'N 3995,' RKxl Weekend IJzeren procureur-generaal Gonsalves met pensioen Luchtreizigers willen 'zwarte lijst' inzien wereld UROPA Ministerie houdt informatie over vliegveiligheid voor zich Schuld seisen, 'O uur. 3 12 5 5 0 DE STEM E3 De 'IJzeren PG' werd ie genoemd. Sinds 1986 was hij procureur-generaal van het Ge rechtshof in Den Bosch en in 1991 kreeg hij binnen het College van PG's de portefeuille 'bestrijding zware criminaliteit'. Mr. Rolph Gonsalves, die in het nieuws kwam door zijn omstreden Nieuw-Guinea-verleden en zijn optreden voor de parlementaire enquête commissie naar omstreden opsporingsme thodes gaat met pensioen: „Nederland is geen eldorado voor zware misdadigers." Tot grote ergernis en teleurstelling van luchtreizigers blijft het ministerie van Verkeer en Waterstaat weigeren om informatie te geven over onveilige luchtvaartmaatschappij en. tel. 0416-336300. i vrijdag koopavond. 31 mei 1997 X 52 jni 1 BREDA COLLEGE ELDl )R: LDPRIJS: »R: EISPRUS: Badkamer Kristal, t ligbad, één wastafel en wand- t. kranen en accessoires in wit. 111M ZATERDAG 31 MEI 1997 Schuld heeft iedereen. Aan het leven, de ellen de, net nog niet aan het weer. En het is geen kwestie van erfzonde, maar van natuurlijk af schuiven. Wie een deel van zijn verantwoorde lijkheid op een ander laden kan, voelt zichzelf minder zondig. De omstander is net zo schuldig als de dader. Of misschien zelfs nog wel meer, want voor wie zonder een hand uit te steken toekijkt, gelden geen verzachtende omstandigheden. Dat sug gereert Nan'da van der Zee althans. De schuld van de jodenvervolging ligt nauwelijks bij de Duitsers, maar bij koningin Wilhelmina. Door dat zij naar Londen uitgeweken is, zijn er zo veel slachtoffers in Nederland gevallen. Van der Zee's beschuldiging past in een recente Shoah-traditie. De Poolse boer, die uit lijfsbe houd of onverschilligheid de andere kant uit keek, treft blaam voor de miljoenen joodse slachtoffers die over zijn akkers vervoerd wer den. De kleine Nederlandse burger die uit angst of desinteresse zijn joodse buurman geen onderduikadres bood, wordt in de discussies evenzeer verantwoordelijk gesteld als Adolf Eichmann. En de spoorwegemployé die volgens het rooster zijn diensten oostwaarts reed, is vrijwel net zo slecht als degene die uit vrije wil dienst nam aan het Oostfront. De verantwoordelijkheid ligt niet langer bij Hit- Ier, de rassenwaan van het nazisme of de laag hartige natuur van Poolse premiejagers en Ne derlandse verraders, maar bij degenen die zich niet maximaal verzet hebben. De na-oorlogse onderzoeker is in hoofdzaak verontwaardigd. Want hij zou in naam van de beschaving en de medemenselijkheid ongetwijfeld in opstand gekomen zijn. Ruggegraat in plaats van angst, betrokkenheid in plaats van onverschilligheid en luidkeels protest in plaats van stilzwijgende meegaandheid. Maar waar zijn die monumenten van moreel gelijk, als het om zaken van nu gaat? ledereen weet van de massamoorden in Afrika, van de genocide in Joegoslavië en van de onderdruk king in Indonesië. Toch staan de namen van de holocaustdiscussie niet in de rij voor de wer vingsloketten van de Verenigde Naties. Erger nog zelfs, dezelfde intellectuele spraakmakers voeren bodybags en backyards aan als argu ment voor non-interventie. Geen onschuldig Nederlands bloed voor oorlogen waar we niets mee te maken hebben, zelfs geen woord van protest ter verdediging der mensenrechten, want dan lopen de Sliedrechtse baggeraars wellicht een paar honderd miljoen aan orders mis. Wie weet wat het verschil is tussen een ver werpelijke OW'er en deze politieke beterwe ters, moet het maar eens uitleggen. Wie geen hand uitsteekt naar een spartelende drenkeling, is een smeerlap, maar wie geen honderd gulden geeft om een hongerende vluchteling te redden, is geëxcuseerd, mits hij zijn weigering omkleedt met een fraai klinken de redenering. In het ene geval geldt burger plicht, in het andere geval is het de