de stem
Leopolds Kongolozen als attractie
Middelburger Phons Bakx gegrepen door
Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren honderd jaar
Vertaling
Riten
Anglokeltisch
Tramlijn
Matrozenpakjes
Wereldschool
Succes
iden meer om
issan met air
gulden, nog
beurs binnen
>r niets.
f in de zomer.
Hd en concen-
i dan in herfst
rconditioning:
om op en gun
iort wilt doen,
sa: de Almera
ieding en leverbaar
16V motor, vlotte
rtstoelen, 14" brede
Grote Gids
Mondharp spelen
is binnengaan
in één toon
Door Hans Rooseboom
Cowboys om het kampvuur,
uitrustend van een lange dag
veedrijven. Een van de man
nen heeft een gitaar, een twee
de neuriet zachtjes mee, de
derde speelt op de mondhar
monica en de vierde... De vier
de tokkelt op zijn mondharp.
Dat is het western-tafereeltje
dat ons voor de geest komt bij
het horen van een mondharp.
Paardenhoeven, mondharp-
getokkel en loeiende koeien
behoren onverbrekelijk bij el
kaar.
Maar wat een beperkte kijk op de
mondharp is dat! Luister alleen
maar eens naar de cd Een lied
voor de mondharp van de Middel
burgse mondharpspeler Phons
Bakx. „Jaren geleden ben ik be
gonnen met het uitdiepen van het
mondharpspel, zoals het over de
hele wereld voorkomt. Die studie
is nog steeds groeiende."
Phons Bakx heeft al eens acht uur
volgespeeld en -gepraat voor de
j Vpro-radio, in het programma De
wandelende tak. Een paar jaar ge
leden verscheen zijn standaard
werk De gedachtenverdrijver. De
historie van de mondharp (uitg.
Hadewijch/Vpro). Het boek door
kijkend sta je versteld. Vanwege
het bestaan van een onvermoede
wereld. De oeroude en wereldom
vattende geschiedenis van de
mondharp, in het Engels joden-
harp (Jew harp) genoemd, en in
het Italiaans gedachtenverdrijver
scacciapensieriHet boek is zo
grondig dat het hoofdstukken be
vat als Het West-Slavische mond-
harpgebruik.
De cd Een lied voor de mondharp
is het resultaat van tien jaar op
namen maken. Phons Bakx heeft
gespeeld met muzikanten uit alle
delen van de wereld waar een
mondharpcultuur bestaat (Azië,
Europa, Noord-Amerika).
„In volkenkundige beschrijvingen
worden drie of vier regels gewijd
aan de mondharp. Mijn boek geldt
nu als een standaardwerk. Het is
jammer dat het in het Nederlands
is geschreven. Ik ben bezig met
een Engelse vertaling."
Wat is een mondharp? Een mond
harp is een klein freempje van
hout, bamboe of metaal dat tussen
de lippen wordt gehouden. In het
freempje zit een losse naald die
door de vinger tot trillen wordt
gebracht. Er wordt op die wijze
één toon voortgebracht, die door
wijzigingen in de mond- en tong
stand gevarieerd kan worden. Bo
vendien klinken er rond die ene
toon onder- en boventonen, zodat
het geheel toch minder monotoon
is dan het in eerste instantie lijkt.
De mondharp heeft z'n wortels in
godsdienstige riten. Zo wordt het
bij de papoea's op Nieuw-Guinea
nog steeds gebruikt, vooral voor
rituele doeleinden. „Op Bali be
staan hele mondharporkesten. Ik
ben bezig zo'n orkest van Balinese
ginggongs naar Europa te halen.
Die Balinese mondharpen zijn
van hout. Als je twintig van
die instru
menten tege
lijk hoort
dan moet je
echt wel even kauwen."
„Vanaf mijn veertiende ben ik be
zig met volksmuziek: blues, coun
try, Indiase muziek. Dat leidde tot
een grote collectie mu
ziek. Voor een pro
gramma op de lokale
radio ging ik me verder
documenteren. Ik merkte
dat er over de mondharp
bitter weinig bestond. De achter
grond van de mondharp ligt in de
mythologie, zoals de berencultus
van de Ainoe in Noord-Japan, het
oproepen van geesten in Vietnam.
De geest-aantrekkende werking
lijkt haast vanzelf te komen, want
Phons Bakker, zijn verschillende
mondharpen demonstrerend,
raakt al spelende in trance
Twee Oostenrijkse mondharpen,
19e eeuw.
te raken, in bezit geno
men door een onzichtbare
geest.
