zetten! Weekend Partijen zijn naarstig op zoek naar bruikbare aspirant-Kamerleden Een onopvallende middenklasser lenleed Licht DESTEM E3 alfsleed en 1 dag 6 weken kuikens haantjes De nieuwe D66'er is recht-door- zee en niet van plastic. CDA valt op aandachttrekkend en bevlogen. De PvdA eist sociale intelligentie. En de WD wil gewoon een kerel (m/v) met uitstraling. Kortom: het jachtseizoen op nieuwe parlementariërs is geopend. „We zoeken allemaal naar de ideale schoonzoon." Zwarte gat Scouten Nieuw type Uitstraling Inspraak Het moet een degelijke, stille middenklasser worden met een niet al te hoog brandstofver bruik en veel accessoires. Géén opgevoerd racemonster, maar een handzaam, wendbaar en onopvallend eenpersoonsdin getje met een top van om en nabij de 1500. Doodgewoon Onzichtbaar 3 MEI 1997 H an ZATERDAG 3 MEI 1997 rootste slachtoffers van Driehonderd miljoen [ijks in Nederland ge en vleeskippen. Hel I eruit voor haantjes van lieven een paar uur en Trna in een plastic zak p. De dood kan een half wachten. Sneller is een levende haantjes ver- bn het legras verhuizen jzijn naar een legbedrijf. Jituurlijk leven in gesta- Ijen: minieme hokjes van pennen kunnen niet eens [spreiden. akt het natuurlijk gedrag - een stofbad en scharre- i. Opsluiting maakt ook kken elkaar dood als ze [n. Met een warm mes de (gevoelige) snavel af- Öer verdoving. Na drie- Igaan de hennen naar een lie heeft onderwijl inge- feranderende consumen- 'scharrel'-eieren be- Itandigheden voor schar- ftets beter, maar niet goec laf zijn de legkippen die lp naar buiten hebben, leven kort. De kuikens weken vet gemest. Met ftgenoten zitten ze in een ramen. Vleeskippen lij lische stress en groeien zo peel vroegtijdig bezwijkt. It in de slachterij waar ze leid van honderd beesten iktrisch worden verdoofd, lis. Door een te zwakke |n, volgens Lekker Dier, Ipen onverdoofd geslacht hebben levend gekookt. tijn melkmachines, maar sïnst slecht behandeld door jrie. Ze lopen in een wei en [even. Om de melkproduc- uden wordt ervoor gezorgd |>eien elk jaar een kalf krij- geboren kalf wordt bij de Jehaald. Als het een vrou- wordt het opgefokt tot gaat het minder goed. Ze i mesterij waar ze meestal I kort leven slijten in een 1st, een methode die onder land verboden is. Bewegen l mogelijk, contact met an tes is er niet. |ian of liggen op een rooster nerduister. Omdat consu- |en dat blank kalfsvlees lek- vat niet zo is - krijgen de lijzerarm dieet. Dat zorgt lente bloedarmoede. In het réi grote hoeveelheden anti ng om de beesten op de been ,'en half jaar na de geboorte 50 kilo wegende kistkalve- welijks kunnen lopen, het igejaagd. n vleesstieren, gekweekt op 'ijkingen, die van het rund os maken. Ze zijn bedacht r grote opbrengst aan bief- gaat ten koste van hun or- zijn daardoor bevattelijker Een dikbil-kalfje wordt n afmetingen gewoonlijk ersnede geboren. Als het er- is, gaat het rechtstreeks sterij en kan de moederkoe likbil werpen. Dansen is plezier voor twee. Leraren en veertienjari gen geloven dat nog. Docenten vanwege hun ne ring en broodwinning, gevorderde brugpiepers om dat het een van de weinige mogelijkheden is om, zonder gevaar voor politiek correcte terechtwijzi- ging, met tastbare opwinding seksueel te benade ren Voorde rest van de mensheid is dans om naar te kijken. Vanuit een veilige schouwburgstoel of vanachter een beschermend met glazen volgeladen tafeltje. Dansen is hogeschoolwerk voor specialisten. Ge trainde billetters, ver doorgeoefende zilveren pa ren, verveeld ervaren nachtdubontkleedsters of met pep en speed gevulde doorhaiers. De lol van de dans ligt in de waarneming. Gedeeld genoegen is verdwenen. De danser verricht, al dan niet tot zijn voldoening, zijn prestatie en de kijker schouwt toe. Als het hem bevalt met een glimlach, maar veeleer onder de indruk van de inzet en de lang volgehou den lichamelijke arbeid. Vroeger was