'Een standbeeld? Voor mij? Nee, nee...' Een krukje onder het urinoir in Nagano Willy van der Kuylen, 'Mister PSV9, gaat nooit meer naar het eerste kijken DE STEM SPORT B AXEL ING Lum bv (076) 5 312 550 ZATERDAG 10 MEI 1997 lan Axel maken (vergadering van vang 19.30 uur) Jeringen worden Zaken, Welzijn [M. lenbeleid. lentefinanciën. febben een open- uden in het stad- baderingen: stad- E4 568355. oornoemd, Lrgemeester, bretaris wnd. .Zoom >4-240 1 9 1 egge jke bestrating, uitgebreid tig geprijsd, snel en franco 'ïstrating moet vakkundig door ervaren straten- de juiste planten in een rbestrating zien? Dan bent t juiste adres. :oek aan de vernieuwde iens-de Schelde ...en vraag loeven. Hij vertelt u graag mogelijkheden. Vriens-de Schelde: ii i c r s h e d r i j J herpenisse zn 08.00 t/m 1 2.00 uur 271500 Driehonderdentwaalf doelpunten maakte hij in de competitie voor PSV. Met zijn zestiende stond hij al in het eerste van 'Philips'. En al wil hij datzelfde eer ste elftal van PSV niet meer zien spelen, hij verdient bij de club nog steeds zijn brood: als jeugdtrainer en als scout. In gesprek met Willy van der Kuylen. Door Ed van de Kerkhof Helmond - Hij woont te genwoordig 'vooraan in Helmond', dat wil zeggen: vanuit het PSV-stadion in Eindhoven gezien. Echt Helmonds spreekt hij nau welijks meer. „Berry wèl," zegt hij. „Berry kan nog heel plat Helmonds praten. Die heeft dat nooit onder stoelen of banken gesto ken." Berry. Berry van Aerle. Van der Kuylen zelf echter spreekt al heel lang de gangbare taal van het PSV-veld, een ver hollandste taal met her en der wat overgebleven spoortjes van dialect. „Ik denk," zegt hij, „dat ik daar in ben meegegroeid." Hij bedoelt: meegegroeid in de PSV- cultuur. „Ik zit in totaal 28 jaar bij PSV. Bt ben vier jaar weggeweest, an ders zou ik nu aan de 32 jaar zit ten." Toen hij op zes december van het vorige jaar vijftig werd, kreeg hij een bloemstukje van de club. En iemand van PSV was ook de eerste die hem die dag bel de, „daar was niks mis mee." Hij is nu een van de jeugdtrainers van de club. En scout, ieder weekend op zoek naar jonge ta lentjes, jongetjes van acht jaar, hooguit tien. Te jong? „Als wij het niet doen, zijn het de andere clubs die ze halen." Maar de ouderdom komt met ge breken. „Vroeger kon ik nóg zo ziek zijn, maar ik miste geen trai ning. Maar tegenwoordig heb ik wel eens last van jicht. Op mijn grote teen. Altijd weer diezelfde knobbel. Ik heb er laatst veertien weken mee gezeten. Zó'n bol. Ik kon geen stap meer verzetten. Dat is de eerste keer dat ik vier dagen lang niet op de training ben geweest." Willy van der Kuylen. „Toen ik nog voetbalde, heb ik schijnbaar ooit op de verlanglijst gestaan van Real Madrid. Maar als er ooit een club interesse had, werd er gewoon door meneer Van Gelder (toenmalige manager van PSV, red.) gezegd: 'Die is niet te koop. Die verkopen we niet'. Dat heb ik achteraf gehoord. Toén vertelden ze daar niks over." Hij houdt van vis („Vooral paling en tong"), een glaasje bier („En af en toe een borreltje erbij") en van ren sigaartje na het eten. En Helmonder? Dat, zegt hij, is hij altijd gebleven. „N'n echte! He kaart De échte fans kunnen de bewe- gnjg nog precies nadoen. Een on- holpen trapbeweging die onaf gemaakt ergens tussen hemel en aarde bleef steken - 't had nog net meeste weg van een nat was- andje. Het was de enige keer dat ®J een kaart kreeg. Willem van anegem van Feyenoord had em onder de graszoden