Bakx: „In Europa is de mondharp
een gewoon volksmuziekinstru
ment vanaf de 12e eeuw. Op schil
derijen van Breugel komt het in
strument voor. De mondharp ont
wikkelt zich vooral tot een instru
ment van het platteland, een boe-
reninstrument. In de loop der tij
den komt er zelfs een verbod op
het mondharpspel vanwege ver
meend zedenbederf. In het begin
van de 19e eeuw had zich een
virtuozendom ontwikkeld, dat
de techniek van het mondharp
spel tot grote hoogten bracht. Er
bestonden instrumenten van vijf
mondharpen in één. Op één
mondharp is slechts een pentato
nische toonladder mogelijk. Met
vijf verschillende mondharpen in
verschillende toonaarden kun je
alle melodieën spelen. Klassieke
componisten hebben stukken
voor het instrument geschreven,
onder wie de leraar van Beetho
ven, Albrechtsberger." Dat was in
de tijd dat er door serieuze com
ponisten voor meer volksmuziek
instrumenten werd geschreven,
zoals vedel, doedelzak en draai
lier (Mozart).
Duitsland, Beieren,
wordt er
serieus op de
mondharp gespeeld.
Het is een echt Alpenin
strument. Maar die ma
nier van spelen ligt mij
niet zo. Ik heb meer affi
niteit met de wijze waar
op het instrument in de
Anglokeltische cultuur
wordt bespeeld: Ierland
vooral. „Door Ierse en
Schotse emigranten is de
mondharp populair geworden in
Amerika. De meeste mensen zul
len het instrument onmiddellijk
associëren met kampvuur en cow
boys. De melancholie van een
mondharmonica, gecombineerd
met gitaar en mondharp. Bij de
Indianen was de mondharp ook
zeer geliefd. Het is bekend dat de
roodhuiden grote stukken land
hebben geruild voor mondharpen.
„De cd is een selectie uit de opna
men die ik de afgelopen tien jaar
heb gemaakt met een heleboel
verschillende artiesten. Ik heb in
middels een eigen ensemble ge
vormd, het Middelburgs Mond
harp Ensemble: vijf mensen, twee
mondharpen, twee zangers, viool,
accordeon en mondharmonica.
Met het ensemble spelen we Sar-
dische muziek, Schotse, maar ook
Dylan, de Beatles, Jimi Hendrix.
De kern is muziek uit de anglo
keltische cultuur. „Mijn belang-
I I I I I
DONDERDAG 24 JULI 1997 D1
Phons Bakx bespeelt een van zijn mondharpen.
stelling is geen nostalgie, ik wil
niet terug naar vroeger. Maar ik
wil weten hoe het zit met de histo
rische mens en zijn verbeelding.
Ik heb interesse voor volkenkun
de, hoe de oudste mensen dachten,
hoe z'n greep op het zekere en het
onzekere in het bestaan was. En
hoe hij dat allemaal in klank heeft
geuit. Ik heb veel meer interesses,
maar de mondharp heb ik het ver
st uitgediept. Je leert een heel
stuk van de mensheid kennen.
„Muzikaal gezien is de mondharp
interessant vanwege de bovento
nen en de bijtonen, Je kunt maar
één toon maken, maar binnen die
toon enorm variëren. Het is bin
nengaan in één toon, via micro-
cosmische toonverwekking. Eén
toon is eigenlijk niet één toon. Het
is net als wit licht: dat is een op
telsom van alle kleuren van de re
genboog." De mondharp, Maul-
trommel, Brummeisen, guimbar-
de. „Er wordt altijd lacherig over
FOTO HENK POSTMA
gedaan, ironisch. Een goeie
mondharpspeler kan dat ont
krachten. Maar dan moet het pu
bliek ook echt luisteren en bereid
zijn de Westeuropese tonaliteit
tijdelijk te vergeten."
Phons Bakx: 'Een lied voor de mond
harp.' CD, verkrijgbaar bij o.a. Roots
Mail Music, Van Goorstraat 4 Breda, en
bij Phons Bakx (0118 624 934)
Pnons Bakx: 'De gedachtenverdrijver.
De historie van de mondharp'. Uitg.
Hadewijch/Vpro (ook te bestellen via
de auteur).
Primera, compleet met
tiaar maken en verwijderingsbijdrage.
112612.
