ME AING WE IDE IUM EN De wereld is zot, alles is mogelijk' Voordeel voor de achterbank INGEN Eric de Kuyper terug in Oostende KINDERBOEKEN 45.- 50.- 50.- 60.- 70.- 70.- 70.- 80.- 90.- 90.- 100.- 125.- O nacht al te zéér gelukkig! ten wij de nu nu nu nu nu nu nu nu nu nu nu nu ENTE AXEL DE STEM KEN D4 Boeken van en over Isaac Bashevis Singer Zoon Geesten X 69 TERNEUZEN SLUIS u ELIJKE ORDENING >uders van Axel maken, bepaalde in artikel 19a telijke Ordening, bekend Bijman een verzoek is vrijstelling van het twijk voor het bouwen op het perceel Vaartwijk shorende stukken liggen 3t en met 17 juli ter fdeling V.R.O.M., voor inen voornoemde termijn jllege van burgemeester ngen tegen het verlenen naken. n wethouders sr, W.J. de Graaf, .A. Luijendijk-Bergwerf. DONDERDAG 3 JULI 1997 Kattebelletjes over de zee en de golven De oude herenhuizen, de vil la's en de statige hotels uit de belle époque zijn vrijwel alle maal verdwenen. Bijna de hele Belgische kust is volgebouwd met foeilelijke flatgebouwen die 'residenties' heten. De hui dige architectuur is een regel rechte ramp. DoorJohan Diepstraten Dit is, kort samengevat, het standpunt van Eric de Kuyper. Maar misschien is het wel een ge luk dat de Belgische kust zo saai en troosteloos is, beweert hij in zijn nieuwe boek Met zicht op zee, 'Daardoor word je uitgeno digd om naar de zee en het strand te kijken. Want wie weet, als hier prachtige hedendaagse architec tuur zou staan, zouden we mis schien geneigd zijn er naar te kij ken. En de zee verdraagt geen concurrentie. Ze heerst absoluut, samen met het strand waaraan ze als enige wat frivoliteit toestaat.' Bijna tien jaar geleden debuteer de Eric de Kuyper met Aan zee, dat het eerste deel van een op merkelijke serie jeugd- en ado- lescentieherinneringen zou wor den. De familieleden zijn ver trouwde personages in de Neder landse literatuur: grootmoeder Bontje met haar drie dochters Jeannot, Marie-Jeanne en Julien ne, de moeder van de kleine Eric. Bekend is hoe Eric opgroeide in Brussel en Antwerpen en hoe hij zijn jaarlijkse vakantie beleefde in Oostende. De eerste drie delen Aan zee, De hoed van tante Jeannot en Mow- gli's tranen) zijn nu gebundeld in de omnibus In de zon uit de scha duw. Veel fantasie is er niet voor nodig om te voorspellen dat de volgende drie delen eveneens in een verzamelbundel komen. Dat zijn de delen over de tantes die tijdens de Eerste Wereldoorlog naar Londen uitweken - de ei genlijke proloog - en over de pu bertijd van Eric op het katholieke Athenaeum in Antwerpen. De meeste indruk maakte de be schrijving van zijn vriendschap met de jongen Johnny, die aan de bloedziekte hemofilie lijdt. De toegift zal bestaan uit Met zicht op zee met de veelzeggende ondertitel Aan zee - veertig jaar later. Daarmee is Eric de Kuyper weer terug in Oostende, de plaats van zijn tantes. Op de plek waar eens Résidence Royal Palace Eric de Kuyper...alles in het teken van de golven... FOTO TACO ANEMA stond, is nu een flatgebouw van zestien etages verrezen. Op de twaalfde heeft Eric de Kuyper een 'studio met zicht op zee' ge kocht en hij kan nu de hele dag staren naar het strand en de gol ven. 