een Petrus Canisius, religieuze vechtjas God is bepaald nog niet terug EWGM ~2 GIDS Dyck n Genua festival Durban Africa ;ven van Hichtum m&9*> d \G 21 APRIL 1997 A7 lESTEM MAANDAG 21 APRIL 1997 Pieter Verhoeff gaat eenj Friese schrijfster Nienke] ieter Jelles Troelstra. Zit! fke's Tiental. pes arbeidersgezin. Het boekl ;rd wereldberoemd, vooral j or de beschrijving van de ty- j ich Friese gebruiken van het l gin van deze eeuw. A boek werd oorspronkelijk het Nederlands geschreven j pas in 1967 in het Fries ver- J ild. Nienke van Hichtum ïreef daarnaast verhalen en j werkte sprookjes en volks- rtellingen uit de hele wereld. liligen verkeren in on- tijd enigszins in de iaduw, zoals hun beel- in de schaars be de kerken. Wij we- geen raad met man- ,en vrouwen die zo waren dat hun ider goede kanten >t of nauwelijks be- •even zijn. Wat kan ivoorbeeld de Nij- igse heilige Petrus jsius, die op 21 de- [ber 1597 te Fribourg jrleed, nog betekenen ir de hedendaagse i? Is het voor ons be- igrijk dat hij respect ibracht voor zijn te- itanders, de protes- iten? Bericht over een die zijn vader ver- lande en kardinalen les las. aar 1621 vertrok de jonge zeten op een paard dat hen ;eschonken, vanuit Antwer- vam hij aan in Genua waa in zijn medevlaming Corna pn aanzagen. Dyck maakte snel naam el •eeuwigde de meest luisterrijk! WvoPostma Ur jaar kwam er een koerier uit Lotharingen naar jniegen met een zak geld voor i vader. Van de hertog van i, als dank voor het t lat vader zorg had gedragen «de opvoeding van diens kin- men van de Genuese oligarchy ■■Een zak met geld. Mijn va^ als de families Doria, Grimald ■azzo en Balbi. Zijn elegant igeld heus niet nodig. Hij was ilisme, minder gestreng dan zij i man van groot aanzien. Hij ord-Nederlandse collega's iia Orleans gestudeerd en ze ar ook minder exuberant da «den hem als afgezant naar bens, maakte school en zou ee del worden voor de portretté tek met Anna van Kleef. Hij de Europese vorstenhuizei iewat je noemt mee op Euro- :t in het minst door toedoen va «niveau. n Dyck zelf die de laatste tie van zijn leven aan het Engel i terugkeerde van zijn reis hof zou slijten. •ca veertig van deze portrettei een enkele uitzondering na all hij in zijn Genuese period rvaardigde, zijn nu weer bijee ltstraat versierd." macht in het vlak voor Van Dy :was vijf jaar toen een kunst- komst naar Genua gebouwdBfc bij ons aan huis kwam rtogelijk Paleis. Naast het wed i de Antwerpenaar zelf won leze expositie ook het collectio nhet hele gezin op het doek te lil 1526 dus. We moesten ia stilzitten voordat hij zijn ime van"de oude en nieuwe ad®ton klaar had. Het werd een licht, dat de basis vormde voa fortuin van Van Dyck en zij» tas Christus met de hui- i Maria en Johannes. Rechts r-0a's. de eerste ruimte hangen daar P moeder, die in datzelfde meer dan dertig schilderijei tslierf, met Wendel en de an der meer van Rubens, Caravans zusjes. Ze bidden de rozen- en Titiaan (een groot vooi pld voor Van Dyck) dicht op e. Op het linker luik mijn va- enik,allebei knielend op een ar, uitsluitend op formaat ge tol en met gevouwen han- ïgsehikt. De bezoeker van n dergaat een zelfde overweldi ide sensatie als de jonge Antho »tje als dat schilderij doet ver moet hebben gevoeld toen hi «Jen. Wat een vroom gedoe, ar het eerst zijn opwacht- 11 lakte. 