1.0 ofl.3 liter
Leopold gaf de bekende Franse archi
tect Charles Girault de opdracht in
Tervuren een megaproject te realiseren
met onder meer musea, een koloniale
school en een congressenpaleis. Maar
alleen het Afrika-museum werd vol
tooid. Nog voordat het werd opgele
verd was Leopold in december 1909
gestorven.
Maurits Wynants heeft drie jaar ge
werkt aan de samenstelling van de eer
ste van vier jubileummanifestaties.
Met de tentoonstelling Met de tram
naar Kongo wil Wynants vooral een
sfeerbeeld geven van de Koloniale
Tentoonstelling uit 1897. In het kader
van de wereldexpo van dat jaar het Le
opold niet alleen het Koloniënpaleis
bouwen - op de plek waar Willem van
Oranje in 1815 een paviljoen had laten
optrekken - maar ook een brede laan
en een tramlijn aanleggen, de mooiste
Leopold II wilde de Belgen laten ken
nismaken met Kongo, maar het ging er
hem veel meer om investeerders aan te
trekken voor de kolonie. De Koloniale
Tentoonstelling moest een uithang
bord zijn van wat in de Onafhankelijke
Kongostaat was gepresteerd, maar
vooral van de economische mogelijk
heden die de kolonie kon bieden.
De Belgische vorsten waren al langer
op zoek naar een kolonie. De Afrikaan
se koek was nagenoeg verdeeld tussen
Fransen, Italianen, Britten, Portuge
zen en Duitsers. Maar rond 1870 was
Midden-Afrika nog een blinde vlek.
Aan zijn regering in Brussel stuurde
Leopold II vanuit Athene een marme
ren steen met de inscriptie II faut a la
Belgique une colonie. Leopold nam de
ontdekkingsreiziger Henry Morton
Stanley in dienst om het nodige voor
werk te doen en de weg te bereiden
Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. In 1897 werd een Afrikaanse dorp nagebouwd en kwa
men Kongelozen over om het tijdelijk te bevolken. Daarna werd het een permanent koloniaal museum.
voor de economische exploitatie van
Kongo, het privé-wingewest van de
Belgische vorst.
In zijn jeugd was Leopold een fervent
bewonderaar geweest van het Neder
landse koloniale systeem. Hij had ge
zien hoe jaarlijks enorme winsten uit
Nederlands-Indië in de Nederlandse
schatkist terecht kwamen. Het staats
hoofd van Kongo had zelf in het begin
minder geluk. Pas in 1895 viel er voor
Leopold en zijn land in Kongo dankzij
de rubber iets te verdienen. In de jaren
daarvoor had hij een aanzienlijk deel
van zijn eigen vermogen in de kolonie
geïnvesteerd. Hij was nu tijd om de
oogsten en bedrijven aan te trekken om
in de winst te delen. Zelf stak Leopold
dat geld in megalomane bouwprojec
ten die hij in Brussel realiseerde.
De Belgen moesten daarom zien dat
het goed ging met Kongo. Dé attractie
van de Koloniale Tentoonstelling in
het landelijke Tervuren was een Afri
kaans dorp in de tuin en bij de vijvers
van het museum. Per schip waren 267
Kongolezen aangevoerd, een afdeling
van de weermacht met een muziek
korps, twee pygmeeën, een Arabier
met twee vrouwen en enkele Mayom-
be's en Bangala's. Al bij aankomst
bleek een van hen te zijn overleden. In
de kille augustusmaand van 1897 stier
ven nog eens zes Kongolezen aan griep
en verkoudheid. Ze liggen begraven
achter het kerkje in Tervuren op de
plek waar alle zelfmoordenaars, over-
speligen en niet-kerkelijken terecht
kwamen.
De wereldtentoonstelling duurde acht
maanden, maar de Afrikanen ver
maakten het publiek enkel in juli en
augustus. Leopold heeft de zwarte on
derdanen nooit bezocht. Net zo min
heeft hij ooit voet in Kongo gezet. Een
verklaring daarvoor heeft het paleis
nimmer gegeven. De koning zou zoge
naamd incognito het dorp in de tuinen
van Tervuren hebben bezocht, maar
vond reizen naar Centraal-Afrika te
vermoeiend en gevaarlijk.
De exploitatie van de zwarte mede
mens was overigens een goed gebruik
eind 19e eeuw. Rotterdam en Antwer
pen hadden al negers te kijk gezet, met
dit verschil dat in Tervuren een dorp
was nagebouwd midden in de natuur,
compleet met prauwen op de vijvers en
palmbomen aan de waterkant. In
schril contrast met de inboorlingen uit
Kongo in hun hutjes, stonden de zwar
te kinderen uit het zogenoemde be-
schaafdendorp.
