beeldende kunstenaars aangeslo-
irechten geregeld met Beeldrecht
ocht in verband met reproductie
Idrecht op te nemen.
kplank. De video's tonen een
e en een blauwe paraplu, dn]-
d in het bad en laten de daarbij
ende geluiden horen van een
embad: een baaierd van geluid,
witte koorden die parallel aan
aar van muur tot muur lopen,
■menzen de banen in het bad en
len daarmee in het beeld
h in het hoofd van de bezoeker
rormd en uitgebreid heeft. M
>t daarin. Dus ook het transp
it blauwe licht dat uit de hale-
;nlampjes en door de met
«stic afgeplakte vensters naar
men golft. Het tweede bassin s
i heel subtiele aanvulling-
t roostertje in het midden s
n een paar zwarte haren,
it is overgebleven van
vempartij. Het hele project is
terst zorgvuldige regie va
ntuiglijke gewaarworcTO
ooker heeft het beeld van h
vembadgevoel tot op e
itleed en het met een reeks
eine ingrepen teruggebra<*
i tentoonstellingsruimte.
:n tastbaar object, ™fav van
orm van een fysieke beleving v®
rat we allemaal kennen e
erinneren. htiq
Yarre Stooker: 'Griu'jk" 9* ^er|aan
zwembad' in Lokaal 0I. KIc nvan
138, Breda. Tot 13 oktober open
donderdag t/m zonda9 van 13.
17.00 uur.
Ze had wel gepubliceerd, maar
j die boeken hebben weinig met de
j autobiografie te maken. Tussen
1964 en 1974 verschenen twee
verhalenbundels en twee romans
en daarna volgde een lange,
zwijgzame periode. Er was een
plotselinge come-back in 1988
met de verhalenbundel Op Sche
magen, gevolgd in 1992 door
De dansende kater. Verdienste
lijke boeken, maar niet echt heel
I bijzonder.
■Op een dag moet je je eigen ge
schiedenis onder ogen zien, alles
I in kaart brengen, rekenschap af-
eggen van wat je hebt meege-
naakt,' zei ze nog in maart 1993.
I Een paar maanden later moet ze
I zijn begonnen aan haar magnum
[opus. Vier jaar heeft ze gewerkt
aan Het lied en de waarheid, een
roman waarin ze een halve eeuw
van haar leven wilde beschrijven.
JIaar in één roman kreeg ze het
1 niet voor elkaar. Het levensver-
1 van haar alter ego Louise
da beslaat de periode 1938
Itot en met de bevrijding. Op dit
I moment werkt ze aan het vervolg
a de roman waarmee ze in één
lidap echt naam heeft gemaakt in
I de Nederlandse literatuur.
|lnde spaarzame interviews heeft
Ruebsamen weinig over
lliaar leven onthuld. Haar vader
Iwas een gerespecteerd vrouwen-
|arts in Berlijn die na de Eerste
Wereldoorlog aan geheugenver-
g lijden. Het Duits-joodse
Jgezin emigreerde naar Neder-
jands-Indië, kwam in 1939 terug
fcaar Nederland en overleefde
4 veel moeilijkheden de oor-
Voor Helga Ruebsamen was
Kit de tocht van het paradijs, via
let vagevuur naar de hel. Na de
pevrijding moest ze haar eigen
[«■eg vinden. De persoonlijke om-
tandigheden waren niet altijd
ta vrolijk. In haar literaire
perk gaat het niet voor niets al-
iweer over romanpersonages
[ie door de drank in de goot be
nden. Het autobiografische
[erkelijkheidgehalte daarvan
sl uit het vervolg van Het lied en
Ie waarheid wel blijken.
Pant eerlijk is Helga Ruebsamen
fel- Schrijven is voor haar een
pijnlijk proces, zoals blijkt uit de
passages waarin de volwassen
vertelster het van het kind over
neemt. 'Het is geen genoegen uit
de vijver van herinneringen voor
de zoveelste keer dezelfde brok
stukken op te vissen. Er roert
zich in deze drab niets dan twij
fel en pijn. Ik kan er evenwel niet
aan voorbij. Dus wat komt er bo
ven? Afbeeldingen waarvan ik
mijn ogen niet kan afhouden, ter
wijl ik sidder van woede en
schaamte. Voorwerpen die ik
haat en moet betasten, nog
steeds.'