'De zee kijkt mij aan, ook als ik niet kijk,' noteert hij om aan te geven hoeveel indruk die zee op hem maakt. Wonen in Oostende betekent dat alles in het teken staat van de golven. Een stuk strand en de zee: eigen lijk stelt de kust van Oostende helemaal niks voor. Geen rots partijen in het water zoals in Bi arritz, geen steile krijtkusten zo als in Normandië, geen baaien en inhammen zoals in Cornwall of aan de Middellandse Zee. Eric de Kuyper is niet verknocht aan Oostende zoals de tantes. Voor Jeannot, Julienne en Marie-Anne was Oostende de stad van hun jeugd, de plaats vanwaar ze in hun verbeelding terug konden gaan naar hun kinderjaren. Ze tuurden in de verte, en droomden over Dover en Londen, 'waar het sprookjesland van de kinderjaren werd weergevonden.' Eric de Kuyper wordt op oudere leeftijd niet bevangen door de eu forie en de kinderlijke ontdek- kingslust van vroeger. Het blijft zelfs onduidelijk waarom hij so wieso Oostende als tweede woon plaats heeft gekozen. Uit alles blijkt dat hij er weinig te zoeken heeft, maar dat de keuze geba seerd is op de nostalgische over weging dat hij in Oostende zijn wortels kan terugvinden. Oostende is de stad van de schil der Léon Spilliaert, die talloze doeken van de Oostendse kust heeft gemaakt. Dat deed hij niet op een fotografische manier, maar hij herschiep het bestaande tot een eigen universum. Nee, ze waren er aan het begin van deze eeuw niet enthousiast over, voor al omdat hij zo veel wegliet. Wat Erie de Kuyper nu opvalt is dat Spilliaert schilderde zoals een wandelaar het landschap waar neemt. 'Spilliaert legt dit verwij len en dit dwalen, dit filosoferen van het kijken vast. In de grond is en blijft hij, als je hem toch wilt benoemen, een symbolist, een schilder van de trillende leegte en de fluisterende stilte...' Trillende leegte? Fluisterende stilte? Het lijkt op het gestamel van de beginnende dichter. Maar geef eens een betere kwalificatie van het Spilliaert-gevoel. In de roman Belladonna denkt één van de personages van Hugo Claus: 'Miste hij eigenlijk die Spilliaert die jarenlang boven in zijn slaap kamer had gehangen? Nauwe lijks. Wat hij wel zonderling vond en ongezond was hoe kunst je blik kon vervormen. Zo kon hij in Oostende geen pier, geen reling zien of hij moest aan een Spilliae rt denken.' Bij het verschijnen van Met zicht op zee heeft Eric de Kuyper laten weten wat hem beweegt. Hij stelt zich op als een gids die alleen aandacht heeft voor het onbedui dende detail. 'Ik heb een zesde zintuig voor het oppervlakkige,' zei hij onlangs in een interview, 'als je met mij meeloopt, zul je iets anders beleven.' Dat demon streert hij in zijn boek. Hij wandelt langs de zeedijk en vertelt uitgebreid hoe anders de terugweg is dan de heenweg. Een leeg strand is voor hem 'een groot vel papier' vol raadselachtige sporen. Tijdens zonsondergangen ziet hij 'grandioze effecten'. Wie niet diagonaal maar frontaal naar de zee kijkt, krijgt een 'vreemde, afwijkende ervaring'. Het moet een 'exquisiet genot' zijn om te wandelen langs de vloedlijn bij laag water. 'Je be weegt je in een andere dimensie.' Het boek opent met een uitspraak van Margarite Duras: 'Er is een ding dat ik goed kan, en dat is naar de zee kijken' en eindigt met een beschouwing over haar. Eric de Kuyper heeft het niet op haar begrepen, maar bewondert haar als ze het heeft over banaliteiten. 