DE STEM 'Laat je meevoeren op een slingerende stroom' De stoffeerders van het tv-scherm Sviatoslav Richter een piano-virtuoos Raymond van het Groenewoud houdt niet van 'georganiseerde mensen' D5 i/v l/v IRIS (M/V) Decor-ontwerpster Mia Schlosser: 'Ik hou van zuilen' G id s ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1997 nieuw en sfeervol Ie faciliteiten voor lelingsplaatsen. De jprtegenwoordigen. I ziekenhuis vervult ■O medewerkers. i?fd opname bleid. [rlegsituaties op i nodig in i de organisatie. opleiding op [gistieke Imatiseerde |ramma's en terminologie. Icht zich vooral op bn benaderen van de externe klant, de mondelinge In klantgerichte vereiste. I voor onbepaalde pats volgens FWG ekenhuiswezen. ïver deze functie mevrouw jame, ƒ2 77 438, of via Ja centrale receptie, 12 77 911). Ses kunnen prschijning van den gericht aan bersoneels- org, afdeling bus 90157, I tiEKENffC//s brganisatie is verantwoordelijk ïientatie en uitvoering van het purees" binnen de organisatie, jireau personeels- en salaris- Ifunctionarissen. Vanwege het pnaris is per 1 oktober 1997 |van verantwoordelijk voor de personeels- en organisatie egewezen afdelingen. Tot het behoort onder andere het en structurele) personeels- agbaak voor alle mogelijke jeleiden en voorlichten van irkers) inzake procedures en oneelssystemen, uitvoering iekteverzuimbegeleiding. sn met de ontwikkeling en sinstrumenten en -beleid en ren P&O-beleid. ing op het gebied van mens, ationele personeelswerk; tspositieregelingen en ambte- sgerichte instelling en sterke eden. ilijk van leeftijd en ervaring, maand (schaal 10 van de personeel). De Sectorale len waterschapspersoneel zijn ive aanstelling gaat een aan- toraf, voor de duur van een erzoek kan deel uit maken van it u zich wenden tot de heer vangend hoofd Personeel 1 37. vacature wordt verzocht istus 1997 te richten aan het Dogheemraadschap van 2, 4800 CE Breda, onder nmer 97/14. Vroeger speelde Ray- I mond van het Groene- I woud in heksenketels I met als basis de tap. De laatste jaren verkiest hij de intimiteit van het theater. Nog altijd gooit de Vlaming de beuk erin, zij het niet meer met zijn bekende rocknummers maar met een felle aan klacht tegen de verloe dering in de Lage Lan den. Door Twan van Lierop Raymond Intiem heette zijn vorige concert op het Boule vardfestival in Den Bosch, maar dat weerhield hem er niet van zijn piano te mis handelen, de longen uit zijn lijf te schreeuwen en tot bo ven in de nok van de thea tertent te klimmen. Zijn nieuwe programma, bin nenkort in Den Bosch, biedt wat minder speelruimte voor dergelijke spontani teit, waarschuwt Raymond van het Groenewoud. „Dat zit vast, met een duidelijk begin en een duidelijk eind." Om daar haastig aan toe te voegen; „Natuurlijk blijft er hier en daar nog wel wat improvisatie mOge- Uj^ "fitecN De ontmoeting met de Vlaamse bard in zijn woonplaats Brugge loopt een uur vertraging op door een verkeersopstopping bij Ant werpen. Het lange wachten kan Van het Groenewoud niet deren. Als een nieuwslezer begint hij verslag uit te brengen. „De jour nalist was te laat, maar dat vond de artiest niet erg, omdat hij daar door een nummer voor Clouseau kon schrijven." Raymond van het Groenewoud verkneukelt zich al bij de gedachte hoe zanger Koen Wauters van de populaire pop groep het lied zal gaan brengen. „Ik had de titel direct te pakken: Niemand denkt aan mij." Hij vervolgt met een lange ver handeling over de kunst van de wijetijdsbesteding. „Pas geleden, op een mooie zomeravond, ging ik tegen een uur of negen op zoek naar iemand om mee te tennissen. Zeker drie mensen reageerden met: 'Wat? Zo laat nog?' Dan valt het op hoe veel mensen ook buiten hun werk alles in hun agenda vastleggen. Juist die georgani seerde mensen slaan gemakkelijk op tilt, als er iets onvoorspelbaars gebeurt. Overigens ben ik er uit eindelijk wel in geslaagd iemand te vinden." „De invulling van de dag is een kunstwerk. Houd