Hoe feller de kleur, hoe minder geur Brabantse hersenonderzoeker Brunia gaat met emeritaat Vliegtuig past kleur aan Joggen Zelfs poedel en pekinees stammen van de wolf af DE STEM LIJF LEVEN Persoonlijkheid Boef Roald Dahl Proefdieren WOENSDAG 18 JUNI 1997 D2 pESTEM 'Brein is kern van de mens' Ons brein maakt ons tot wie en wat we zijn, goed of slecht. „Het geeft ons ook de moge lijkheid ik te zeggen," aldus prof dr. C. Brunia, hoogleraar aan de Katholieke Universi teit Brabant. Komende week gaat hij na een levenlang her senonderzoek met emeritaat. Een gesprek over goed en kwaad, aanleg voor criminali teit, hersenen op sap en de be perktheid van onze vrije wil. Door Hans Rube Terwijl u dit leest, vervoeren duizenden hersencellen stukjes letter door het bin nenste van uw brein. Van voor naar ach ter, en weer terug. In een fractie van een seconde staan de woorden op de juiste plaats, ergens in die grijze massa. Uw ogen knipperen, misschien beroeren uw handen de krant. Ons brein, een vat vol chemische en bio logische activiteit. „De kern van de mens," zegt prof. dr. C. Brunia, hoogle raar fysiologie en fysiologische psycholo gie aan de Katholieke Universiteit Bra bant in Tilburg. Op 20 juni moet hij met emeritaat. Met tegenzin, want ook na tientallen jaren fundamenteel onderzoek naar de werking van onze hersenen heeft de 65-jarige wetenschapper het gevoel nog lang niet aan het einde van zijn La tijn te zijn. Onze hersenen bepalen wie we zijn. Goed of slecht, slim of dom. „Ze geven ons de mogelijkheid 'ik' te zeggen. Hersenen ge ven ons een identiteit. In ons brein huist onze ziel, en dat is een wetenschappelijke in plaats van een metafysische uit spraak," zegt Brunia. „In ons lijf ligt veel meer vast dan we zouden willen. Onze vrijheid in het ma ken van keuzen is beperkter dan we aan genaam vinden. Ik ben er van overtuigd dat veel onbewuste processen biologisch zijn vastgelegd. Al vanaf de geboorte." Brunia: „Ik besef dat ik uitermate vage taal bezig, maar hoewel we in de afgelo pen jaren veel over de werking van onze hersenen te weten zijn gekomen, hebben we nog bijzonder weinig inzicht in de processen die aan het patroon van onze gedragingen ten grondslag liggen." „Het brein is intrigerend, het herbergt het geheim voor ons complete gedrag, er in schuilt onze persoonlijkheid. Daarom kan na een hersenbeschadiging ineens ie mand anders tevoorschijn komen. Het centraal zenuwstelsel is veel belangrijker voor ons geestelijk functioneren dan we ooit dachten, ook de psychologie komt daar nu achter. Niet voor niets gaan zij meer en meer op de biologische toer." „Dat sociale omstandigheden een grote rol spelen bij mensen die geestelijk niet goed functioneren heb ik altijd al flauwe kul gevonden." Brunia herinnert zich de rel rond zijn collega Buikhuizen, jaren Pro/, dr. C. Brunia: 'Misschien wordt iemand toch als boef geboren.' geleden in de pers 'afgemaakt' door on der meer Piet Grijs vanwege zijn theo rieën over biologische bepaald 'afwij kend gedrag'. „Die slinger komt wel een keer terug, dacht ik al na dat tumult. Je mocht het niet zeggen, dat een biologische compo nent een rol speelt bij psychische stoor nissen, maar waarom grijpen geneesmid delen dan in op fysiologische processen? Met anti-depressiva worden immers ge weldige resultaten bereikt." „Misschien wordt iemand dus toch als boef geboren. Al zou ik dat zo eigenlijk niet mogen formuleren. Beter is het te stellen dat de biologische voorwaarden aanwezig kunnen zijn om tot crimineel gedrag te komen. Alle gedrag is terug te voeren naar breinfuncties. Een deel van die biologische processen laat zich niet sturen, is mijn overtuiging." „De omgeving waarin je opgroeit, be paalt slechts een deel van jouw latere ge dragingen. Een ander deel van de per soonlijkheid vormt zich autonoom, zon der de invloed van buitenaf. Zo kan het gebeuren dat het ene kind in een gezin volgzaam is, terwijl het andere met de zelfde erfelijke eigenschappen eigenwijs gedrag vertoont." Het menselijk brein als autonoom or gaan. In zijn rede bij de