'Die intensiteitdat dat geluid 'Gevoel is het sleutelwoord' tst kleur aan Jazzdrummer Cindy Blackman opvolgster van Tony Williams 1 en pekinees an de wolf af D2 IPESTEM GIDS Canadese componist René Dupéré verbaasd over succes van zijn 'Alegria' DAG 18 JUNI 1997 WOENSDAG 18 JUNI 1997 aalt zoals gewoonlijk niets it: ze negeert me totaal. Deze lip vind ik altijd wat moeilij ker te verwerken, omdat ik me :r zo oud door ga voelen. Iet ergste moet echter nog ko nen: ik hoor gehol achter mij. Niets is voor een jogger zo erg ils ingehaald worden. En ik vord hoorbaar ingehaald door :en andere jogger die van mijn igen leeftijd blijkt te zijn. Mijn lepressie neemt in hevigheid koe en mijn wankele zelfver- rouwen nog verder af. Maar log is het niet voorbij: weer loor ik voetstappen achter me. De man die mij nu genadeloos achter zich laat is de zestig plusser die ik wel vaker heb zien lopen. In het voorbijgaan kijkt hij me rustig ademend aan en zegt kalm: 'Gaat het een beetje jongen?' Ik voel hoe ik de grenzen van mijn psychisch in casseringsvermogen begin te naderen en hoe mijn benen loodzwaar worden. En ik ben pas twintig minuten aan het lo pen. Dit gaat mis, ik voel het. Bij het keerpunt aangekomen, heeft mijn depressie inmiddels zorgelijke vormen aangeno men. Ik begin te twijfelen aan de zin van het leven in het alge meen en van mij in het bijzon der. Deze tocht is niet goed voor mij geweest. Weer thuis gekomen, laat ik de rek- en strekoefeningen achterwege, want waarom zou ik? In de veertig minuten die ik gelopen heb, ben ik zowat alles kwijt geraakt: een boel vocht, mijn gevoel van eigenwaarde, de zin van het leven, ik voel me oud en uitgeblust. En als ik niet oppas, raak ik op deze manier mezelf, vrouw en kinderen ook nog kwijt: met dergelijk zelfopge- wekte depressies valt niet te le ven. Door Wiel Beijer Als je Cindy Blackman ziet en hoort drummen krijg je jet warm, heet zelfs. Die manier waarom zij haar stokken hanteert, ze losjes in haar hand laat draaien; je wijze waarop haar voe ten op de pedalen dansen; de intensiteit waarmee zij musiceert. Ze kan meedo genloos drumvuurwerk af schieten, maar ook bijna muisstil haar trommels strelen. Ze tovert muziek uit haar drum stel en kan daarmee ontroeren. Jets dat weinig drummers is gege ten, Een enkeling kreunt vol on begrip dat zij tè hard slaat. De liefhebber geniet in volle teugen. Of zoals trompettist Jarmo Hoogendijk zegt: „Ik ben aller gisch voor zachte drummers, ik uil power en Cindy heeft die po tter én heeft er volledige controle over." Drummen is haar lust en leven, één grote kick. „Ik wil het ritme controleren en dat ritme moet op- ttindend zijn. Ik hou van die ver schillende kleuren die je op je tams kunt gebruiken. Het is werken, maar het is vooral an. Als drummer heb je een verantwoordelijkheid, want jij moet ervoor zorgen dat ét band samen blijft en dat het liet vervelend wordt", zegt ze ver middernacht in een kroeg in i bijna uitgestorven Essen. Ze snottert, een in Oostenrijk opge lopen verkoudheid, maar tijdens iet wervelende concert enkele uren eerder in theater Satiricon gunde zij zich nauwelijks tijd om kaar neus te snuiten. Saafloop van dat concert dringt ie vraag zich op of goed drum men zoiets is als goede seks. Even «et ze nadenken en dan zegt ze lachend: „Goede muziek kan soms erg lang duren en dan is het beter dan goede seks. Als de mu- ziek écht goed is, is het beter." Net klaar met een Europese tour nee met gitarist Elliott Sharp toert Blackman nu twee weken met het quintet van saxofonist Ben van den Dungen en trompet list Jarmo Hoogendijk door Ne derland en Duitsland. Ze speelt pag in Europa. „Omdat de mensen hier je altijd