Wie de roman heeft gelezen, kan
begrijpen waarom Helga Ruebsa
men zich tot heden op de vlakte
heeft gehouden. Al vele jaren ge
leden onthulde ze in een onbe
waakt ogenblik tegen een inter
viewer dat ze geen zin had om de
rol te spelen van 'de Anne Frank
die het allemaal heeft overleefd'.
Maar de werkelijkheid is dat ze
tijdens de oorlog met haar vader
en diens vriendin ondergedoken
was in Zuid-Holland en inder
daad drie jaar heeft geleefd in
wat zij zelf als hel heeft ervaren.
Daarover gaat het laatste gedeel
te van Het lied en de waarheid.
Beschrijvingen van een onder
duikperiode mogen bekend zijn
en ook niet nieuw is het dat alles
gezien wordt vanuit het perspec
tief van een onschuldig kind. De
aangrijpende boeken van Jona
Oberski en G.L. Durlacher zijn er
het bewijs van. Opmerkelijk bij
Helga Ruebsamen is de manier
waarop de kleine Louise Benda
de drie jaren in een verduisterde
kamer weet door te komen. Ze
splitst zich af: er is 'de slome
Louise' die alles lijdzaam onder
gaat en de echte Louise die oog
heeft voor de werkelijke gebeur
tenissen.
De lezer is enigszins verrast,
want al het voorafgaande is ver
teld vanuit de naïviteit van een
jong meisje. Prachtig, maar wel
weids, zijn de panorama's van
een Indische jeugd. In het uitge
breide eerste gedeelte van de ro
man, In de tuin van Desi Kwa-
Helga Ruebsamen...paradijs-vagevuur-hel...
soema, verhaalt Helga Ruebsa
men over de achtjarige Louise
die opgroeit met haar moeder,
tante Margot en oom Felix. Haar
vader is als vrouwenarts zo be
gaan met het lot van zijn patiën
ten, dat hij geen tijd heeft voor
het gezin. De kleine Louise ziet
dingen gebeuren, maar beseft er
de reikwijdte niet van. Dat haar
moeder overspel pleegt met oom
Felix is nog maar de voorbode
foto klaas koppe
van het lot dat het gezin zal tref
fen.
Paradijs-vagevuur-hel: deze
driedeling had Helga Ruebsamen
al aangegeven als leidraad voor
haar leven voordat ze aan deze
roman begon. Ze heeft er zich
nauwgezet aan gehouden. De
eerste tweehonderd pagina's
doen denken aan de tempo doela-
literatuur. Maar het leven in In-
dië is lang niet zo onbekommerd
als de hoofdpersoon zich in
beeldt: de brieven van de be
dreigde joodse familieleden in
Europa doen de vader beseffen
dat hij niet rustig kan toezien dat
zijn verwanten de zee in worden
gedreven. In 1939 besluit het ge
zin naar Nederland te vertrek
ken.
Het ene na het andere drama vol
trekt zich: tijdens de terugtocht
springt de joodse grootvader van
Louise overboord, het bastaard
zusje Tinka loopt in de golven,
moeder verdwijnt met het jong
ste broertje naar Engeland, de
vriendin van haar vader (Aleida)
wordt beschouwd als een mof
fenhoer, terwijl zij juist heult
met de vijand om Louise te be
schermen. Het is in deze onder
duikperiode dat de vader, eens
een romantische dromer die ge
loofde in de toekomst, zijn ver
trouwen in de mensheid verliest.
Louise is zo in de ban van Aleida
dat ze iedereen, 'ook mijn moeder
en mijn broertje,' begint te verge
ten. Het is voor de zoveelste keer
dat het wereldbeeld van Louise
kantelt: niets is er overgebleven
van de paradijselijke jeugd.
Als de bevrijders het dorp nade
ren, is Louise gelouterd en vast
besloten, ook al is ze pas elf jaar.