aanvaarding van zijn aanstelling als hoogleraar in Tilburg haalde Brunia in 1972,qen boek van Ro ald Dahl aan. In dat verhaal laat een man, William, voor zijn dood zijn herse nen verwijderen. De hersenklomp, een 'walnoot' van anderhalve kilo, drijft in een fysiologische zoutoplossing. Ook een oog wordt gered. Met de oogzenuw maakt dit contact met de hersenen. Willi am kan lezen, en denken. Hersenfuncties en ook gedragingen kun nen worden opgehelderd met de inzet van steeds ingewikkelder machines, stel de Brunia toen. Maar de machine zal het brein nooit vervangen. „Dat verhaal zou ik nu nog steeds kunnen afsteken," zegt hij vijfentwintig jaar later. Het van de mens losgekoppelde brein was toen lou ter fictie. Maar de toekomst heeft zowel Brunia als wijlen Roald Dahl ingehaald. „Onlangs werd op een congres een Itali aans experiment gepresenteerd, een tech nisch hoogstandje. Bij proefdieren zijn zij er in geslaagd hersenen in een zoutop lossing te laten doorleven, en er konden ook metingen in worden verricht. Inte ressant om te weten wat in dat geval ge- heugenonderzoek oplevert, want wat is het brein zonder de rest van het li chaam?" „Hersenen overplanten, is het overplan ten van mensen. Dan zet je de mens in een andere behuizing. Is het reëel te denken dat we hersenen ooit kunnen kopiëren. In de robotica lukt het om het mechanisme na te bouwen, robots kunnen menselijke handelingen verrichten, het probleem is niet zozeer het imiteren van die hande ling, als wel het gevoel waarmee die wordt verricht. Iets voorzichtig doen." foto felix janssens „Krijg je bij het klonen van een mens tweemaal dezelfde 'ik'? Onze hersencel len blijken een eigen geheugen te ontwik kelen door alle impulsen van buitenaf. Klonen zullen weliswaar genetisch iden tieke wezens zijn, met daarom veel meer overeenkomsten dan U en ik hebben, maar dat ze ook identiek gedrag zullen vertonen, daar geloof ik dus geen donder van." Het chronisch geldgebrek frustreert hem. „Momenteel is het breinonderzoek weer helemaal actueel, net nu ik aan het eind van de rit ben, maakt het een ongekende bloei door. Het krankzinnige is dat des tijds mijn leerstoel in de bezuinigingen is gesneuveld." Toch blijft Brunia speuren naar de gehei men in ons hoofd, in de thalamus, de cor tex en al die andere plekjes met mooie Latijnse namen. „Ook straks, want we zijn bezig met patiënten die lijden aan de ziekte van Parkinson. Hun hersenen wor den met een implantaat gestimuleerd. Heel interessant, dat werk maak ik zeker af." Door Romke van de Kaa In juni is de tuin vol geuren. Rozen staan in volle bloei en 's avonds geuren de jasmijn en de kamperfoelie om het hardst. Als je tenminste de goede soort hebt aangeplant, want zowel kamper foelie als jasmijn hebben soorten die niet of nauwelijks ruiken. Bij de kamperfoelie kun je rustig stellen: hoe feller de kleur, hoe minder de geur. Uit Noord-Ame- rika komt een aantal kamperfoe liesoorten met felgekleurde bloe men in rood en oranje. Lonicera x brownii 'Dropmore Scarlet' is hiervan de bekendste. De kleur van deze kamperfoelie is niet scharlaken, zoals de naam suggereert, maar aangenaam oranje. 'Dropmore Scarlet' bloeit lang: van juni tot oktober. Leuk om een kamperfoelie te hebben met een sprekende kleur, maar geur is er bij deze plant niet te bespeuren, en als ik maar één kamperfoelie in mijn tuin mocht planten, dan nam ik liever een andere. Het seizoen begint met Lonicera caprifolium, de inheemse wilde kamperfoelie, die al in mei begint te bloeien en misschien wel het lekkerst ruikt van alle soorten. De bloemkleur is niet gemakke lijk te beschrijven, omdat de bloemen - zoals bij de meeste kamperfoeliesoorten - bij het ou der worden van kleur verande ren. Bij het opengaan zijn de bloemen INFORMATIE Wie nadere informatie wil omtrent artikelen in deze bijlage, kan tijdens kantooruren bellen naar: 076-5312344 of 076-5312272. Schriftelijk reageren kan ook. Het adres daarvoor is: De Stem, redactie Lijf Leven, postbus 3229, 4800 MB Breda. Eindredactie: René van der Velden. van Lonicera caprifolium