Geen berg te hoog of druk te groot voor Blijlevens
Belg Tom Steels gaat maar met een doel naar de Tour
97 Tour de France
De sprinters
:±r
Jeroen Blijlevens
Tom Steels
Tourzeges
per land
'Kannibaal'
Eddy Merckx
op eenzame
hoogte
DE STEM
B4
DE STEM
Er zitten nogal wat paralellen in hun carrières. Jeroen Blijlevens (in 1993)
en Tom Steels (in 1994) zijn beiden ontdekt in de Ronde van de Toekomst,
waarin ze allebei Erik Zabel klopten. Op het moment dat Jeroen Blijlevens (in 1994)
en Tom Steels (in 1995) overstapten naar de profs hadden ze echter
alleen hun snelheid. Blijlevens kwam nog geen viaduct over en Steels
zag aanvankelijk zelfs op tegen de afstand van een kermiskoers.
Enkele jaren later behoren ze tot het selecte gezelschap dat ver over de Pyreneeën
en Alpen op de Champs Elysées voor de laatste ritzege gaat sprinten.
PROLOOG
ZATERDAG 5 JU LI
'Liever echte
bergetappe
dan zo 'n
Nederland
(geb. 29-12-1971)
Woonplaats: Meerle (B)
Team: TVM
Tourdeelnames: 2
- 1995: uitgevallen
- 1996:128e
Ritzeges in Tour: 2
- 1995: 5e etappe (Frecamp-Duinkerke)
- 1996: 5e et. (Lac de Madine-Besancon)
Belangrijkste andere zeges:
Twee ritzeges in Vuelta (1995 en 1996).
Zeges 1997: 8 (et. in Driedaagse van De
Panne, Circuit de la Sarthe 2x, Vier
daagse van Duinkerke, Ronde van Astu-
rië, Bayern Rundfahrt; Veenendaal-
Veenendaal en criterium Hengelo).
tussenrit
Door Ad Pertijs
Of hij zichzelf nog wel eens
verbaast? „Soms wel," zegt
Jeroen Blijlevens, het spurt
kanon uit de ploeg van Cees
Priem. „Ik rijd dit jaar weer
beter omhoog en in tijdritten. De sprints zelf
blijven hetzelfde."
De 25-jarige Blijlevens lijkt er vooral een ge
noegen in te scheppen anderen te blijven
verbazen. Drie jaar geleden kende - buiten
het amateurwereldje - bijna niemand hem.
Hij was toen nog Jeroentje, de reserve-sprin
ter van Koga Miyata, bij welke ploeg John
den Braber de snelle superster was. Maar
omdat Den Braber weinig voelde voor een
testwedstrijd in de Ronde van de Toekomst,
kreeg Blijlevens een kans. En zie, hij klopte
de verbaasde Zabel en kon prof worden. Den
Braber snapt nog altijd niet hoe het daarna
zo is kunnen lopen. Niet hij maar Blijlevens
werd een ster. Met Cipollini, Zabel, Steels en
Moncassin behoort hij zelfs tot de wereldtop
wat sprinters betreft.
In zijn eerste profjaar won Blijlevens drie
wedstrijden. „Alleen Servais Knaven trok
toen een keer de sprint voor me aan." Twee
jaar en twee Tourritzeges verder bouwt Cees
Priem zijn hele equipe voor de Ronde van
Frankrijk rond de man uit Meerle. „Ik denk
dat we iedereen nodig zullen hebben in de
eerste week," zegt hij over de acht massa
spurts die tussen Rouen en Pau klaar liggen.
'Iedereen' betekent volgens Blijlevens dat
ook kopman Bo Hamburger zijn steentje zal
moeten bijdragen in de ziedende race naar
eindstreep. „Riis werkte vorig jaar in de eer
ste week toch ook gewoon voor Zabel. Ham
burger hoefde niets te doen in de vlakke rit
ten. Maar in de eerste etappe rond Den
Bosch ging het zo hard dat het peloton brak.
Bo zat in het tweede gedeelte en heeft alsnog
kilometers moeten jagen. Uiteindelijk ver
loor hij een minuut, terwijl Riis gewoon
voorin zat.
