Jan
DE STEM
Baby in het grote bed
6.00
Eetteam kan jonge voedselweigeraars helpen
ƒ2.00
ïn tientje
sdag
üen,
D1
Groeicurve
Hartgebrek
Eetteam
Vinger
Waterbed, alcohol en slaapmiddelen zijn uit den boze
Verwennen
Tips
Ib«cui, is niet de eerste de
It voor kuip, tuin én terras,
tbben. Het is namelijk
I laatbloeier, Als andere het
D allang opgegeven heb-
^ben, bloeit de Chinese
Roos juist hele
maal op en
houdt hij dat
zomerse gevoel
nog heel Jang voor
t. En dat van
14,95 voor maar
meubelen
vingen
Individueel woonplezier
met eindeloze combina
ties. Vakmanschap in
massief geloogd gre
nen, met keuze uit vier
9 afwerkingen: gelakt,
olie/^asj.antieWiniBhfln
Kom eens. langs hij uw
Cottage dealer en haal
de gratis Cottage cata
logus, vol fantastische
i ideeën.
Cottage meubelen...
voor milieuvriendelijk
wonen.
Terneuzen
[17
Lijf&leven
lllll
WOENSDAG 6 AUGUSTUS 1997
Kinderen in hongerstaking
Onze Harm eet!" Niet
zonder trots maken Elly en
Leon Driessen uit Dreumel
melding van een doorbraak
in het leven van een drieja
rige jongen. Al vrij snel na
zijn geboorte weigert hij
eten en drinken. Nederland
telt honderden 'hongersta
kende' peuters en kleuters.
Ze blijven in leven door
sondevoeding. Ze hopen
net als Harm op tijd in
aanmerking te kunnen ko
men voor eetles.
Door Paul Bolwerk
Harm komt aangedrenteld.
Zijn vader zet een tuitbeker
met vloeibaar voedsel op ta
fel. Zonder dralen zet het
knulletje de beker aan zijn
lippen. Met een handje in de
zij. Met een blik van: kijk mij
eens. Zijn vader en moeder
staan te glunderen. Ze zijn zo
trots op hun zoon, want hij
kan weer drinken. Het resul
taat van tien maanden zeer
intensieve eettherapie.
„Wat voor menigeen zo vanzelf
sprekend is, is voor ons een gro
tezegen. Onze zoon heeft name
lijk drie jaar lang niets, maar
dan ook werkelijk niets gegeten
of gedronken. Alles kreeg hij per
voedingssonde (een slangetje
door de neus of buikwand naar
de maag) toegediend. Wanneer
wij dit aan anderen vertelden,
werd er vaak gereageerd in de
trant van 'och, die kinderen van
mij hebben ook zo slecht gege
ten, maar dat gaat vanzelf weer
over."
„Niets is echter zo frustrerend
voor ouders als kinderen die niet
willen eten. Aan menig eettafel
wordt dan ook verwoed oorlog
gevoerd met de kinderen. Hele
maal frustrerend is het als je
kind alle voedsel weigert. Ge
lukkig is voor ons deze periode
voorbij", schetsen Elly en Leon
Driessen.
Het echtpaar uit Dreumel heeft
zich aangesloten bij de Vereni
ging voor Ouders van Kinderen
met Chronische Voedselweige-
ring en Sondevoeding. Deze vrij
jonge belangenorganisatie pro
beert de aandacht te vestigen op
een levensbedreigend probleem,
waarmee honderden zo niet dui
zenden babies, peuters en kleu
ters te maken hebben. Hierbij
gaat het om kinderen, waarbij
niet zondermeer een lichamelij
ke (bijvoorbeeld slikproblemen)
oorzaak aan te wijzen is voor
slecht eetgedrag.
Omdat elke ouder wil dat het kind groeit, oefent hij of zij bewust dan wel onbewust druk op het kind uit om te eten.
Uit onderzoek is inmiddels ge
bleken dat bepaalde groepen
kinderen een verhoogde kans
hebben op een ernstige eetstoor
nis. Het gaat onder anderen om
kinderen met ademhalingspro
blemen door vroeggeboorte of
een hartafwijking, maag- en
darmstoornissen, schisis (gehe
melte- en/of lipspleet). Ook is er
een groep, waarbij de overgang
van borst- naar flesvoeding niet
goed is verlopen. Daarnaast is er
een categorie kinderen, die niet
uit vrije wil eten of drinken,
waarvoor geen eenduidige ver
klaring te geven is.
