een
Petrus Canisius,
religieuze vechtjas
God
is bepaald nog niet terug
EWGM
~2
GIDS
Dyck
n Genua
festival
Durban
Africa
;ven van
Hichtum
m&9*> d
\G 21 APRIL 1997 A7
lESTEM
MAANDAG 21 APRIL 1997
Pieter Verhoeff gaat eenj
Friese schrijfster Nienke]
ieter Jelles Troelstra. Zit!
fke's Tiental.
pes arbeidersgezin. Het boekl
;rd wereldberoemd, vooral j
or de beschrijving van de ty- j
ich Friese gebruiken van het l
gin van deze eeuw.
A boek werd oorspronkelijk
het Nederlands geschreven j
pas in 1967 in het Fries ver- J
ild. Nienke van Hichtum
ïreef daarnaast verhalen en j
werkte sprookjes en volks-
rtellingen uit de hele wereld.
liligen verkeren in on-
tijd enigszins in de
iaduw, zoals hun beel-
in de schaars be
de kerken. Wij we-
geen raad met man-
,en vrouwen die zo
waren dat hun
ider goede kanten
>t of nauwelijks be-
•even zijn. Wat kan
ivoorbeeld de Nij-
igse heilige Petrus
jsius, die op 21 de-
[ber 1597 te Fribourg
jrleed, nog betekenen
ir de hedendaagse
i? Is het voor ons be-
igrijk dat hij respect
ibracht voor zijn te-
itanders, de protes-
iten? Bericht over een
die zijn vader ver-
lande en kardinalen
les las.
aar 1621 vertrok de jonge
zeten op een paard dat hen
;eschonken, vanuit Antwer-
vam hij aan in Genua waa
in zijn medevlaming Corna
pn aanzagen.
Dyck maakte snel naam el
•eeuwigde de meest luisterrijk!
WvoPostma
Ur jaar kwam er een koerier
uit Lotharingen naar
jniegen met een zak geld voor
i vader. Van de hertog van
i, als dank voor het
t lat vader zorg had gedragen
«de opvoeding van diens kin-
men van de Genuese oligarchy ■■Een zak met geld. Mijn va^
als de families Doria, Grimald
■azzo en Balbi. Zijn elegant igeld heus niet nodig. Hij was
ilisme, minder gestreng dan zij i man van groot aanzien. Hij
ord-Nederlandse collega's iia Orleans gestudeerd en ze
ar ook minder exuberant da «den hem als afgezant naar
bens, maakte school en zou ee
del worden voor de portretté tek met Anna van Kleef. Hij
de Europese vorstenhuizei iewat je noemt mee op Euro-
:t in het minst door toedoen va «niveau.
n Dyck zelf die de laatste tie
van zijn leven aan het Engel i terugkeerde van zijn reis
hof zou slijten.
•ca veertig van deze portrettei
een enkele uitzondering na all
hij in zijn Genuese period
rvaardigde, zijn nu weer bijee ltstraat versierd."
macht in het vlak voor Van Dy :was vijf jaar toen een kunst-
komst naar Genua gebouwdBfc bij ons aan huis kwam
rtogelijk Paleis. Naast het wed
i de Antwerpenaar zelf won
leze expositie ook het collectio
nhet hele gezin op het doek te
lil 1526 dus. We moesten
ia stilzitten voordat hij zijn
ime van"de oude en nieuwe ad®ton klaar had. Het werd een
licht, dat de basis vormde voa
fortuin van Van Dyck en zij» tas Christus met de hui-
i Maria en Johannes. Rechts
r-0a's.
de eerste ruimte hangen daar P moeder, die in datzelfde
meer dan dertig schilderijei tslierf, met Wendel en de an
der meer van Rubens, Caravans zusjes. Ze bidden de rozen-
en Titiaan (een groot vooi
pld voor Van Dyck) dicht op e.
Op het linker luik mijn va-
enik,allebei knielend op een
ar, uitsluitend op formaat ge tol en met gevouwen han-
ïgsehikt. De bezoeker van n
dergaat een zelfde overweldi
ide sensatie als de jonge Antho »tje als dat schilderij doet ver
moet hebben gevoeld toen hi «Jen. Wat een vroom gedoe,
ar het eerst zijn opwacht- 11
lakte.