'entoonstelling Van Dyck in ïenua. Grote schilderkunst en :ollectionisme. Tot 13 juli in iet Palazzo Ducale van Genua. burgemeester. Die had huwelijk van Hendrik de nmijn grootvader in Nijme- ii Jeruzalem, liep de hele stad Op de Lage Markt, waar mtvader woonde, was het De mensen hadden de «hik. Op het middenluik onze il een vreselijke vertoning. Ik tpte maar dat niemand van P klasgenoten het stuk te zien Prominente weldoeners t ile kerk lieten zich graag zo in een godvruchtige Wage. Dan kon het kerkvolk ting komt in het interessante por tret dat Jan Toorop in 1925 van Canisius maakte. Het raakte la ter zoek, maar werd twee jaar ge leden door Paul Begheyn terug gevonden in een kast in het Vati- caan. Toorops krijttekening toont een man met vurige indringende ogen die tegelijk terughoudendheid weerspiegelen, iemand die be zield is van een idee waar je niet omheen kunt. Hier zien we de man die in bevlo gen en uiterst heldere taal hoge prelaten de les kon lezen, zoals in deze brief aan kardinaal Otto Truchses von Waldburg, die naar Canisius' opvatting te weinig in zijn bisdom was: „Wat de kerk van het Augsburg- se bisdom betreft spreken velen met mij het vurige verlangen uit dat u uit Rome terugkeert naar uw bisdom. Ik zou liever hebben dat u deze bisschoppelijke func tie niet had dan dat u alleen maar de titel van bisschop geniet en met zoveel onverschilligheid uw schapen weidt, terwijl u wel leeft van hun wol." Malden Kanis spaarde ook zijn familie niet. Kort na zijn priesterwij ding, in juni 1546, reisde hij naar Nijmegen om er, zoals hij schrijft, de last van zijn vermo gen van zich af te schudden, dit ten gunste van arme Gelderse kloosters, behoeftige studenten en Keulse Kartuizers. De nu nog bestaande boerderij 'De Ber- ckenbosch' (Hatertseweg 37 in Malden) kwam aan zijn zuster Wendel. In augustus 1546 stuurde hij Wendel een brief waarin hij met een zeker liefhebbend vuur een geschil over vaders erfenis be spreekt en tenslotte erop wijst dat er nog hogere waarden zijn dan geld en goed. „Ik begrijp dat je de afgelopen dagen nogal boos bent geweest over het goed in Druten. Je had dat niet naar buiten hoeven te brengen tot schande van zowel jou als mij. Maar begeerte houdt nooit op en kan nergens door ver zadigd wordenIk vraag je heel speciaal dat je de armen dik wijls gedenkt en eens in de drie maanden ter'communie gaat, en met veel liefde en gedienstigheid omziet naar ons lieve moedertje (Wendel van den Bergh, de twee de vrouw van Jacob Kanis - IP) Bid voor mij, onwaardige pries ter, die jou nooit vergeet." In dezelfde brief vinden we een verwijzing naar het feit dat ook Petrus Canisius af en toe een hapje moest eten. Hij schrijft: „Voor de linnen doek met de bo ter en de kazen wil ik je heel har telijk bedanken en ik zal je vriendschap niet vergeten. Als ik iets terug kan doen, ontzie je broer dan niet." Hij was soms net een mens, deze toekomstige heilige. In een eerde re brief aan Wendel schreef hij: „Hartelijk dank voor de toege stuurde jenever. Ik hoop dat hij mij goed zal bekomen." etry International is als mo jen groot poëziefestival da turban van start gaat. Het e eerste editie zal uitgroeie ment, niet alleen voor Zui it. oprichter van Poetry Intern» aal, Martin Mooij, heeft in irbereidende fase de zui ikaanse organisatoren m id en daad bijgestaan. De OA ide kracht uit Poetry Africa i ■iaan Donker - van oorspror Rotterdammer die echter iotste deel van zijn leyen 'ika heeft doorgebracht uwe directeur van het Creative Arts" aan de u»v lit van Natal. Donker kreeg steun van Breyten Breyt i, een erkende fan van r ernational. Breytenbac