vrijheid van de schenker. Vrijheid is het parool van de Verlichting. Sedert de Franse Revolutie gaat de mensheid vooruit. Liberalen en marxisten geloven er beiden in. In de utopie van het communisme is de mens vriendelijk, barmhartig en behulpzaam. Mis daad is verdwenen. In het visioen van het libe rale vooruitgangsdenken is de geschiedenis tweehonderd jaar geleden opnieuw begonnen. Op weg naar emancipatie, volledige kennis en beheersing van de natuur, ook die van de mens, zodat hij zich volledig en in vrijheid kan ontplooien. Voorlopig zijn we nog niet zover. Als totale mensheid, maar een groot aantal in dividuele exemplaren is al fors op weg. En die hebben het daarom nodig hun schuld weg te poetsen. Het zijn anderen, wezens van een pri mitievere signatuur, die verantwoordelijk zijn voor al het slechte. De Duitsers bijvoorbeeld. Die waren als collec tief verantwoordelijk voor Auschwitz, beweert de jonge Amerikaanse historicus Goldhagen. In hun genen en geschiedenis huisde het antise mitisme. Andere volkeren zijn niet langer be smet met zo'n virus. Of de Serven dan ook aan een evolutionair laagstaand anti-Kroatisch en Bosnisch sentiment lijden, legt hij voor het ge mak maar niet uit. Dat kan hij vanzelfsprekend ook niet. Want toen de krijgskansen keerden bleken Kroaten en Bosniërs natuurlijk geen haar beter. Even slecht als de anti-Hongaarse Slowaken en Roemenen, de anti-Vlaamse Hap part, de vreemdelingen-hatende kleine man of de zigeuner-vrezende burger. Vooruitgangsgeloof is een misverstand, be weert de postmoderne Franse filosoof Lyotard. Pretentieuze idealen zijn onbruikbaar geble ken, wantrouwen is nodig. Niet alleen in de po sitieve geschiedenis van de mensheid, maar evenzeer in de eigen ontwikkeling. Hij blijft even gebrekkig en slecht als altijd. Dat wist William Shakespeare al. En voor wie Lyotard te ingewikkeld is en te Frans, staat de schouwburg open voor dezelfde les. Titus Andronicus, een dramaturgisch onmogelijk stuk, maar filosofisch weer zeer actueel. Want daarin toont Shakespeare dat ieder zodra hij de kans krijgt, zich laat leiden door laag bij de grondse hartstochten als wraak, rancune en machtsbelustheid. En wie het dan nog niet ge looft, moet eens om zich heen kijken. Elk be drijf kent de voormalige collega die chef ge worden is. Vroeger was hij meegaand en tot overleg en compromis bereid; eenmaal beland op de plaats van de macht duldt hij geen tegen spraak meer. Zijn wil en willekeur zijn in feite wet. Men dient hem echter niet te zwaar te vallen. Het is niet alleen zijn schuld. Macht bederft en wie te veel macht uit handen geeft, treft even goed schuld. De omstander moet zijn eigen be perkte verantwoordelijkheid behouden. Door Jan Maarten Frequin „Ik heb altijd een duidelijk standpunt ingenomen en dat met kracht verdedigd. Dat dwingt respect af, maar het maakt je niet populair. FOTO JAN VERHOEFF 'Nederland is geen eldorado voor misdaad' Het gevecht tegen de georgani seerde criminaliteit loopt als een rode draad door de carrière van mr. R. A. Gonsalves. Hij studeerde in Leiden, was bestuursambtenaar in Nederlands Nieuw- Guinea en begon in 1963 als officier van justi tie zijn loopbaan bij het Openbaar Ministerie. Eerst in Roermond en Maastricht en later in Almelo. Hij zag hij al snel dat de professionele brand- kastenkrakers het grote geld in de veel lucra tievere drugshandel zochten. De misdaad ver hardde. De apparatuur waarmee de politie cri minelen moest opsporen was achterhaald en de VW'tjes van de politie konden de snelle BMW's niet bijhouden. „Erger nog; ik constateerde dat de politie-or- ganisatie versnipperd was. Iedereen was op zijn eigen plek bezig. Ik miste iets in de aanpak van de steeds beter georganiseerde misdaad. De politiekorpsen moesten samen gebracht worden om een vuist te maken. Door het grote geld kwam de verharding." Bedreigd Hj zette in Zuid-Limburg daar het eerste re gionale rechercheteam tegenover. „Ik ben toen zelfs