zetten!
Weekend
Partijen zijn naarstig op zoek naar bruikbare aspirant-Kamerleden
Een onopvallende middenklasser
lenleed
Licht
DESTEM
E3
alfsleed
en
1 dag
6 weken
kuikens
haantjes
De nieuwe D66'er is recht-door-
zee en niet van plastic. CDA valt
op aandachttrekkend en
bevlogen. De PvdA eist sociale
intelligentie. En de WD wil
gewoon een kerel (m/v)
met uitstraling.
Kortom: het jachtseizoen op
nieuwe parlementariërs is
geopend. „We zoeken allemaal
naar de ideale schoonzoon."
Zwarte gat
Scouten
Nieuw type
Uitstraling
Inspraak
Het moet een degelijke, stille
middenklasser worden met een
niet al te hoog brandstofver
bruik en veel accessoires.
Géén opgevoerd racemonster,
maar een handzaam, wendbaar
en onopvallend eenpersoonsdin
getje met een top van om en
nabij de 1500.
Doodgewoon
Onzichtbaar
3 MEI 1997 H
an
ZATERDAG 3 MEI 1997
rootste slachtoffers van
Driehonderd miljoen
[ijks in Nederland ge
en vleeskippen. Hel
I eruit voor haantjes van
lieven een paar uur en
Trna in een plastic zak
p. De dood kan een half
wachten. Sneller is een
levende haantjes ver-
bn het legras verhuizen
jzijn naar een legbedrijf.
Jituurlijk leven in gesta-
Ijen: minieme hokjes van
pennen kunnen niet eens
[spreiden.
akt het natuurlijk gedrag
- een stofbad en scharre-
i. Opsluiting maakt ook
kken elkaar dood als ze
[n. Met een warm mes
de (gevoelige) snavel af-
Öer verdoving. Na drie-
Igaan de hennen naar een
lie heeft onderwijl inge-
feranderende consumen-
'scharrel'-eieren be-
Itandigheden voor schar-
ftets beter, maar niet goec
laf zijn de legkippen die
lp naar buiten hebben,
leven kort. De kuikens
weken vet gemest. Met
ftgenoten zitten ze in een
ramen. Vleeskippen lij
lische stress en groeien zo
peel vroegtijdig bezwijkt.
It in de slachterij waar ze
leid van honderd beesten
iktrisch worden verdoofd,
lis. Door een te zwakke
|n, volgens Lekker Dier,
Ipen onverdoofd geslacht
hebben levend gekookt.
tijn melkmachines, maar
sïnst slecht behandeld door
jrie. Ze lopen in een wei en
[even. Om de melkproduc-
uden wordt ervoor gezorgd
|>eien elk jaar een kalf krij-
geboren kalf wordt bij de
Jehaald. Als het een vrou-
wordt het opgefokt tot
gaat het minder goed. Ze
i mesterij waar ze meestal
I kort leven slijten in een
1st, een methode die onder
land verboden is. Bewegen
l mogelijk, contact met an
tes is er niet.
|ian of liggen op een rooster
nerduister. Omdat consu-
|en dat blank kalfsvlees lek-
vat niet zo is - krijgen de
lijzerarm dieet. Dat zorgt
lente bloedarmoede. In het
réi grote hoeveelheden anti
ng om de beesten op de been
,'en half jaar na de geboorte
50 kilo wegende kistkalve-
welijks kunnen lopen, het
igejaagd.
n vleesstieren, gekweekt op
'ijkingen, die van het rund
os maken. Ze zijn bedacht
r grote opbrengst aan bief-
gaat ten koste van hun or-
zijn daardoor bevattelijker
Een dikbil-kalfje wordt
n afmetingen gewoonlijk
ersnede geboren. Als het er-
is, gaat het rechtstreeks
sterij en kan de moederkoe
likbil werpen.
