Geen traditie, geen politiek, geen clichés de stem -313294 TEIT ITOQH 2 dwerk alle machinerieën IAAT- EN ERKEN üDRIJF - W WONINGEN water. Frans van Veen in de ban van het stroomgebied van de Mark Eigentijdse kunst uit China in Bredase kazerne Grote Gids 11111 DONDERDAG 19 JUNI 1997 D1 n metaaldraaierij Tructiewerk Steeds op zoek naar dat ene geluksmoment 1588 KD Walsoorden FAX 0114-686015 (0115) 562945 'abrikage, montage en [igen service-dienst Kantoor, showroom en werkplaats: Noordpolderstraat 21 4571 LR Axel Fax: (0115) 564911 HEILIGHEID-KWALITEIT DOOR erneuzen. leuzen. ïfctx: (0115)619827. /EILIGHEID-KWALITEIT te commissie over ons riteit, gas, water en de normen, nttevredenheid Jat ruim 200.000 klanten ig van water worden daarom t door ons laboratorium, et bij u thuis geleverde de strenge wettelijke eisen. I»r Hans Rooseboom I Blijdschap en geluk: waar vind je I tegenwoordig nog iemand die tij- 5 zijn werk blijdschap en geluk ervaart? De schilderijen en tekenin- avan Frans van Veen getuigen in I sprekende kleuren van die blijd- I jchap en van dat geluk. Het geluk Iran de ervaring in de natuur, en I Jaarna het geluk van de creatieve I daad. I Slechts gedurende één weekeinde toont I Frans van Veen zijn meest recente wer- I ken. Dat gebeurt in de voormalige Wa- terfabriek aan de Ulvenhoutselaan te la. Het is daar geen galerie, maar I wel een geknipte locatie voor het werk I ran Frans van Veen. IDeWaterfabriek ligt in het Markdal. I sissen Breda en Ulvenhout. In vroeger laren werd er het water van de Mark iverd, en het water en het stroom- »d van de Mark zijn het onderwerp Iran de schilderijen van Frans van I Veen. I Beschilder heeft in zijn Princenhaagse I atelier een kaart van dat stroomgebied van de Mark. Met een gele marker heeft is van Veen de mooiste stukjes van I Je waterloop aangegeven. Zijn favorie- lïstuk Mark blijkt te vinden ten zui- I Jen van Hoogstraten, bij Achtel. Zelfs I op de kaart ogen de meandertjes pitto- Iresk. Frans van Veen (1950) is een schilder ials mensen zich een schilder voor ellen. Bevlogen werkend midden in t natuur, en even bevlogen verder I werkend in de afzondering van. zijn atelier. De natuur is voor Van Veen dus I audeMark. De landelijke rivier en zijn voedende beken, de wilgebossen en hoogopgaande peppels: je kunt een slechter object voor je liefde kiezen dan het paradijs tussen Merksplas en Bre da. De Stenen Brug, de Witte Brug, de Vol- molenbrug en de Baarlebrug zijn een paar punten vanwaar je het paradijs kunt zien liggen. Stilte, ruisende bo men en murmelend water. Een loeiende koe, en een zacht brommende tractor ergens heel ver, maar dat laatste stoort niet: het hoort bij het agrarische, laat ons zeggen pastorale karakter van dit landschap. In dat landschap neemt Frans van Veen plaats. „Ik teken ter plaatse, in pastel. Dat zijn voorstudies, die ik overigens wel expo seer. In mijn atelier werk ik die voor studies uit tot olieverfschilderijen. Ik gebruik sterke kleuren, want ik wil mijn verhaal met alle nadruk vertellen, ik wil nadrukkelijk aanwezig zijn. Daarvoor zijn kleuren belangrijk. Ik heb in mijn atelier twee marmeren ta fels als palet, één voor de koele kleuren en een voor de warme kleuren. Die kleuren maak ik klaar voordat ik ga schilderen." Na jaren in Frankrijk landschappen om buiten te tekenen? Ik hield het bij Nederland, Limburg in eerste instan tie." Iedere dag fietste Frans van Veen van zijn huis in Breda naar zijn atelier in Princenhage. „Vaak maakte ik een omweg via het fietspad langs de Mark. Steeds meer raakte ik aan die rivier verslingerd. Ik ging er fietsen, kanoën, wandelen, steeds verder. Ik ontdekte zijriviertjes, het hele stroomgebied. Ik werd er dol van, ik ging me helemaal op de Mark concentreren. Ik had be hoefte aan die concentratie." De overgang van de Provence naar de Mark was groot. „Frankrijk is een heel theatraal landschap. Allicht dat het lukt om daar iets moois te maken. Maar hier in Nederland en België zit alles zo vol, je moet de schoonheid echt zoeken. Ik zoek net zo lang tot ik dat ene ge luksmoment ervaar. Dan maak ik schetsen. Later keer ik terug om mijn pasteltekening te maken. Met letterlijk bonzend