bedreigd en moest met mijn gezin onder duiken." En zo bleef Gonsalves werken aan een gezamenlijke aanpak van politie, justitie en openbaar bestuur om de meedogenloze boe ven te lijf te gaan. Hij geniet nog na, als hij ver telt hoe hij zijn huidige baas, minister van jus titie Sorgdrager, toen aankomend officier van justitie in Almelo, opdracht gaf een beleidsno ta te schrijven om ook in Twente de misdaad met alle disciplines aan te pakken. „En met succes." De onzichtbare Rolph Gonsalves, de beleidsboevenjager, gaf aan vrienden maken geen prioriteit. Zijn vaak harde opstelling ('in algemeen belang') en impopulaire beslissingen lieten daar weinig ruimte voor open. „Je moet niets verbloemen, duidelijk zijn tegenover de OM-mensen, de politie, vertegenwoordigers van het openbaar bestuur. Ik heb altijd een duidelijk standpunt ingenomen en dat met kracht verdedigd. Dat dwingt respect af, maar het maakt je niet populair." Toch heeft-ie ook zijn zachtmenselijke trekjes. Hij herinnert zich hoe hij als officier van justi tie in Maastricht tegen een vrouw een eis moest formuleren. Ze had haar man met een bijl de kop ingeslagen. „Ze was op zo'n excessieve manier mishandeld door die man, de omstan digheden waren zo extreem dat het slachtoffer het er eigenlijk zelf naar gemaakt had. Ik heb toen een geheel voorwaardelijke straf geëist. Ze werd vrijgelaten. Haar advocaat Max Mos- zkowicz - toen ook 35 jaar jonger - kwam naar mij toe en zei 'ik kan wel naar huis gaan, je hebt alles gezegd wat ik in mijn pleidooi had staan'." Na zijn benoeming in 1986 tot procureur-ge neraal bij het Gerechtshof in Den Bosch kreeg Gonsalves binnen het College van PG's in 1991 de portefeuille zware criminaliteit. Op lande lijk gebied viel er wel het een ander te regelen. Onder Gonsalves kwamen er in ons land in het begin van de jaren negentig de eerste regiona le recherche-teams, de aanpak van de georga niseerde criminaliteit kwam op gang en ont stonden de eerste grote Interregionale Recher che Teams (IRT). Werkte vroeger ieder korps voor eigen parochie, steeds meer kwam er een hechtere samenwerking op allerlei gebied om de grote boeven aan te pakken. „Mijn pogingen tot meer samenwerking te ko men binnen de politie baarden aanvankelijk veel opzien. De politie vatte dat persoonlijk op, alsof ik het had over iemands persoonlijk func tioneren. Maar na de eerste opwinding zag men in dat er iets moest gebeuren aan struc tuur en gezagsprobleem. Dat het wel goed kon bewees men in Brabant, waar gemeente- en rijkspolitie goed met elkaar samenwerkten en dus ook resultaat boekten." IRT's Gonsalves werd geveld door een ernstige ziek te, maar kwam terug in 1993. Hij zag dat het nog steeds niet goed ging. Er zat nog te weinig samenhang in de IRT's, het ontbrak aan lande lijk coördinatie. Aangezien de bestrijding van de zware criminaliteit zijn portefeuille was, stelde Gonsalves voor de landelijke coördina tie op zich te nemen van de IRT's. Helaas voor hem: de vergadering van PG's wees zijn voor stel af. Tot overmaat van ramp kreeg PG Gon salves naar aanleiding van de IRT-affaire, waarop de parlementaire enquêtecommissie volgde, ook nog eens op zijn brood, dat hij de opsporingsmethodes om criminelen te pakken uit de hand had laten lopen. Gonsalves wil daar nu wel iets over kwijt: „Procureur-gene raal bij de Hoge Raad Ten Kate heeft achteraf heel duidelijk gezegd dat het allemaal anders lag, dat ik voortdurend bezig geweest ben om binnen de grenzen van mijn opdracht lijnen te ontwikkelen om de misdaad aan te pakken. Hoe kan mij dan verweten worden dat het met de opsporingsmethoden uit de hand is gelopen. Minister Sorgdrager zei naar aanleiding van de enquête dat er geen verantwoordelijkheid mogelijk is, zonder bijbehorende bevoegdheid. Nou die had ik gevraagd, maar die landelijke bevoegdheid heb ik niet gekregen. Daar kan men achteraf van denken wat men wil, maar ik heb mijn nek uitgestoken." De parlementaire