dat anders. Bij kleine kinderen en veraffe culturen is het nog zo. Een kring danslusti- gen verzamelde zich. Om feest te vieren of te rou wen. Een eerste of een stel begon. Langzamerhand volgden anderen, werden in de kring getrokken, stapten er weer even uit om lucht te krijgen, keken toe en hervatten het bewegingsspel. Dans was be doeld om de eigen emotie uit te drukken. Na eeuwen van beschaving werd dans tot sier en sierlijkheid. Koningen, vorsten en pausen lieten ter verluchtiging van hun ontvangsten dansen. Door de eigen hofhouding en naderhand door de meer ge specialiseerde en bekwame leden daarvan. Geen ex pressie meer van enig eigen doorgeleefd gevoel, maar vastgelegde codes en patronen. Fraai vooral en bij voorkeur ingewikkeld. Toch was de afstand tot de tijd van eigen activiteit niet onoverbrugbaar. De Zonnekoning danste zelf mee. Zijn maitre danseur en tevens hofcomponist- ensembleleider Jean-Baptiste Lully ontwierp ballet ten, componeerde de muziek erbij en tikte met een staf op de grond de bewegingsmaat. Zo heftig dat toen hij een keer per ongeluk op zijn eigen voet stampte met zijn stok, het meteen het einde van zijn loopbaan en leven betekende. Hij overleed aan zijn zelf toegebrachte verwondingen. De gelegenheid was tragisch, want de uitvoering waarop het onge luk plaats vond, werd georganiseerd om het herstel, van Locfewijk X)V te vieren. Lully zorgde ervoor dat zijn koning, mocht hij aan drang voelen, mee kon doen. En dat gebeurde vaak. Hij was ongeveer de laatste waarlijk gekroonde vorst die het tot dansroem bracht. In de volgende eeuwen was die nog alleen weggelegd voor in to- neelkledij verklede namaakprinsen en hun gades. Het staatshoofd betaalde nog slechts en keek ge amuseerd. In recenter jaren is dans tot een serieuze kunstvorm uitgegroeid. Choreografen bedachten na de bloei tijdvan hofcultuur en daarop volgende periode van mysterieuze, groot geënsceneerde sprookjes een nieuwe vorm van uitdrukdans. Geen emotie meer van de danser, maar een bedoeling van de ontwer per. Verlatenheid, mislukte relaties, dood, homo seksualiteit, milieuproblematiek, onmogelijkheid van contact, het is allemaal in dans terecht geko men. Duncan, Jooss, Bausch, Van Manen, Balanchi- ne, Graham, Béjart. Kylian, Van Dantzig en Van Schayk, zij allen staan voor serieuze dans met adem benemende thema's. Wie een avond naar ballet gaat, krijgt in atletische lichaamstaal de wereldpro blematiek voorgeschoteld. Niet echter bij een nieuwe ster aan het dansfirma- ment, een jonge Engelsman die in Den Haag werkt bij het Danstheater en wiens naam de lading volle dig dekt. Paul Lightfoot, Lichtvoet. En lichtvoetig, humoristisch is zijn werk, zonder dat het ooit banaal wordt. Het blijft serieuze dans, maar met een knip oog, zodat publiek en uitvoerenden weer eindelijk samen genoegen kunnen beleven, lightfoot is 31 en schrijft pas sinds 1990. Deson danks heeft hij al vijftien balletten op zijn naam. Zijn thema's zijn niet lichter van aard dan die van zijn waar op de hand zijnde collegae. Ook bij hem een broze wereld en kwetsbare mensen. Maar er zit ten minste zelfspot in, komische elementen, verwortde- nng, grapjes, en normaal dagelijks, nog lang niet uitzichtsloos leven. Zijn nieuwste choreografie ging twee weken geleden in première in Den Haag. De zaai zat afwisselend ademloos mee te kijken en luid- mchtig te lachen. Wat hij op draaiorgelwijsjes en Rimsky-Korsakovs Spaanse fantasiemuziek vertoon de, zweepte op, sleepte mee. Het was tegelijk luch tig feest en ernstige inhoud. Een verlokkend paradijs van vreugde en spel, doorweven met ondertonen Wi nimmer beklemmende dreiging. 