probe en te werken en hij had gerea geerd met die halfzachte trap die ®kel lucht raakte. I6'!35de eerste keer dat ze 'm P net veld kwaad hadden gezien. J j roeP nódd- hoos te ™rden. „Onze Willy," had zijn eder al in 1970 in een inter im,!' j gT?zeSd' "wordt nooit alt H wordt niet eens boos 2e. hem schoppen. Hij moest bietje meer van ons Ad heb- 1-7s,Ad zou zeggen: 'Als je I tta7,een, r in de buurt komt, Win kapot'. Maar onze Wwymet." km •I|U' .20veel jaar later: „Toch I Pén t en toe best kwaad zijn. Boesthet"— P6r ja®r' Dan »o< er uit.' Dat ging over een kampioens wedstrijd. Net op het moment dat wij die wedstrijd zouden spelen, zetten ze mij reserve. Ze zeiden dat ik aan de beurt was. Daar werd ik zó kwaad om. Toen ben ik weggelopen. Ik heb gezegd dat ik bij MULO zou gaan voetbal len." Hij grijnst. „Ik ben een maand weggebleven. Toen ben ik met hangende pootjes terugge gaan." Hij was toen veertien. Nu, terugblikkend: „Ik had mis schien wat brutaler moeten zijn. Ik had best iets meer op de voor grond mogen verschijnen. Maar er zijn al zoveel mensen die graag voorop staan. Ik heb vroeger al tijd gezegd: laat mij maar met rust, laat mij maar voetballen, daar voel ik me 't prettigst bij." „Ik had er ook altijd een hekel aan als ik werd lastig gevallen door bepaalde verslaggevers. Wat je zegt, wordt heel snel verdraaid. Daar was ik altijd bang voor." Die huiver is nooit over gegaan. Laatst bijvoorbeeld heeft het voetbaltijdschrift VI het gedoe rond zijn parkeerplaats bij het PSV-stadion behoorlijk opge klopt. Na 28 jaar moest hij zijn vaste stek inleveren. Dat stak. Maar hij had liever gézieh dat er niets over was geschreven. Het verhaal gaat dat je daarom niet meer naar het eerste gaat kij ken... „Ik ben PSV'er en dat blijf ik ook. Maar ik ben wel teleurgesteld, ja. En verder wil ik er niks over zeg gen." Herinneringen Zijn naam roept herinneringen op bij echte Helmonders: 't Haag je, een duister arbeiderswonin kje, de zurige lucht van een tex tielfabriek. En hartstochtelijke ruzies over voetbal. De een was voor HW Helmond, de ander on verzoenlijk voor Helmondia, het latere Helmond Sport. Van der Kuylen grinnikt. „Zo ging dat vroeger in Helmond ja. Mijn vader was ook een echte HVV'er. Ik weet nog dat hij zei: 'Als je daar gaat voetballen, kom ik nooit van zijn leven meer kij ken'. Daar bedoelde hij Helmon dia mee. Hij zei: 'Dan breek ik je de benen.' Er zijn nu nóg mensen die nóóit naar Helmond Sport zullen gaan." „Mijn vader werkte in de spinne rij van... euh, De Wit geloof ik. Het was een driftig manneke. Ze moesten hem niet in de weg gaan staan. Als ze niet snel aan de kant gingen, reed-ie er met z'n hef truck dwars doorheen. En hij was bezeten van het voetbal." Willy van der Kuylen anno 1996: „Ik heb bereikt wat ik toen in mijn kop had. Alleen maar voetbal. Anders was 't de fabriek geweest. Of de bouw.foto van de meulenhof „Bij mij zat 't er vanaf het begin in. Mijn moeder heeft wel eens verteld dat ik met sinterklaas een fiets kreeg en een chocolade bal. Maar ik had alleen oog voor dat balleke." „Ze hebben in die tijd ook nog speciaal een glasverzekering af gesloten. Want 't ging er op hè, op het Sassenplein. Er stonden vier populieren, twee aan de ene en twee aan de andere kant. En dan na school de boekentas er tegen. Als er weer eens een raam sneu velde, was het toch meestal Van der Kuylen die erbij betrokken was." Brede grijns. „Dat straat voetbal is voorbij." Dan: „Ze hebben er nog twee jaar om moe ten liegen toen ze me opgaven bij HW. Ik was veel te jong. Maar ze waren blij dat ik van straat was." Met dat snoeiharde schot schoot je volgens de overlevering wel méér aan diggelen... „De mensen overdrijven. Ik heb nóóit een paal of een lat doormid den geschoten. En maar één keer door het net. Maar dat had vol gens mij z'n langste tijd al gehad. Want het lijkt mij sterk dat er ook maar iemand zomaar door een net kan schieten." Dat was tijdens een uitwedstrijd, tegen Wageningen. Hij: „Die keeper was heel slim. De bal gaat aan de linkerkant van de goal on der door het net heen, via de muur. Maar hij pakt 'm meteen op en speelt 'm uit, alsof ie naast was. Ze wilden gewoon doorspe len! Nou, euh... toen zijn wij er met z'n allen opgevlogen." Het doelpunt werd alsnog toege kend. 'Skiete Willy!' „Dat hebben de Helmonders mee naar Eindhoven gebracht." Hij is er tamelijk pertinent in. Skiete Willy! D'r zit een kat op de lat! Vertrouwd beeld uit 1976, Van der Kuylen haalt meedogenloos uit, verdedigers (van het Ierse Dundalk) springen vol eerbied opzij. foto archief de stem lc"i eens iets... I eens me' 'n kwaaie kop ««gelopen bij HW Helmond. Nagano (anp) - Een moderne Japanse sage uit Nagano zou kunnen begin nen met de openingszin: er staat een krukje onder het urinoir. Het verhaal gaat over de Olympische Winterspe len van 1998 waar 1,3 miljoen mensen uit alle werelddelen op af komen. In de hi-tech sportaccommodaties han gen de pisbakken daarom op de hoog te van gemiddeld grotere mannen dan Japanners. Voor het eigen volk heeft het organisatiecomité het krukje voorzien. De Olympische Winterspelen van 1998. Nagano, op drie uur van Tokio met de ge wone trein, is er bijna klaar voor. De sportaccommodaties zijn af en volop in gebruik, zoals de M-Wave van driehon derd miljoen gulden voor de WK hardrij den m/v op de schaats, dit weekeinde. Nagano bouwt momenteel nog hard aan de bijkomende faciliteiten als olympisch dorp, mediacentrum en persbehuizing. Mooie gebouwen die zullen contrasteren met het normale stadsbeeld in het geo grafisch middelpunt van Japan. De stad in de vallei van de bergketen doet nog in weinig denken aan het grote wintersport- feest van volgend jaar. Sneeuw blijft er niet liggen, het is er rond het vriespunt ook niet koud. „Als we volgend jaar fe bruari ook dit weer hebben," sprak giste ren mediabaas Masao Hayashi, „dan heb ben we de perfecte omstandigheden." Nagano is bepaald geen wintersportstad, Het schaatsen is daarom in een hal, voor de echte wintersport dienen de bergflan ken te worden opgezocht. Henk Gemser, coach kernploeg mannen, vindt Nagano niet veel bijzonders. „Ik verwachtte over al hoogwaardige techniek. Het is toch Ja pan, maar ik zag hier de elektrodraden van de huizen buiten in de open lucht hangen. Als hier wat gebeurt, valt alles uit.Trainingscoördinator Ab Krook be kommerde zich niet om atmosfeer of techniek. „Waar het mij om gaat, is dat er een ovaal ligt, met ijs zodat we hard kun nen schaatsen. Aan de rest heb ik geen boodschap." Het publiek kan volgend jaar per dag slechts één evenement bezoeken. Van schaatsen snel doorgaan naar skiën is uit gesloten. Nu zullen de meeste Nederlan ders hoofdzakelijk voor het hardrijden in de adembenemend mooie M-Wave naar Nagano gaan. Marco Antonietti van NOC/NSF is er deze week al om te probe ren zo veel mogelijk kaarten voor het schaatsen te bemachtigen. Hij ruilt ze te gen