niet voortdu rend die klok in de gaten. Laat je meevoeren op een stroom, die alle kanten uitgaat, die slingert en stampt, en voel je daar lekker bij. Ik vervloek afspraken voor een optreden, vooral als het druilerig weer is en een lange file wacht. Pas als ik op het podium sta, krijg ik er zin in." Heksenketels Met zijn legendarische band De Centimeters toerde Raymond van het Groenewoud jarenlang door Vlaanderen en Nederland. Hij speelde volle zalen plat met zijn hits Meisjes, Vlaanderen boven en Je veux de l'amour. „Ik was een populair nummer en we reden het land af op basis van dat succes", vertelt hij over die vervlogen tijd. „We waren alleen nog maar in heksenketels met als basis de tap. Muzikaal en artistiek viel daar nauwelijks nog eer aan te beha len. Ik begon me teveel gelimi teerd te voelen met alleen maar roekoptredens." Hij besloot uit te wijken naar cul turele centra en theaters. „Ik wil spelen voor mensen die willen op gaan in de muziek. Dan kom je vanzelf uit in het theater. Het theaterpubliek heeft oog voor ie der knipperliehtje, elke fluiste ring. De mtiziek staat nog steeds op de voorgrond, al mag er best een paar seconden geouwehoerd worden. Iets anders dan mijn pop concerten met enkele radeloze op merkingen ertussendoor." Voor dampende rock is in de nieu we formule geen plaats meer, vindt Van het Groenewoud. „Dat idee van 'kom op jongens, de beuk erin' gaat finaal mis in een thea ter. Een modaal rockoptreden moet rommelig en levendig zijn, dat past niet in de steriliteit van een theateromgeving. In het pro gramma zitten nog een paar opge wonden muziekstandjes. Dat kan nog net. Mensen hebben me trou wens al gezegd, dat ze het jammer vinden om in hun stoel gekluis terd te zitten." Generaal Na zijn vorige theaterconcert, met als titel De minister van Ruimte lijke Ordening, trekt Van het Raymond van het Groenewoud„Ik krijg het gauw te kwaad van de harde wijze waarop de Hollan der zich manifesteert". Groenenwoud nu als een generaal ten strijde in De Minister van Landsverdediging. Zijn aanval is gericht op de verwording van de samenleving in 'de Lage Landen, waar ooit zuiver Nederlands ge sproken werd'. Hij werpt zich op als beschermer van 'de kwaliteit van het leven'. Raymond van het Groenewoud verzinkt in gepeins als het thema verloedering ter sprake komt. „Ik word daar op voorhand al moe van", zegt hij. „Ik ga dat niet uit diepen." Maar alsnog volgt dan zijn toelichting. „Wat ik mager vind in onze cultuursector is het eeuwige klonen van Amerikaanse voorbeelden. Dat zie ik in de film, dat zie ik in de muziek, dat zie ik in de kledij. T-shirts met zestig opdrukken van een of andere fir ma. Als dat hip moet zijn of het ware... Het diepe zuchten omtrent het cliché van hamburger en coca cola neemt toe." „In de popmuziek is het nooit an ders geweest. Een madame uit bij voorbeeld de Kaapverdische ei landen komt hitparadegewijs niet aan de bak, totdat je iemand als Ry Cooder naast haar zet. Dan is er plotseling de aandacht van on ze Amerikanofielen. Dan gaan ze erover lullen in het café, alsof ze die vastigheid nodig hebben." Zijn eerdere aarzeling is verdwe nen. Van het Groenewoud raakt op dreef. „Neem nou die tv-serie Mooi en Meedogenloos. Volgens mij heet die bij jullie anders. The Bold and the Beautiful! Dat zou kunnen. Dat stuk is echt een eind punt in stompzinnigheid en op pervlakkigheid. Die voorspel baarheid, die stereotypen in de belichting. Vreselijk." Klasse Wat wil hij dan wèl? „Ik mis de gezonde kant van het uitbouwen van de eigenheid. Let wel: dat is géén xenofobie. Het gaat om de stijl, het zoeken naar klasse, naar eigen waardigheid. Daarom wil ik zingen in de taal die ik spreek. Daarin ligt mijn zegging, mijn overtuigingskracht, daarin kan ik de nuances geven, door heel pre cies de woorden kiezen." Een van zijn liederen heet Ik hou van Hollanders, een lofzang die bij nader inzien een hekeldicht blijkt. Van het Groenewoud