'Hoe ze bijvoorbeeld over een boodschappenlijstje schrijft, dat ze in een van haar huizen na zo veel jaren en zoveel andere bewo ners terugvindt. Je moet maar durven; je moet het maar kunnen om van een kattebelletje een le vensdocument te maken.' Met zicht op zee is een aaneen schakeling van kattebelletjes. Zoals gebruikelijk is alles trefze ker opgeschreven, maar daar blijft het ook bij. Helaas bevat het boek geen reflectie op zijn jeugdjaren en er zijn nauwelijks verwijzigingen naar de familie geschiedenis. Het had wat min der oppervlakkig gemogen. Eric de Kuyper: 'Met zicht op zee'. Uitgeverij SUN. Prijs: 24,50. Door Y.Né De Nederlandse dichter Janus Secundus was in de zestiende eeuw al wereldberoemd. Deze in 1511 geboren dichter werd nog geen 25 jaar oud. Zijn sterfjaar was tevens het sterfjaar van Er asmus. Zij behoorden allebei tot de humanistische beweging, die inspiratie vonden in de klassieke Oudheid. Voor hen betekende het Latijn een bevrijding van de mid deleeuwse scholastiek, die een kunstmatige muggenzifterij was geworden op logisch en theolo gisch gebied. In deze tijd kwam het protestantisme op, maar al in de jaren dertig deed zich de con trareformatie gelden. Na die kor te periode van grote tolerantie werden zowel Erasmus als Se cundus een voorbeeld voor vele gelijkgezinden. Van het bekendste werk van Se cundus, de Basia of Kussen, be staan inmiddels vele vertalingen in het Frans, Engels, Duits en Ne derlands. De meest recente Ne derlandse vertaling stamt echter uit 1902. Gelukkig maakte J.P.Guépin een nieuwe vertaling van de Kussen en hij vertaalde ook de prachtige bruiloftszang en enkele oden en elegieën van Se cundus. Daarnaast staat telkens het Latijnse origineel afgedrukt. Secundus is steeds bijzonder ver rassend en klankrijk. Stormach tige erotiek weet hij in een bed te leggen van de beheerste, klassie ke vorm. Elk gedicht is een kus en niet een kusgedicht. Zo wordt ook de lezer als het ware via het gedicht gekust. De mond is een seksueel orgaan, waarmee men kust én een geestelijk orgaan, waarmee men spreekt. Secundus verenigt beide letterlijk. Hij vraagt zijn geliefde Neaera, waarom zij zijn tong aanvliegt, eraan rukt, er onbeheerst in bijt. Het is immers het deel, waarmee hij dag en nacht haar lof bezingt. De filosofie bij de kus is ontleend aan een epigram van Plato. De adem is de levensadem en deze is de ziel van een mens. Bij de kus wordt de ziel van de een naar de ander overgedragen. De kusser raakt hierdoor ontzield en bij we- derkus opnieuw leven ingebla zen. De tiende kus spreekt aldus: zielen te mengen met aaneenge smede mond, de ziel in t lichaam van de ander uit te storten, wan neer de hartstocht in het laatst bezwijmen zwicht. Een losse, ferme, of een lange of een korte, hetzij ik jou zoen of jij mij een zoen geeft, Licht, hoedanig je ook krijgt, geef nooit terug derge lijke, wees steeds opnieuw weer nieuw, wees steeds veranderlijk. Het is een devies, waaraan Se cundus zeker gevolg geeft in zijn poëzie. De godenfiguren Amor en Venus bieden het kader voor het erotische spel van Secundus. In de gedichten wordt niet naar een klassieke godenwereld terugver langd, zoals bij Hölderlin. Secun dus speelt ermee ten gunste van de poëzie en de erotische gewaar wording. Zo maakte de dichter Venus jaloers met zijn lofdichten over zijn geliefde. Venus gaf ver volgens opdracht aan Amor om de dichter verliefd te maken, maar op diens geliefde een loden pijl af te schieten, zodat zij niets voor hem voelt. Wie heeft nu Ve nus jaloers gemaakt: de lieflijk heid van de geliefde of het ge dicht van de dichter? Ook de zintuigen van de ik strij den tijdens het kussen om voor rang: Wee, een ruzie is nu ont staan tussen ogen en tussen mond. Ik die Jupiter nog niet eens als rivaal zou verdragen, heb plots