Dansen is plezier voor twee. Leraren en veertienjari
gen geloven dat nog. Docenten vanwege hun ne
ring en broodwinning, gevorderde brugpiepers om
dat het een van de weinige mogelijkheden is om,
zonder gevaar voor politiek correcte terechtwijzi-
ging, met tastbare opwinding seksueel te benade
ren Voorde rest van de mensheid is dans om naar
te kijken. Vanuit een veilige schouwburgstoel of
vanachter een beschermend met glazen volgeladen
tafeltje.
Dansen is hogeschoolwerk voor specialisten. Ge
trainde billetters, ver doorgeoefende zilveren pa
ren, verveeld ervaren nachtdubontkleedsters of met
pep en speed gevulde doorhaiers. De lol van de
dans ligt in de waarneming. Gedeeld genoegen is
verdwenen. De danser verricht, al dan niet tot zijn
voldoening, zijn prestatie en de kijker schouwt toe.
Als het hem bevalt met een glimlach, maar veeleer
onder de indruk van de inzet en de lang volgehou
den lichamelijke arbeid.
Vroeger was dat anders. Bij kleine kinderen en
veraffe culturen is het nog zo. Een kring danslusti-
gen verzamelde zich. Om feest te vieren of te rou
wen. Een eerste of een stel begon. Langzamerhand
volgden anderen, werden in de kring getrokken,
stapten er weer even uit om lucht te krijgen, keken
toe en hervatten het bewegingsspel. Dans was be
doeld om de eigen emotie uit te drukken.
Na eeuwen van beschaving werd dans tot sier en
sierlijkheid. Koningen, vorsten en pausen lieten ter
verluchtiging van hun ontvangsten dansen. Door de
eigen hofhouding en naderhand door de meer ge
specialiseerde en bekwame leden daarvan. Geen ex
pressie meer van enig eigen doorgeleefd gevoel,
maar vastgelegde codes en patronen. Fraai vooral
en bij voorkeur ingewikkeld.
Toch was de afstand tot de tijd van eigen activiteit
niet onoverbrugbaar. De Zonnekoning danste zelf
mee. Zijn maitre danseur en tevens hofcomponist-
ensembleleider Jean-Baptiste Lully ontwierp ballet
ten, componeerde de muziek erbij en tikte met een
staf op de grond de bewegingsmaat. Zo heftig dat
toen hij een keer per ongeluk op zijn eigen voet
stampte met zijn stok, het meteen het einde van zijn
loopbaan en leven betekende. Hij overleed aan zijn
zelf toegebrachte verwondingen. De gelegenheid
was tragisch, want de uitvoering waarop het onge
luk plaats vond, werd georganiseerd om het herstel,
van Locfewijk X)V te vieren.
Lully zorgde ervoor dat zijn koning, mocht hij aan
drang voelen, mee kon doen. En dat gebeurde vaak.
Hij was ongeveer de laatste waarlijk gekroonde
vorst die het tot dansroem bracht. In de volgende
eeuwen was die nog alleen weggelegd voor in to-
neelkledij verklede namaakprinsen en hun gades.
Het staatshoofd betaalde nog slechts en keek ge
amuseerd.
In recenter jaren is dans tot een serieuze kunstvorm
uitgegroeid. Choreografen bedachten na de bloei
tijdvan hofcultuur en daarop volgende periode van
mysterieuze, groot geënsceneerde sprookjes een
nieuwe vorm van uitdrukdans. Geen emotie meer
van de danser, maar een bedoeling van de ontwer
per. Verlatenheid, mislukte relaties, dood, homo
seksualiteit, milieuproblematiek, onmogelijkheid
van contact, het is allemaal in dans terecht geko
men. Duncan, Jooss, Bausch, Van Manen, Balanchi-
ne, Graham, Béjart. Kylian, Van Dantzig en Van
Schayk, zij allen staan voor serieuze dans met adem
benemende thema's. Wie een avond naar ballet
gaat, krijgt in atletische lichaamstaal de wereldpro
blematiek voorgeschoteld.