buitenland nog steeds S i, maar in eigen land vooral in ANC-kringe streden, heeft speciaa festival nu ook Durban rijtje woonplaatsen Ba >n Parijs toegevoegd, is voor ieder poezief ren er ook voor Poetry iblemen met de «ff or forse bijdrages van [terdam, het Nederlandse :erie voor Onderwijs, Cid "'etenschappen, Hivos heeft de organisatie of i moment de begroting® gekregen. vib tste fót het weer beter met loof en kerk? De ver- l0P van boeken over "denreligie doet een uitering vermoeden. godsdienstsociolo gen een andere wer- •lijkheid: die van het staag onbelangrijker wden van geloof en '4 in de samenleving. iar verandert geen itkenweekthema iets ft Elke generatie iuift God een stukje 'van daarboven naar 'erbinnen. gelooft steeds min ui G°d zijn beste tijd 1® Nederland?' Dat schre- e kranten drie jaar geleden. ■Jaar 2020 is driekwart van «talanders buitenkerkelijk, Pelden onderzoekers van taaal en Cultureel Planbu- v mpport 'Secularisatie Jtaland 1966-1991'. Com- ■atoren zagen al een 'D66- ontstaan: ongelovig u ®eens werd God heront- jj Pmjeweekbladen signa- i vorig jaar 'de terugkeer °d in Nederland'. In het m.!Ver,normen en waarden ï^fniet-geloviëePoliti- vosofen voor een herwaar- lJLVan bet christendom als fikste bron van de moraal aatschappelijk bindmid- del. Schrijfsters baarden opzien: Vonne van der Meer bekeerde zich tot het (katholieke) Woord; bij Désanne van Brederode werd het Woord vlees. Ze werden veel gevraagde spreeksters op bijeen komsten over geloof en litera tuur, erotiek en extase. Tot hun verrassing ontdekte menig intel lectueel bij zichzelf, in de woor den van Abel Herzberg, een ta lent voor het geloof. Intussen gaat de ontkerkelijking in Nederland door. Bijna zestig procent noemt zich nu onkerke lijk. Nog maar een kwart van de bevolking is actief in het kerke lijk leven of gaat minstens een maal per maand naar de kerk. Hoe leger de kerken, hoe groter de aandacht voor vragen over de zin van het leven, zo lijkt het. Het een sluit het ander niet uit, meent de Nijmeegse godsdienst socioloog prof. dr. Jan Peters. De mate van godsdienstigheid en de maatschappelijke betekenis van de godsdienst nemen al tiental len jaren af, maar het wil hele maal niet zeggen dat ook de inte resse in de fundamentele levens vragen minder wordt. Lachertje Gegevens uit 1995 wijzen eerder op het tegendeel. Uit onderzoek blijkt dat onkerkelijke Neder landers hun levensovertuiging bij belangrijke beslissingen in het leven zwaarder laten wegen dan kerkelijke Nederlanders hun Het traditionele kerkvolk verg rijst, maar kerken waar elke zon dag iets verrassends op het pro gramma staat, trekken veel jeugd. Het mag niet gaan verve len. Dominees die met hun tijd meegaan, zijn bovenal goede ma nagers en smaakmakers. Sommige jongeren hebben een hang naar het mystieke, anderen zoeken in een geloof naar wat ze er in het dagelijks leven van kun nen gebruiken. Uit gesprekken met studenten aan de KU Nijme gen bleek dat ze soms nog nooit een kerk van binnen hebben ge zien en zich toch katholiek noe men. 