Daar in Den Bosch was de teleurstelling over
de nederlaag tegen Moncassin van korte
duur. „Ik had immers bewezen ook onder
grote druk te kunnen presteren. Het jaar
daarvoor werd er ook al het een en ander van
me verwacht, maar de druk in Den Bosch
was wel erg hoog opgevoerd. Daarnaast liep
het tot die Tour niet geweldig. Ik zat nogal
eens mis in een sprint."
r "Besan<;on
ih I
"De zege kwam er alsnog in Besan?on. Ver
volgens kwamen de bergen. Die moest en zou
hij over komen. „Ik geef toe dat ik wilde la
ten zien dat ik meer kon dan alleen maar
sprinten. Mensen die zeiden dat ik nog geen
viaduct over kwam, wisten niet waarover ze
praatten. Die houden hun mond nu ook."
Weer verbaasde hij de massa, niet zozeer
zichzelf. „Ik kan tegenwoordig redelijk
klimmen, zolang ik maar in een lang con
stant tempo kan fietsen. Ik heb ook liever
een echte bergetappe, dan van die tussenrit-
ten in het Centraal Massief. In de bergen
wordt nogal snel een bus gevormd en daarin
had ik vorig jaar geen enkel probleem om het
tempo te volgen. Anders was het in die ande
re ritten. In die etappes werd vaak volle bak
gereden op de heuvels om het peloton te
doen breken. Omdat niemand loste, bleven
ze echter rijden.
Dolle vreugde bij 'Jerommeke' na zijn ritzege in de Tour van vorig jaar. Dit keer gaat hij voor twee etappes.
foto cor vos
De beloning in de massaspurts van Bordeaux
en Parijs bleef uit. „Maar dat was geen
ramp. De Tour uitrijden was een doel op
zich. De laatste dagen was ik ziek. In de ber
gen had ik net iets te vaak drinkbussen over
mijn gezicht leeggegooid. Ik heb daar een
verkoudheid aan overgehouden en op het
laatst zaten al mijn luchtwegen dicht. In die
sprint op de Champs Elysées kwam ik nog
wel naast Baldato, maar in de laatste meters
miste ik de kracht om door te zetten. Jam
mer, maar aan de andere kant moet er ook
nog wat te winnen overblijven."
Met een nieuw 'vet' contract op zak en een
pas verworven riante villa als nieuwe uit
valsbasis, begon Blijlevens aan het huidige
seizoen. De start was vals vanwege een
darminfectie. Daarna won Blijlevens met
grote regelmaat zijn wedstrijden. Negen in
totaal tot dusverre. „Voor de Tour heb ik er
nog nooit zoveel gewonnen. Dat geeft een
lekker gevoel. Zeker wanneer je om de twee
weken wel een keer wint. Ik heb een goed sa
laris en dat wil je waarmaken. Ik ben blij dat
ik ook die druk aankan."
Op zijn winstkansen in de Tour durft hij
vooraf geen weddenschappen af te sluiten.
„De concurrentie is bekend. Er is het rijtje
van Zabel, Cipollini, Moncassin en Steels.
En daarnaast heb je renners als Baldato,
'Abdoe', Traversoni, Minali, Wüst, McEwen
en Kirsipuu, die ook allemaal een sprint
kunnen winnen. Veel zal afhangen van de
vorm van de dag."
De Brabander ziet zo een, twee, drie geen
sprinter die er met kop en schouders boven
uit steekt. „Van Poppel is volgens mij de I
laatste geweest die er vier in een Tour won.
Ook Cipollini kwam nooit verder dan twee.
Ik moet trouwens nog zien of hij straks net
zo succesvol is als in de Giro."
Lang en recht
De acht etappes tot en met Pau heeft hij nog I
niet verkend. „Op de dag zelf bestudeer ik J
het routeboek. Dat is het wel. Ach, de mees
te aankomsten in de Tour zijn toch hetzelfde; I
lang en recht." Blijlevens sprint op intuïtie.
„Dat is mijn stijl. Cipollini moet echt
bracht worden."
Hij zegt voor twee zeges te gaan. „Wat moet I
je anders als je al twee jaar een rit gewonnen I
hebt." Zelf zal het hem niet verbazen. „Want I
het aantal kansen op een sprintzege was dit
jaar weer flink groter. In de ronde van Astu-
rië waren de finales zwaar, maar ik kon me I
gemakkelijk handhaven in de voorste I
groep."
De Tour is echter van een andere orde, weet I
ook Blijlevens. Het uitrijden ervan is een I
sportief hoogstandje. „Maar op de erelijst
staan later alleen de zeges vermeld." Over
winningen zoals hij die behaalde in de Ron-1
des van De Panne, Sarthe, Asturië, Duinker-1
ke, Bayern en Du Sud zijn echter ook niet al-1
les. „Voor een sprinter is de Tour het aller-1
hoogste. Je kunt nog zoveel ritten winnen in I
het voorjaar, er weegt niets op tegen een
etappe-zege in de Tour."