entreebiljetten van biathlon, curling en vrouwen-ijshockey, die elk deelne mend land krijgt toebedeeld. Antonietti krijgt hulp van de de 37-jarige Kjeld Duits, een Zaankanter die vijftien jaar geleden op Hawaii tegen een char mante Japanse vrouw opliep en zich met haar in Ashiya bij Kobe vestigde. Duits is een duizendpoot. Zelfs Japanners neigen ertoe hem een druktemaker te noemen. Maar hij verenigt dan ook een stuk of zes beroepen in zich: onderwijzer, tolk, foto graaf, journalist, Europadeskundige (voor Japanse televisie) en sportmarke- tingadviseur. Tot en met Nagano 1998 is hij de olympische attaché voor NOC/NSF. „Het wordt drukker en druk ker. Ik denk dat ik komend jaar weinig thuis zal zijn." N Zaankanter Kjeld Duits, tot en met Nagano '98 olympisch attaché voor NOC/NSF. foto anp Dat riepen ze dan." Hij grinnikt. Zegt: „Helmonders waren nou eenmaal kattenmeppers. Rond de Kerst moest je de kat binnenhou den, want anders lag ie zó in de pan. Zeker weten. Volgens mij deed mijn vader 't ook. Hij slachtte ze zelf. Op de pad achter het huis had-ie twee van die touwtjes hangen en daar hing dat beest dan en dan bleef er aan de achterpootjes altijd nog wat vel zitten. Daaraan kon je zien of 't een haas of een koaijn was.-Of een kat." Grijns. „Ik herinner me npg4e volle per rons op zondagmiddag. Een schitterend gezicht. Ik ging zelf met de trein van half een en dan stond het in Helmond hartstikke vol. Bom- en bomvol. Allemaal mensen die naar PSV gingen kij ken vanwege mij. Dat was fan tastisch. En de volgende trein zat ook hartstikke vol." Hij zwijgt even. Zegt dan: „...Dat vergeet je niet meer." Werkvolk Zestien was hij toen. Dat was toen iedereen nog 'Philips' zei in plaats van het veel deftiger klin kende PSV. Er werd nog op za terdag gewerkt en met mes en vork eten gold bij het werkvolk als aanstellerij. „Ik kan me nog herinneren dat er iemand van de KNVB bij ons thuis kwam, dat ik alles moest leren eten. En dat ik moest proberen om met mes en vork te éten. In het begin werd er ook gezegd dat ik rustig moest le ren eten-. Nou, als ik ergens heb geleerd om niet rustig te eten, dan is dat in de voetballerij. In twintig minuten klaar met de soep, het hoofdgerecht èn het na gerecht. Vlug, vlug, vlug. Dan had je wat extra tijd om te rus ten." „Die middagrust was in het begin een ramp. Je moest gaan slapen, zeiden ze. Maar dat kun je niet zomaar. Later sliep ik altijd bin nen vijf minuten, maar in het be gin... En dan lag ik me daar twee uur lang stierlijk te vervelen." Je had toch een boek kunnen ree- Hij: „Ja. Maar ik lees nooit boe ken." Lezen, zo blijkt, ligt voor hem op hetzelfde vlak als leren. En leren lag hem niet. De ambachtsschool maakte hij nooit af. „In het begin wilde ik hetzelfde als ons Ad. Die was tegelzetter. Maar ik merkte al snel genoeg dat dat niet goed was voor je knieën en je rug. Ik heb nog wel leren metselen op die school. Maar op een gegeven mo ment ben ik niet meer terug ge gaan. Ze hebben nog brieven ge stuurd. Of ik ziek was. Maar ik heb'er niet meer op gereageerd." Ook de textielschool van de Vlis- co hield hij voortijdig voor gezien toen hij definitief bij PSV kwam. „Ik wilde alleen maar voetballen. Ik ging zelfs nooit naar zwemles. In dienst hebben ze mij uiteinde lijk een zwemdiploma gegeven. Gegeven. Want ik heb nooit een meter gezwommen. Ik kan hele maal niet zwemmen." Na zijn actieve voetballoopbaan slaagde hij toch nog voor de exa mens voor Oefenmeester III en Oefenmeester II. Het hoogste trainersdiploma haalde hij echter nooit, „omdat ik zo'n verschrik kelijk hekel aan leren heb." Dat hij de eerste twee w.