'Mijn verstand gelooft niet in God, mijn gevoel wel', zeggen ze. Om grote aantallen lijkt het overigens niet te gaan, want in het Nijmeegse SOCON-onder- zoek zijn deze zoekende jongeren niet terug te vinden. En die der tigduizend jongeren dan op de EO-jongerendag? Peters: „Tja, veel meer dan dertigduizend zijn het er misschien ook niet." Voor alle jongeren tezamen die na 1970 zijn geboren, geldt het zelfde als voor elke jongste gene ratie die sinds de jaren zeventig in kaart is gebracht: ze telt pro centueel de minste kerkleden, scoort het laagst in wekelijkse kerkgang en heeft een minder sterk christelijk geloof dan oude re generaties. Dat is de nuchtere werkelijkheid van het grootscha lige sociologische onderzoek. Als God weer 'in' is, dan is het toch vooral in de boekwinkels, de media en het nieuwsgierige deel van lezend Nederland. En, wie weet, ook in de levenssfeer die voor menigeen zo persoonlijk is, dat onderzoekers er niet met hun vragenlijsten in weten door te dringen. zien hoe vroom hun leiders waren en hoe gunstig hun positie ten opzichte van de hemelpoort. Wat de kinderen ervan vonden werd niet gevraagd." „Iemand schreef mij onlangs dat mijn halfbroer Gerrit zijn eigen conterfeitsel over mij heen heeft laten schilderen. Dat bevalt me wel. Gerrit is tegenwoordig de leider van de Kanis-clan. Ik moet wel eens glimlachen over de nieuwtjes uit het Nijmeegse rod delcircuit die mij soms hier in Fribourg bereiken. Arme Gerrit heeft het tegenwoordig zwaar te verduren, nu de bloedige gods dienstvervolgingen ook tot Nij megen zijn doorgedrongen." „Bij de stadspomp aan de kant van de Molenpoort, waar altijd veel jongens van mijn leeftijd speelden, was ik zelden te zien, hoewel we er heel dichtbij woon den, in de Broerstraat. Ik mocht daar natuurlijk niet heen van va der. Er kwam allerlei volk de toen vijftienduizend inwoners tellende stad binnen, zoals huur lingen en lichte vrouwen, om van ketters nog maar niet te spreken. Vergeet niet: Luther had in 1517 zijn stellingen tegen de aflaten handel gepubliceerd in Witten berg. Het broeide in die dagen, ook in het hertogdom Gelre. Mijn vader hield ons daar verre van. Onze opvoeding was vast even streng als die van de kinderen Lotharingen. Ik ging naar de jon gensschool van de broeders van het Gemene Leven, die de Moder ne Devotie van Geert Grote preekten. „Maar mijn hart taalde eerlijk gezegd niet zo naar het groezelige leven bij de stadsmuur." „Ik was wel een dartel jong rund, zoals ik het in mijn Belijdenissen heb geschreven. Ik kon wraak zuchtig, driftig, jaloers en trots zijn en ik haalde net als andere kinderen kattekwaad uit, ook in de kerk soms. Maar diep in mijn binnenste was ik al een serieus ventje. Ik voelde me al vroeg tot hogere zaken aangetrokken. Zo kon ik het uitstekend vinden met mijn oudtante Reinalda van Ey- meren uit Arnhem, die wel eens bij ons thuis kwam. Een echte mystieke vrouw. Haar boek 'Die Evangelische Peerie' wordt over al in Europa gelezen. En met Ma ria van Hout, die een vooraan staande rol speelde in de Begij nenbeweging. Met hen ging ik liever om dan met anderen die rijker waren. Hun vermaningen, adviezen en gebeden schatte ik zeer hoog en ik sprak graag met hen over geestelijke zaken." Vechtjas Zo zou Peter Kanis, die in 1521 in Nijmegen geboren werd, op ho gere leeftijd hebben kunnen spreken over zijn jeugd in Nijme gen. Waar hij zijn eigen persoon beschrijft, zijn het zijn eigen woorden. Voor de rest zijn het authentieke gebeurtenissen en omstandigheden, te midden waarvan hij opgroeide. Maar Peter Kanis heeft in de tal loze geschriften die hij heeft na- nisi', die Europese kinderen eeu wenlang van buiten hebben ge leerd. Hij stichtte colleges, ver maande dwalende priesters, stak collega's een hart onder de riem, berispte zijn eigen vader, spoorde zijn zus aan tot goede werken, diende vorsten van advies en veegde