drijft in het nummer de spot met de sluitingstijden van de cafés, de bitterballen en de huzarensla. Hij schampert over mensen die het belangrijk vinden om gelijk te hebben, die vinden dat alles moet kunnen, terwijl in werkelijkheid niks mag. Zelfs ver boven de Moerdijk laat hij die boodschap horen. „Ja, ook daar vinden ze het leuk", zegt hij. „Ik krijg het gauw te kwaad van de harde wijze waarop de Hollan der zich manifesteert," legt hij uit. „Zijn prutwerk met eten en drinken, zijn kneuterigheid, de vele dingen die geen warmte heb ben. Hoe ze zich vastklampen aan parate kennis en absoluut niet kunnen omgaan met onzekerhe den en mystiek. Iemand als Mu- lisch, zó betweterig, zó vervelend, zó saai." Als het te ernstig en zwartgallig dreigt te worden, relativeert hij zijn woorden onmiddellijk. „Als u tegen mij zegt: 'wat is het alle maal toch erg', dan moet ik daar om lachen en kan ik mezelf allang niet meer serieus nemen. Ik ben absoluut geen onheilsprofeet in mijn eigen hoofd. Als we genoeg gejammerd hebben, kunnen we nog altijd onze eigen weg zoeken en ons eigen leven interessant ma ken." Raymond van het Groenewoud brengt zijn theaterconcert 'De Minister van Landsverdediging' op het Boulevard festival in Den Bosch op zaterdag 9 en zondag 10 augustus, om 20 uur in de Operatent. Moskou (dpa/afp/anp) - De Russische pianist Sviatoslav Rich ter, die gisteren in Moskou overleed, gold als een van de groot ste virtuozen van deze eeuw. De eigenzinnige meester, die wel een levende piano-encyclopedie werd genoemd, vierde sinds de jaren vijftig triomfen in Oost en West. Richter, in 1915 in de Oekraïnse stad Zjitomir geboren in een ge zin van Duitse afkomst, kreeg zijn eerste muzieklessen van zijn vader, zelf een bekende pianist en organist. Hij brak in 1940 door met de-' première van de zesde piano-sonqte van Prokofjev, die een goede vriend van hem werd. Terwijl hij in eigen land met on derscheidingen als de Stalin- prijs werd geëerd, kreeg hij begin jaren vijftig bekendheid in het Westen door zijn plaatopnamen. Pas in 1960 kreeg hij toestem ming daar ook op te treden. Een tournee dat jaar door de Verenig de Staten werd een ware triomf tocht. Hoewel hij vaak in de grootste zalen in het Westen optrad, speelde hij het liefst in kleine za len, met gedempt licht. Richter gold als een schuwe, moeilijke man, die wars van publiciteit was en zich stoïcijns aan zijn muziek wijdde. „Hij heeft de handen van een moordenaar, maar zijn mo raal is een onneembare vesting," schreef een Franse krant ooit. Alles heeft Richter gespeeld, van barok tot modern. Zijn repertoire reikte van Bach en Beethoven tot Debussy, maar de laatste jaren ging zijn voorkeur uit naar Rach- maninov en Skrjabin. Critici pre zen zijn virtuoze aanslag, zijn discrete speelwijze en de sponta niteit van zijn uitvoeringen. Ondanks zijn grote populariteit in het Westen, heeft Richter het grootste deel van zijn leven in Rusland geleefd. „Spelen kan ik overal," luidde zijn credo. „Voor de politiek heb ik me nooit geïn teresseerd, daar heb ik geen ta lent voor." Toch heeft de politiek hem niet onaangeroerd gelaten. Zijn vader is wegens zijn Duitse afkomst tij dens de Tweede Wereldoorlog geëxecuteerd. Zijn moeder vluchtte naar Duitsland, maar durfde geen contact met hem op te nemen uit vrees zijn carrière te schaden. Pas op zijn eerste bui tenlandse optreden in Finland in 1960 zagen ze elkaar weer. De laatste jaren van zijn leven bracht Richter in Parijs door, maar een maand geleden keerde hij terug naar Rusland. „Alsof hij al voelde dat de dood naderde en hij zijn laatste dagen in zijn moe derland wilde doorbrengen," al dus een kennis. Waar komen de decors i vandaan? Uit het Decor centrum in Hilversum. Een slordige 130 mensen j bepalen grotendeels het gezicht van de tv. Ont werpers, timmermannen, stoffeerders en rekwisi- teurs dragen hun steen tje bij. Een rondgang tangs bureaus vol schet sen, werkplaatsen met ®etaal en piepschuim en uitpuilende magazijnen. ügpr Maarten van de Rakt Aan de muur hangen -schetsen 'an decors. Tearoom, Spoor- l0°f,Tien voor Taal. Op tafel Ugt haar laatste creatie, Wou- 'ers Wondere Wereld, het nieuwste programma van Rolf Wouters. De naam van Mia Venlosser heeft al menige ti telrol gesierd. Van Koffietijd Zonder Ernst tot de Mdatsloterijshow. Op een tost staat een espresso-appa raat, want ze verloochent toar Italiaanse afkomst niet. 