De Utrechtse kinderarts dr. E.
Wauters, verbonden aan het
Wilhelmina Kinder Ziekenhuis,
veronderstelt in een verhande
ling over chronische voedsel-
weigering dat in veel gevallen
een eetstoornis ontstaat door
een 'negatieve ervaring', zoals
het onvermogen om te kunnen
zuigen, pijn, verslikking/ver
stikking en vermoeidheid. De
problemen verergeren volgens
Wauters door de 'tirannie van de
groeicurve'.
Omdat elke ouder wil dat het
kind groeit, oefent hij of zij be
wust dan wel onbewust druk op
het kind uit om te eten. Als een
kind niet in gewicht toeneemt,
doordat het voedsel blijft weige
ren, neemt de druk op het kind
nog meer toe. Het is een negatie
ve spiraal. Als een kind de kie
zen op elkaar blijft houden, gaat
de sonde erin. Als deze sonde er
niet binnen een aantal weken
eruit is, is de kans op chronische
voedselweigering extra groot.
Een kind wordt dan onvoldoen
de geprikkeld om zelf te eten en
te drinken. Daarom hamert de
Utrechtse kinderarts bij ouders
en begeleiders zoals verpleeg
kundigen en artsen op het (le
vensbelang van tijdige verwij
dering van de sonde.
Dr. Wauters heeft min of meer
een schets gegeven van de le
vensloop van een jongen als
Harm Driessen. „Het begon al
lemaal toen onze Harm nog
maar pas geboren was. Aanvan
kelijk leek het erop dat hij, afge
zien van zijn verstandelijk han
dicap (Down Syndroom), licha
melijk volkomen gezond was.
Echter niets was minder waar.
Harm begon steeds slechter te
drinken, te eten en werd steeds
sneller moe. Toen wij na vijf we
ken een kindercardioloog van
het Academisch Ziekenhuis Nij
megen consulteerden, consta
teerde hij bij Harm een ernstig
hartgebrek, waaraan hij snel
moest worden geopereerd. Om
hem niet te veel te hoeven ver
moeien en omdat hij nog een
aantal ponden in gewicht moest
toenemen voordat hij kon wor
den geopereerd, werd Harm
vanaf die tijd per neussonde bij-
gevoed. Een deel van zijn voe
ding kreeg hij met de fles, de
rest per sonde."
„Aangezien je het beste voor je
kind wilt, leg je je hierbij neer,
omdat je denkt dat het maar van
tijdelijke aard zal zijn. Toen hij
dan ook met vier maanden was
geopereerd, dachten wij 'nu zal
die sonde er gelukkig gauw uit
kunnen. Het duurde toch nog
geruime tijd voordat Harm beter
begon te drinken. Echter met
behulp van mondondersteunen-
de technieken (geleerd door de
logopediste van het voedings
team van het AZN) lukte het
hem steeds beter om te drinken.
Met elf maanden dronk hij zijn
flessen melk vrijwel helemaal
leeg."
„Toen wij echter de kinderarts
voorstelde om de sonde er maar
uit te halen, zei hij 'ik zou nog
maar even wachten, zijn ge
wicht is aan de lage kant'. Ach
teraf hebben we nu spijt dat we
toen naar hem geluisterd heb
ben, want even daarna kreeg
Harm bronchitis en vanaf dat
moment weigerde hij alle voed
sel."
„Via het voedingsteam van het
AZN hebben wij toen nog ge
probeerd om hem van een lepel
te leren eten. Harm verzette zich
hier zo erg tegen dat we uitein
delijk na veel tobben de moed
opgaven. Ons werd gezegd dat
er waarschijnlijk op latere leef
tijd, als hij de mentale leeftijd
van een drie- of vierjarige had
bereikt, wel meer resultaat was
te verwachten. Hij zou dan beter
begrijpen wat er van hem ver
wacht werd. Er zou dan gepro
beerd worden hem door middel
FOTO JAN RIKKEN
van beloning te leren eten."