lamlendige kardinalen de mantel uit. Generatieconflict Oecumene was niet aan de orde in die tijd. Canisius was een man van rotsvaste duidelijkheid. Pro testants Europa en de decadente sector van de rooms-katholieke geestelijkheid leerden hem ken nen als een vastbesloten verdedi ger van het katholieke geloof dat keer toe burgemeester van Nij megen was, over zijn zoon? Wist hij niet dat Peter zich meer aan getrokken voelde tot het religieu ze leven? Hij had zelfs een gelofte afgelegd om ongehuwd te blijven omwille van het koninkrijk van God. Zijn lijfspreuk schreef hij met koeien van letters in een schoolschrift uit het jaar 1538. 'Persevera', wat Latijn is voor 'volharden, volhouden'. Nadat hij zijn filosofiestudies had afge rond, ging hij theologie studeren. Er zijn sporen van een generatie conflict tussen de pragmatische vader-politicus die ieder jaar een zak met geld uit Lotharingen ontving, en de puber die vol was van soberheid en onthechting. In 1536, vijftien jaar oud, schrijft Peter vanuit Keulen een brief aan zijn vader, waarin hij een nieuw, kritisch inzicht omtrent diens le vensloop laat doorklinken. „Ik meen dat ik u, levenswijze vader, wel even moet attenderen op iets waarop ik tot nu toe niet heb gelet. Gelukkig de mensen die al op aarde zichzelf beoorde len en, als wrekers van hun eigen ongerechtigheden, vrijwillig met harde hand tegen zichzelf optre denDie de genietingen waar mee zij God hebben beledigd, compenseren met een strenge le vensstijl. En die proberen zich voor God thans klein te maken en de hardheid van de hun opwach tende verschrikkkelijke beul te voorkomen." Het zou aardig zijn te vernemen hoe vader Kanis heeft gereageerd op deze toch wel fikse aanval van zijn ietwat fanatieke zoon. Maar hier is niets over bekend. FOTOVNU naar zijn overtuiging het enig ware geloof was. Maar hij was geen verschrikkelijke fanaat. Hij was een tegenstander van de In quisitie en van de Index (de ker kelijke lijst van verboden boeken die tot ver in onze eeuw bestaan heeft). Hij vond dat je je tegen standers moest respecteren en naar hen moest luisteren. Jacob Kanis zag in zijn zoon een toekomstig jurist en liet hem, toen hij vijftien was en de Latijn se school doorlopen had, rechten studeren in Keulen en Leuven. Hij had zelfs al een rijke vrouw voor hem op het oog. Wat wist Jacob Kanis, de succes volle politicus die de hertog van Gelre trotseerde en tot negen Blij visioen Petrus Canisius was vol zorgen over het leven van zijn wereldse vader, die in 1543 overleed. „Pet rus vroeg zich af of zijn vader wel in de hemel zou komen," zegt de jezuïet Paul Begheyn die een bloemlezing heeft gemaakt uit de 2420 bewaard gebleven brieven van Petrus Canisius. Canisius schrijft zelf ergens dat hij, geplaagd door de angst dat zijn vader niet in de hemel zou komen, een visioen kreeg. In dit visioen ontving hij de verzeke ring dat zijn vader en moeder beiden reeds in de hemel waren. Deze verzekering van boven moet de man, voor wie het geloof van de mens in God het enige echt be langrijke op aarde is, geweldig goed gedaan hebben. Uit de deze maand verschenen bloemlezing rijst een onverwacht boeiend beeld op van een man die sinds zijn heiligverklaring in 1925 altijd een beetje een saaie dorre heilige is gebleven. De meeste afbeeldingen van hem waren gebaseerd op een portret dat in 1591 van hem gemaakt is, het jaar waarin hij voor het eerst een beroerte kreeg: een oud man netje met ingezakte schouders en