hart zet ik mijn oude veldezel - tje op. Ik haal het zware vei papier uit de map en open de doos met krijt. Van uit de hemel daalt het licht op mij neer, het stroomt om mij heen en vloeit, alles met alles verbindend, over het land- Frans van Veen met een van zijn Marklandschappen: Het is puur genot om met een kwast met pasteuze olieverf over het doek te gaan." FOTO DE STEIW/OHAN VAN GURP ten dat ik bijna betoverd ben door de natuur. Ik ben nooit bang om mijn in spiratie te verliezen. Als je buiten bent, komt de inspiratie vanzelf. Ik zou nooit iets zomaar in mijn atelier kunnen ningen sla ik allemaal op in mijn ate lier. Stuk voor stuk werk ik ze in olie verf uit. Ik kan een hele tijd vooruit met die tekeningen. Ik ben een eek hoorn met een wintervoorraad." lier laat ik het schilderen zélf spreken. Het is puur genot om met een kwast met pasteuze olieverf over het doek te gaan. Hoe veel mag de ene kleur zich met de andere mengen - maar ook: hoe geschilderd te hebben ('Mijn leven be woog zich als een slinger heen en weer tussen Breda en de Provence') was het opeens genoeg. Er kwam een einde aan de langdurige Franse landschapsperio de van Frans van Veen. „Ik was in Zeeland en ik ging met mijn kinderen buiten tekenen. Ik dacht: waarom zou ik 1200 kilometer rijden schap vóór me. Zo wil ik ook het krijt in een groot gebaar over het papier la ten stromen." „Het stroomgebied van de Mark is een divers landschap, dat door de rivier aaneen wordt geregen. Het landschap is aanleiding om met licht en kleur be zig te zijn. Ik ben daar gelukkig. Mijn beste tekeningen ontstaan op momen schilderen. Ik zou de kleuren niet kun nen kiezen. Ter plaatse, buiten, moet ik kiezen welke kleur groen of blauw ik uit mijn pasteldoos pak. Het licht en de kleuren zijn iedere keer anders. Dat ik binnen niet kiezen." „Ik maak heel veel tekeningen daar buiten, het liefst bij het lage licht van zonsopgang of -ondergang. Die teke- „Ik wil luid en duidelijk spreken. Daarom gebruik ik heldere kleuren. Alle kleur is opgebouwd uit slechts en kele basiskleuren. Die kleuren zijn mijn woorden, daarmee wil ik alle nu ances groepen. Geel, rood en blauw, violet, groen en oranje, met dat voca- bulair vertel ik wat ik ervaar als ik in de natuur zit te tekenen." „In mijn ate- zelfstandig moet die kleur naast die andere blijven staan. De blijdschap die ik ervoer tijdens het tekenen mag ik echter niet vergeten: dat is het funda ment waarop het schilderij verrijst. Ik til de beleving van het tekenmoment naar een hoger plan." „Elk schilderij roept in versterkte vorm de herinne ring op aan het geluksgevoel dat ik be leefde in de natuur. Maar het schilde ren herinnert mij ook aan wat ik on derging bij het zien van schilderijen van andere schilders. Ook die schilders vertellen over wat hun fascineert. De vragen die zij zichzelf stelden in con frontatie met de natuur, kwast in de hand, zijn vragen die iedere schilder opnieuw moet beantwoorden." De titel van de tentoonstelling van Frans van Veen luidt Landschappen uit het stroomgebied van de Mark, ge volgd door de veelzeggende toevoeging Deel I. Frans van Veen: „Daarmee wil ik zeggen dat ik nog lang niet klaar ben met de Mark." 'Landschappen uit het stroomgebied van de Mark, Deel I'. Pastels en olieverven van Frans van Veen. De Waterfabriek, Ulvenhoutselaan 87 Breda. 21 en 22 juni, 11.00-18.00. Op zon dag om 15.00 vertelt de kunstenaar over zijn werk. Door Frits de Coninck In de verlaten ruimtes van de ou de Chassékazerne in Breda zijn achttien jonge Chinese kunste naars neergestreken om hier, in het vreemde westen, hun werk te tonen. Het is werk dat ze zelf conceptueel noemen en dat voor namelijk bestaat uit installaties. Lopend door de tentoonstellings ruimtes in de Chassékazerne kost het voortdurend moeite je te rea liseren dat het om heel jonge kunst gaat. Kunst niet alleen van jonge kunstenaars uit China, maar vooral eigentijdse kunst die nog maar amper in een traditie geworteld is. Een beweging van twintig a der tig jaar kun je nauwelijks een traditie noemen. Het is heel we zenlijk dat te beseffen. Jonge kunstenaars die op de manier waarop deze Chinezen dat doen, werk maken dat