enquête-commissie heeft voor justitie en poli tie veel goeds gebracht, vindt Gonsalves. „Dankzij die enquête zijn veel kasten en deu ren ópen gegaan. Nu is er pas een duidelijk in zicht ontstaan op het gebied van de georgani seerde misdaad. Iedereen werkt nu goed sa men, systemen worden op elkaar afgestemd. De georganiseerde misdaad verandert steeds. Het grote geld circuleert bij de internationale drugshandel, er zijn miljarden-fraudes met Europese subsidies, de milieu-criminaliteit, het internationale wit-wascircuit, nieuwe vor men van mensenhandel en de opkomende cri minaliteit vanuit Midden- en Oost-Europa; al lemaal zaken waar de politie gespecialiceerde teams op heeft zitten. De echte misdaad is niet statisch, maar zoekt steeds weer andere wegen waar profijt te halen is." Volgens Gonsalves is daar de laatste jaren steeds meer zicht op gekomen en de bestrijding kan beter na de vorming van zes speciale IRT's en een landelijk rechercheteam. Die hebben de afgelopen jaren grote slagen kunnen toebren gen aan internationale (drugs)bendes. Ook de bestrijdingsmethoden zijn verbeterd en mede door de parlementaire enquête ligt er nu een wetsvoorstel om een aantal opsporingsmetho dieken, die nu alleen gebruikt mogen worden op grond van internationale verdragen en uit spraken van de Hoge Raad, wettelijk te rege len. Daarbij gaat het om inkijkoperaties, ge bruik infiltranten, observatie, pseudo-koop van drugs en het gebruik van richtmicrofoons. Nieuw-Guinea Het onderwerp Nieuw-Guinea is nagenoeg on bespreekbaar. Gonsalves zou zich als ambte naar binnenlands bestuur in Nederlands Nieuw-Guinea schuldig hebben gemaakt aan 'zeer ernstige strafbare feiten'. Daarbij zijn tussen 1958 en 1960 onder de Papoea-bevol king in de Baliemvallei enkele doden gevallen en kregen sommige Papoea's lijfstraffen. „Ik ga er niet op in. Het heeft ook niets te maken met mijn activiteiten als lid van het OM. In 1960 is de kwestie bestuurljk en justitieel on derzocht en het toenmalig kabinet zei dat mij niets te verwijten viel. Ik ben gerehabiliteerd, nadat de zaak een half jaar lang uitgebreid in de media aan de orde is geweest. In 1994 wer den dezelfde zaken nog eens fijntjes opgera keld, zaken die allang bekend waren. Het is natuurlijk niet plezierig als iets, waarvoor je 35 jaar geleden verantwoording hebt afgelegd weer naar boven wordt gehaald. De procu reur-generaal bij de Hoge Raad, die de zaak in 1960 heeft onderzocht, adviseerde de regering dat niets mijn benoeming bij het OM in de weg stond.Gonsalves reageerde in 1994 niet op de kritiek die opnieuw in parlement en in de me dia op zijn persoon werd geuit. „Omdat het volstrekt ten onrechte was dat men weer op die kwestie terug kwam. Had ik dat wel gedaan, dan had men er in de media nog verder mee door kunnen gaan. Gek, dat niemand'de vraag stelde waarom men na 35 jaar weer met de Nieuw-Guinea-kwestie op de proppen kwam. Ik voelde dat ik me opnieuw zou moeten verdedigen over een ouwe koe die uit de sloot werd gehaald. Nee, ik heb drie jaar geleden niet gedacht aan aftreden. Daar zou ik geen enkele reden voor kunnen bedenken." Gisteren nam mr. Rolph Gonsalves afscheid als procureur-generaal in Den Bosch. Als ge pensioneerd jurist blijft hij actief als president van een Europese stichting die samenwerking nastreeft in de aanpak van de zware misdaad en terrorisme. En: „Ik word zelfs een heel leuke grootvader." Vele honderden belangstellenden die in de afgelopen weken bij het nieuwe Loket Luchtvaartveilig heid van het ministerie vragen hebben ge steld over de veiligheid van maatschappijen, is die informatie om redenen van privacy en vanwege commerciële belangen geweigerd. Het ministerie ziet, in tegenstelling tot eer dere plannen, ook af van het openbaar ma ken van een 'zwarte lijst' van onveilige luchtvaartmaatschappijen {'risky carriers') en landen die onvoldoende toezicht houden op de vliegveiligheid. In de V.S. wordt zo'n zwarte