vreugdeloze gelaatsuitdrukking. De brieven weerspiegelen een vu rige, strenge, onbevreesde en door en door eerlijke ijveraar. Het is hetzelfde beeld dat tot ui- duiden dus niet op veranderin gen in opvattingen van mensen, maar op een soort natuurlijk ver loop: een komen en gaan van ge neraties. Dat is een ontnuchte rende boodschap voor degenen, die de terugkeer van God al aan het vieren waren. Toon Eerder al signaleerde Peters een geleidelijke 'horizontalisering' in geloofsopvattingen. Mensen kij ken minder omhoog en meer naar binnen. Al sinds het einde van de jaren zeventig geeft niet meer de christelijke levensbeschouwing in Nederland de toon aan - dat wil zeggen: het geloof in een per soonlijke God als bron van het goede, een God door wie het le ven, het lijden en de dood een diepere betekenis krijgen - maar een zogenaamde binnenwereld- lijke levensbeschouwing: God die niet anders is dan het waar devolle in de mens en de overtui ging dat de mens zelf zin moet geven aan leven en dood. Vooral binnen katholiek Neder land zijn die 'horizontale' opvat tingen wijdverbreid. Zozeer zelfs, dat Peters bijna een kwart van degenen die zich katholiek noemen, in feite als ongelovig be stempelt. Deze groep geeft op geen enkele manier blijk van enig geloof in een hogere werke lijkheid; Zeven jaar geleden stond veertig procent van de katholieken te boek als ongelovig of zwak gelo vig; daarin leken zij meer op de onkerkelijken dan op de ortho doxe protestanten. Bijna de helft van katholiek Nederland weet overigens het geloof in een per soonlijke God soepel te combine ren met een levensbeschouwing waarin het uitsluitend op de mens en op dit leven zelf aan komt. Ook hier geldt: hoe jonger, hoe 'horizontaler'. Als het geloof voor zoveel gelovi gen al een kwestie is geworden van zelfredzaamheid en eigen in zichten, hoeft het niet te verba zen dat religieuze mijlpalen en geloofsbetekenissen in het ritme van het jaar steeds verder weg zakken. Minder dan de helft van de Nederlanders kent nog de christelijke betekenis van Pasen, zo bleek uit een NCRV-enquête. Eenderde weet dat op Goede Vrijdag de kruisiging van Jezus wordt herdacht. De betekenis van Pinksteren is nog minder be kend. Flexibo's Toch zeggen theologen, sociolo gen en andere deskundigen dat jongeren de laatste tijd meer open staan voor levensbeschou welijke zaken. De EO-jongeren- dag trok de laatste maal dertig duizend bezoekers, een Youth for Christ-festival tienduizend be zoekers en ook bijeenkomsten voor katholieke jongeren trekken onverwacht grote belangstelling. Petrus Canisius zoals Jan Toorop hem in 1925 getekend heeft. gelaten, weinig aandacht besteed aan het algemene nieuws dat in de rumoerige zestiende eeuw dik wijls een hoge attentiewaarde moet hebben gehad. Hij had an dere zaken aan zijn hoofd. Hij wilde het geloof redden door een voorbeeld te zijn. Hij werd de grote voorvechter van de Contra reformatie in Duitsland. Een re ligieuze vechtjas die net als de Augustijner monnik Maarten Lu ther walgde van de verloedering in de kerk, maar haar trouw bleef en geen moeite spaarde om haar te redden. De Nijmegenaar Peter Kanis (la ter gewijzigd in het Latijnse Pet rus Canisius) was het eerste Ne derlandse lid van de Sociëteit van Jezus, die in 1540 was ge sticht door de Baskische ridder Inigo de Loyola. Jonge nieuw lichters die zichzelf en anderen hoge normen stelden. Jezuïeten was hun scheldnaam en zo bleven zij zichzelf noemen. In Keulen en andere