Niet echter bij een nieuwe ster aan het dansfirma-
ment, een jonge Engelsman die in Den Haag werkt
bij het Danstheater en wiens naam de lading volle
dig dekt. Paul Lightfoot, Lichtvoet. En lichtvoetig,
humoristisch is zijn werk, zonder dat het ooit banaal
wordt. Het blijft serieuze dans, maar met een knip
oog, zodat publiek en uitvoerenden weer eindelijk
samen genoegen kunnen beleven,
lightfoot is 31 en schrijft pas sinds 1990. Deson
danks heeft hij al vijftien balletten op zijn naam. Zijn
thema's zijn niet lichter van aard dan die van zijn
waar op de hand zijnde collegae. Ook bij hem een
broze wereld en kwetsbare mensen. Maar er zit ten
minste zelfspot in, komische elementen, verwortde-
nng, grapjes, en normaal dagelijks, nog lang niet
uitzichtsloos leven. Zijn nieuwste choreografie ging
twee weken geleden in première in Den Haag. De
zaai zat afwisselend ademloos mee te kijken en luid-
mchtig te lachen. Wat hij op draaiorgelwijsjes en
Rimsky-Korsakovs Spaanse fantasiemuziek vertoon
de, zweepte op, sleepte mee. Het was tegelijk luch
tig feest en ernstige inhoud. Een verlokkend paradijs
van vreugde en spel, doorweven met ondertonen
Wi nimmer beklemmende dreiging.
'Shangri-la' heet dit ballet en het woord duidt op
«n idyllische, alleen in de verbeelding bestaande
Dat is zijn werk ook, Een hemel op aarde,
waarvan iedereen weet dat hij niet bestaat, maar
de zo verlokkelijk rs dat het de moeite waard blijft
naar te verlangen. Niet uitzichtsloos en zonder
hoop op beter, maar simpelweg om de dagelijkse
seur en somberheid met wat 'fantasie te doorbre-
wn. lightfoot is een vormgever van draagbare licht-
toi ugmroot is een vormgever van d
beid. Eindelijk weer dansplezier voor
iedereen.
De Haagse talentenjacht
Door Arnold Mandemaker
oog op de verkiezingen van mei
1998, op zoek naar jong talent
voor de Tweede Kamer-fracties. Terwijl nieu
welingen zich verkneukelen op een Haags
avontuur, breekt bij oudgedienden het besef
door dat him termijn erop zit. Komt dat besef
niet spontaan, dan helpen partijbonzen daar
graag een handje bij. Immers: veel zittende
parlementariërs voldoen niet meer aan de
profielschetsen van hun eigen partij en vor
men, met hun langjarige ervaring op het Bin
nenhof, een belemmering voor de zo noodza
kelijk geachte vernieuwing.
Sommige Kamerleden die weten dat hun
houdbaarheidsdatum is verstreken, houden
de eer aan zichzelf en verklaren zich 'niet be
schikbaar'. Anderen gaan liever strijdend ten
onder. Zie de commotie onder de CDA'ers die
van partijvoorzitter Hans Helgers te horen
kregen dat ze eruit vliegen.
Mannen als Ad Lansink, René van der Linden
en Wim Mateman denken deze dagen onge
twijfeld terug aan de heldendaad van hun
voormalig WD-collega Theo Joekes. Die be
gon in 1986 zijn eigen campagne nadat hij van
zijn partij een onverkiesbare plaats kreeg toe
gewezen. Met succes: Joekes haalde 284.989
stemmen, vijf maal de kiesdrempel, en maak
te met opgestoken zeilen zijn rentree in de
WD-fractie. Verwijzend naar zijn omvangrij
ke achterban kon hij vervolgens vier jaar lang
een liberale heer van stand uithangen waarna
hij in 1989 definitief, maar ditmaal uit vrije
wil, zijn politieke pet aan de kapstok hing.