'entoonstelling Van Dyck in
ïenua. Grote schilderkunst en
:ollectionisme. Tot 13 juli in
iet Palazzo Ducale van Genua.
burgemeester. Die had
huwelijk van Hendrik de
nmijn grootvader in Nijme-
ii Jeruzalem, liep de hele stad
Op de Lage Markt, waar
mtvader woonde, was het
De mensen hadden de
«hik. Op het middenluik onze
il een vreselijke vertoning. Ik
tpte maar dat niemand van
P klasgenoten het stuk te zien
Prominente weldoeners
t ile kerk lieten zich graag zo
in een godvruchtige
Wage. Dan kon het kerkvolk
ting komt in het interessante por
tret dat Jan Toorop in 1925 van
Canisius maakte. Het raakte la
ter zoek, maar werd twee jaar ge
leden door Paul Begheyn terug
gevonden in een kast in het Vati-
caan.
Toorops krijttekening toont een
man met vurige indringende ogen
die tegelijk terughoudendheid
weerspiegelen, iemand die be
zield is van een idee waar je niet
omheen kunt.
Hier zien we de man die in bevlo
gen en uiterst heldere taal hoge
prelaten de les kon lezen, zoals in
deze brief aan kardinaal Otto
Truchses von Waldburg, die naar
Canisius' opvatting te weinig in
zijn bisdom was:
„Wat de kerk van het Augsburg-
se bisdom betreft spreken velen
met mij het vurige verlangen uit
dat u uit Rome terugkeert naar
uw bisdom. Ik zou liever hebben
dat u deze bisschoppelijke func
tie niet had dan dat u alleen maar
de titel van bisschop geniet en
met zoveel onverschilligheid uw
schapen weidt, terwijl u wel leeft
van hun wol."
Malden
Kanis spaarde ook zijn familie
niet. Kort na zijn priesterwij
ding, in juni 1546, reisde hij naar
Nijmegen om er, zoals hij
schrijft, de last van zijn vermo
gen van zich af te schudden, dit
ten gunste van arme Gelderse
kloosters, behoeftige studenten
en Keulse Kartuizers. De nu nog
bestaande boerderij 'De Ber-
ckenbosch' (Hatertseweg 37 in
Malden) kwam aan zijn zuster
Wendel.
In augustus 1546 stuurde hij
Wendel een brief waarin hij met
een zeker liefhebbend vuur een
geschil over vaders erfenis be
spreekt en tenslotte erop wijst
dat er nog hogere waarden zijn
dan geld en goed.
„Ik begrijp dat je de afgelopen
dagen nogal boos bent geweest
over het goed in Druten. Je had
dat niet naar buiten hoeven te
brengen tot schande van zowel
jou als mij. Maar begeerte houdt
nooit op en kan nergens door ver
zadigd wordenIk vraag je
heel speciaal dat je de armen dik
wijls gedenkt en eens in de drie
maanden ter'communie gaat, en
met veel liefde en gedienstigheid
omziet naar ons lieve moedertje
(Wendel van den Bergh, de twee
de vrouw van Jacob Kanis - IP)
Bid voor mij, onwaardige pries
ter, die jou nooit vergeet."
In dezelfde brief vinden we een
verwijzing naar het feit dat ook
Petrus Canisius af en toe een
hapje moest eten. Hij schrijft:
„Voor de linnen doek met de bo
ter en de kazen wil ik je heel har
telijk bedanken en ik zal je
vriendschap niet vergeten. Als ik
iets terug kan doen, ontzie je
broer dan niet."
Hij was soms net een mens, deze
toekomstige heilige. In een eerde
re brief aan Wendel schreef hij:
„Hartelijk dank voor de toege
stuurde jenever. Ik hoop dat hij
mij goed zal bekomen."
etry International is als mo
jen groot poëziefestival da
turban van start gaat. Het
e eerste editie zal uitgroeie
ment, niet alleen voor Zui
it.