Zij waren al eerder door een Vlaamse
priester uit donker Afrika naar België
gehaald om kennis te maken met de
Westerse beschaving.
De priester, abbé Van Impe uit Gijze-
gem, wilde op de tentoonstelling Afri
kanen laten zien die al min of meer be
schaafd waren. In hun matrozenpakjes
moesten zij opdraven voor keurige da
mes en heren om hun dankbaarheid te
tonen tegenover België, het land waar
zij hadden leren lezen, schrijven en
bidden.De Kongofobe pers was niet
mals voor de organisatoren. Belgen
werd aangeraden toch maar niet in
contact te komen met zwarten. Iemand
in Antwerpen die dat wel had gedaan,
was volgens een van de kranten uit die
tijd plots een kannibaal geworden en
had zomaar een stuk uit de bil van zijn
zus gebeten.
De Koloniale Tentoonstelling van 1897
kreeg al snel een permanent karakter.
Uit Afrika kwamen scheepsladingen
vol met kunstvoorwerpen, opgezette
dieren en etnografische voorwerpen.
Het latere Kongomuseum had vooral
een wetenschappelijke functie, terwijl
geleidelijk aan ook het museale aspect
aandacht kreeg. De droom van Leo
pold, een wereldschool om mensen op
te leiden voor de kolonies, is nooit ge
realiseerd. Vandaag de dag is het ko
ninklijk museum voor Midden-Afrika
in Tervuren al lang geen koloniaal mu
seum meer. Het accent ligt ook niet
meer alleen op Centraal-Afrika. Het
museum herbergt een enorme collectie
Afrikaanse kunst en besteedt ruim
aandacht aan de volkenkunde, econo
mie, geschiedenis, archeologie, flora en
fauna van Afrika. De terugblik op
1897 was een mooie gelegenheid om
een standpunt in te nemen over het ko
loniale verleden en een kijk op de actu
ele ontwikkelingen in dit deel van
Afrika. Maar samensteller Maurits
Wynants heeft met zijn 'Tram naar
Kongo' bewust gekozen voor een zake
lijke objectieve benadering. „Ik weet
wel dat in andere landen, zoals Neder
land, wordt gekozen voor een kritische
kijk op de dingen. Maar daar zijn wij
hier nog niet aan toe."
I Het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika
in Tervuren in België. De expositie 'Met de
tram naar Kongo' loopt tot 16 november. Bij
de tentoonstelling hoort het boek 'Van Her
togen en Kongolezen' van de hand van Mau
rits Wynants.
Er is al een
san Primera Drive vanaf
Door Bert Schampers
Het drukst bezochte museum van Bel
gië bestaat honderd jaar. In 1897 haal
de koning Leopold II267 zwarten naar
Tervuren om de Belgen te laten kennis
maken met Kongo. Twee maanden ver
bleven ze in rieten hutjes in een nage
bouwd Afrikaans dorp. Zes van hen
overleefden het West-Europese kli
maat niet. Maar de blanke Belgen za
ten daar niet mee. Massaal keken ze
vanaf een loopbrug op de Mayomba's
en Bangala's neer.
Het Koninklijk Museum voor Midden-
Afrika in Tervuren is voor sommigen
ook wel het laatste koloniale museum
ter wereld. Misschien was het dat ooit,
een paleis volgestouwd als uitstalraam
van het Belgisch koloniale denken, de
hots van de soeverein van de Vrijstaat
Kongo.
Op zondagmiddag maakt de Frans
sprekende burgerij na de maaltijd
graag een ommetje in de Franse tuinen
achter het huidige museum. Vooral bij
het post-koloniale deel van de recrean
ten bestaat de onweerstaanbare drang
om dan ook even rond te dwalen in de
marmeren zalen vol met etnografische
™hken, opgezette dieren, vissen en
Afrikaanse kunst. Uit heimwee naar
Afrika, naar Zaïre of Kongo.
Honderd jaar bestaat het museum. Dat
wü zeggen, het feit wordt herdacht dat
frjuens de wereldtentoonstelling van
1897 in het groene Tervuren de eerste
Koloniale Tentoonstelling werd ge
houden. Dat was zo'n succes dat de ini
tiatiefnemer koning Leopold n besloot
^ot een permanent Kongo-museum.