Ze gaat terug naar Den Haag, de
stad die zij met haar vader in
1942 moest verlaten. 'Achterom
kijken deed ik niet meer, ik keek
vooruit. Mijn terugtocht begon,'
luiden de laatste regels van de
roman.
Het lied en de waarheid is daar
van de literaire verwerking. Na
vele jaren heeft Helga Ruebsa
men het aangedurfd om de kof
fers te openen met foto's, brie
ven, dagboeken, persoonsbewij
zen met valse namen, een onvol
tooid babyboek, aantekeningen
op kladpapiertjes en de envelop
met een handjevol as, 'het enige
dat nog rest van de vurige lief
desbrieven'. Dat is het authen
tieke materiaal voor een prachti
ge roman waarvan het tweede
deel niet snel genoeg kan komen.
Helga Ruebsamen: 'Het lied en de
waarheid'. Uitgeverij Contact. Prijs:
34,90.
Hooi Muriel Boll
[Tijdens de persconferentie ter
Wegenheid van de aanstaande
Kinderboekenweek rekende
I!?'5 Kraima, directeur van de
1 ™NB, ons voor hoeveel boeken
«en opgeslagen in het hoofd
1*kind aan het einde van
1® basisschool. De CPNB heeft
[®t een aantal kenners dat aan-
|al geschat op ten minste 200,
ltaak 500 boeken en de echte le-
psgaan richting 1000 titels.
resultaat werd verkregen
l-an de hand van de volgende re
denering: 'Een baby van een
jaar oud hoort een boekje per
twee maanden: aanwijsboekjes,
Helen Oxenbury, Lucy Cousins,
Dribbel. Peuters van twee en
drie zien een boekje per maand:
Dick Bruna, Dikkie Dik, Eric
Carle. Een kleuter van vier
werd op een boekje per veertien
dagen gesteld: Jip en Janneke,
sprookjes. Een kleuter van vijf
kan zich al aardig concentreren
en schatten we in op een boekje
per week: Kikker, Max en de
Maximonsters, Pluk van de Pet-
teflet.
Op het moment
dat een kind
leert lezen heeft
het al zo'n 100
verschillende
verhalen uit
boeken gehoord.
In groep 3, het
eerste jaar dat
het leert lezen,
zetten we het
kind zuinigjes
op een titel per
maand. Dit
blijft zo op zijn
zevende en
achtste. Op zijn
negende komt
het zelfstandig
bibliotheekbe
zoek goed op
gang en zetten
we het op een
boek per veer
tien dagen. Dit
blijft zo op zijn
tiende en elfde.
Als u weet dat
tenminste 80
procent van de
van de woestijn'. kinderen van
tekening andré solue tien jaar een
keer per drie weken een biblio
theek bezoekt, is een gemiddel
de van een boek per week aan
nemelijker dan een boek per
twee weken, maar we blijven
conservatief in ons telwerk.
Bovenstaande schattingen lei
den tot nog eens ruim 100 boe
ken. Tesamen met de voorlees-
periode kent het kind dus 200
titels. Er zijn ook kinderen van
negen tot en met elf die geen
probleem hebben met twee boe
ken per week. Die lezen alleen
in die drie jaar al 300 boeken.
En de echte lezer jaagt er drie
jaar lang minstens vier boeken
per week door, zo'n 600 boe
ken.' Tot zover Henk Kraima.
Na de basisschool daalt het le
zen drastisch. Of het nu komt
door de sportclubs, de televisie
of doordat kinderen dan zoveel
kennis verplicht moeten opne
men zonder dat ze eigen voor
keuren kunnen ontwikkelen,
het blijft me verbazen omdat er
zoveel prachtige boeken voor
jongeren zijn geschreven.
Een boek als Dochter van de
Bedoeienen van Francis Temple
bijvoorbeeld. Het is een verhaal
dat speelt in het jaar 1302, het
jaar waarin twee woestijnstam-
men vrede sloten doordat stam
hoofd Raisulu zijn beoogde
bruid Halima afstond aan haar
neef Atiyah van een vijandige
stam. Vanaf die dag groeide de
legende over Halima en Atiyah
en 's avonds werd het verhaal
vaak verteld in de kameelharen
tenten.