oprichter van Poetry Intern»
aal, Martin Mooij, heeft in
irbereidende fase de zui
ikaanse organisatoren m
id en daad bijgestaan. De OA
ide kracht uit Poetry Africa i
■iaan Donker - van oorspror
Rotterdammer die echter
iotste deel van zijn leyen
'ika heeft doorgebracht
uwe directeur van het
Creative Arts" aan de u»v
lit van Natal. Donker kreeg
steun van Breyten Breyt
i, een erkende fan van r
ernational. Breytenbac
buitenland nog steeds S
i, maar in eigen land
vooral in ANC-kringe
streden, heeft speciaa
festival nu ook Durban
rijtje woonplaatsen Ba
>n Parijs toegevoegd,
is voor ieder poezief
ren er ook voor Poetry
iblemen met de «ff
or forse bijdrages van
[terdam, het Nederlandse
:erie voor Onderwijs, Cid
"'etenschappen, Hivos
heeft de organisatie of
i moment de begroting®
gekregen.
vib
tste
fót het weer beter met
loof en kerk? De ver-
l0P van boeken over
"denreligie doet een
uitering vermoeden.
godsdienstsociolo
gen een andere wer-
•lijkheid: die van het
staag onbelangrijker
wden van geloof en
'4 in de samenleving.
iar verandert geen
itkenweekthema iets
ft Elke generatie
iuift God een stukje
'van daarboven naar
'erbinnen.
gelooft steeds min
ui G°d zijn beste tijd
1® Nederland?' Dat schre-
e kranten drie jaar geleden.
■Jaar 2020 is driekwart van
«talanders buitenkerkelijk,
Pelden onderzoekers van
taaal en Cultureel Planbu-
v mpport 'Secularisatie
Jtaland 1966-1991'. Com-
■atoren zagen al een 'D66-
ontstaan: ongelovig
u ®eens werd God heront-
jj Pmjeweekbladen signa-
i vorig jaar 'de terugkeer
°d in Nederland'. In het
m.!Ver,normen en waarden
ï^fniet-geloviëePoliti-
vosofen voor een herwaar-
lJLVan bet christendom als
fikste bron van de moraal
aatschappelijk bindmid-
del. Schrijfsters baarden opzien:
Vonne van der Meer bekeerde
zich tot het (katholieke) Woord;
bij Désanne van Brederode werd
het Woord vlees. Ze werden veel
gevraagde spreeksters op bijeen
komsten over geloof en litera
tuur, erotiek en extase. Tot hun
verrassing ontdekte menig intel
lectueel bij zichzelf, in de woor
den van Abel Herzberg, een ta
lent voor het geloof.
Intussen gaat de ontkerkelijking
in Nederland door. Bijna zestig
procent noemt zich nu onkerke
lijk. Nog maar een kwart van de
bevolking is actief in het kerke
lijk leven of gaat minstens een
maal per maand naar de kerk.
Hoe leger de kerken, hoe groter
de aandacht voor vragen over de
zin van het leven, zo lijkt het.
Het een sluit het ander niet uit,
meent de Nijmeegse godsdienst
socioloog prof. dr. Jan Peters. De
mate van godsdienstigheid en de
maatschappelijke betekenis van
de godsdienst nemen al tiental
len jaren af, maar het wil hele
maal niet zeggen dat ook de inte
resse in de fundamentele levens
vragen minder wordt.
Lachertje
Gegevens uit 1995 wijzen eerder
op het tegendeel. Uit onderzoek
blijkt dat onkerkelijke Neder
landers hun levensovertuiging
bij belangrijke beslissingen in
het leven zwaarder laten wegen
dan kerkelijke Nederlanders hun
Het traditionele kerkvolk verg
rijst, maar kerken waar elke zon
dag iets verrassends op het pro
gramma staat, trekken veel
jeugd. Het mag niet gaan verve
len. Dominees die met hun tijd
meegaan, zijn bovenal goede ma
nagers en smaakmakers.
Sommige jongeren hebben een
hang naar het mystieke, anderen
zoeken in een geloof naar wat ze
er in het dagelijks leven van kun
nen gebruiken. Uit gesprekken
met studenten aan de KU Nijme
gen bleek dat ze soms nog nooit
een kerk van binnen hebben ge
zien en zich toch katholiek noe
men. 'Mijn verstand gelooft niet
in God, mijn gevoel wel', zeggen
ze. Om grote aantallen lijkt het
overigens niet te gaan, want in
het Nijmeegse SOCON-onder-
zoek zijn deze zoekende jongeren
niet terug te vinden. En die der
tigduizend jongeren dan op de
EO-jongerendag? Peters: „Tja,
veel meer dan dertigduizend zijn
het er misschien ook niet."