'Met een ritzege hoor ik er pas echt bij'
Door Ad Pertijs
Mi
et een zorgelijk gezicht
stapte Tom Steels op de
laatste dag (zondag 15 ju
ni) uit de Ronde van
i Luxemburg. De knie die
hem al maanden parten speelde, zond weer
alarmerende signalen uit.
Een week later in de Ronde van Zwitserland
lachte de sprinter uit de Mapei-ploeg al
weer. „Er blijkt niets ernstigs aan de hand
te zijn. Ik stapte ook niet af vanwege een on
draaglijke pijn of zoiets. Toen ik even iets
voelde, ben ik uit voorzorg gestopt. Achter
af blijkt het om een logische reactie te gaan,
maar ik geef toe dat op dat moment de pa
niek weer even toesloeg.
Een ding weet Steels nu wel zeker. Tot de
Tourstart zal hij tussen hoop en vrees blij
ven leven. De Tour van 1997 moet de defini
tieve doorbraak van de snelle (in Zeeuwsch-
Vlaanderen trainende) Waaslander worden.
Maar dan moet zijn knie wel meewerken.
„Vanaf het begin van het seizoen is al beslo
ten dat de ploeg de Tour gedeeltelijk of he
lemaal op mij zal afstemmen. Het is de af
spraak van het jaar. Als je dan aan het suk
kelen bent terwijl de Tour nadert, word je
zenuwachtig."
Jonkies
Zeker nu duidelijk is geworden dat Mapei
de ploeg definitief heeft geformeerd rond
Steels. Tonkov zit thuis bij te komen van
zijn nederlaag in de Giro; Nardello en Ca-
menzind gaan hooguit voor een tiende plek;
Vandenbroucke aast op incidentele hoog
standjes en Museeuw wil zich bovenal een
waardig wereldkampioen tonen. „Op Frank
Vandenbroucke wordt gehoopt, op mij gere-
België
(geb.2-9-1971)
Woonplaats: Nieuwkerken-Waas (B)
Team: Mapei-GB
Tourdeelnames: 0
Belangrijkste (andere) zeges:
Omloop Het Volk, Gent-Wevelgem en
twee et. Vuelta, alle in 1996.
Zeges 1997: 8 (1 et. Ronde van
Mallorca, 4 et. Parijs-Nice, 1 et. Ronde
van Luxemburg, 1 et. Ronde van
Zwitserland), Belgisch kampioenschap
Tom Steels: „Als je dan aan het sukkelen bent terwijl de Tour nadert, word je zenuwachtig.
kend," vat Steels het verschil in de druk op
de beide jonkies kernachtig samen. En dus
baart die linkerknie hem zorgen. Na een
fantastisch leerjaar (winst in de Omloop Het
Volk, Gent-Wevelgem en twee Vuelta-rit-
ten) mag Steels dit seizoen eindelijk zijn
kunsten vertonen in het grootste wielereve-
nement van het jaar. In het voorjaar draaide
hij fantastisch. In Parijs-Nice was hij met
vier ritzeges niet te stoppen en in de Omloop
Het Volk beet hij enkel zijn tanden stuk op
het die dag onaantastbare TVM-blok.
Het enige wat de ploeg zorgen had gebaard,
waren de schoenen van Steels. Die schoten
net iets te vaak uit hun verankering. Met
hier en daar een vervelende Val tot gevolg.
„Op Mallorca en in de Ruta del Sol schoot ik
in totaal drie keer los. Op dat moment werd
besloten een ander systeem te gebruiken.
Dat van Look, waarbij de schoenen star en
vast zitten. Bij het andere, dat van Time,
kun je je schoen vrij bewegen op het pe
daal."
De resultaten mochten er direct- zijn in Pa
rijs-Nice.
Steels won er vier etappes. Na verloop van
tijd kwamen er echter andere problemen.
„Ik kreeg last van mijn achillespees en later
de knie. Achteraf bekeken zijn die 'zwer
vende' blessures te wijten aan dat nieuwe
systeem. Ik had nooit met Look gereden en
kennelijk forceerde ik daardoor mijn knie."
Het herstel duurde lang. Na een terugslag in
de Vierdaagse van Duinkerke werd besloten
terug te keren naar het oude, losse systeem.
„Het risico van losschieten, nemen we nu op
de koop toe." De oude knieproblemen ver
dwenen als sneeuw voor zon en na warm ge
draaid te hebben in de Bayern Rundfahrt
won Steels tot zijn grote verbazing alweer
een rit in de Ronde van Luxemburg.