lijst wel openbaar gemaakt. Gede tailleerde informatie over vliegincidenten en andere onregelmatigheden bij lucht vaartmaatschappijen zijn voor iedereen be schikbaar. Inmiddels heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat de Rijksluchtvaartdienst (RLD) wél opdracht gegeven om de controle op de vliegveiligheid van maatschappijen en de inspecties van vliegtuigen drastisch op te voeren. Speciale teams gaan binnenkort op alle Nederlandse vliegvelden aan de slag. Daarnaast zal de RLD alle incidenten, ge constateerde gebreken en nalatigheden voortaan uitwisselen met zusterorganisaties in de overige Europese landen. Ook deze in formatie blijft echter vertrouwelijk. Het Loket Luchtvaartveiligheid, dat medio april van start ging, was met name bedoeld om burgers de mogelijkheid te bieden om (vermeende) onveilige situaties te melden. Na vijf weken is gebleken dat het speciale telefoonnummer (0900—1987) voornamelijk wordt gebeld door reizigers die - vergeefs - informatie vragen over de vliegveiligheid van maatschappijen en landen. „We hebben op onze aanpak veel kritiek ge had, maar houden toch vast aan die vertrou welijkheid. Op eerdere plannen om de infor matie misschien openbaar te maken, zijn we teruggekomen omdat het niet onze taak is om maatschappijen publiekelijk aan de schandpaal te nagelen. Bovendien zouden daarmee grote commerciële belangen ge schaad kunnen worden. We kunnen reizi gers hooguit laten weten of een maatschap pij is aangesloten bij de internationale luchtvaartorganisaties," zegt een woord voerder van het ministerie. Voor de luchtvaartautoriteiten in de V.S. staat het zorgvuldig informeren van reizi gers sindskort voorop. De Amerikaanse luchtvaartdienst FAA maakt alle inciden ten, bijna-ongelukken en processen-verbaal openbaar en hanteert bovendien 'zwarte' en 'grijze' lijsten waarop nauwkeurig staat aangegeven welke maatschappijen of lan den onveilig of onbetrouwbaar zijn en waar om. De FAA zegt dat het publiceren van een 'zwarte lijst' bovendien tot gevolg zal heb ben dat maatschappijen steeds meer veilig heidsmaatregelen nemen om te voorkomen op de lijst terecht te komen. Het ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft desondanks veel kritiek op de aanpak van de FAA. „De Amerikanen," zegt de zegsman van het ministerie, „hebben Malta op de zwarte lijst gezet omdat het toezicht op de luchtvaartveiligheid er te wensen zou overlaten. Onlangs heeft de RLD echter maatschappij Air Malta uitvoerig gecontro leerd en in orde bevonden. De aanpak van de FAA is wat ons betreft dus veel te grof. In Europa willen we wat genuanceerder te werk gaan. Het begrip 'onveilig' is nu een maal moeilijk te definiëren." Of het Loket Luchtvaartveiligheid wordt gehandhaafd is nog niet bekend. Het specia le telefoonnummer wordt weliswaar vaak gebeld - veertig tot vijftig keer per dag -, er wordt nagenoeg uitsluitend geïnformeerd naar de staat van dienst van luchtvaart maatschappijen. Onveilige situaties zijn tot nu toe in het geheel niet gemeld. Pas na tussenkomst van de Raad van State hebben ministerie en RLD deze week ano nieme veiligheidsgegevens bekend gemaakt over de periode 1992 tot en met 1996. Toen gebeurden in Nederland 875 technische in cidenten met vliegtuigen die van en naar Schiphol vlogen. Het grootste deel (236) deed zich voor bij het loskomen van de grond, 196 incidenten gebeurden op de lan dingsbaan en de rest gedurende de vlucht. Tijdens de landing deden zich 100 techni sche incidenten voor en tijdens het stijgen zeventig. Hoewel alle incidenten tot een afwijking van de normale gang van zaken leidden, had er niet één gevolgen voor de veiligheid van de passagiers. Alle luchtvaartmaatschappijen hebben de onregelmatigheden moeten melden bij de RLD en de fabrikant van het vliegtuig. RLD en ministerie weigeren te zeggen welke maatschappijen bij deze incidenten betrok ken zijn geweest.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 77