„Daar zit je dan mooi mee te kij
ken. Het zou dus nog een aantal
jaren gaan duren, voordat we
iets zouden kunnen gaan onder
nemen", verduidelijken Elly en
Leon Driessen. Ondertussen
kreeg hun zoon Harm de groot
ste problemen met allereerst de
voedingssonde door de neus
(huidirritatie) en door de buik
wand (groei van wild vlees). Er
moest een oplossing komen,
maar welke?
Het eetteam van het Wilhelmina
Kinder Ziekenhuis in Utrecht
heeft door een beperkt aantal
behandelplaatsen een lange
wachtlijst voor piepjonge voed
selweigeraars. De familie Dries
sen kreeg een tip over het be
staan van een eettherapie, ont
wikkeld door de faculteit ortho-
pedagogie van de Katholieke
Universiteit Nijmegen. Het is
een intensieve behandelvorm,
waarbij negatief gedrag (voed
selweigering) wordt genegeerd
en positief gedrag (eten en drin
ken) met praten en knuffelen
wordt beloond.
Op verwijzing van de Nijmeegse
orthopedagoog D. Seys is Harm
terecht gekomen in De Winckel-
steegh, een instituut voor ver
standelijk gehandicapten in Nij
megen. En het toeval wil dat De
Winckelsteegh een aantal be
handelplaatsen heeft voor voed
selweigeraars onder verstande
lijk gehandicapten. „Het klinkt
vreemd, maar op moment van
aanmelding ben je blij dat je
zoon het Down Syndroom heeft.
Het is zogezegd een geluk bij een
ongeluk."
Door middel van een persoons
gebonden budget (een uitkering
van VWS voor de 'inkoop' van
zorg) kon Harm in aanmerking
komen voor een behandelplaats
in het kinderdagverblijf van De
Winckelsteegh. En daar moest
hij leren eten en drinken. Op 15
september 1996 is de behande
ling begonnen. Het begint met
de acceptatie van een vinger in
de mond en het naar binnen
werken van zinneprikkelend,
bijvoorbeeld zoet, voedsel. Al
lengs begon Harm aan eten en
drinken in zijn mond te wennen.
Elly Driessen: „Precies tien
maanden na de eerste behande
ling, 15 juli jongstleden, is Harm
voor het laatst naar De Winckel
steegh gegaan. Gedurende de
behandelperiode hebben we veel
steun gehad van de orthopeda
gogen Daniel Seys en Marion
Obbink. Zonder dit behandel
team hadden wij nu nog steeds
zitten knoeien met sondes.
Harm laat zich nu zonder pro
blemen door ons eten geven, zij
het dat het nog volledig gepu
reerd is. Hopelijk zal het nog
eens zo ver komen dat hij, net zo
gemakkelijk als zijn broer Twan
(5), zelf een boterham met pin
dakaas naar binnen werkt."
Het wiegje in een apart kamertje,
°P de slaapkamer van de ouders
°f mag het kind bij papa en ma
nia in bed? Steeds vaker hoor je
dat ouders hun kind geen eigen
wiegje geven, maar een plekje
naast hen in het grote bed. Voor
zorgsmaatregelen zijn wel gebo
den.
Poor Pleun van Stralen
Lekker bij papa en mama slapen. Knus tegen
oat grote warme lichaam met een vertrouwd
Witje onrje heen. Kmdërënvinden het heer-
kjk. En steeds meer zie-je dat de ouders ook
Seen moeite hebben met zo'n lieve knuffel in
d Zeker als ze"nog klein zijn, wil je ze als
Prille ouder geen moment alleen laten. Om ze
goed in de gaten te kunnen houden, of alleen
maar onrdat je nooit op dat kleine mensje
Wakt uitgekeken.
olanda Schelhaas, psycholoog en moeder,
I Laar twee kinderen tijdens hun eerste
evensjaren altijd mee naar bed genomen.
„Kinderen zijn negen maanden heel dicht bij
je geweest. Na de geboorte is dat contact in
een keer verbroken. Je moet een baby dan niet
ver weg van je vandaan in een wiegje leggen.
Maar juist dichtbij, naast je in bed, waar het
kind je ademhaling hoort, je hartslag voelt en
je lichaamsgeur ruikt." Volgens Schelhaas
ontstaat er zo een goede hechting en krijgt de
baby snel vertrouwen in de omgeving. „Het
geeft de baby geborgenheid en rust."