Atiyah van de Chalidi-stam
wordt door een machtige oom
naar Fez gehaald om aan de is
lamitische universiteit te gaan
studeren. Hij heeft geen zin
want hij wil veel liever thuis
blijven, bij Halima die aan hem
is uitgehuwelijkt. Ze zijn ver
liefd op elkaar. Op de universi
teit leert Atiyah een Franse jon
gen kennen, Etienne, een Roum,
dat wil zeggen iemand die uit
Europa komt. Etienne wilde
aanvankelijk de moslims tot het
christendom bekeren, maar die
drang is verdwenen, hij is nu
vooral benieuwd naar hun cul
tuur. Intussen is Halima door
een zandstorm de karavaan
kwijtgeraakt. Ze doolt in de
woestijn rond tot ze gevonden
wordt door leden van de vijan
dige Sjammari-stam. Sheik
Raisulu wil Halima voor zich
zelf en over drie maanden, als
gebleken is dat ze niet zwanger
is van een ander, met haar trou
wen. Intussen zijn Atiyah en
Etienne naar Halima op zoek
gegaan. Enfin, het verhaal
krijgt een happy end, de jonge
maagd blijft uit handen van de
begerige sheik.
Temple vlecht Arabische gezeg
des en liedjes door haar verhaal.
Als Atiyah zijn kameel vastlegt,
zingt hij 'Vergeef me deze ver
nedering, mijn mooie kameel, ik
maak je voeten vast, je zwerft
anders naar verre oor
den....Droom maar zacht van
verre reizen, mooie kameel. Ik
heb je poten vastgemaakt, om
het ronddolen aan banden te
leggen.' Minder poëtisch zijn
wensen als 'Mogen de vlooien je
langzaam oppeuzelen' of 'Moge
Allah schorpioenen op je pad
sturen.'
Natuurlijk zijn er de nodige
verhalen rond kampvuren, je
leest over djinns en ins, de te
kens in het woestijnzand en
i «.r
r I
""••■'i
FRANCKS Ti-: Ml'Li:
f,
LEMNISCAAT
A*
'Dochter van de Bedoeïnen': een mooi liefdesverhaal.
omslag charlotte dematons
over woestijngebruiken en -tra
dities. Als gasten eenmaal onder
het dak van hun gastheer heb
ben gegeten, kan die hen geen
kwaad meer doen, want ze zijn
door hun gastenstatus veilig ge
steld. Temple schreef een mooi
liefdesverhaal en helaas is het
haar laatste boek; de schrijfster
overleed in 1995.
Ook De adem van de woestijn
van Carine Verleye is een sfeer
vol woestijnverhaal maar dan
over de gebruiken en de manier
van leven van de Toearegs
waarmee het verhaal over de
liefde tussen Raisha en Litni
geïllustreerd wordt. Vooral voor
kinderen die langzaam lezen is
dit boek heel geschikt. Een ze
kere traagheid en onuitgespro
kenheid geven dit verhaal iets
poëtisch terwijl je toch een dui
delijk beeld krijgt van het leven
van de Toearegs.
Francis Temple: 'Dochter van de Be
doeïenen', Uitg. Lemniscaat, prijs
24,50
Carine Verleye: 'De adem van de
woestijn', Uitg. Davidsfonds/lnfodok,
prijs ƒ22,50
Beide boeken vanaf 12 jaar.
Door Johan Diepstraten
John Grisham zette met het we
reldwijde succes Advocaat van de
duivel de toon voor veel thrillers
over malafide advocatenkanto
ren waar onschuldige, en altijd
weer briljante rechtenstudenten,
moeten zien te overleven. Wie
Grisham kende, hoefde de epigo
nen niet te lezen want zij kwa
men doorgaans met zwaldce af
treksels.
Maar Gregory Hall presteert het
met Bloedverwantschapintrige
en plot mogen erg op Grisham
leunen, de uitwerking is origineel
en goed. Twee jaar geleden debu
teerde Hall sterk met Duister ver
leden, nu overtreft hij zichzelf en
zijn voorbeeld. Bloedverwant
schap is een voortreffelijke thril
ler.
