DESTEM
Luizen
Ontredderd
Gekke Dow
Hindernis
Zegen
ZATERDAG 31 MEI 1997
Dow doet zijn intrede in Zeeuws-Vlaanderen. De bevolking lijkt zich afzijdig te houden.
FOTO AFKOMSTIG UIT HET BOEK 'ACHTER DE DIJKEN'
En Dow zag dat
Terneuzen goed was
Door Frank Deij
De lucht boven de Nieuw-
Neuzenpolder moest al
zwanger geweest zijn
van Dow toen Dows kwartier
meester Ben Branch op 20 juli 1961
na een korte inspectie vanaf de
dijk het stilzwijgen verbrak: „Ik
heb het wel gezien. We hoeven niet
meer naar Antwerpen toe."
De beslissing was daarmee nog
niet gevallen. Midland had het
laatste woord. En er was nog
een belastingakkefietje in Den
Haag te regelen. Maar die dag,
toen het zonnetje zo mooi over
de polder scheen en grote sche
pen over de Westerschelde voe
ren, is de beslissende dag ge
weest. Dow moest in Terneuzen
komen.
Zo herinneren oud-haven
schapdirecteur Willem Blok,
Jaap Viersen, die zijn baan bij
het ministerie van Financiën
opgaf om bij Dow te gaan wer
ken, en oud-burgemeester
Hedzer Rijpstra zich de komst
van Dow Chemical naar Ter
neuzen. Hun herinneringen
staan opgetekend in het boek
'Achter de dijken' van Stem-
journalist Paul de Schipper dat
volgende week verschijnt ter
gelegenheid van het honderd
jarig bestaan van The Dow
Chemical Company. Dow zit
dan ook 35 jaar in Terneuzen.
Met Blok, Viersen en Rijpstra
zijn de belangrijkste krachten
aan Nederlandse kant genoemd
die ervoor zorgden dat Dow in
Terneuzen kon landen. Aan de
andere kant van de Atlantische
Oceaan was Ben Branch de
man. Hij zorgde voor de entree
van Dow op de Europese
markt. „Hij was de beste busi
nessman die ooit op deze aarde
rondliep," zegt Ted Doan (74)
in een vraaggesprek met De
Stem.
Doan was president van Dow
op het moment dat Dow 'werel-
wijd' ging. Hij nam op veertig
jarige leeftijd het roer over van
zijn vader. „Mijn vader dacht
dat zaken doen in andere lan
den een snelle manier was om
van je geld af raken. Hij dacht
dat de Japanners en de Duit
sers slecht waren. Hij behoorde
tot de groep die niets moest
hebben van de rest van de we
reld. Maar toch, om de een of
andere reden, riep mijn vader
op een dag Ben Branch bij zich
en gaf hem de opdracht inter
nationale zaken onder zijn hoe
de te nemen. Dat was het be
gin," zegt Doan.
Over wat uiteindelijk de door
slag gaf om voor Terneuzen te
kiezen - ook Antwerpen lag in
de race - bestaan meerdere le
zingen. Ned Brandt (74), de
Amerikaanse geschiedschrijver
van Dow, herinnert zich een
bezoek van Clayton Shoema
ker, president van Dows inter
nationale divisie, aan Brussel.
Daar werd zijn koffer gestolen.
En in het hotel waar hij sliep
vond hij luizen in zijn bed.
„Toen viel België af," zegt
Brandt.
Terneuzen had niet alleen het
zonnetje, maar natuurlijk ook
gewoon prima vestigingsvoor
waarden, diep vaarwater, goe
de verbindingen, dicht bij de
afzetmarkt, en ruimte om uit te
breiden. Ted Doan: „De keus
voor Terneuzen was typisch
Dow. Ieder ander kruipt in de
grote steden en zoekt de havens
op. Wij zitten in Midland, Free-
port. Stadjes waar niemand
ooit van gehoord had. Je kan er
een kanon afschieten zonder
iemand te raken. Het is een
handelsmerk van Dow gewor
den. Misschien omdat je in die
kleine plaatsjes meer je eigen
weg kunt gaan dan in een grote
plaats waar niemand het uit
maakt of je er wel of niet bent.