crème wit met een roze blos; na de eer ste dag verandert het wit in geel. Eind mei begint het bloeiseizoen van Lonicera periclymenum 'Bel- gica', die in Engeland 'Early Dut ch Honeysuckle' wordt genoemd, dit ter onderscheid van de 'Late Dutch Honeysuckle', Lonicera periclymenum 'Serotina'. Deze Engelse namen geven het verschil tussen de twee variëtei ten duidelijk aan: dat zit hem in de bloeitijd, want aan de bloem kleur zijn 'Belgica' en 'Serotina' niet van elkaar te onderscheiden. Ook in dit geval is het weer moei lijk om de bloemkleur te om schrijven, omdat die met het ou der worden van de bloemen ver andert. Perzikrood aan de bui tenkant van de bloembuis en per- zikgeel van binnen; laat ik het daar maar op houden. Lonicera periclymenum geurt sterk, vooral 's avonds, want de bloemen doen hun best om zo veel mogelijk nachtvlinders aan te trekken die er, met hun lange roltong, als enigen in slagen om de diepgelegen nectar te berei ken. Geluk is: buiten zitten op een zwoele juni-avond, naar de ster renhemel kijken en luisteren naar het gezoem van de dikke nacht vlinders in de kamperfoelie. 'Belgica' bloeit tot eind juni en is daarna nog de moeite waard om zijn felrode bessen die, zoals een aalbes, bijna doorschijnend zijn. 'Serotina' begint tegen het einde van juni pas te bloeien en gaat door tot in september, of zelfs tot in oktober. De tot nu toe genoemde kamper foelies verliezen hun blad in de winter, maar er zijn ook groen- blijvende soorten. Groenblijvend in een zachte winter, wel te ver staan, want in een strenge winter is het blad meer bruin dan groen en tijdens de afgelopen winter zijn sommige groenblijvers zelfs doodgevroren. Lonicera henryi is van de groen- blijvende kamperfoelies het minst bekend en van mij mag dat zo blijven. Deze soort heeft oran je bloemen en leerachtig, donker groen blad. Geen geur, en het blad zit zo spaarzaam aan de plant dat hij net zo goed bladver liezend zou kunnen zijn. Lonicera japonoca 'Halliana' ruikt sterk, ook overdag, maar de geur heeft iets synthetisch. Dat oordeel is natuurlijk strikt per soonlijk en bovendien: waarom zou synthetisch niet lekker kun nen zijn? Lonicera japonica 'Hal liana' heeft kleine, crèmewitte bloemen, verkleurend naar geel. De plant heeft een enorme groei kracht, maar kan in het voorjaar zonder bezwaar worden terugge- knipt. Als hij nog leeft, tenmin ste, want dit is de kamperfoelie die afgelopen winter op uitge breide schaal het loodje heeft ge legd. Het bezit van een kamperfoelie is niet altijd een onverdeeld genoe gen, want vooral in deze tijd van het jaar kan de plant soms schuil Door drJ. Verhulst Onlangs zag ik weer eens er gens de zogenoemde Quetelet- tabel vermeld, die aangeeft hoeveel je mag wegen bij een bepaalde lengte. Aangezien ik qua leeftijd in de gevarenzone zit voor wat betreft allerlei li chamelijke en andere narig heid, besloot ik de proef op de som te nemen: en jawel hoor, ik lijd aan overgewicht. Niet echt veel, maar toch. Tegen beter weten in, trek ik fluks mijn trainingspak en loopschoenen aan en ga hol lend op weg. Joggen noemt men dat. Steeds meer mensen doen het, en steeds meer mensen ko men erdoor in de problemen. Niet zozeer lichamelijk, als wel psychisch en ik zal vertellen waarom. Het probleem met joggen zit 'm vooral in de andere joggers die je tegenkomt. Ze zijn er in ver schillende soorten en als je pech hebt, dan kom je ze alle maal tegen. Zoals mij vandaag weer eens is overkomen. De eerste medejogger die ik te genkom, is de jogjunk. Zijn gang is licht en zijn blik naar mij meewarig. Het is volkomen duidelijk dat hij in mij de mid denveertiger herkent die zono dig zijn conditie wil verhogen door zijn gewicht te verlagen en daarom eenmaal per week gaat rennen. Ik groet hem niet bij het tegenkomen, iets wat voor joggers onder elkaar on gebruikelijk is. Ik verman mij en zwoeg verder in de hoop dat ik me over deze eerste psychi sche dip heen kan lopen. Maar zie, daar in de verte zie ik een tweede dip aankomen, in de gestalte van een jonge meid van een jaar of twintig