zo doorzichtig, aangrijpend en scherp is, moeten iets belangrijks te vertellen heb ben. Iets wat uit henzelf komt. Er is immers geen enkele traditie in eigen land, waarop ze kunnen leunen, nog geen gemeenschap pelijke beeldtaal, waarvan ze op de academie hebben geleerd zich te bedienen. Alles wat in de Chasséruimtes te zien is, heeft iets van een net ont dekte directheid die zich meer bekommert om de mededeling dan om de stijl. Het is als het sla ken van een noodkreet waarbij de stijl van de mededeling er even minder toe doet. Wat is veel wes terse kunst dan toch voorgepro grammeerd. De boodschap die ons via de in stallaties bereikt, heeft een sterke lading. Maar er is een groot pro bleem bij het juist verstaan van dit werk. Het is gemaakt in een klimaat van repressie en onder drukking, waarvan wij ons geen voorstelling kunnen maken en waarvan wij ook de taal niet pre cies kunnen verstaan. Zelf spre ken de deelnemende kunstenaars niet over die maatschappelijke context. Alsof die ook ver van hun vaderland een taboe is. Er zijn hier geen manifeste vormen van politiek verzet. En toch moet er wel degelijk sprake van kritiek en opstand zijn maar die speelt zich in stilte af, op een niveau dat voor ons westerse oog niet zicht baar is, maar waarvan de aanwe zigheid wel degelijk aannemelijk is. Feng Mengbo laat op CD-rom zijn familiegeschiedenis zien, die verweven is met de officiële ge schiedenis van het grote China. Op een computerscherm kan de bezoeker de wegen aanklikken die door de beide geschiedenissen heen lopen en zo een eigengereide route gaan die tegelijk aan het macroniveau en aan het particu liere microniveau reikt. De blik op het intieme familiele ven wordt in het hoofd van de kijker verweven met de kennis van China in deze eeuw, met de onderdrukking, de opstand, de Grote Mars, de vergaande ont- persoonlijking van wat men de Culturele Revolutie noemde. Feng Mengbo laat ons naar een geschiedenis kijken waar wij te gelijkertijd middenin kunnen zit ten door toedoen van de compu ter. Dit is China op het niveau van de individuele mens: wat voor ons zo abstract is, krijgt vlees en bloed. Bij de meeste werken is een deli cate spanning voelbaar tussen wat er letterlijk te zien is en wat dieper verscholen bedoeld wordt. De precieze verbinding tussen die twee is voor ons moeilijk te trace ren. We weten met andere woor den nooit goed wat we zien. Het westers oog wil zo graag dissi dente kunst zien, kunst die aan sluit bij voorbeeld bij ons beeld van de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Peking, nu acht jaar geleden. De werkelijkheid blijkt veel ge compliceerder en blijkt zich vooral niet in die clichés te uiten die wij altijd maar weer veron derstellen. Een van de kenmer kende dingen van de Chinese kunst van nu is het gedepoliti seerde karakter. Althans uiter- Bak met piepende oren van Wang Jianwei. lijk. De enige kunstenaars die zich op het letterlijke niveau met politiek inlaten zijn Zhou Tiehai en Yang Xu uit Shangai. Hun ge zamenlijk werk is The Break, een tekening op kranten- en tekenpa pier. Door middel van koppen verbeelden ze de goede en de slechte kunstenaar, en natuurlijk kun je dit soort van beelden ook lezen als commentaar op de maatschappelijke werkelijkheid. Op een andere tekening gebrui ken ze de beurspaginas van de Asian Wall Street Journal om een beeld te geven van de plaatsen in Shangai waar succesvolle, artis tieke dingen plaats vinden. De economie lijkt hier een omweg naar een ander soort mededeling. Eenzelfde pad kiest Wang Jian wei uit Peking in zijn installaties. In wat toevalligerwijs vroeger de uitbetaalkamer van de kazerne was, heeft hij een internationale ruileconomie opgezet. In een gro te bak liggen 1000 plastic oren met een ingebouwd piepgeluidje. Oren die normaliter alleen maar geluid waarnemen, blijken in dit geval zelf geluid te produceren. Het materiaal is uitermate infe rieur, precies zoals wij ons dat voorsteilen van speelgoed uit Taiwan, Korea, Hongkong en China. Elke bezoeker kan zo'n FOTO ROLF TER VEER oor (roze, zwart en geel) meene men in ruil voor een voorwerp naar eigen keuze uit eigen, per soonlijke bezit dat in de bak er naast