'Shangri-la' heet dit ballet en het woord duidt op «n idyllische, alleen in de verbeelding bestaande Dat is zijn werk ook, Een hemel op aarde, waarvan iedereen weet dat hij niet bestaat, maar de zo verlokkelijk rs dat het de moeite waard blijft naar te verlangen. Niet uitzichtsloos en zonder hoop op beter, maar simpelweg om de dagelijkse seur en somberheid met wat 'fantasie te doorbre- wn. lightfoot is een vormgever van draagbare licht- toi ugmroot is een vormgever van d beid. Eindelijk weer dansplezier voor iedereen. De Haagse talentenjacht Door Arnold Mandemaker oog op de verkiezingen van mei 1998, op zoek naar jong talent voor de Tweede Kamer-fracties. Terwijl nieu welingen zich verkneukelen op een Haags avontuur, breekt bij oudgedienden het besef door dat him termijn erop zit. Komt dat besef niet spontaan, dan helpen partijbonzen daar graag een handje bij. Immers: veel zittende parlementariërs voldoen niet meer aan de profielschetsen van hun eigen partij en vor men, met hun langjarige ervaring op het Bin nenhof, een belemmering voor de zo noodza kelijk geachte vernieuwing. Sommige Kamerleden die weten dat hun houdbaarheidsdatum is verstreken, houden de eer aan zichzelf en verklaren zich 'niet be schikbaar'. Anderen gaan liever strijdend ten onder. Zie de commotie onder de CDA'ers die van partijvoorzitter Hans Helgers te horen kregen dat ze eruit vliegen. Mannen als Ad Lansink, René van der Linden en Wim Mateman denken deze dagen onge twijfeld terug aan de heldendaad van hun voormalig WD-collega Theo Joekes. Die be gon in 1986 zijn eigen campagne nadat hij van zijn partij een onverkiesbare plaats kreeg toe gewezen. Met succes: Joekes haalde 284.989 stemmen, vijf maal de kiesdrempel, en maak te met opgestoken zeilen zijn rentree in de WD-fractie. Verwijzend naar zijn omvangrij ke achterban kon hij vervolgens vier jaar lang een liberale heer van stand uithangen waarna hij in 1989 definitief, maar ditmaal uit vrije wil, zijn politieke pet aan de kapstok hing. Hoe dan ook: voor de afvallers, vrijwillig dan wel gedwongen, wacht in het voorjaar van 1998 een zwart gat. Ex-politici moeten af kicken van de voortdurende aandacht. Ze zijn ineens wég van de camera's, wég van de stro- vuur-aandacht voor hun Kamervragen-op poten. Voorbij is de glorie van de snedige in terruptie, liefst live op de televisie. Wat rest is herinnering aan dat ene optreden 'bij Maar- tje', vastgelegd op een zorgvuldig bewaarde videoband. En natuurlijk de vage hoop op een mooie baan elders. Want ondanks de stamta fel-wijsheid dat 'ze' in Den Haag vooral goed voor elkaar zorgen, blijkt in de praktijk dat ex-Kamerleden maar moeilijk aan een andere baan komen. Bij de meeste partijen staan de verkiezings lijstjes inmiddels in de grondverf. De defini tieve vaststelling staat in januari of februari volgend jaar op de agenda, maar de lijnen worden inmiddels al vlijtig uitgezet. De komende maanden zijn niet alleen zenuw slopend voor de zittende Kamerleden, maar ook voor de grote groep nieuwelingen die graag hun entree in de Haagse arena zouden maken. Veel aspirant-kandidaten moeten straks teleurgesteld vaststellen dat hun naam slechts vulling is op het stembiljet. Ze zullen zichzelf terugvinden vér onder de limiet van de meest optimistische verkiezingsuitslag. Anderen kunnen de dagen naar de stembus gang aftellen in de comfortabele zekerheid dat hen een Haagse zetel wacht. Ronduit droevig is het lot van kandidaten op de wippositie, gesitueerd net rond een even tueel verkiesbare plaats. Iedere nieuwe opi niepeiling voedt de knagende onzekerheid: haal ik het wel of niet? Hun onzekerheid duurt voort tot de verkie zingsdag, of zelfs lang daarna. Voor de par tijen die in aanmerking komen voor deelname aan een nieuw kabinet, kent de tombola im mers nog een tweede bedrijf: dat van de for matie. De centrale vraag is dan: welke top- dogs schuiven door naar het regeringspluche en maken zo plaats voor de wachtenden back benchers in de coulissen. De PvdA hengelt naar nieuw talent buiten de gebruikelijke bestuurlijke visgronden. Onder leiding van oud-hartchirurg prof. A. Dunning ('een ongevaarlijke