De eerste hoofdstukken volgen
het vertrouwde concept: de afge
studeerde juriste Sarah Hartley
(25) wordt uitverkoren om op een
prestigieus advocatenkantoor te
mogen werken. De lezer doorziet
al na enkele pagina's dat er iets
mis is met de maten van de firma,
net als bij Grisham, maar Sarah
Hartley heeft daar nog even 150
pagina's voor nodig.
Vervolgens komt ze in dezelfde
positie als Mitchell McDeere van
Grisham: wie eenmaal bij de fir
ma in dienst is, doet mee met de
oplichtingspraktijken of verlaat
het pand horizontaal. Ook Sarah
Hartley is een soort gegijzelde
van het advocatenkantoor Cham-
berlayne in Fernsford.
Ze vermoedt al dat het giganti
sche bouwproject van Trevor
Chewton voor wie zij dag na dag
alle aktes opmaakt, een zwendel-
affaire is. Maar ze ontdekt veel
meer. De vennoot Ralph Cham-
berlayne is vroeger bij een auto
ongeluk omgekomen en daarover
spreekt niemand op kantoor. Een
bevriende collega (Rose) blijkt
voortdurend in elkaar te worden
gemept. De rijlesinstructrice van
Sarah Hartley verdwijnt plotse
ling van de aardbodem. Robbie
Chewton, het zwarte schaap van
de familie van haar eigenlijke
broodheer, de bouwondernemer q
Trevor Chewton, wil voor SarqJw
de doofpotten wel gaan openerj^
uit wraak op zijn vader. Boven-
dien merkt Sarah dat veel doè-"
siers op kantoor voor haar gesló-""'
ten blijven omdat ze beveiligd^
zijn. lrT q
Het zijn al genoeg ingrediënten
voor een spannende thriller,,-
maar Gregory Hall wilde méqjju
dan dat. Het gaat in de thriller.,,
ook om morele kwesties. Sara)},;,
Hartley is Londen ontvlucht om-„;
dat ze haar vader verdenkt vag,s
incest "met haar zusje Josephine^-
Het meisje is dood: zelfmoord, ajjj
wellicht moord? De vader achter-g
volgt zijn dochter die in eerste iq.-,w
stantie de confrontatie uit de weg j
gaat. Dan ontmoet Sarah eep,(1
kraakster van één van de panden^
van het Chewton-project (Friary,,
Haven), een kunstenares met een
soortgelijke incestueuze achteprnt
grond. j;;l
Wat bij Grisham beperkt blijftt»
tot één affaire met een overzich-ri
telijk aantal oplichters, groeit bij
Gregory Hall uit tot een compleqjt^
netwerk bedriegers en bedrog^,-;
enen, zowel op het financiële
vlak, als op het morele. Sarah,;
Hartley moet het vrijwel in haqj„
eentje opnemen tegen verhown,.
dingsgewijs doorgewinterde wijij,,,
te-boorden criminelen. Samentr
met haar vriend Paul Starling, d(,<j;,
architect van Friars Haven, magn
ze haar emotionele kwesties og^jt
lossen.
De laatste hoofdstukken waari$vl
wel erg veel met revolvers wordt-,
gezwaaid, doen nogal overdreven,
Ludlum-Amerikaans aan, de rest.*
is Brits in de stijl van Gemmq,,,
O'Connor, Rankin Davis en Rob
bert Goddard. nou
Gregory Hall: 'Bloedverwantschap'.
Uitgeverij Bzztoh. Prijs: 39,50.
rI enVwolt' truc
Tfih
Ï9
sb
■7(UOX
'■toh
Door Margriet van Aalten
De dichtbundel Stille druppels
in de wind is geschreven door
Cor Toonen en Deanna van Hall,
beiden doof, en de slechthoren
de Patty van Sambeek. Je vraagt
je af: hoe is het om te dichten in
stilte?
Als gevolg van een ongeval
raakte Cor Toonen uit Cuijk op
14-jarige leeftijd zijn gehoor
kwijt. Zes jaar geleden begon hij
met dichten, als een vorm van
ontspanning.
Cor Toonen: „Als je doof bent,
dan ben je altijd aan het denken.