Hoe dan ook: voor de afvallers, vrijwillig dan
wel gedwongen, wacht in het voorjaar van
1998 een zwart gat. Ex-politici moeten af
kicken van de voortdurende aandacht. Ze zijn
ineens wég van de camera's, wég van de stro-
vuur-aandacht voor hun Kamervragen-op
poten. Voorbij is de glorie van de snedige in
terruptie, liefst live op de televisie. Wat rest is
herinnering aan dat ene optreden 'bij Maar-
tje', vastgelegd op een zorgvuldig bewaarde
videoband. En natuurlijk de vage hoop op een
mooie baan elders. Want ondanks de stamta
fel-wijsheid dat 'ze' in Den Haag vooral goed
voor elkaar zorgen, blijkt in de praktijk dat
ex-Kamerleden maar moeilijk aan een andere
baan komen.
Bij de meeste partijen staan de verkiezings
lijstjes inmiddels in de grondverf. De defini
tieve vaststelling staat in januari of februari
volgend jaar op de agenda, maar de lijnen
worden inmiddels al vlijtig uitgezet.
De komende maanden zijn niet alleen zenuw
slopend voor de zittende Kamerleden, maar
ook voor de grote groep nieuwelingen die
graag hun entree in de Haagse arena zouden
maken. Veel aspirant-kandidaten moeten
straks teleurgesteld vaststellen dat hun naam
slechts vulling is op het stembiljet. Ze zullen
zichzelf terugvinden vér onder de limiet van
de meest optimistische verkiezingsuitslag.
Anderen kunnen de dagen naar de stembus
gang aftellen in de comfortabele zekerheid
dat hen een Haagse zetel wacht.
Ronduit droevig is het lot van kandidaten op
de wippositie, gesitueerd net rond een even
tueel verkiesbare plaats. Iedere nieuwe opi
niepeiling voedt de knagende onzekerheid:
haal ik het wel of niet?
Hun onzekerheid duurt voort tot de verkie
zingsdag, of zelfs lang daarna. Voor de par
tijen die in aanmerking komen voor deelname
aan een nieuw kabinet, kent de tombola im
mers nog een tweede bedrijf: dat van de for
matie. De centrale vraag is dan: welke top-
dogs schuiven door naar het regeringspluche
en maken zo plaats voor de wachtenden back
benchers in de coulissen.
De PvdA hengelt naar nieuw talent buiten de
gebruikelijke bestuurlijke visgronden. Onder
leiding van oud-hartchirurg prof. A. Dunning
('een ongevaarlijke ouwe dokter zonder poli
tieke ambities') is al enkele maanden een se
lectiecommissie aan de slag. Dunning: „We
wachten niet alleen af wie zich spontaan
meldt, we scouten actief. We spreiden het net
zo wijd mogelijk. We kijken rond onder al
lochtonen, op universiteiten, bij vakbonden."
Dunning heeft een missie: de eenzijdige sa
menstelling van de Tweede Kamer doorbre
ken. „De politiek heeft de neiging vooral uit
het eigen bestand te genereren. De Kamer is
voor tweederde gevuld met ex-ambtenaren.
Een aantal mensen komt uit het onderwijs en
dan heb je het wel zo'n beetje gehad."
De PvdA verraste bij de vorige kandidaatstel
ling met verkiesbare plaatsen voor politieke
buitenstaanders als de Amsterdamse huisarts
Rob Oudkerk en hoogleraar economie Rick
van der Ploeg. Toevallig of niet: die twee heb
ben zich de afgelopen jaren ontwikkeld tot de
smaakmakers van het Binnenhof. Dit succes
smaakt Dunning naar meer. Hij wil daarom
meer kandidaten buiten het circuit van de
partijtijgers opduikelen. Hij gebruikt daarbij
methodes die in het bedrijfsleven al sinds jaar
en dag worden toegepast bij personeelswer-
ving. Daarin passen bijvoorbeeld de dagblad
advertenties waarin de PvdA kandidaten op
roept voor de nieuwe fractie.
Nieuwkomers worden stevig aan de tand ge
voeld, verzekert Dunning. „Wat weten ze van
het parlementaire werk, wat verwachten ze?
TEKENING MATT RIJNDER5
Sommigen kennen de politiek alleen van Den
Haag Vandaag. Maar weten ze ook hoeveel
werk onzichtbaar blijft? Weten ze van het slo
pend leven en het onzeker bestaan van een po
liticus?"