ouwe dokter zonder poli tieke ambities') is al enkele maanden een se lectiecommissie aan de slag. Dunning: „We wachten niet alleen af wie zich spontaan meldt, we scouten actief. We spreiden het net zo wijd mogelijk. We kijken rond onder al lochtonen, op universiteiten, bij vakbonden." Dunning heeft een missie: de eenzijdige sa menstelling van de Tweede Kamer doorbre ken. „De politiek heeft de neiging vooral uit het eigen bestand te genereren. De Kamer is voor tweederde gevuld met ex-ambtenaren. Een aantal mensen komt uit het onderwijs en dan heb je het wel zo'n beetje gehad." De PvdA verraste bij de vorige kandidaatstel ling met verkiesbare plaatsen voor politieke buitenstaanders als de Amsterdamse huisarts Rob Oudkerk en hoogleraar economie Rick van der Ploeg. Toevallig of niet: die twee heb ben zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot de smaakmakers van het Binnenhof. Dit succes smaakt Dunning naar meer. Hij wil daarom meer kandidaten buiten het circuit van de partijtijgers opduikelen. Hij gebruikt daarbij methodes die in het bedrijfsleven al sinds jaar en dag worden toegepast bij personeelswer- ving. Daarin passen bijvoorbeeld de dagblad advertenties waarin de PvdA kandidaten op roept voor de nieuwe fractie. Nieuwkomers worden stevig aan de tand ge voeld, verzekert Dunning. „Wat weten ze van het parlementaire werk, wat verwachten ze? TEKENING MATT RIJNDER5 Sommigen kennen de politiek alleen van Den Haag Vandaag. Maar weten ze ook hoeveel werk onzichtbaar blijft? Weten ze van het slo pend leven en het onzeker bestaan van een po liticus?" Bij het CDA is het al volop bijltjesdag. Voor zitter Helgers is vastbesloten de fractie gron dig te vernieuwen. Een groot deel van de frac tie, spmmigen fluisteren de helft, kan vertrek ken. Dat is misschien hard, maar de vernieu wing is vier jaar geleden dan ook helemaal misgelopen na het dramatisch zetelverlies en die fout wil Helgers ditmaal niet maken. De CD A-top zoekt niet alleen naar nieuwe na men, maar vooral naar een nieuw type chris tendemocraat. Geen bestuurder, maar een po litiek dier. Helgers: „Dat we zeventig jaar lang bestuurlijke verantwoordelijkheid heb ben gedragen, drukte z'n stempel op onze par tijcultuur en op onze mensen. Dat bedoel ik niet diskwalificerend: bestuurlijke degelijk heid is al die tijd ons sterke punt geweest. Maar nu we in de oppositie zitten, moeten we anders opereren dan tevoren. Het CDA is een gewone politieke partij geworden. Het auto matisme van besturen is eruit en dat zal ook nooit meer terugkomen. Het CDA was een volautomatisch politicus fabriekje: het veelbelovend raadslid werd wethouder, schoof door naar de provincie en kwam uiteindelijk in de landelijke poltiek te recht, Hoppend van de ene bestuurskamer naar de andere. Van dat mechanisme wil Hel gers af. „Daarom zijn we al twee jaar bezig met een planmatig traject van scouting, recrutering en selectie. We zoeken naar mensen waarvan wij denken dat die in 1998 een rol kunnen spelen. In de milieubeweging, bij ontwikkelingsorga nisaties, jongeren onder de 40 en 60-plussers die vitaal meedoen aan de samenleving." Veel 'nieuw' talent is al actief, onthult Hel gers. „Kijk maar eens wie er achter de tafel zitten op partijraden en congressen, wie in programmacommissies zitten. Daar kan je al zien dat we nieuwe mensen uitproberen. Overal, en nooit toevallig. Er wordt heel plan matig gewerkt om mensen daar te krijgen waar we ze nodig hebben." Bij de WD staat de vernieuwingsdrift op een lager pitje. Daar is ook nauwelijks een reden voor: de liberalen staan er beter voor dan ooit. Als de verkiezingen inderdaad zo voorspoedig uitpakken als voorspeld, bestormt straks een flinke roedel jonge liberale honden de WD- fractiekamer. Het is dan alleen maar goed om ook voldoende oudgedienden bij de hand te hebben. Kortom: minder noodzaak voor pijn lijke gesprekken met