laten mer- ten of ze het leuk vinden wat je doet. Heel anders dan bijvoor- Cindy Blackman in actie in Essen beeld in Japan, waar het publiek wei-erg stil is." Toer Na deze toer keert ze terug naar New York om met zangeres Casandra Wilson te gaan toeren. Volgend jaar volgt weer een tour nee met Lenny Kravitz, bij wie Cindy de vaste drummer is. Al leen live. Op zijn cd's drumt Kra vitz zelf. Ze houdt vooral van jazz. „Dat is voor mij de hoogste vorm van muziek. Maar ik doe ook graag pop, net als de meeste populaire muziek toch een kindje van de jazz. Ik wil gewoon alles doen om een completer muzikant te worden. Op popfestivals spelen en zorgen dat je beat tot achterin die massa reikt en in jazzclubs, met het publiek dicht bij je, lek ker creatief bezig zijn van zacht naar hard; de subtiele dingen spelen." Haar grootste ervaring tot nog toe was... Pinkpop 1993. In de band van Lenny Kravitz. „Ze ventigduizend mensen. Stel je eens voor. Ik had nooit eerder voor zoveel mensen gespeeld en was in het begin echt bang", denkt ze terug aan die pinkster maandag op die wei in Land graaf. „Ik raakte even uit balans. Vooral als ik naar al die mensen keek, die uitzinnig waren en als een grote golf bewogen. Ik dacht dat ik dronken was. Moest mijn ogen sluiten om niet mee te wa ven en van mijn kruk te vallen", lacht ze. Als kind wilde Cindy Blackman drummer worden. Niets anders. Vanaf haar negende kreeg ze les. Op de middelbare school trom melde ze in marching bands en drum corps. Dat vergde veel dis cipline en volgens haar was dat goed voor haar ontwikkeling. Daarna volgde het befaamde Berklee College of Music in Bos ton. „Daar zaten de jazzmensen. Voorheen had ik in funk- en rockbandjes gespeeld, maar op foto arnaud nilwik Berklee kwam ik terecht in een gemeenschap van muzikanten waar je jazz mee kon spelen." Voor die jazz was Cindy gevallen toen ze zestien was. „Een vriend zette een plaat op en liet mij al leen met die muziek. Ik wist niet wie ik hoorde, maar was er met een helemaal gek van. Het bleek Miles Davis te zijn. Live in New York." Miles' drummer Tony Williams werd haar grote voor beeld. „Een aantal maanden later kwam hij in de buurt om een workshop te geven. Daar zag ik hem voor het eerst spelen en ik was verkocht. Ik geloofde niet wat ik zag en hoorde. Die intensi teit, dat gevoel, dat geluid. Op dat moment wist ik: zo moet een drummer klinken." Gillespie Na Boston vertrok ze naar New York. Aanvankelijk met tegenzin. Ze dacht dat ze niet klaar voor was voor het Mekka van de jazz, maar vrienden overtuigden haar. „Achteraf was ik blij dat ik ben gegaan. Dizzy Gillespie leefde nog, Miles Davis, Art Blakey. Je zag al die mensen op straat en je zag ze spelen. Dat was ongeloof lijk." Begin jaren tachtig raakte Cindy bevriend met Wallace Ro- ney. Hij bracht haar in contact met Art Blakey, misschien dè be langrijkste jazzdrummer. „Iedere moderne drummer heeft zijn plek aan hem te danken. Hij plaatste de drummer midden in de band." Ze ging steeds meer spelen, vormde haar eigen band en maakte cd's, inmiddels vijf. Resultaat En in 1993 was daar opeens Len ny Kravitz. Antoine Roney had gehoord dat Kravitz een drum mer zocht, belde hem op en druk te Cindy vervolgens de hoorn in de hand. Kravitz vroeg haar via de telefoon een stukje te drum men en dat deed ze. Het resultaat was een vliegticket naar Los An geles en vervolgens in Kravitz' band de wereld rond. „One groo ve, elke dag opnieuw dezelfde. Dat is niet saai, dat is goed voor je discipline en voor je kracht. Het is niet minder dan jazz, het is alleen anders." Steeds vaker wordt Cindy de op volgster van Tony Williams ge noemd. Het streelt haar. „Als ze