Voor alle jongeren tezamen die
na 1970 zijn geboren, geldt het
zelfde als voor elke jongste gene
ratie die sinds de jaren zeventig
in kaart is gebracht: ze telt pro
centueel de minste kerkleden,
scoort het laagst in wekelijkse
kerkgang en heeft een minder
sterk christelijk geloof dan oude
re generaties. Dat is de nuchtere
werkelijkheid van het grootscha
lige sociologische onderzoek.
Als God weer 'in' is, dan is het
toch vooral in de boekwinkels, de
media en het nieuwsgierige deel
van lezend Nederland. En, wie
weet, ook in de levenssfeer die
voor menigeen zo persoonlijk is,
dat onderzoekers er niet met hun
vragenlijsten in weten door te
dringen.
zien hoe vroom hun leiders waren
en hoe gunstig hun positie ten
opzichte van de hemelpoort. Wat
de kinderen ervan vonden werd
niet gevraagd."
„Iemand schreef mij onlangs dat
mijn halfbroer Gerrit zijn eigen
conterfeitsel over mij heen heeft
laten schilderen. Dat bevalt me
wel. Gerrit is tegenwoordig de
leider van de Kanis-clan. Ik moet
wel eens glimlachen over de
nieuwtjes uit het Nijmeegse rod
delcircuit die mij soms hier in
Fribourg bereiken. Arme Gerrit
heeft het tegenwoordig zwaar te
verduren, nu de bloedige gods
dienstvervolgingen ook tot Nij
megen zijn doorgedrongen."
„Bij de stadspomp aan de kant
van de Molenpoort, waar altijd
veel jongens van mijn leeftijd
speelden, was ik zelden te zien,
hoewel we er heel dichtbij woon
den, in de Broerstraat. Ik mocht
daar natuurlijk niet heen van va
der. Er kwam allerlei volk de
toen vijftienduizend inwoners
tellende stad binnen, zoals huur
lingen en lichte vrouwen, om van
ketters nog maar niet te spreken.
Vergeet niet: Luther had in 1517
zijn stellingen tegen de aflaten
handel gepubliceerd in Witten
berg. Het broeide in die dagen,
ook in het hertogdom Gelre. Mijn
vader hield ons daar verre van.
Onze opvoeding was vast even
streng als die van de kinderen
Lotharingen. Ik ging naar de jon
gensschool van de broeders van
het Gemene Leven, die de Moder
ne Devotie van Geert Grote
preekten.
„Maar mijn hart taalde eerlijk
gezegd niet zo naar het groezelige
leven bij de stadsmuur."
„Ik was wel een dartel jong rund,
zoals ik het in mijn Belijdenissen
heb geschreven. Ik kon wraak
zuchtig, driftig, jaloers en trots
zijn en ik haalde net als andere
kinderen kattekwaad uit, ook in
de kerk soms. Maar diep in mijn
binnenste was ik al een serieus
ventje. Ik voelde me al vroeg tot
hogere zaken aangetrokken. Zo
kon ik het uitstekend vinden met
mijn oudtante Reinalda van Ey-
meren uit Arnhem, die wel eens
bij ons thuis kwam. Een echte
mystieke vrouw. Haar boek 'Die
Evangelische Peerie' wordt over
al in Europa gelezen. En met Ma
ria van Hout, die een vooraan
staande rol speelde in de Begij
nenbeweging. Met hen ging ik
liever om dan met anderen die
rijker waren. Hun vermaningen,
adviezen en gebeden schatte ik
zeer hoog en ik sprak graag met
hen over geestelijke zaken."
Vechtjas
Zo zou Peter Kanis, die in 1521 in
Nijmegen geboren werd, op ho
gere leeftijd hebben kunnen
spreken over zijn jeugd in Nijme
gen. Waar hij zijn eigen persoon
beschrijft, zijn het zijn eigen
woorden. Voor de rest zijn het
authentieke gebeurtenissen en
omstandigheden, te midden
waarvan hij opgroeide.