'k jaar ontwerpt Mia Schlosser een decor of zeventien. „Sport7 neb ik heel erg leuk gevonden, at was een totale vormgeving- sopdracht. Voor alle program ma's, dus ook het Sportcafé. Ta fels, stoelen, lampen, alle details. Tot en met het leer van de stoelen, dat ik in Italië in een speciale -groene kleur heb laten verven. Van tevoren heb ik een paar da gen rondgekeken bij diverse Amerikaanse sportzenders. Daar na heeft John de Mol me verteld wat hij wilde: dynamisch, een beetje high tech, veel licht, ruim te .-.Binnen anderhalve maand was ik klaar. Het moest snel. Dat heeft me enorm gestimuleerd." Veel lol heeft Sport7 niet gehad van de decors. Het Sportcafé staat er nog, intact, een eindje verderop. Een spookkroeg. Mia Schlosser kijkt een beetje sip. „Het is jammer, want ik heb er zoveel energie ingestopt. Voor mij is het een gesloten boek. Ik ben dat ook wel gewend natuurlijk. De beste genezing is dat je aan een nieuw project begint." „Een programma moet meteen scoren", vertelt Schlosser, weer in haar kamer. „Soms is het heel bizar. De Junges Glück Show op SAT1 bijvoorbeeld met een prachtig Alice in Wonderland achtig decor. Na de derde show stopten ze ermee. Daar had ik toch een kater van. Gelukkig gaan ze dat decor hergebruiken voor een Nederlandse versie." „Mijn eerste decor, da's lang gele den: 1971. De Hildegard Rnef Show in Studio 1. Daar heb ik een paar dagen niet van geslapen. Toen ging het er heel anders aan toe. Je had een nauwe samenwer king tussen de regisseur en ont werper. Nu heb je te maken met de producent en wordt eerst het budget vastgesteld en dan komt de creativiteit. Laatst De Nacht, het jubileum van de Vara, dat was nog ouderwets, Dagen met elkaar praten over vormgeving, stijl, be lichting. Het is allemaal efficiën ter, sneller geworden." Met plezier denkt Mia Schlosser terug aan de tijd van de grote dramaproducties, zoals De Ap pelgaard en De Fabriek. „Dan ging je op locatie huizen inrich ten. Die tijd is echt voorbij. Je hebt alleen nog comedy's. Wat je nu steeds meer ziet: het publiek is decor geworden. De gasten moe ten per se dichtbij het publiek staan. Het is zó jammer dat het zo moet. Dan heb ik zin iets met het publiek te doen. Drie tribunes verven en toeschouwers in zwart wit laten kleden, zoals een keer in de Staatsloterijshow." „Ik houd van afwisseling. Elke keer iets heel anders ontwerpen. Op quizjes ben ik niet dol. Ik ga graag op zoek naar een ontwerp dat de presentatie ondersteunt. In shows dominanter, in drama te rughoudender. Een typisch Schlosser-decor? Trappen. En ik hou van zuilen, misschien omdat ik uit Rome kom", glimlacht ze. „Licht, beweging, transparant. Een decor moet in balans zijn. Als er om financiële redenen iets uit moet, heb ik echt een probleem." Technisch tekenaars nemen Mia Schlossers schetsen onder handen en vertalen ze in gedetailleerde tekeningen. Daarmee kunnen de decorbouwers aan de slag. Veelal naaste buur NOB Decorproduc tie, maar soms kiest de producent een andere firma. En zo belanden we bij Bert Cornelisse, account manager. Tussen twee besprekin gen door en met een knorrende maag vertelt hij over de tijds druk. „Altijd als de opname start, zijn we klaar met bouwen. Het uur u is heilig." Dat is vaak een hele toer. Binnen een paar weken moet het decor er staan. „Soms moet je een manne tje met een auto naar Zuid-Duits- land sturen om even een Dorisch kapiteeltje op te halen, het bo venste deel van een zuil. Voor het nieuwe decor van Wie