plaatsen had Canisius het aan de stok met het wereldlijk gezag, maar ook met de bisschop pen. De wat ingedutte prelaten hadden het daar moeilijk mee. Petrus Canisius doorkruiste Mid den Europa om verziekte kloos tergemeenschappen en bisdom men nieuw leven in te blazen. (Hij moet 58.000 kilometer ge reisd hebben volgens iemand die dat eens uitgerekend heeft). Hij schreef een katechismus, de 'Ca- godsdienstige overtuiging. Peters maakt meer kanttekenin gen bij de zogenaamde heront dekking van God en geloof. (Voorspellen is moeilijk. Het is in het verleden regelmatig voor gekomen dat de religie herleefde. De geest waait waarheen hij wil. We moeten ook oppassen het ver re verleden te idealiseren; alsof de religie al eeuwen gestaag in betekenis afneemt." Het buiten gewoon hoge niveau van kerke lijke betrokkenheid in de jaren vijftig en zestig was het resultaat van succesvolle religieuze mas sabewegingen die opkwamen in de tweede helft van de negen tiende eeuw. Verder krijgen New Age en ande re levensbeschouwelijke bewe gingen de laatste tijd veel aan dacht in de media. Managers la ten zich op dure cursussen en bij eenkomsten geestelijk herboren worden. Zo ontstaat het idee dat God weer in is. Hier en nu De plotselinge media-aandacht voor wat altijd al bestond, kan een probleem zijn voor onderzoe kers. Als zij nu meningen peilen over religie, is het de vraag wat zij meten: veranderde opvattin gen in de samenleving of de in vloed van televisie en kranten op de mening van mensen? In vrijwel elke moderne samenle ving lopen kerklidmaatschap en kerkbezoek terug, wordt het tra ditionele geloof minder sterk, verschuift binnen de geloofsopvattingen het ac cent van het bovennatuur lijke en het heilige naar het leven hier en nu, neemt het belang van godsdienst en levensbe schouwing in het leven van mensen af en wordt de maatschappelijke beteke nis van kerken en gods dienst minder. Voor deze processen gebruiken so ciologen de term seculari satie. De vakgroep socio logie van de Katholieke Universiteit Nijmegen brengt die verschillende ontwikkelingen sinds 1979 in kaart, als onder deel van het zogeheten SOCON-onderzoek (so ciaal-culturele ontwikke lingen in Nederland). Wat blijkt? Het kerklidmaat schap en de maatschappelijke betekenis van religie blijven ge staag afnemen; de afbrokkeling aan de randen gaat door, maar binnen de kerken lijkt de secula risatie de eerste helft van de ja ren negentig te zijn gestopt. Het kerkbezoek nam praktisch niet meer af, het percentage mensen met een sterk christelij- ;e geloof evenmin en van legenen die zich katho- Liek, hervormd of gere- Eormeerd noemen, nam het christelijk geloof zelfs iets in kracht toe. Maar oudere generaties sterven uit, jongere ge neraties komen in hun plaats en elke jongere generatie is minder godsdienstig opgevoed dan de vorige. Door gaans besluiten jonge ren voor of rond hun twintigste wel of niet meer naar de kerk te gaan; daarna komen ze maar zelden op die foto de stem/ beslissing terug. johan van gurp Deze generatiever- vanging blijkt de hoofdmotor te zijn van het secularisatieproces in Nederland. Een hulpmotor is het stijgende opleidingspeil van de bevolking. Tezamen veroorzaken ze een stille revolutie. Allerlei in cidenten waarbij kerken betrok ken zijn, blijken daarentegen nauwelijks van invloed op de mate van gelovigheid. De processen van ontkerkelij king en afnemende gelovigheid

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 11