Maar Peter Kanis heeft in de tal
loze geschriften die hij heeft na-
nisi', die Europese kinderen eeu
wenlang van buiten hebben ge
leerd. Hij stichtte colleges, ver
maande dwalende priesters, stak
collega's een hart onder de riem,
berispte zijn eigen vader, spoorde
zijn zus aan tot goede werken,
diende vorsten van advies en
veegde lamlendige kardinalen de
mantel uit.
Generatieconflict
Oecumene was niet aan de orde
in die tijd. Canisius was een man
van rotsvaste duidelijkheid. Pro
testants Europa en de decadente
sector van de rooms-katholieke
geestelijkheid leerden hem ken
nen als een vastbesloten verdedi
ger van het katholieke geloof dat
keer toe burgemeester van Nij
megen was, over zijn zoon? Wist
hij niet dat Peter zich meer aan
getrokken voelde tot het religieu
ze leven? Hij had zelfs een gelofte
afgelegd om ongehuwd te blijven
omwille van het koninkrijk van
God. Zijn lijfspreuk schreef hij
met koeien van letters in een
schoolschrift uit het jaar 1538.
'Persevera', wat Latijn is voor
'volharden, volhouden'. Nadat
hij zijn filosofiestudies had afge
rond, ging hij theologie studeren.
Er zijn sporen van een generatie
conflict tussen de pragmatische
vader-politicus die ieder jaar een
zak met geld uit Lotharingen
ontving, en de puber die vol was
van soberheid en onthechting. In
1536, vijftien jaar oud, schrijft
Peter vanuit Keulen een brief aan
zijn vader, waarin hij een nieuw,
kritisch inzicht omtrent diens le
vensloop laat doorklinken.
„Ik meen dat ik u, levenswijze
vader, wel even moet attenderen
op iets waarop ik tot nu toe niet
heb gelet. Gelukkig de mensen
die al op aarde zichzelf beoorde
len en, als wrekers van hun eigen
ongerechtigheden, vrijwillig met
harde hand tegen zichzelf optre
denDie de genietingen waar
mee zij God hebben beledigd,
compenseren met een strenge le
vensstijl. En die proberen zich
voor God thans klein te maken en
de hardheid van de hun opwach
tende verschrikkkelijke beul te
voorkomen."
Het zou aardig zijn te vernemen
hoe vader Kanis heeft gereageerd
op deze toch wel fikse aanval van
zijn ietwat fanatieke zoon. Maar
hier is niets over bekend.
FOTOVNU
naar zijn overtuiging het enig
ware geloof was. Maar hij was
geen verschrikkelijke fanaat. Hij
was een tegenstander van de In
quisitie en van de Index (de ker
kelijke lijst van verboden boeken
die tot ver in onze eeuw bestaan
heeft). Hij vond dat je je tegen
standers moest respecteren en
naar hen moest luisteren.
Jacob Kanis zag in zijn zoon een
toekomstig jurist en liet hem,
toen hij vijftien was en de Latijn
se school doorlopen had, rechten
studeren in Keulen en Leuven.
Hij had zelfs al een rijke vrouw
voor hem op het oog.
Wat wist Jacob Kanis, de succes
volle politicus die de hertog van
Gelre trotseerde en tot negen
Blij visioen
Petrus Canisius was vol zorgen
over het leven van zijn wereldse
vader, die in 1543 overleed. „Pet
rus vroeg zich af of zijn vader wel
in de hemel zou komen," zegt de
jezuïet Paul Begheyn die een
bloemlezing heeft gemaakt uit de
2420 bewaard gebleven brieven
van Petrus Canisius.
Canisius schrijft zelf ergens dat
hij, geplaagd door de angst dat
zijn vader niet in de hemel zou
komen, een visioen kreeg. In dit
visioen ontving hij de verzeke
ring dat zijn vader en moeder
beiden reeds in de hemel waren.
Deze verzekering van boven moet
de man, voor wie het geloof van
de mens in God het enige echt be
langrijke op aarde is, geweldig
goed gedaan hebben.