Bitte, het Duitse Ook dat nog, wilde RTL per se een bepaald noppenvinyl hebben. Dat hebben we ergens in Zweden gevonden. Het kostte vierhonderd gulden, het trans port was twee keer zo duur." „Decors zijn decors, denken veel mensen. Thuis zie je een naadje van een paar millimeter niet. Dus je kimt wat grover te werk gaan. Naarmate de camera verder in zoomt, moet de kwaliteit van de afwerking hoger zijn. In het NOS-Journaal moet de desk per fect zijn." NOB Decorproductie herbergt al le disciplines. Er zijn afdelingen machinale houtbewerking, me taal, stofferen, spuiten en piep schuim. Veel bezigheid is er niet in de werkplaatsen. Het is een slappe tijd, want het is zomer. „Decorbouw is een wereldje van hollen en stilstaan", weet Corne lisse. „Op het moment dat we be zig waren met De Sterkste Man in Almere, bouwden we aan het de cor voor de GTST-quiz, en iets voor de VPRO, Bed and Break fast." Veel werk brengt de wederop bouw van decors met zich mee. Als All you need weer gaat draai en, wordt het opgeslagen decor als een puzzel in elkaar gezet. Vaak nachtwerk, want man kracht is goedkoper dan nog een dag studiohuur. Het studioge- bruik is door de jaren heen effi ciënter geworden. Van drie pre sentatiehoekjes voor Hier en Nu, Brandpunt en Televizier naar één Netwerk-decor. Erg functioneel is ook de draaischijf waarop het Journaal, Nova en het Jeugdjour naal zijn gemonteerd. De belich- Mia Schlosser in een van haar eigen scheppingen, foto peter brom ting is geautomatiseerd en past zich aan de programma's aan. 'Alles kan' is een geliefd motto van de account manager. „De vraag is natuurlijk: hoe snel moet je het hebben en wat kost het? In plaats van een gouden blad zoek je plakfolie met een gouden uit straling. Wij verkopen eigenlijk een illusie. Als mensen de achter kant zien van een decor zeggen ze: is dit het nu?" Pieter Brühl troont ons door de hallen mee naar zijn afdeling, de rekwisieten. Links en rechts staan stukken decor. All you need, Make my Day, het raam van In de Vlaamsche Pot. Grote por tretten van de ex-presidenten Carter en Johnson staren de pas sant aan. Brühl wijst op de studio waar Oppassen wordt opgeno men in 17 permanente sets. De rekwisiteur gaat voor in acht ma gazijnen vol bankjes, hoepels, kapstokken, vingerhoedjes, zie kenhuisbedjes, radio's, brom mers, antieke typemachines. Van alles tientallen exemplaren. „Je kunt opschrijven wat je wilt, we hebben het allemaal." „Ook condooms?" „Kijk, daar heb je een condoom automaat. In totaal zijn er 500.000 artikelen op een opper vlakte van een voetbalveld. Alles is genummerd en staat in de com puter. En we hebben een unieke wapenvergunning. We mogen wapens verhuren. Er is een keer bij opnames op locatie een kruit- pistool gejat. Dat heeft me een enorme heisa gegeven." „Stel, je hebt een serie die zich af speelt in de jaren '20," haalt Brühl een denkbeeldig voorbeeld aan. „Je leest het hele verhaal. Henk steekt een sigaret op. Dan schrijf je op: Old Mac-sigaretten en een Ronson-aansteker. Zo zoek je alles bij elkaar. Onze laat ste producties zijn Jansen en Jan sen, Klokhuis en Sesamstraat. Nu ben ik bezig met een KRO-serie over een Duitse non in de twaalf de eeuw. Door je ervaring weet je veel. Ik heb een opleiding binnen architectuur gehad in Leiden. Daar krijg je kunstgeschiedenis, stijl- en kleurkennis. Vroeger heb ik de rekwisieten gedaan voor se ries als De Fabriek, De Weg en Dagboek van een Herdershond. Toen kwam je nog eens ergens." „Vroeger kregen we soms uit na latenschappen hele inboedels. De omroepen moesten spullen die waren aangeschaft voor hun pro ductie, hier afgeven. Zo hebben we een heel grote ver zameling. Nu zijn we het rende ment van al die artikelen aan het bekijken. Heeft het zin alles te bewaren? Sommige dingen zijn nooit van hun plek geweest. Naar een Solex en Berini is nog wel vraag, maar al die andere brom mertjes?"

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 33