mijn ogen jaloers ge maakt op mijn bloedeigen lip pen. Ook moet zeker het gedicht Een dartel bruiloftslied genoemd worden. Het is een lied, dat de bruiloftsnacht tot onderwerp heeft en dat op de drempel daar van gedacht wordt. Spanningsvol bouwt Secundus zijn gedicht op van schroomvallige aanvang naar de climax toe: als ze zoetere lie vigheden lispelend steeds vrij moediger met haar vingers naar je tast en wulpsere wellust gaat boetseren, o nacht dl te zeer, al te zéér gelukkig, Haal je wapen maar voor de dag, te wapen!. Deze prachtige en vermakelijke bundel is voorzien van een uitge breid nawoord over de persoon Janus Secundus, zijn literaire in vloed (op o.a. J.H.Leopold!) en zijn klassieke metriek. Zeer aan te bevelen! DE ELFDE KUS Ze zeggen dat we te verfijnde kussen geven die t kranig voorgeslacht bepaald niet had geleerd. Zou ik, als om jouw hals mijn grage armen kleven en mij, mijn Licht, jouw kus tot stervens toe blesseert, bezorgd zijn om het kwaad dat mensen van mij zeggen, ik die, wie ben ik, waar ben ik, verbijsterd vraag? Neaera hoorde het, ze lachte en verlegde haar handen om mijn nek van bo ven naar omlaag. Ze gaf een zoen, zo ongelofelijk wellustig, als Mars (haar minnaar) nooit van Venus had gekend, Vergeet het oordeel, zei ze, van die troep maar rustig, alleen mijn rechtbank is in dezen competent. Janus Secundus: 'De kunst van het zoenen', vert. J.P.Guépin. Uitg. Erven J. Bijleveld, prijs 34,90. Door Peter van Vlerken Isaac Bashevis Singer heeft zijn weduwe een kast vol ongepubliceerd werk nagela ten, zo blijkt door de boeken die na de dood van de beroemde joodse schrijver blijven verschenen. Het laatste is onder de titel Mesjogge nu in de Nederlandse ver taling verkrijgbaar. De korte roman, overduidelijk autobiogra fisch, speelt in New York, de metropool waar Singer zich vestigde nadat hij aan de pogroms had weten te ontsnappen. Alle personages zijn joodse ontheemden die zich nog het meest van alles lijken te verbazen over het feit dat zij, dikwijls op de meest bizarre manieren en ha omzwervingen over allerlei continenten, aan hun gruwelijk lot zijn kunnen ontsnap pen. Losgeslagen als zij zijn, geven zij zich over aan ingewikkelde relaties of proberen daar juist van los te komen. Intussen torsen zij hun geschiedenissen mee, doen ervan ver slag en proberen - wat natuurlijk onmogelijk ls - ermee klaar te komen. Mesjogge is een fiagi-komische Singer-roman als vanouds. De bewondering voor deze fenomenale schrij ver wordt er alleen maar groter door. Wat een beetje afbreuk doet aan het beeld van de grote Singer is het boek Reis naar mijn va der, geschreven door Israel Zamir. Deze zoon van Singer geeft in het boek onder meer de ontmoeting weer met zijn vader die hij in twintig jaar niet heeft gezien. Singer liet zijn vrouw en zijn destijds vijfjarig kind achter in rusland toen hij naar de Verenigde Staten vluchtte. Later komen zij in Israel terecht, huiger, armlastig schrijver in New York en inmiddels hertrouwd, stuurt hen af en toe een Paar dollar, maar daar blijft het bij. Als de zoon de benodigde moed heeft verza meld en per boot in Amerika arriveert, toont lnSer zich van zijn slechtste kant. Hij blijk een mager, gierig mannetje, achterdochtig en ,eugenachtig bovendien. Aan Israel Zamir esteedt hij nauwelijks aandacht, laat staan at hij hem als een verloren zoon omhelst. Isaac Bashevis Singer. Pas als de zoon aantoont dat ook hij zich overeind kan