En het heeft iedere keer goed
uitgepakt voor Dow."
Er waren in die pionierstijd
meer dingen die goed vielen.
Dow besloot in Terneuzen een
kraakinstallatie te bouwen.
Hierin wordt nafta of LPG ge
scheiden in verschillende gas
sen en vloeistoffen. Dit levert
vier belangrijke producten op,
ethyleen, propyleen, benzeen
en butadieen die op hun beurt
weer grondstoffen zijn voor een
groot aantal chemicaliën en
kunststoffen. Brandt: „Dat was
een geweldige gok, Een kraker
is duur en de bouwtijd vergt
een paar jaar. De chemische in
dustrie kenmerkt zich door
golfbewegingen en zo'n naftak-
raker spuwt enorm veel pro
ductie uit. Dan loop je het risi
co dat de markt in elkaar klapt
op het moment dat je in pro
ductie komt. Union Carbide
overwoog in die tijd ook een
kraker te bouwen, maar durfde
het risico niet aan. Union Car
bide is nu bijna geen factor van
belang meer in de Europese
markt.
Een andere toevalligheid in het
voordeel van Dow was de ar
beidsmarkt in Zwitserland.
Dow koos Zürich als hoofd
kantoor, maar de Zwitsers wil
len liever niet te veel buiten
landers binnen hun grenzen.
Brandt: „Dow was toen ge
dwongen door heel Europa ver
koopkantoren neer te zetten en
kwam daardoor heel dicht bij
de markt te zitten."
Zeeuws-Vlaanderen was in het
midden van de jaren vijftig,
'ontredderd, platgebombar
deerd, onder water gezet en
door de zee overstroomd', be
schrijft De Schipper in zijn.
boek. Met een bevolking van
boerenknechten, ambachtslie
den, keuterboeren, dorpsbe
stuurders, grote boeren, hande
laars, schoolmeesters, domi
nees en pastors. 'Willem Drees
beheert de schatkist en Neder
land leidt een ordentelijk en
zuinig leven. Voorzichtig
proeft Nederland van de eerste
luxe. Een eerste supermarkt in
Rotterdam, een Solex, een Daf
600 die volautomatisch scha
kelt en wel 90 kilometer per
uur kan halen. Televisie was er
nog niet. Zeeuws-Vlaanderen
leeft van een boterham met te
vredenheid.'
De regering besloot in 1959
Terneuzen aan te wijzen als
ontwikkelingskern. Terneuzen
mocht bedrijven lokken met
goedkope grondprijzen. Maar
de regio, 'nauwelijks geraakt
door de industriële revolutie',
was er nog lang niet klaar voor.
Op het stadhuis van Terneuzen
liepen de ambtenaren in lange
stofjassen rond en secretaris
Dees had het lijstje met stimu
leringsmaatregelen in een die
pe lade gestopt. Niet wetend
wat ermee te doen. In Zeeuws-
Vlaanderen, uit het water ge
kropen toen de duivel even
sliep, was er de heerschappij
van de akker.
De streek was toen nog onwe
tend van de capriolen van
grondlegger Herbert H. Dow in
het verre Amerika. Dow was
een eigenzinnige man die in de
gemeenschap van Midland als
een rare kwibus werd gezien.
Ned Brandt: „Ze noemden hem
gekke Dow. Maar dat was meer
omdat ze niet goed begrepen
wat ze aan hem hadden. Hij
deed dingen die niemand snap
te."
De jonge Dow ontdekte dat hij'
met behulp van elektriciteit
bromide (een bestanddeel voor
medicijnen) kon scheiden van
de pekel uit de plaatselijke
zoutbronnen in Midland. Hij
ontwikkelde ook een methode
om chloor uit de pekel te halen
en bouwde een chloorfabriekje.