„Ik had niet verwacht dat ik al zo ver zou
zijn," merkte hij na die triomf op. Eigenlijk
verbaast Steels zichzelf al vanaf het mo
ment dat hij op de weg ging fietsen.
Hij was altijd een goed baanrenner, met als I
specialiteit de kilometer-tijdrit. „Ik zie het
meer als een lange sprint," zegt hij nu.
Kermiskoers
Snelheid had hij dan ook voldoende toen hij I
prof kon worden bij het bescheiden Vlaan-1
deren 2002.
„Maar ik had de weg verwaarloosd. Bij mijt I
overstap naar de profs was mijn eerste z
het kunnen uitrijden van een kermiskoers. I
Want dat zou ik toch moeten doen, wilde ik
er ooit eentje winnen."
Nog geen twee jaar later behoort Steels met I
Cipollini, Zabel, Blijlevens, Baldato er.
Moncassin tot de absolute sprinttop. Er 's I
maar een verschil. „Ik ben de enige van hen
die nog geen Tourrit heeft gewonnen," z
de debutant. „Pas als ik er eentje win, hoot
ik er echt bij."
Steels weet dat hij een van de beste ploe
achter zich heeft staan. „Maar het is doodzon
de dat we Zanini door een blessure missen. Die I
heb je eigenlijk gewoon nodig om ritten te w»' I
nen." Dat ervaarde hij vorig jaar in de Vuelta I
waar de Italiaan keer op keer Minali aan de ze-1
ge hielp. „Ik was daar als sprinter niet minder I
dan Minali, maar in mijn eentje moest ik in de I
finale vier of vijf keer sprinten vooraleer t
met de echte eindspurt kon beginnen.
Naast het winnen van ritten is het uitrijd® I
van de Tour de komende maand een and® I
belangrijk uitgangspunt van Steels. Na de I
Vuelta van 1996 weet hij dat de man die ooi I
opzag tegen de lengte van een kermiskoers-1
inmiddels een grote ronde kan voltooien-1
„En wat ik ook weet, is dat ik vaak de laat-1
ste etappe win. In de bergen weet ik dus i
waarvoor ik afzie. In Parijs ligt de laatste
kans te wachten."
ROUEN
^4 Salnte-Marie
0,0 ROUEN (Pont Corneille) 16.20-19
Rue de la République, Place du Général
De Gaulle, Rue Louis Ricard
t,6 Hue Sainte-Marte A416.22-19.
Boulevard de l'Vser, Boulevard de Verdun,
N.28, Pont Mathilde, Pont de l'Europe,
Boulevard de l'Europe, Avenue de Bretagne
7,3 ROUEN (Cours Clémenceau) 16.28-19
Bron Société du Tour de France
Gastland Frankrijk bracht
tot nu toe verreweg de mees
te Tourwinnaars voort, 36 in
totaal. Toch is het al weer
even geleden dat een Frans
man in Parijs op de hoogste
trede van het erepodium
stond. Dat was in 1985, toen
Bernard Hinault zijn vijfde
en laatste Tourzege vierde.
België is, vooral dankzij Ed
dy Merckx, goede tweede
met achttien overwinningen.
Nederland (Janssen, Zoete
melk) deelt met twee eindze
ges de zevende plaats met
Zwitserland.
Frankrijk
België
Italië
Spanje
Luxemburg
Verenigde Staten
Nederland
Zwitserland
Ierland
Denemarken
Eddy Merckx.
FOTO ARCHIEF DE STEM
Eddy Merckx, alias 'De Kan
nibaal' staat in de roemrijke
geschiedenis van de Tour de
France op eenzame hoogte.
De vijfvoudige winnaar van
oe Tour de France boekte 34
ritzeges. Een record dat on
aantastbaar lijkt, want de
directe achtervolgers zijn
geen van allen meer actief als
beroepsrenner.
Tweede op de lijst is Bernard
Hinault. De eveneens vijf
voudige Tourwinnaar, die te
genwoordig nauw betrokken
bij de organisatie, heeft 27
overwinningen "achter zijn
faam staan.
De eeuwige lijst van etappe
winnaars ziet er ais volgt uit:
Merckx (Bel) 34 overwin
ningen, 2. Hinault (Fra) 27,3.
Leducq (Fra) 25, 4. Darriga-
e (Fra) 22, 5. Frantz (Lux)
6- Faber (Lux) 19, 7. Ala
nine (Fra) 17, 8. Anquetil
wrak Le Greves (Fra), Pellis-
ler (Fra) allen 16.
DONDERDAG 3 JULI 1997