zittende Kamerleden. Een kleine doch zware commissie onder lei ding van ex-senator David Luteijn beperkt zich voorlopig tot een oordeel over de circa 150 nieuwelingen die hopen mee te surfen op de golven van WD-succes. Dat gaat nog niet met het mes op tafel. Maar wie de hang naar politiek avontuur handhaaft, kan rekenen op een stevig tweede gesprek waarin de kandi daat moet tonen wat hij of zij waard is. Luteijn: „We letten op affiniteit met liberalis me, ervaring, deskundigheid en sociale vaar digheden. Maar het allerbelangrijkste is toch uitstraling. Is het iemand waarvan je zegt: ja, die zie ik in de Kamer opereren. Die komt over, die heeft statuur." Over zittende Kamerleden velt de commissie geen oordeel, wel over de fractie als geheel. Luteijn: „We kijken of er terreinen zijn waar nieuwe invullingen moeten komen, waar het bij nader inzien wat matig bezet is." Luteijn vindt de opbouw van de fractie one venwichtig. „Een belangrijke groep is geko zen tussen 1980 en 1982, de periode waarin wij sterk groeiden. Dan is er een grote groep die er voor de eerste termijn zit. Maar daar tussen zit weinig." Bij D66 praat alles en iedereen mee over de nieuwe kandidatenlijst. De leden beslissen in twee schriftelijke stemmingen over de kandi datenlijst. Een selectiecommissie onder leir ding van ex-Kamerlid Maarten Engwirda mag weliswaar een 'ideale fractie' voorstellen, maar dat lijstje is allerminst heilig. Vice-voor zitter Matt Poelmans: „De leden kunnen dat advies aan hun laars lappen of niet. Het is ook voor het partijbestuur afwachten wat eruit komt." Welke type parlementariër zoekt D66? Poel mans: „De ideale schoonzoon of schoondoch ter. Iemand die niet wazig is, maar dingen duidelijk zegt en verstandige keuzes maakt. Geen plastic politicus." D66 hoopt op 25 Kamerzetels, de huidige 24 plus één. Tamelijk ambitieus, gezien de dra matisch slechte peilingen die hooguit de helft van dat aantal voorspellen. Poelmans: „Als het iets minder wordt, vinden we dat ook heel goed, hoor. We zullen nooit een grote partij zijn en we willen dat waarschijnlijk ook niet eens. We hebben dat charmant amateurisme. Je kunt wel heel professioneel aan de slag gaan, maar dan verlies je ook een stukje van je onschuld. Politiek moet ook leuk zijn." Met een brede glimlach: „Ons congres danst." Door Michiel Willems Ze zijn goed. Heel goed. Beter zelfs. Maar niet in alles." Het valt niet mee om te moeten erkennen dat 'voorheen de vijand' nog steeds betere straalja gers maakt. Zeker niet als je op het punt staat om misschien met minder genoegen te nemen. „Het is nog altijd ondenkbaar," zegt de lucht macht-officier, „dat we Russische toestellen kopen. Daar is de tijd nog lang niet rijp voor. Maar wie weet, als ze straks bij de Navo zit ten." Moskou heeft superieure vliegtuigen in de aan bieding, maar op zoek naar de opvolger van de F-16 winkelt Nederland als vanzelf en tradi tiegetrouw in de VS. „We willen straks de beste luchtverdedigings jager ter wereld hebben," luidt de eis van luchtmacht-commodore Dick Starink. Dat het straks misschien de op één of twee na beste wordt, daar tilt de Directeur Plannen en Inter nationale Materieelbetrekkingen van Defensie niet zo zwaar aan. „Ach, die Russen zijn veel te onderhoudsgevoelig. Motorstoringen en zo. Ze mogen dan fantastische vliegeigenschappen hebben, er komt veel meer bij kijken." Alsof het de doodgewoonste zaak van de we reld is, heeft het ministerie van Defensie on langs met de zegen van de Tweede Kamer be sloten om 'te onderzoeken of de nieuwe Ameri kaanse Joint Strike Fighter (JSF) de opvolger voor de F-16 kan zijn'. Het toestel moet welis waar nog gebouwd worden - op de tekentafel liggen hooguit wat schetsen - het vertrouwen in de Amerikanen is bij militairen en Kamerle den kennelijk groot genoeg om, als het moet, a raison van tien miljard 'blind' te durven ko pen. Alhoewel, 'blind' is