Later begon Dow met de pro
ductie van licht metaal magne
sium dat op een gegeven mo
ment nog nauwelijks winstge
vend was. Concurrenten haak
ten af maar hij bleef ermee
doorgaan. En Dow had het al
weer goed gezien toen, om
streeks de Tweede Wereldoor
log, de vliegtuigindustrie be
hoefte kreeg aan lichte sterke
metalen. De echte doorbraak
kwam met de productie van
een nieuwe kristalheldere
kunststof, polystyreen. In de
volksmond bekend onder de
verzamelnaam plastic.
Kleinzoon Ted Doan heeft per
soonlijke herinneringen aan
Herbert. „Ik was acht toen hij
stierf," zegt hij tijdens een
wandeling in de tuin van zijn
grootvader. „Ik kan me de zon
dagen nog herinneren dat wij
bij hem gingen eten. Herbert
was een puzzelaar. Hij was een
prima wetenschapper en hield
ervan om technische proble
men op te lossen. Op een dag
nam hij een houten ei uit Japan
mee. Dat was ook een soort
puzzel, je kon er houten deel
tjes uithalen en moest 't dan
weer in elkaar zetten. Dat was
onmogelijk bijna. Maar hij
klaarde het."
De naam Dow Chemical deed
in de jaren zestig in Terneuzen
bij niemand een belletje rinke
len. Willem Blok: „Je las altijd
over het Dow Jones gemiddel
de. We dachten dat het zoiets
was." Maar al gauw zou het
duidelijk worden hoe groot
Dow was. Dow had op dat mo
ment al een verkoopkantoor in
de Botlek van waaruit Dow de
Europese markt wilde verove
ren. De infiltratie van Dow in
de markt verliep zo goed dat de
noodzaak voor een productie
locatie in Europa zich snel aan
diende.
Hans Laarman, een van de eer
ste werknemers van Dow in
Nederland, ging in juli 1956 op
werkbezoek in Midland. Laar
man: „Het eerste wat ze tegen
me zeiden was: ga maar een be
drijfsauto halen daar achter
het kantoor. Kreeg ik een
splinternieuwe Chevrolet on
der mijn kont. Wij denken dat
Dow in Terneuzen groot is,
maar Midland was toen al veel
groter. Straten, straten en nog
eens straten en allemaal fabrie
ken. Gewoon eng zo groot. Dag
en nacht, het draaide maar
door. Ik weet nog dat het veel
indruk op me maakte."
De Schipper laat in 'Achter de
dijken' een helder beeld zien
van de bestuurlijke verhoudin
gen en het politieke klimaat in
die tijd. Burgemeester Rijpstra
en zijn rechterhand Willem
Blok regelden alles op eigen
houtje. Rijpstra: „Ik speelde al
les via de commissies, die wa
ren toen nog besloten. Kondig
de ik daar vertrouwelijke me
dedelingen aan, dan gingen ze
recht zitten, want dan wisten
ze dat het serieus was en ik
wist dat ze hun mond zouden
houden."
Hij deed alleen zaken met Den
Haag. Middelburg was in zijn
ogen slechts een hindernis. 'In
Middelburg schreven ze nota's
en rapporten over ontwikke
lingsmogelijkheden, maar daar
had ik helemaal geen behoefte
aan. Ze wilden vanuit Middel
burg ook de woningbouw plan
nen in Terneuzen Ik zei:
nee, dat doen we niet want dat
werkt alleen maar stagnerend.'
Rijpstra, gevraagd door Com
missaris van de Koningin A. de
Casembroot, wilde aanvanke
lijk helemaal niet naar Terneu
zen. Bij zijn verkenning op 8
december 1959 liep hij bijna
gillend weg. 'Een klap op ons
hoofd. Een dreun. Zo geschrok
ken zijn we toen van dat vol
strekte doodse Terneuzen. In
één woord verschrikkelijk.'
Een parallel tussen heden en
verleden is de weerstand die
Terneuzen bij de andere ge
meenten opriep. De burge
meesters van Zeeuws-Vlaande
ren vonden Terneuzen arrogant
en Rijpstra oncollegiaal. Het
platteland rond Terneuzen,
Axel, Sas van Gent en West-
dorpe bundelde de krachten te
gen Terneuzen, zeg maar het
Philippine-beraad van de jaren
zestig.