Wanneer je je ogen dichtdoet is
er geen afleiding van muziek of
andere geluiden. Daardoor ga je
diep in jezelf graven. Door mid
del van een gedicht kun je de
malende gedachtenstroom stop
zetten en omkneden tot een
compact geheel."
Dichten is voor Cor Toonen een
manier om zijn emoties en frus
traties kernachtig aan het pa
pier toe te vertrouwen. Het is
een training in het vinden van
zelfvertrouwen en positief den
ken en tegelijkertijd een oefe
ning in het verwoorden van één
gedachte. Het werpt blijkbaar
vruchten af. Inmiddels heeft het
oeuvre van Toonen een omvang
van zo'n 150 gedichten.
„Schrijftaal is mijn tweede moe
dertaal," is een uitspraak van
Toonen die hij vaak gebruikt.
Vanaf het moment dat hij doof
werd, is hij veel gaan lezen, zo
dat zijn woordenschat geba
seerd is op de geschreven taal.
Favorieten zijn Bertus Aafjes,
Godfried Bomans, Marcus Aure-
lius en Wislawa Szymborska.
Vanaf het moment dat hij doof
werd, heeft de taal hem gevoed,
misschien dat hij haar daarom
nog meer dan een 'horende'
koestert.
Zijn gezichtsvermogen vormt
daarnaast een belangrijke infor
matiebron. „Onzichtbare draad
jes in je hoofd verbinden dat
wat je ziet met wat je hoort. Als
er één draadje knapt, wordt een
ander sterker. Je ogen worden je
oren." Die visuele instelling is
vaak af te lezen aan zijn poëzie.
Witte pluimen, wolken, koli
bries en knotwilgen zijn enkele
onderwerpen die Cor op een
analytische wijze beschouwt. Al
wat ik zie met mijn ogen neem
ik mee naar daarboven daar
kan ik 'luisteren' naar de stem
men naar de klanken naar de
melodieën. Ondanks het ontbre,-,-o
ken van één zintuig, is het zeej^v
zintuiglijke poëzie. Alles be*.,!
weegt, glijdt, springt, bespiedt,,
ziet en soms komt ook het horend
voor. Uit Toonens gedichte}},,,
spreekt een gevoel van intens,
genieten. m
Toch ontgaat de wereld vanr,.
klank en ritme hem niet: „Als iJTJ
klaar ben met een gedicht, dan
lees ik het hardop voor, of ijf),,'
zing het. Klinkt het goed, dan is-*
het af." Soms test hij het uij;/0
door het aan andere liefhebbers
te laten lezen.
Meer dan een andere dichter
zoekt Toonen in opperste con
centratie naar de juiste woor
den. En een exacte woordkeus is
nodig omdat 'woorden door do
ven vaak letterlijk worden opge
vat. Daarna gaan die woorden
een eigen leven leiden waarbij,^
het verband verloren gaat. Als jgn
dicht moet je daarom woorden .1
op een weegschaal leggen,' vineftw
Toonen.
Dichten om de chaos in je hooffl,x
uit te roeien, je emoties te ver-y_
woorden, je gedachten te relaty-,,,
veren en herkenning te zoeken
bij anderen. Tot zover zijn ep,h
geen afwijkingen te vinden inu;
vergelijking met 'horende' dich&.„
lerS' o m
De poëzie van Cor Toonen is ze-„r,
ker geen schreeuw om medelijfuü
den. Wél wil hij de hokjesgeest,.,,
van horenden én doven doorbrg^,,,
ken. Communicatie tussen do-1/
ven en slechthorenden zou vol^.,
gens velen niet mogelijk zijn. ;t
Hoe kunnen die elkaar ooit ver);.,
staan? ',-iL
Dit dichtbundeltje laat zien dat
verschillende taaluitingen - on- r.
geacht hoe gesproken of géjCn
schreven - op elkaar afgestemd
kunnen worden.
JU
Deanna van Hall, Cor Toonen en Pat
ty van Sambeek: 'Stille druppels in de
wind. Gedichten vanuit het stille
Zijn'. Uitg. WODA, Postbus 306, 543<*W
AHCuiik-
rfOfl
ilUU
flrtr
ttiix
rOO'l
JfTfV