houden in het harde emigran- tenland, laat Singer hem toe in zijn bestaan en ontstaat er iets van een vertrouwelijke band. Hecht zal de band echter nooit worden, maar wel zodanig hecht dat de zoon van dichtbij kan beschrijven hoe zijn vader leefde, werkte en bijvoorbeeld waar de geesten vandaan kwamen die zo dikwijls in zijn boeken rond spookten, zeker als ze over zijn geboorteland Polen gingen. Singer was ervan overtuigd dat de mensen omringd zijn door verborgen krachten. Niets gebeurt toevallig, geen wesp gaat zitten op het hoofd van een joodse schrij ver zonder dat hij daarachter een geheime be doeling vermoedt. „De geesten zijn een deel van onze wereld. Enkel door hen kunnen we de complexiteit van het leven begrijpen." Singer beschouwde de wereld als zot. „Alles kan gebeuren! Zijn boeken zouden hem uiteindelijk de No belprijs opleveren. Van de uitreiking daarvan staat in Reis naar mijn vader een uitgebreid verslag. Maar zelfs tijdens de feestelijkheden in Stockholm wordt de afstand tussen vader en zoon nooit geheel overbrugd. Er blijft iets hangen van wat Singer zijn zoon in New York al had laten weten: „Begrijp me niet verkeerd: ik hou van je zoals elke vader van zijn zoon houdt, maar het mag niet ten koste van het schrijven gaan." 'Mesjogge', door Isaac Bashevis Singer. Uitg: De Ar beiderspers. Prijs: 34,90. 'Reis naar mijn vader', door Israel Zamir. Uitg: De Ar beiderspers. Prijs: 39,90. Door Muriel Boll Veel kinderen moeten er in deze tijd weer aan geloven: uren in de auto zitten op weg naar hun va kantiebestemming. Als de rek er op het eind van de dag echt uit is en de stemming tot nul is gedaald, kan een plotseling tevoorschijn ge toverd boekje wonderen doen. De kleinsten kikkeren vast weer op met een Dikkie Dik-miniboek- je. Daarvan zijn er vier deeltjes: Smullen, Op muizenjacht, Span nende spelletjes en Poezevriend- jes, die elk 6,90 (uitg. Gottmer) kosten. Een van de mooiste boeken van Eric Carle is De krekel die niet ts- jïlpen kon. Van 1 juni t/m 1 sep tember geldt een zomerkorting en kost het 27,90, vijf gulden min der. Er is ook een kleinere karton- uitgave, waarin net als in het grote boek een echt tsjilpende krekel zit, voor maar 17,90 (uitg. Gottmer). Een love-story in optima forma. Joyce Dunbar schreef Muis en Mol en Muis en Mol vieren feest. Zoals meestal het geval is in klassieke dierverhalen houden ook deze twee dieren van zitten voor het haardvuur, theedrinken, taart eten en filosoferen. Over de eerste nar cis bijvoorbeeld en over dat er al tijd iets gebeurt, maar niet wat je i verwacht. Dus gaan ze absoluut niet verwachten dat er een boom vol appeltaarten uit de grond op schiet, ze kijken in de lucht, fluiten een wijsje, maar een appelboom... ho maar. De illustraties van James Mayhew zijn klassiek Engels, dus knusse plaatjes van haardvuren, geruite jasjes, Engelse huizen en picknickmanden. De verhalen doen een beetje denken aan de ver halen die Arnold Lobel schreef over Kikker en Pad; aan dat twee tal droeg Dunbar haar boekjes dan ook op. Ze kosten 19,95 per deel (uitg. Casterman). Voorleesboeken gaan natuurlijk ook mee met de bagage. Van In De Maneschijn verscheen inmiddels de achtste druk. Het is een verza meling verhalen, versjes en teke ningen van diverse auteurs als An nie M.G.Schmidt, Dick Bruna, Jo hn Burningham, Max Velthuijs en veel anderen; elke bladzij is daar door een verrassing. Het is een dik boek dat de prijs van 39,90 be slist