Bij het CDA is het al volop bijltjesdag. Voor
zitter Helgers is vastbesloten de fractie gron
dig te vernieuwen. Een groot deel van de frac
tie, spmmigen fluisteren de helft, kan vertrek
ken. Dat is misschien hard, maar de vernieu
wing is vier jaar geleden dan ook helemaal
misgelopen na het dramatisch zetelverlies en
die fout wil Helgers ditmaal niet maken.
De CD A-top zoekt niet alleen naar nieuwe na
men, maar vooral naar een nieuw type chris
tendemocraat. Geen bestuurder, maar een po
litiek dier. Helgers: „Dat we zeventig jaar
lang bestuurlijke verantwoordelijkheid heb
ben gedragen, drukte z'n stempel op onze par
tijcultuur en op onze mensen. Dat bedoel ik
niet diskwalificerend: bestuurlijke degelijk
heid is al die tijd ons sterke punt geweest.
Maar nu we in de oppositie zitten, moeten we
anders opereren dan tevoren. Het CDA is een
gewone politieke partij geworden. Het auto
matisme van besturen is eruit en dat zal ook
nooit meer terugkomen.
Het CDA was een volautomatisch politicus
fabriekje: het veelbelovend raadslid werd
wethouder, schoof door naar de provincie en
kwam uiteindelijk in de landelijke poltiek te
recht, Hoppend van de ene bestuurskamer
naar de andere. Van dat mechanisme wil Hel
gers af.
„Daarom zijn we al twee jaar bezig met een
planmatig traject van scouting, recrutering en
selectie. We zoeken naar mensen waarvan wij
denken dat die in 1998 een rol kunnen spelen.
In de milieubeweging, bij ontwikkelingsorga
nisaties, jongeren onder de 40 en 60-plussers
die vitaal meedoen aan de samenleving."
Veel 'nieuw' talent is al actief, onthult Hel
gers. „Kijk maar eens wie er achter de tafel
zitten op partijraden en congressen, wie in
programmacommissies zitten. Daar kan je al
zien dat we nieuwe mensen uitproberen.
Overal, en nooit toevallig. Er wordt heel plan
matig gewerkt om mensen daar te krijgen
waar we ze nodig hebben."
Bij de WD staat de vernieuwingsdrift op een
lager pitje. Daar is ook nauwelijks een reden
voor: de liberalen staan er beter voor dan ooit.
Als de verkiezingen inderdaad zo voorspoedig
uitpakken als voorspeld, bestormt straks een
flinke roedel jonge liberale honden de WD-
fractiekamer. Het is dan alleen maar goed om
ook voldoende oudgedienden bij de hand te
hebben. Kortom: minder noodzaak voor pijn
lijke gesprekken met zittende Kamerleden.
Een kleine doch zware commissie onder lei
ding van ex-senator David Luteijn beperkt
zich voorlopig tot een oordeel over de circa
150 nieuwelingen die hopen mee te surfen op
de golven van WD-succes. Dat gaat nog niet
met het mes op tafel. Maar wie de hang naar
politiek avontuur handhaaft, kan rekenen op
een stevig tweede gesprek waarin de kandi
daat moet tonen wat hij of zij waard is.
Luteijn: „We letten op affiniteit met liberalis
me, ervaring, deskundigheid en sociale vaar
digheden. Maar het allerbelangrijkste is toch
uitstraling. Is het iemand waarvan je zegt: ja,
die zie ik in de Kamer opereren. Die komt
over, die heeft statuur."
Over zittende Kamerleden velt de commissie
geen oordeel, wel over de fractie als geheel.
Luteijn: „We kijken of er terreinen zijn waar
nieuwe invullingen moeten komen, waar het
bij nader inzien wat matig bezet is."
Luteijn vindt de opbouw van de fractie one
venwichtig. „Een belangrijke groep is geko
zen tussen 1980 en 1982, de periode waarin
wij sterk groeiden. Dan is er een grote groep
die er voor de eerste termijn zit. Maar daar
tussen zit weinig."