misschien wat over dreven. Tussen de honderden ingenieurs en militairen die in de komende jaren aan de ont wikkeling van de JSF zullen werken, zitten in elk geval twee Nederlandse vliegtuigspecialis ten. Starink: „Zo zijn we van begin af aan bij dit project betrokken. We mogen in de keuken kijken. Weliswaar niet in alle kastjes, maar toch. We kopen niet meer van de plank, zoals bij de F-16 nog het geval was. We participeren in het ontwikkelingsproces. We denken mee en hebben onze inbreng." Het JSF-project zal in veel opzichten een on voorspelbaar avontuur worden, want het ont wikkelen van nieuwe, gecompliceerde wapen systemen is per definitie een experiment. Het zal niet de eerste keer zijn dat gerenommeerde vliegtuigbouwers als Lockheed en Boeing, bei de in de race om de JSF te bouwen, met een straaljager of bommenwerper de mist in gaan of zich totaal op het prijskaartje verkijken. Trouwens, wie zal zeggen aan welke eisen vlie gend wapentuig anno 2010 moet voldoen? En Een ontwerp-model van de Joint Strike Fighter. zit Nederland tegen die tijd nog wel op 150 'su perjets' te wachten?' Het is, zegt Starink, nog veel te vroeg om zulke moeilijke vragen te be antwoorden. „Het is straks aan de politiek om te beslissen óf en waarmee de F-16 wordt vervangen. Ik denk wél dat er niet veel keus is. De Europese toe stellen zijn in 2010 al verouderd en veel te duur. Bovendien, wat goed is voor de Amerika nen is ook goed genoeg voor ons. Maar, wat ge wapende conflicten betreft, kan er natuurlijk van alles gebeuren. Wie kan zeggen wie straks onze vijand is en waar hij in vliegt?" Mogelijk ook in een JSF. Of erger, in een nieu we MIG, Sukhoi of hoe die Russische machines tegen die tijd ook zullen heten. Wat Starink betreft doen we er dus vooralsnog goed aan om met alles rekening te houden: „Met de JSF doen we dat. We moeten er nü ook mee aan de slag, want anders staan we in 2010 met lege handen." Het zal de buitenstaander mogelijk niet zijn opgevallen, maar de inmid dels vertrouwde F-16 is op z'n retour. Ooit in zijn klasse niet te evenaren en aërodynamisch nog immer ultramodern, de vochtige zeelucht, de luchtvervuiling uit het Ruhrgebied en het zeer intensieve gebruik hebben hun tol geëist. De oudste generatie jaagt al sinds 1979 door het Hollandse zwerk en is hard toe aan een grote opknapbeurt. Na deze midlife update - kosten: 2,2 miljard voor 138 toestellen - kun nen de machines met een nieuwe cockpit, ra dar en wapensystemen, nog mee tot hooguit 2020. Een jachtvliegtuig kopen of een nieuwe auto, voor de Directeur Plannen en Internationale Materieelbetrekkingen die nog niet zo langge leden voor 2,8 miljard vele tientallen Apache-, Cougar- en Chinook-helikopters op de kop tik te, komt het allemaal op hetzelfde neer. „Je kijkt naar het brandstofverbruik, de on derhoudskosten, capaciteiten, mogelijkheden, de extra's. Alle mogelijkheden en vernieuwin gen die we nu in de F-16 stoppen, zitten straks standaard in de JSF. Hij krijgt ook stealth-ei- genschappen en wordt dus dankzij de vormge ving nagenoeg onzichtbaar voor radar. Dat is bijzonder, omdat de Amerikanen die techniek nooit aan anderen hebben willen prijsgeven." Starink kan zich niet voorstellen dat het niet de JSF wordt. „Maar er zitten aan dit project desondanks nog veel haken en ogen. De belan gen van de Nederlandse industrie wegen ook nu weer zwaar. We zullen 'm toch voor 'n groot deel zelf willen gaan bouwen." Pas over vijf jaar zullen Boeing en Lockheed- Martin hun prototypes van de JSF klaar heb ben en wordt, na een reeks proefvluchten, een definitieve keus gemaakt. Pas daarna komt, zegt Starink, voor Nederland het moment om te besluiten of we verder meedoen en de JSF kopen, of ons terugtrekken. Starink: „Dat laatste betekent in feite het einde van de lucht macht zoals we die nu nog kennen."

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 13