mij met Tony vergelijken, stemt mij dat gelukkig. Ik heb hem jarenlang bestudeerd en nog steeds, en doe er vervolgens mijn eigen ding mee. Hij was zo ontzettend belangrijk. Hij was de laatste vernieuwer op drums. Alle drummers zijn door hem beïnvloed, maar .niemand haalde ooit zijn niveau. Ik wil zelf ook vernieuwend bezig zijn en wat ik geleerd hebn doorge ven." Haar advies voor aanstor mend talent: „Luister naar alles, ga naar zoveel mogelijk mensen luisteren." en vliegende kameleons. stroom door de verflaag wordt gestuurd. Niet alle kleuren zijn mogelijk, de verf moet zijn inge steld op de omgeving van het toe stel. Aan de hand van de meetge gevens wordt de kleur boven en onder het toestel aangepast, zo dat het vliegtuig voor het oog zo onzichtbaar mogelijk is. Het aanpassen aan de kleur kan in zeer korte tijd gebeuren, De eerste tests zijn veelbelovend en het is haalbaar om deze camou flage op de nieuwe straaljagers I van het type F-22 toe te passen. Een dergelijk vliegtuig, dat mede voorzien is van andere Stealth technieken wordt vrijwel on zichtbaar voor radar en het men selijk oog. I Overigens is de inspiratie voor deze ontwikkeling gevonden een oud idee van Fokker. Tijdens de Eerste Wereldoorlog was er een volledig doorzichtige Fokke E III, die daardoor zowel van bo ven als onder de kleur van achtergrond aannam. lf hond behoorden, geen familie banden met de hond hebben.^ f, de conclusie dat driekwart va n alle honden van deze tij" stamt van één wolvenfarw1 :- die waarschijnlijk uitgesw 11 venis- rtg- :- In de lange gezamenlijke g ï- schiedenis van mens en hon :- volgens de onderzoeker» slechts een handvol pogmê l- tot temmen en domestic® i- van wolven geslaagd. De eer it pogingen dateren ;s Wayne en zijn collega s at 140.000 jaar geleden, het tl 1- voudige van de tot dusvei a >k genomen geschiedenis van Ie hond. Soundtracks zijn doorgaans nauwelijks toegankelijk voor luisteraars die de betreffende film niet hebben gezien. Een spectaculaire uitzondering op die regel vormt Alegria, de soundtrack van Cirque du Soleil. Al voordat de Nederlandse première van dit bijzondere circus uit Canada een feit was stond de cd op de hitparade. Als iemand daar verbaasd over is, is het wel René Dupéré, de componist van Alegria. Door Tom Smeets René Dupéré heeft maar een ambitie: mooie muziek ma ten. Muziek die je kunt mee zingen. „Dat is voor mij een eerste vereiste", zegt hij met nadruk. „Als je muziek maakt waarbij je niet kunt zingen, wat heeft het dan 'oor zin?" René Dupéré maakt alle mu ziek voor Cirque du Soleil, "et Canadese circus dat geen (normaal) circus is. Het is eerder een totaaltheater. Alle Nederlandse voorstellingen ''aren al uitverkocht voordat première een feit was. muziek voor Cirque du Soleil ®°et een bepaald gevoel oproe- Pen> legt hij uit. Zoals dat vol- S®s hem voor de hele show 8e'dt. „Gevoel is voor mij het fieutelwoord. Je moet niet pro- Peren het publiek iets voor te s®rijven. Je kunt wel proberen eetl gevoel op te roepen, als een s eutel tot een wereld die verder 'ener voor zichzelf invult. Als je aar de muziek luistert, zul je jangen horen die een ander niet Port. Dat geldt voor de hele °w. Wij bepalen niet waar aar je moet kijken. Wij sugge- eren allerlei dingen. Er is heel d te zien, maar zo dat elke "«schouwer als het ware z'n ei- at» show samenstelt." jspeelt daarbij een be- gnjke rol. Het maken van die u 's v°or René Dupéré een 'eel lang proces. „Voor elke ,0ft °en ik wei negen maanden j ,P,en jaar bezig. Maar ik vind de moeite waard. Het is echt dat r°rk' Het is echt niet z0 'k de muziek componeer en een cassette aflever. Ik ben er vanaf de eerste bespreking bij betrokken, de