komt te liggen. Er zijn (Ne derlandse?) bezoekers die er niet meer voor over hebben dan een stukje kauwgom. Hoe dan ook, zo ontstaat langzaam maar zeker een interessant panorama. Een afnemende berg waardeloze oren en een groeiende hoeveelheid spulletjes die op zijn minst even waardeloos zijn. En even onper soonlijk, want (bijna) niemand heeft hier zijn of haar naam ach tergelaten. Zo groeit een beeld van volstrekte anonimiteit. De achttien kunstenaars die de samenstellers Marianne Brouwer (conservator Kröller-Müller) en Chris Driessen (curator van de Bredase Stichting Fundament) uit China hierheen gehaald heb ben, kunnen we beschouwen als een generatie die erfgenaam is van de experimentele beweging die met de onderdrukte opstand in. 1989 een einde vond. Samen met de hele culturele revival die onder Deng Xiaoping in gang ge zet was. Dat betekende economi sche en daardoor sociale veran deringen en een grotere opening in die gesloten Chinese wereld. Een stortvloed aan Westerse in formatie, ook op kunstgebied, was het gevolg. Dat betekende een kennismaking met de Wes terse kunstwereld en kunstbe grippen via tijdschriften, kunst boeken en filosofische werken. Dat moet een enorme culturele schok teweeg hebben gebracht. In een wereld die maar twee op vattingen van kunst toestond: de traditionele penseelschilderingen en houtgravures en het commu nistische Revolutionaire Realis me, werden de ideeën en het werk van Marcel Duchamp, Picasso en Matisse geïntroduceerd. De ui tingen van een ontwikkeling naar modernisme die zich bij ons in 100 jaar had voltrokken, werden in China in een klap zichtbaar. Een grote experimenteerlust on der de jonge kunstenaars in de grote steden en een vloed van tentoonstellingen van eigen werk waren het resultaat. Althans voor even. De staat reageerde nog al tijd krampachtig. De grote ten toonstelling China/Avant Garde in 1989, de eerste die door onaf hankelijke critici was samenge steld, werd twee maal door de po litie gesloten en na tumult door de staat verboden. 185 Kunste naars uit heel China toonden daar 300 actuele werken en be kostigden de hele onderneming uit eigen zak. Het protest van de kunstenaars voegde zich bij het studentenverzet waarvan het in cident met de tank op het Plein van de Hemelse Vrede in onze herinnering gegrift staat. Een nietige student die het op durft te nemen tegen een monsterachtige tank. Sindsdien is de expositie van niet-officiële kunst verboden en is de verhouding tussen kunst en staat weer even complex als voorheen. De overheid staat oog luikend toe en verbiedt net zo vlot. Wat onder nationalisme valt, kan; wat raakt aan vernieu wing of kritiek, kan alleen maar ondergronds bestaan. In de kunst betekent dat vormen van ont wrichting en ironie,- indirecte manieren dus. Een van die verboden domeinen is de seks. Zhu Jia heeft toevalli ge duo's in de straat gefotogra feerd en laat een medewerker een bord voor het beeld houden waarop staat Did they have sext De gefotografeerde mensen we ten niet van'de foto en weten niet van de tekst. Hier wordt een ta boe omzeild met een tekst die van iedereen is en die toch niemand van de afgebeelden persoonlijk raakt. Gu Dexin stelt het thema nog in dringender aan de orde. Op een binnenplaats heeft hij op het gras een overdaad aan fruit uitge strooid. Een veldje met appels, een met bananen en een met aardbeien. Voor hem symbolen van seksualiteit, leven en dood. De wind die dwarrelt tussen de gebouwen voert vleugen van overrijpe bananen, frisse appels en rottende aardbeien in onze neus. Een verrassend verleidelij ke en steeds wisselende geurcom binatie. De uitnodiging om van het fruit te eten en schillen en klokhuizen op de oorspronkelijke plek terug te leggen, wordt met de duur van de tentoonstelling minder aantrekkelijk. Want het leven neemt gaandeweg de ge daante aan van de dood. Het eni ge wat van het fruit blijft, is de erotiserende geur. 'Another Long March' in de Chasséka zerne in Breda. Ingang Keizerstraat. Open dinsdag t/m zaterdag van 10 tot 5 uur, zondag van 11 tot 5 uur. De manifestatie duurt tot 3 augustus. mail: info@deRa-zld.nl

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 23