èl haalde, was al een prestatie. „Vroeger zei ik altijd dat ik er nooit van z'n leven aan zou beginnen. Maar Kees Rij vers en Jan Reker hebben er al tijd op aangedrongen dat ik in de voetballerij moest blijven." Misschien, zegt hij ietwat voor zichtig, had hij toch wat meer discipline moeten leren inzake het huiswerk - „Misschien was ik dan ook verder gegaan in de op leiding als trainer." Maar alia, ontevreden is hij in genen dele. Integendeel. „Ik heb bereikt wat ik toen in mijn kop had. Alleen maar voetbal. Anders was 't de fabriek geweest. Of de bouw." Geen standbeeld „Wie er scoorde, maakte mij niks uit. Niks, nee. Ik scoorde wel makkelijk, maar dat heeft bij mij nooit voorop gestaan. Het ging om de groep. Dat was onze sterk te: wij kenden geen uitblinkers, wij voelden ons geen vedette. Maar, oppert de verslaggever, als het nog immer ongeslagen record van 312 doelpunten in de vader landse competitie al tientallen ja ren op jouw naam staat, dan bèn je toch een echte Ster? Hij haalt de schouders op. Zegt iets van: „Als je maar lang genoeg bij de zelfde club blijft..." En: „Met de goals van de Europa Cup en de oefenwedstrijden plus Intertoto erbij zijn het er meer dan zeven honderd." Scheve grijns: >,Een standbeeld? nee..." Voor mij? Nee, Wat was de mooiste? Hij aarzelt. Dan: „De finale van de UEFA-Cup. Tegen Bastia. Voorzet van rechts. Ik schiet rechts in. Meteen. Tegen de paal. Bal stuit terug. Ik neem rechts aan en schiet 'm links in." Gaat in één adem verder: „En die tegen Ruch Chorzov. Die goal vergeet ik nooit meer. Omdat er iets aan vooraf ging." Hij had ruzie met Kees Rijvers. Dat gebeurde tijdens de eerste wedstrijd tegen de Polen. Een uitwedstrijd. Willy was het on eens met de gevolgde tactiek. Tij dens de rust schopte hij zijn schoenen uit. Zei dat ze voor hem maar een ander moesten nemen. Hetgeen Rijvers deed. „Toen de tweede helft stond te beginnen, wilde ik mijn schoenen weer aan doen en toen zei Rijvers: 'Nee, voor jou pak ik wel een ander'." De dagen daarop heerste er een ijzige stilte tussen trainer en spe ler. Willy weigerde zijn excuus aan te bieden en Rijvers stelde hem niet meer op. „Tot de return kwam. Toen zei den de andere spelers: 'Ga nou praten met de trainer'. Ik zei: 'Ik ke niet.' Ik heb 't tot het allerlaat ste volgehouden. Tot de morgen voor de wedstrijd. Toen ben ik naar hem toegegaan. Dat ik graag weer wilde voetballen. Toen heeft hij gezegd: 'Jij speelt'. Meer niet. Euh... maar toen wist ik wel dat ik iets goed moest maken voor een trainer die heel veel met mij ophad..." Dat. was in 1975. En nu ben je zo koppig dat je niet meer naar het eerste gaat... „Euh... daar reageer ik liever niet op..." Het PSV-stadion. Brasserie Van Breukelen. Het lunchuur ver strijkt. „Ha voorzitter!" roept Willy op een gegeven moment. Hij wendt zijn hoofd naar een aanpalend tafeltje. Het profiel van zijn uitdunnende haardos roept een verre herinnering op aan een kuif. Zo'n zwarte vetkuif „Ja," grinnikt hij. „In het begin had ik er een. En een Kreidler Florett." Met zo'n wapperende vos- sestaart „Nee. Aan de mijne hing geen staart." Maar dat was toen. Elvis. Fats Domino. Willy van der Kuylen. „Tegenwoordig," zegt hij, „draai ik toch meer Julio..."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 17