die ook al licht als een hinde de voor haar gebruikelijke twaalf kilo meter per dag doet. Deze twee de dip is altijd erger omdat ik voor haar de schijn op wil hou den dat het me helemaal geen moeite kost. Ik strek de rug en maak even wat meer vaart. Het haalt zoals gewoonlijk niets uit: ze negeert me totaal. Deze dip vind ik altijd wat moeilij. ker te verwerken, omdat ik me er zo oud door ga voelen. Het ergste moet echter nog ko men: ik hoor gehol achter mij Niets is voor een jogger zo erg als ingehaald worden. En ik word hoorbaar ingehaald door een andere jogger die van mijn eigen leeftijd blijkt te zijn. Mijn depressie neemt in hevigheid toe en mijn wankele zelfver trouwen nog verder af. Maar nog is het niet voorbij: weer hoor ik voetstappen achter me De man die mij nu genadeloos achter zich laat is de zestig, plusser die ik wel vaker heb zien lopen. In het voorbijgaan kijkt hij me rustig ademend aan en zegt kalm: 'Gaat het een beetje jongen?' Ik voel hoe ik de grenzen van mijn psychisch in casseringsvermogen begin te naderen en hoe mijn benen loodzwaar worden. En ik ben pas twintig minuten aan het lo pen. Dit gaat mis, ik voel het. Bij het keerpunt aangekomen, heeft mijn depressie inmiddels zorgelijke vormen aangeno men. Ik begin te twijfelen aan de zin van het leven in het alge meen en van mij in het bijzon der. Deze tocht is niet goed voor mij geweest. Weer thuis gekomen, laat ik de rek- en strekoefeningen achterwege, want waarom zou ik? In de veertig minuten die ik gelopen heb, ben ik zowat alles kwijt geraakt: een boel vocht, mijn gevoel van eigenwaarde, de zin van het leven, ik voel me oud en uitgeblust. En als ik niet oppas, raak ik op deze manier mezelf, vrouw en kinderen ook nog kwijt: met dergelijk zelfopge- wekte depressies valt niet te le- Nieuwe jachtvliegtuigen worden vliegende kameleons. Goede camouflage is voor jacht vliegtuigen heel belangrijk. Hoe later de tegenstander het toestel ziet des te beter. Amerikaanse wetenschappers hebben een sys teem ontwikkeld waarmee het mogelijk is het vliegtuig zijn kleur te laten aanpassen aan de omgeving. Vliegt het toestel tegen een grijze lucht dan is het grijs, tegen een blauwe lucht dan is het blauw. Op deze manier moet het toestel onzichtbaar zijn voor het menselijk oog. Behalve het menselijk oog kun nen op deze manier ook televisie- geleide raketten worden ontwe ken; dergelijke projectielen 'kij ken' waar het vliegtuig is. Dank zij een laag elektro-chromatische verf zou het mogelijk zijn de rich ting van de verf deeltjes te veran deren, waardoor de kleur van de verf wisselt. De kleurinstelling wordt gestuurd door sensors in het vliegtuig, die de lichtsterkte en kleur 'aanvoelen' rond het toe stel en bepalen hoe de zwak stroom door de verflaag gestuurd. Niet alle kleuren zijl mogelijk, de verf moet zijn inge steld op de omgeving van het toi stel. Aan de hand van de meetj gevens wordt de kleur boven onder het toestel aangepast, dat het vliegtuig voor het oog a onzichtbaar mogelijk is. Het aanpassen aan de kleur ka in zeer korte tijd gebeuren, ft eerste tests zijn veelbelovend het is haalbaar om deze cam flage op de nieuwe van het type F-22 toe te Een dergelijk vliegtuig, voorzien is van andere technieken wordt vrijwel ffl zichtbaar voor radar en het ffl selijk oog. Overigens is de inspiratie vi deze ontwikkeling gevonden een oud idee van Fokker. Tijd® de Eerste Wereldoorlog een volledig doorzichtige Fok» E III, die daardoor zowel van» ven als onder de kleur van achtergrond aannam. Geluk is: buiten zitten op een zwoele juni-avond, naar de sterrenhemel kijken en luisteren naar het gezoem van de dikke nachtvlinders in de kamperfoelie. foto romke van de kaa gaan onder een laag krioelende zwarte luis. Spuiten met chemi caliën is geen structurele oplos sing. Beter is het om de plant in de schaduw te zettem en om de grond voldoende vochtig te hou den. Lonicera japonica 'Halliana' ziet zelden zwart van de luis, maar wel vaak wit van de meeldauw. Ook in dit geval kan voldoende water geven een hoop ellende voorkomen. Alle