Uit de deze maand verschenen
bloemlezing rijst een onverwacht
boeiend beeld op van een man die
sinds zijn heiligverklaring in
1925 altijd een beetje een saaie
dorre heilige is gebleven. De
meeste afbeeldingen van hem
waren gebaseerd op een portret
dat in 1591 van hem gemaakt is,
het jaar waarin hij voor het eerst
een beroerte kreeg: een oud man
netje met ingezakte schouders en
vreugdeloze gelaatsuitdrukking.
De brieven weerspiegelen een vu
rige, strenge, onbevreesde en
door en door eerlijke ijveraar.
Het is hetzelfde beeld dat tot ui-
duiden dus niet op veranderin
gen in opvattingen van mensen,
maar op een soort natuurlijk ver
loop: een komen en gaan van ge
neraties. Dat is een ontnuchte
rende boodschap voor degenen,
die de terugkeer van God al aan
het vieren waren.
Toon
Eerder al signaleerde Peters een
geleidelijke 'horizontalisering' in
geloofsopvattingen. Mensen kij
ken minder omhoog en meer naar
binnen. Al sinds het einde van de
jaren zeventig geeft niet meer de
christelijke levensbeschouwing
in Nederland de toon aan - dat
wil zeggen: het geloof in een per
soonlijke God als bron van het
goede, een God door wie het le
ven, het lijden en de dood een
diepere betekenis krijgen - maar
een zogenaamde binnenwereld-
lijke levensbeschouwing: God
die niet anders is dan het waar
devolle in de mens en de overtui
ging dat de mens zelf zin moet
geven aan leven en dood.
Vooral binnen katholiek Neder
land zijn die 'horizontale' opvat
tingen wijdverbreid. Zozeer
zelfs, dat Peters bijna een kwart
van degenen die zich katholiek
noemen, in feite als ongelovig be
stempelt. Deze groep geeft op
geen enkele manier blijk van
enig geloof in een hogere werke
lijkheid;
Zeven jaar geleden stond veertig
procent van de katholieken te
boek als ongelovig of zwak gelo
vig; daarin leken zij meer op de
onkerkelijken dan op de ortho
doxe protestanten. Bijna de helft
van katholiek Nederland weet
overigens het geloof in een per
soonlijke God soepel te combine
ren met een levensbeschouwing
waarin het uitsluitend op de
mens en op dit leven zelf aan
komt. Ook hier geldt: hoe jonger,
hoe 'horizontaler'.
Als het geloof voor zoveel gelovi
gen al een kwestie is geworden
van zelfredzaamheid en eigen in
zichten, hoeft het niet te verba
zen dat religieuze mijlpalen en
geloofsbetekenissen in het ritme
van het jaar steeds verder weg
zakken. Minder dan de helft van
de Nederlanders kent nog de
christelijke betekenis van Pasen,
zo bleek uit een NCRV-enquête.
Eenderde weet dat op Goede
Vrijdag de kruisiging van Jezus
wordt herdacht. De betekenis
van Pinksteren is nog minder be
kend.
Flexibo's
Toch zeggen theologen, sociolo
gen en andere deskundigen dat
jongeren de laatste tijd meer
open staan voor levensbeschou
welijke zaken. De EO-jongeren-
dag trok de laatste maal dertig
duizend bezoekers, een Youth for
Christ-festival tienduizend be
zoekers en ook bijeenkomsten
voor katholieke jongeren trekken
onverwacht grote belangstelling.
Petrus Canisius zoals Jan Toorop hem in 1925 getekend heeft.
gelaten, weinig aandacht besteed
aan het algemene nieuws dat in
de rumoerige zestiende eeuw dik
wijls een hoge attentiewaarde
moet hebben gehad. Hij had an
dere zaken aan zijn hoofd. Hij
wilde het geloof redden door een
voorbeeld te zijn. Hij werd de
grote voorvechter van de Contra
reformatie in Duitsland. Een re
ligieuze vechtjas die net als de
Augustijner monnik Maarten Lu
ther walgde van de verloedering
in de kerk, maar haar trouw bleef
en geen moeite spaarde om haar
te redden.