Bij D66 praat alles en iedereen mee over de
nieuwe kandidatenlijst. De leden beslissen in
twee schriftelijke stemmingen over de kandi
datenlijst. Een selectiecommissie onder leir
ding van ex-Kamerlid Maarten Engwirda
mag weliswaar een 'ideale fractie' voorstellen,
maar dat lijstje is allerminst heilig. Vice-voor
zitter Matt Poelmans: „De leden kunnen dat
advies aan hun laars lappen of niet. Het is ook
voor het partijbestuur afwachten wat eruit
komt."
Welke type parlementariër zoekt D66? Poel
mans: „De ideale schoonzoon of schoondoch
ter. Iemand die niet wazig is, maar dingen
duidelijk zegt en verstandige keuzes maakt.
Geen plastic politicus."
D66 hoopt op 25 Kamerzetels, de huidige 24
plus één. Tamelijk ambitieus, gezien de dra
matisch slechte peilingen die hooguit de helft
van dat aantal voorspellen. Poelmans: „Als
het iets minder wordt, vinden we dat ook heel
goed, hoor. We zullen nooit een grote partij
zijn en we willen dat waarschijnlijk ook niet
eens. We hebben dat charmant amateurisme.
Je kunt wel heel professioneel aan de slag
gaan, maar dan verlies je ook een stukje van je
onschuld. Politiek moet ook leuk zijn." Met
een brede glimlach: „Ons congres danst."
Door Michiel Willems
Ze zijn goed. Heel goed. Beter zelfs. Maar
niet in alles."
Het valt niet mee om te moeten erkennen dat
'voorheen de vijand' nog steeds betere straalja
gers maakt. Zeker niet als je op het punt staat
om misschien met minder genoegen te nemen.
„Het is nog altijd ondenkbaar," zegt de lucht
macht-officier, „dat we Russische toestellen
kopen. Daar is de tijd nog lang niet rijp voor.
Maar wie weet, als ze straks bij de Navo zit
ten."
Moskou heeft superieure vliegtuigen in de aan
bieding, maar op zoek naar de opvolger van de
F-16 winkelt Nederland als vanzelf en tradi
tiegetrouw in de VS.
„We willen straks de beste luchtverdedigings
jager ter wereld hebben," luidt de eis van
luchtmacht-commodore Dick Starink. Dat het
straks misschien de op één of twee na beste
wordt, daar tilt de Directeur Plannen en Inter
nationale Materieelbetrekkingen van Defensie
niet zo zwaar aan. „Ach, die Russen zijn veel te
onderhoudsgevoelig. Motorstoringen en zo. Ze
mogen dan fantastische vliegeigenschappen
hebben, er komt veel meer bij kijken."
Alsof het de doodgewoonste zaak van de we
reld is, heeft het ministerie van Defensie on
langs met de zegen van de Tweede Kamer be
sloten om 'te onderzoeken of de nieuwe Ameri
kaanse Joint Strike Fighter (JSF) de opvolger
voor de F-16 kan zijn'. Het toestel moet welis
waar nog gebouwd worden - op de tekentafel
liggen hooguit wat schetsen - het vertrouwen
in de Amerikanen is bij militairen en Kamerle
den kennelijk groot genoeg om, als het moet, a
raison van tien miljard 'blind' te durven ko
pen. Alhoewel, 'blind' is misschien wat over
dreven. Tussen de honderden ingenieurs en
militairen die in de komende jaren aan de ont
wikkeling van de JSF zullen werken, zitten in
elk geval twee Nederlandse vliegtuigspecialis
ten. Starink: „Zo zijn we van begin af aan bij
dit project betrokken. We mogen in de keuken
kijken. Weliswaar niet in alle kastjes, maar
toch. We kopen niet meer van de plank, zoals
bij de F-16 nog het geval was. We participeren
in het ontwikkelingsproces. We denken mee en
hebben onze inbreng."