waard is. In het voorleesboek Robin en Knor van Sjoerd Kuyper zijn drie boe ken opgenomen, Robins zomer, Robin en Suze (Zilveren Griffel 1994) en Robin op school. De ver halen beschrijven een kinderleven waaruit Kuyper alledaagse voor vallen omhoog tilt en daar iets moois van maakt zonder ook maar een spoortje van vals sentiment. Dit dikke boek kost tot 1 augustus 24,90 in plaats van 29,90 (uitg. Leopold). Kinderen die zelf al kunnen lezen en Meester Kikker van Paul van Loon lekker spannend vonden, zullen ook genieten van Dolfje Weerwolfje. Middenin de nacht bedenkt Dolfje dat hij zeven is ge worden, tintelend van een nieuw gevoel springt hij uit bed, schuift de gordijnen open en schrikt van zijn eigen weerspiegeling! Achter in zit een ed-tje waarop een liedje staat van de Griezel-CD die VOF de Kunst maakte. Prijs ƒ29,95 (uitg. Elzenga). Voor wie het te eng vindt om over weerwolven te lezen, is Jubelientje vangt een vriendje van Hans Ha gen 23,50, uitg. Van Goor) een leuk boek. Jubelientje en haar oma beleven altijd iets wat bijzonder en tegelijkertijd helemaal niet bijzon der is. In het vorige boek wilde Ju belientje schildpadden fokken, nu heeft ze een hondje gevangen, zo'n r kleine witte als ze altijd al wou. Mag ze die houden? Een vlieg of een slak mag je toch ook houden? 'Sjonges', luidt oma's enige com mentaar en Jubelientje vervolgt heel logisch: 'Het is een vluchte ling. Niemand wou hem hebben en nou is die van ons... Als je er een vindt, moet je goed voor 'm zorgen en dan wordt hij van jou.' De speelse tekeningen van Philip Hopman passen er goed bij. Kinderen die in kunst geïnteres seerd zijn, hebben veel aan Het Kunstpakket Junior van Ron van der Meer en Frank Whitford. Het is heel dik en niet alleen door al lerlei trucs als het atelier van Ver meer dat uit een bladzij omhoog springt, maar ook omdat er zoveel in staat. Aan de hand van Ver meers atelier legt Whitford de ver schillende technieken van diepte, perspectief en lichtval uit. Bij dat hoofdstuk zit ook een gekleurde 3D-bril verpakt, die je helpt een ogenschijnlijk warrige tekening te ontrafelen. In een hoofdstuk over dynamiek en optische trucs zit een 'fenakistiscoop'. Letterlijk bete kent dit woord 'bedrieglijke kij ker'. Als je daarmee in de spiegel kijkt, lijkt een vogel te vliegen en V' 1 Robin en Knor, - I getekend door San- dra Klaassen. een vis te springen. Als het over patronen en composities gaat, zit Theo van Doesburg driedimensio naal achter zijn schildersezel in een weiland met een koe. Aan het werk op de ezel zie je hoe een na tuurlijke vorm steeds meer ver eenvoudigd wordt tot een abstrac te vorm. Met dit soort hulpmidde len hoopt de auteur van een pas sieve kijker een actieve kijker te maken. Alle onderwerpen uit de kunst worden duidelijk uitgelegd, stijl en compositie, licht en kleur, tech nieken en materialen. Er staan heel veel werken van bekende kunstenaars in afgebeeld waar je je zojuist verworven kennis op kunt loslaten. En dan zijn er nog de boeiende verhalen achter een kunstwerk, over het ontstaan of over de betekenis. In het werkboekje achterin staan technieken waarmee je zelf aan de slag kunt gaan. Dat is aan de sim pele kant, verder is het een fantas tisch boek/pakket waar je heel veel aan hebt 50, uitg. Ploegs- ma, vanaf 10 jr). Ook handig voor de vakantie, een museum of een kerk bezoeken is ineens stukken leuker.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 33