De Nijmegenaar Peter Kanis (la
ter gewijzigd in het Latijnse Pet
rus Canisius) was het eerste Ne
derlandse lid van de Sociëteit
van Jezus, die in 1540 was ge
sticht door de Baskische ridder
Inigo de Loyola. Jonge nieuw
lichters die zichzelf en anderen
hoge normen stelden. Jezuïeten
was hun scheldnaam en zo bleven
zij zichzelf noemen. In Keulen en
andere plaatsen had Canisius het
aan de stok met het wereldlijk
gezag, maar ook met de bisschop
pen. De wat ingedutte prelaten
hadden het daar moeilijk mee.
Petrus Canisius doorkruiste Mid
den Europa om verziekte kloos
tergemeenschappen en bisdom
men nieuw leven in te blazen.
(Hij moet 58.000 kilometer ge
reisd hebben volgens iemand die
dat eens uitgerekend heeft). Hij
schreef een katechismus, de 'Ca-
godsdienstige overtuiging.
Peters maakt meer kanttekenin
gen bij de zogenaamde heront
dekking van God en geloof.
(Voorspellen is moeilijk. Het is
in het verleden regelmatig voor
gekomen dat de religie herleefde.
De geest waait waarheen hij wil.
We moeten ook oppassen het ver
re verleden te idealiseren; alsof
de religie al eeuwen gestaag in
betekenis afneemt." Het buiten
gewoon hoge niveau van kerke
lijke betrokkenheid in de jaren
vijftig en zestig was het resultaat
van succesvolle religieuze mas
sabewegingen die opkwamen in
de tweede helft van de negen
tiende eeuw.
Verder krijgen New Age en ande
re levensbeschouwelijke bewe
gingen de laatste tijd veel aan
dacht in de media. Managers la
ten zich op dure cursussen en bij
eenkomsten geestelijk herboren
worden. Zo ontstaat het idee dat
God weer in is.
Hier en nu
De plotselinge media-aandacht
voor wat altijd al bestond, kan
een probleem zijn voor onderzoe
kers. Als zij nu meningen peilen
over religie, is het de vraag wat
zij meten: veranderde opvattin
gen in de samenleving of de in
vloed van televisie en kranten op
de mening van mensen?
In vrijwel elke moderne samenle
ving lopen kerklidmaatschap en
kerkbezoek terug, wordt het tra
ditionele geloof minder
sterk, verschuift binnen de
geloofsopvattingen het ac
cent van het bovennatuur
lijke en het heilige naar
het leven hier en nu,
neemt het belang van
godsdienst en levensbe
schouwing in het leven van
mensen af en wordt de
maatschappelijke beteke
nis van kerken en gods
dienst minder. Voor deze
processen gebruiken so
ciologen de term seculari
satie. De vakgroep socio
logie van de Katholieke
Universiteit Nijmegen
brengt die verschillende
ontwikkelingen sinds
1979 in kaart, als onder
deel van het zogeheten
SOCON-onderzoek (so
ciaal-culturele ontwikke
lingen in Nederland).
Wat blijkt? Het kerklidmaat
schap en de maatschappelijke
betekenis van religie blijven ge
staag afnemen; de afbrokkeling
aan de randen gaat door, maar
binnen de kerken lijkt de secula
risatie de eerste helft van de ja
ren negentig te zijn gestopt. Het
kerkbezoek nam praktisch niet
meer af, het percentage mensen
met een sterk christelij-
;e geloof evenmin en van
legenen die zich katho-
Liek, hervormd of gere-
Eormeerd noemen, nam
het christelijk geloof
zelfs iets in kracht toe.
Maar oudere generaties
sterven uit, jongere ge
neraties komen in hun
plaats en elke jongere
generatie is minder
godsdienstig opgevoed
dan de vorige. Door
gaans besluiten jonge
ren voor of rond hun
twintigste wel of niet
meer naar de kerk te
gaan; daarna komen
ze maar zelden op die
foto de stem/ beslissing terug.
johan van gurp Deze generatiever-
vanging blijkt de
hoofdmotor te zijn
van het secularisatieproces in
Nederland. Een hulpmotor is het
stijgende opleidingspeil van de
bevolking. Tezamen veroorzaken
ze een stille revolutie. Allerlei in
cidenten waarbij kerken betrok
ken zijn, blijken daarentegen
nauwelijks van invloed op de
mate van gelovigheid.
De processen van ontkerkelij
king en afnemende gelovigheid