eerste vergade ring waarop ideeën naar voren worden gebracht wat we zouden kunnen gaan doen." Accordeon Van al die ideeën vind je door gaans uiteindelijk niets meer te rug, vertelt hij lacherig. Maar het basisidee voor de huidige show Alegria bleef wel overeind: narren die hun koning hebben verloren. Met dat idee ging hij muzikaal aan de slag, waarbij hij al snel besloot de accordeon een sfeerbepalende hoofdrol te geven. René Dupéré: „Ik ben heel Euro pees tewerkgegaan, in tegenstel ling tot de vorige shows die nog al Amerikaans klonken. Ik kom uit het Franstalige deel van Ca nada. Dat is de grens van twee verschillende culturen, de En gels/Amerikaanse cultuur en de Franse. Wij houden van beide culturen. Ook wij hebben het za kelijke van de Amerikanen en het meer losse van de Fransen. Op die allereerste vergadering waar ik het net over had, heb ik al voorgesteld een accordeon te gebruiken." Eenzaamheid Zijn uitgangspunt was de mu ziek uit Duitsland en Frankrijk uit de jaren veertig en vijftig. Ook dat idee is overeind geble ven. „Daarna zijn we over de ei genlijke circusnummers gaan nadenken. Dan werk ik samen met de costuumontwerpers en de regisseur. Ik heb me in m'n werkkamer omringd met hun René Dupéré is de componist van 'Alegria' en alle andere mu ziek voor Cirque du Soleil. foto gerunde de geus ontwerptekeningen. Daar heb ik maandenlang tegenaan zitten kijken. De periode waarin de muziek ontstaat duurt wel vier, vijf maanden. Ik sluit me dan helemaal in m'n eentje op, kijk ook naar videobanden die van bepaalde acts al bestaan." Pas de laatste twee maanden voor de première komt hij weer uit z'n isolement. „Dan word ik weer een sociaal functionerend mens. Ik werk dan weer met an dere mensen samen. Dat vind ik overigens wel het leuke van dit werk, de helft is eenzaamheid en de helft is sociaal." Z'n invloed beperkt zich niet uitsluitend tot het muzikale as pect. „O nee, maar dat geldt voor iedereen. We hebben alle maal invloed op wat zich in de voorstelling afspeelt. De muziek is onverbrekelijk verbonden met de rest van de show. Ik kan wel thuis blijven zitten met de mu ziek die ik heb bedacht, maar wat is dan de zin en de lol ervan? Je moet wat je hebt bedacht overbrengen op andere mensen. Het moet ook in evenwicht zijn. De muziek kan nog zo fantas tisch zijn, als het de rest naar de achtergrond drukt mis je toch iets." Al als klein kind was hij geïnte resseerd in allerlei soorten mu ziek. Hij vertelt: „Op school had ik een leraar die gek was van Griekse en Joegoslavische mu ziek. Ook toen heb ik al veel naar klassieke muziek geluis terd. Later heb ik een meisje uit Japan gekend, waardoor ik in contact kwam met Japanse mu ziek. In mijn geboortestad was een festival van Afrikaanse mu ziek. Feest was dat. Ik houd van andere culturen en ben ook geïnteresseerd in nieuwe din gen." Techno-rommel Als pluspunt noemt hij ook nog het feit dat Canada beschikt over de meest uiteenlopende ra diostations. „Ais ik een Frans musette-walsje wil horen, is dat geen probleem. Ik ben ook niet bang voor welke muzieksoort of welk - instrument dan ook. Als ik iets heb bedacht voor een ac cordeon, dan gebruik ik ook een accordeon, want dat is het in strument dat ik in mijn hoofd hoor." Bij het bedenken van zijn mu ziek hoeft hij zich niets aan te trekken van de herkomst van de artiesten. Een Chinese acroba- tengroep hoeft dus niet per se met een Chinees muziekje on dersteund te worden. „Helemaal niet. We hebben een adembene mend nummer van twee meisjes uit Mongolië. De muziek die ik daarvoor heb gemaakt is echt niet uit Mongolië. Ik zou niet eens weten wat Mongoolse mu ziek is." Straatbandje Het wonderlijke