Het JSF-project zal in veel opzichten een on
voorspelbaar avontuur worden, want het ont
wikkelen van nieuwe, gecompliceerde wapen
systemen is per definitie een experiment. Het
zal niet de eerste keer zijn dat gerenommeerde
vliegtuigbouwers als Lockheed en Boeing, bei
de in de race om de JSF te bouwen, met een
straaljager of bommenwerper de mist in gaan
of zich totaal op het prijskaartje verkijken.
Trouwens, wie zal zeggen aan welke eisen vlie
gend wapentuig anno 2010 moet voldoen? En
Een ontwerp-model van de Joint Strike Fighter.
zit Nederland tegen die tijd nog wel op 150 'su
perjets' te wachten?' Het is, zegt Starink, nog
veel te vroeg om zulke moeilijke vragen te be
antwoorden.
„Het is straks aan de politiek om te beslissen óf
en waarmee de F-16 wordt vervangen. Ik denk
wél dat er niet veel keus is. De Europese toe
stellen zijn in 2010 al verouderd en veel te
duur. Bovendien, wat goed is voor de Amerika
nen is ook goed genoeg voor ons. Maar, wat ge
wapende conflicten betreft, kan er natuurlijk
van alles gebeuren. Wie kan zeggen wie straks
onze vijand is en waar hij in vliegt?"
Mogelijk ook in een JSF. Of erger, in een nieu
we MIG, Sukhoi of hoe die Russische machines
tegen die tijd ook zullen heten.
Wat Starink betreft doen we er dus vooralsnog
goed aan om met alles rekening te houden:
„Met de JSF doen we dat. We moeten er nü ook
mee aan de slag, want anders staan we in 2010
met lege handen." Het zal de buitenstaander
mogelijk niet zijn opgevallen, maar de inmid
dels vertrouwde F-16 is op z'n retour. Ooit in
zijn klasse niet te evenaren en aërodynamisch
nog immer ultramodern, de vochtige zeelucht,
de luchtvervuiling uit het Ruhrgebied en het
zeer intensieve gebruik hebben hun tol geëist.
De oudste generatie jaagt al sinds 1979 door
het Hollandse zwerk en is hard toe aan een
grote opknapbeurt. Na deze midlife update -
kosten: 2,2 miljard voor 138 toestellen - kun
nen de machines met een nieuwe cockpit, ra
dar en wapensystemen, nog mee tot hooguit
2020.
Een jachtvliegtuig kopen of een nieuwe auto,
voor de Directeur Plannen en Internationale
Materieelbetrekkingen die nog niet zo langge
leden voor 2,8 miljard vele tientallen Apache-,
Cougar- en Chinook-helikopters op de kop tik
te, komt het allemaal op hetzelfde neer.
„Je kijkt naar het brandstofverbruik, de on
derhoudskosten, capaciteiten, mogelijkheden,
de extra's. Alle mogelijkheden en vernieuwin
gen die we nu in de F-16 stoppen, zitten straks
standaard in de JSF. Hij krijgt ook stealth-ei-
genschappen en wordt dus dankzij de vormge
ving nagenoeg onzichtbaar voor radar. Dat is
bijzonder, omdat de Amerikanen die techniek
nooit aan anderen hebben willen prijsgeven."
Starink kan zich niet voorstellen dat het niet
de JSF wordt. „Maar er zitten aan dit project
desondanks nog veel haken en ogen. De belan
gen van de Nederlandse industrie wegen ook
nu weer zwaar. We zullen 'm toch voor 'n groot
deel zelf willen gaan bouwen."
Pas over vijf jaar zullen Boeing en Lockheed-
Martin hun prototypes van de JSF klaar heb
ben en wordt, na een reeks proefvluchten, een
definitieve keus gemaakt. Pas daarna komt,
zegt Starink, voor Nederland het moment om
te besluiten of we verder meedoen en de JSF
kopen, of ons terugtrekken. Starink: „Dat
laatste betekent in feite het einde van de lucht
macht zoals we die nu nog kennen."