De vanzelfsprekendheid die Schelhaas heeft,
blijkt niet voor alle ouders op te gaan. Want
verwen je de kinderen dan niet te veel? En
krijg ik mijn kind later dan nog wel in een ei
gen bedje, op een eigen slaapkamer? Het zijn
voor de hand liggende vragen. Maar ook een
voudig op te lossen, vindt Liesbeth Vegter, pe
dagoog van het adviescentrum Jong Leren in
Amsterdam. „Verwennen kun je je kinderen
nooit als ze nog zo jong zijn. Wel leer je ze een
gewoonte aan, maar die kan op latere leeftijd
meestal weer worden afgeleerd," legt Vegter
uit. De overstap naar het eigen bed moet vol
gens haar stap voor stap gebeuren. „En een
sjaaltje of kussensloop met de lichaamsgeur
van de moeder kunnen een nieuw bedje ai
gauw vertrouwd maken."
Vegter moedigt het in bed slapen bij de ouders
niet aan, maar staat er ook zeker niet negatief
tegenover. Wat willen de ouders en wat wil
het kind? dat zijn de vragen die volgens haar
moeten worden gesteld. „Als de baby huilt, is
er iets aan de hand. Als blijkt dat het kind
zich meer op z'n gemak voelt dichtbij de ou
ders, dan vind ik dat je daaraan gehoor moet
geven. Willen de vader en moeder de baby lie
ver niet in bed, bijvoorbeeld uit angst dat ze
bovenop het kind rollen, dan helpt het soms
ook al het wiegje naast het bed van de ouders
te zetten. Compromissen zoeken dus."
Een kind doe je niet tekort als je het in een ei
gen bedje laat slapen, zo vindt Vegter. „Het
vertrouwen, de relatie tussen vader, moeder
en de baby, kun je ook in de avonden en over
dag opbouwen, waardoor het kind 's nachts
zelfstandig genoeg is en het zonder de ouders
kan." Deze houding neemt ook de Thuiszorg
Midden Brabant aan, die onder meer het con
sultatiebureau onder haar hoede heeft. „Wij
adviseren het niet, maar willen de ouders toch
hun kind in bed nemen, dan geven we ze wel
enkele tips mee," aldus Anne Willems, staf-
verpleegkundige bij de thuiszorg.
Deze tips komen voor een deel overeen met de
adviezen die voor zuigelingen in een eigen
wiegje gelden: rugligging, liever geen dekbed,
maar een dekentje en het kind niet te warm
aankleden. Als de baby bij de ouders ligt, is
vooral het laatste advies van belang. Met twee
warmtebronnen naast zich, vader en moeder,
wordt het al gauw veel te warm.
Verder is een waterbed absoluut uit den
boze. Dat geeft ook nog eens
warmte af en kan, door de
plastic bovenlaag van het
bed, ook levensgevaarlijk
zijn. Deze laag kan, als
de baby op de buik ligt, de ademhaling belem
meren. De baby zou kunnen stikken. Het ge
bruik van alcohol en slaapverwekkende mid
delen door de ouders wordt ook ten sterkste
door de thuiszorg afgeraden. Vader en moeder
kunnen daardoor in zo'n diepe slaap raken
dat ze het kind niet goed meer in de gaten
kunnen houden.
Klinische pedagoog Monique l'Hoir, verbon
den aan het Wilhelmina Kinderziekenhuis in
Utrecht en be
trokken bij een onderzoek
naar de oorzaken van wiegendood,
is niet zo blij met pasgeborenen in het
bed bij de ouders. „Het onderzoek is nog niet
afgerond, maar er blijkt een verband te zijn
tussen wiegendood en het slapen in bed bij de
ouders. Bij baby's tot drie maanden oud is dat
grote bed wel degelijk een risico."
TEKENING ILSE VERMEULEN
l'Hoir adviseert ouders het bedje
altijd 'kort' op te maken. Het kind ligt
dan met de voetjes bij het voeteneind,
waardoor het niet meer verder naar beneden,
onder de dekens kan verdwijnen. „In een
groot bed is 'kort opmaken' niet mogelijk, met
alle gevolgen van dien. Maar", zo zegt l'Hoir,
„als de baby iets ouder is, moedig ik het bij de
ouders slapen beslist aan." Zij is het helemaal
met Yolanda Schelhaas eens: „Het is gewoon
heerlijk, zowel voor het kind als de ouder."