is intussen dat zijn muziek niet alleen overkomt op mensen die de voorstelling hebben gezien. Alegria is een grote hit geworden. „Dat verrast me zeer", zegt hij. „Enerzijds verbaast het me hoe de techno- rommel Europa nog steeds in haar ban heeft. In Amerika stelt dat soort muziek allang niets meer voor. Dus op het moment dat iemand mij komt vertellen dat mijn album in Nederland succesvol is, snap ik daar niets van. Mijn muziek heeft totaal niets te maken met al dat techno gedoe. Alegria wijkt in feite to taal af van elke soort muziek." Alegria telt maar om één melo die, relativeert hij. „Die ene me lodie wordt op vier verschillen de manieren steeds herhaald. De orchestratie wijkt ook totaal af van wat momenteel gangbaar en in de mode is. Echt, ik ben stom verbaasd, maar ik ben gelukkig. Hetzelfde is me in Hong Kong overkomen. Ik heb daar zelfs een Gouden Plaat in ontvangst mo gen nemen, te gek." René Dupéré was eigenlijk mu ziekleraar en gaf les aan teena gers. „In die tijd heb ik geleerd geduldig te zijn en daar heb ik nu nog voordeel van. Ik weet hoe ik tegen muzikanten moet pra ten en dat is heel belangrijk. Je kunt geen autoriteit uitstralen als de ander je niet respecteert." In 1981 zette hij een punt achter zijn leraarschap en vormde met een paar vrienden een straat bandje. René speelde tuba. Hij kwam er zelfs mee in Nederland. Binnen deze band ontstond het idee iets nieuws en bijzonders te beginnen. Dat zou Cirque du So leil worden. In het begin maakte het circus nog gebruik van be staand materiaal, maar vanaf 1987 werd alle muziek door hem geschreven. Sinds hij de hofleverancier van het circus is kan hij van zijn composities leven en zelf bepa len wat hij verder nog doet. „Ik voel me zeer bevoorrecht. Ik hoef geen opdrachten aan te ne men die ik eigenlijk niet zie zit ten. Ik ben te meer bevoorrecht omdat ik volledig m'n gang kan gaan. Ook in het circus komt niemand me vertellen wat ik moet doen. In de twaalf jaar dat ik alle muziek maak, is het hooguit twee keer voorgekomen dat ze me hebben gevraagd iets te veranderen." Intollerantie Hij schreef de muziek voor ver schillende Canadese speelfilms en televisieprogramma's, maar niemand hoeft bij hem aan te kloppen voor het componeren van zo maar een liedje. „Daar ben ik niet zo goed in. Ik schrijf niet zo zeer een liedje, ik compo neer muzikale thema's. Dat is iets heel anders." Hij uit zijn diepe bewondering voor Ennio Morricone, maar het gaat hem te ver als ik veronder stel dat hij door zijn grote Itali aanse collega wordt beïnvloed. „Ik heb wel eens voor de grap gezegd dat ik onder invloed sta van Brahms en Pink Floyd. Ei genlijk is dat waar. Ik ben heel klassiek georiënteerd, maar ik probeer er altijd verrassingen in te verwerken." Hij heeft nog een grote wens: het schrijven van een opera. Z'n va der was een operazanger, dus als kind was hij al vertrouwd met deze soort muziek. Het verhaal heeft hij al bedacht. Het speelt in Alexandrië, waar de katho lieke heerser alle Joden verbant, alle filosofen vermoordt en de bibliotheek platbrandt. Vervol gens wordt hij door Rome heilig verklaard. „Dat is de plot van mijn opera, een verhaal van in tollerantie. Het verhaal speelt zestienhonderd jaar geleden, maar staat model voor de huidi ge wereld. Ik heb niets tegen re ligie, maar ik heb wel iets tegen religies die politieke macht krij gen. Daarom wil ik dit verhaal realiseren, maar het is buitenge woon gecompliceerd. Ook de wereld van de klassieke muziek in heel intollerant. Het is een jungle, waarin je bijna niet kunt doordringen. De premièreda tum? Ach, dat duurt zeker nog vijf jaar."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 23