honden hebben de wolf als gemeenschappelijke voor vader. Zelfs de poedel en de pekinees zijn een beetje wolf, zo hebben Amerikaanse en Zweedse onderzoekers vastge steld. Ze analyseerden en ver geleken het erfelijk materiaal van 162 wolven uit 27 gebie den met dat van 140 huishon den van 67 verschillende ras sen. In het wetenschappelijk tijd schrift Science schrijven Ro bert Wayne van de Universiteit van Californië in Los Angeles en zijn mede-onderzoekers dat dieren als coyotes en jakhal zen, die volgens Darwin ook tot de verre voorouders van de hond behoorden, geen faffllfr banden met de hond hebbfli De onderzoekers kwamen to> de conclusie dat driekwart va» alle honden van deze tijd a - stamt van één wolvenfanw'» die waarschijnlijk uitges'or' ven is. In de lange gezamenlijke 9' schiedenis van mens en hond volgens de onderzo# slechts een handvol pogi"?® tot temmen en domestic#» van wolven geslaagd. De eers pogingen dateren volg Wayne en zijn collega's i® 140.000 jaar geleden, het tie voudige van de tot dusver a® genomen geschiedenis van hond. DU Door Wiel Beijer Als je Cindy Blackmai en hoort drummen kr: het warm, heet zelfs.1 manier waarom zij stokken hanteert, ze 1 in haar hand laat dra de wijze waarop haar ten op de pedalen daij de intensiteit waarme musiceert. Ze kan me genloos drumvuurwerl schieten, maar ook 1 muisstil haar trom; strelen. Ze tovert muziek uit haar c stel en kan daarmee ontrc Iets dat weinig drummers is ven. Een enkeling kreunt vc begrip dat zij tè hard slaa liefhebber geniet in volle te Of zoals trompettist J Hoogendijk zegt: „Ik ben gisch voor zachte drummei wil power en Cindy heeft di wer én heeft er volledige cor over." Drummen is haar lust en 1 één grote kick. „Ik wil het i controleren en dat ritme moe windend zijn. Ik hou van die schillende kleuren die je c drums kunt gebruiken. Hi hard werken, maar het is v< big fun. Als drummer heb jt grote verantwoordelijk want jij moet ervoor zorger de band samen blijft en daij niet vervelend wordt", zegt z na middernacht in een krot een bijna uitgestorven Esser snottert, een in Oostenrijk o| lopen verkoudheid, maar tij het wervelende concert er uren eerder in theater Satii gunde zij zich nauwelijks tij< haar neus te snuiten. Seks Na afloop van dat concert dij de vraag zich op of goed dij men zoiets is als goede seks. 1 moet ze nadenken en dan ze{| lachend: „Goede muziek soms erg lang duren en dan ii beter dan goede seks. Als de ziek écht goed is, is het beter Net klaar met een Europese t nee met gitarist Elliott Slj toert Blackman nu twee w<| J met het quintet van saxofc Ben van den Dungen en trom tist Jarmo Hoogendijk door derland en Duitsland. Ze s; graag in Europa. „Omdatl mensen hier je altijd laten ij ken of ze het leuk vinden w; doet. Heel anders dan bijvl Soundtracks zijn d betreffende film n: regel vormt Ale^ Nederlandse premiè de cd op de hitpa: René Dupéré heeft maa ambitie: mooie muziek ken. Muziek die je kunt zingen. „Dat is voor mi eerste vereiste", zegt hi; nadruk. „Als je m| maakt waarbij je niet zingen, wat heeft het voor zin?" René Dupéré maakt alle) ziek voor Cirque du S net Canadese circus dat (normaal) circus is. H eerder een totaaltheater. Nederlandse voorstelli waren al uitverkocht vol de première een feit was e muziek voor Cirque du moet een bepaald gevoel o P®, legt hij uit. Zoals da gens hem voor de hele §eldt. „Gevoel is voor m: eutelwoord. Je moet nie' e„er! publiek iets vi rijven. Je kunt wel proL 8evoel op te roepen, at eutel tot een wereld die v er voor zichzelf invult. naar de muziek luistert, a ngen horen die een andej °rt. Dat geldt voor di ow. Wij bepalen niet "aar je moet kijken. Wij s v allerlei dingen. Er i: tn fe z'en' maar zo dal escu°uwer als het ware a ojm show samenstelt." uziek speelt daarbij ee: ifngnjke rol. Het maken v: heelleiangV0°r René °Upél show ben iki shn! !.an® Proces. „Voor JIhnik.wel negen ma: dat!fn :'aar beziS- Maar ik Qat de moeite waard. Het h teamwork. Het is echt ni de muziek compone

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 22