Het geeft ook een beeld van de
journalistiek en het bevoegd
gezag. Rijpstra: 'Ik maakte af
spraken met de plaatselijke
pers. Dan zei ik: Hoor eens, er
is wat aan de hand, maar
mondje dicht tot ik het seintje
geef. Daar hielden ze zich al
tijd uitstekend aan.'
'Achter de dijken' werpt en
passant een licht op de rol van
de auteur die nu niet als jour
nalist maar met de pet op van
geschiedschrijver naar Dow
kijkt. De jongere geschiedenis
van Dow kent een aantal veel
besproken incidenten en
nieuwsfeiten die onvermeld
blijven. Een daarvan is de gas
ontploffing bij Dow op 17 april
1980. De Dow-top trachtte dat
incident te 'bagatelliseren en
hield de verzamelde pers aan
de poort tegen. De Schipper
trok zich er niets van aan en
kwam erachter dat er zeker
honderd mensen geëvacueerd
werden. Het leverde een boze
brief op van toenmalig wethou
der R. Barbé aan de hoofdre
dactie van De Stem. De toon
van de brief: 'Hoe hebben de
.verslaggevers van De Stem het
in hun hoofd gehaald de mede
deling van de Dow-top te nege
ren en zelf op onderzoek uit te
gaan.' Deze anekdote had niet
misstaan in 'Achter de dijken'.
In het begin van de jaren ne
gentig werd in korte tijd bij
vier werknemers nierkanker
ontdekt. Dow hield een groot
onderzoek onder de werkne
mers, maar het vermeende ver
band tussen de ziekte en het
werken op de polystyreenfa-
briek werd niet aangetoond.
Het feit blijft onvermeld.
'Achter de dijken' zwijgt ook
over de schadeclaims die zijn
ingediend tegen Dow Corning,
een van de omstreden bedrij
ven die siliconen borstprothe-
ses maakt en waarvan Dow de
belangrijkste aandeelhouder is.
Tegen Dow Chemical zijn
14000 rechtszaken aangespan
nen. De aandacht voor de mas
sa-ontslagen van de laatste
drie jaar, het tegen elkaar uit
spelen van contractors en de
impact die dat op de streek
heeft gehad is aan de magere
kant. De gelegenheidsge
schiedschrijver laat daarmee
ruimte voor de speculatie dat
hij zijn onderwerpkeuze heeft
aangepast aan de smaak van de
belangrijkste consument: Dow
garandeert een afname van
4000 van de 5000 gedrukte de
len.
Wie het boek leest zal merken
dat De Schipper met een be
schrijving van het Zeeuws-
Vlaamse platteland voor en tij
dens de opkomst van de indus
triële bedrijvigheid in de ka
naalzone een tamelijk lange
aanloop naar de komst van
Dow neemt. Vooral dan is het
genieten. Bovendien zijn die
fraaie sfeertekeningen en tijds
beelden een prima hulpmiddel
om de betekenis en de impact
van Dow op juiste waarde te
kunnen schatten.
En dan zijn er de nuchtere sta
tements die het belang van
Dow in enkele alinea's vatten.
Wim Tollenaar, de man die
destijds het eerste afval voor
Dow verwerkte en net als Le-
vien Stoffels, Jan Rouw, John
Bravenboer, Jan Scheers en
Jan Hogendoorn op de rug van
Dow groot zijn geworden, zegt:
'Zeeuws-Vlaanderen was inge
slapen. Landbouw, bieten en
anderhalve verouderde fa
briek. Toen kwam Dow. Je ziet
dat de slik waar de mensen
toen doorheen kropen nu nogal
wat meer opbrengt. Sociaal en
economisch is Dow een zegen
geweest.'
Hypoliet van de Vijver, boeren
zoon en dierenarts: 'Als Dow er
niet gekomen was, was ieder
een hier straatarm geweest.
Het was een deur die open ging
en frisse lucht bracht.'