Een boek van een ontevreden kijker Dpo/ec INTRQLS idewerker(m/v)| Monumentale overzichtsexpositie van Amerikaanse kunstenaar Jasper Johns in Museum Ludwig in Keulen ËSTEM GIDS )nge enthousiaste atie sturen naar: B.V. 00 BM Roosendaal >mer Diederik Kraaijpoel herschrijft de kunstgeschiedenis ING bv „.EIDER m/v rs wtb ITEURS m/v RIL 1997 x 791 I I I I I ZATERDAG 19 APRIL 1997 in Afsluiters Actuators I Europese markt. bhoren: broducten, testen, uitvoeren van nrbereidende werk t.b.v de Jinimaal LBO opleiding (gelijkwaardig. pE Groningse Imistcriticus Diederik |(raaijPoel schrijft de I boeken van de I.„„tevreden kijker'. Ij,zijn nieuwe boek 'Was Pollock kleurenblind?' Herschrijft Kraaijpoel Ije kunstgeschiedenis. joor Gerrit van den Hoven ontmoeting in het Gro- LrMuseum ziet hij niet zit- FAch, daar is toch geen bal Bovendien hebben ze en beleid." Kraaijpoel uit Gronin- LjJ'bet enfant terrible van de tiende kunst in Nederland. In De Nieuwe Salon uit hij de 'kongsie' van Ljdirecteuren, ambtenaren Were kunstpausen, die alleen Ijoderne kunst als hedendaags Lwen en de rest buiten de Widen. jjjn recent uitgekomen boek Pollock kleurenblind? richt jjijpoel zich op de kunstge- (jedenis. Want met die ge- Irfschrijving is van alles mis. I kunstenaars flikkert hij Je vuilnisbelt (Kounellis, Beuys), het museumbe- jt aan 'McDonaldisering' fcitkunstonderwijs is ook een ^inhet moeras gezonken. Nuances ir waar De Nieuwe Salon er t inhakt, laat Was Pollock ablind? toch meer nuances a „Ja, het gaat over de kunst- Jiiedenis. Dan heb je het over Ejangere periode, er is meer af- TbJ en bezonkenheid nodig." [opwekking tot herschrijving' it Kraaijpoel zijn laatste „Erts een vals geschiedenis- lid en valse geschiedenis kan lu tot wanbeleid. Zolang die geschiedenis blijft staan, blijft dat beleid zo. Dus moet je de geschie denis aanvallen." Hij ontvangt de journalist in zijn atelier net buiten het centrum van Groningen. Een oude boerderij, opgeslokt door de stad. Veel kunstboeken langs de wand. Aan de kunstacademie Minerva in Groningen doceerde Kraaijpoel (1928) kunsthistorie en kunstbe schouwing en gaf les in tekenen en schilderen. En hij is schilder van wat hij zelf noemt 'romantische natuurtaferelen'. In Amsterdam volgde hij een op leiding tot tekenleraar. Werkte in het middelbaar onderwijs als te kenleraar en kwam later terecht in Groningen. „Hier ben ik blijven hangen. Het is rustiger hier. Als ik in Amsterdam zou wonen, ken je te veel mensen. Iemand afkatten met wie je de avond tevoren een borrel heb gedronken, is heel pijn lijk. Ik krijg weieens een uitnodi ging, maar die wimpel ik af. Kan ik ze naderhand niet hun vet ge ven." Boom 'De kampioen van de miskende kunstenaars' is hij ooit wel eens genoemd, vanwege zijn pleidooien voor kunstenaars die figuratief schilderen. Volgens hem zijn er echter geen miskende kunste naars. Liever noemt hij zijn ge schriften 'boeken van een ontevre den kijker'. „De nieuwe kunstgeschiedens moet opnieuw geschreven wor den," doceert hij. In zijn boek heeft hij de kunstgeschiedenis als een boom getekend. De stam is de eigenlijke traditie en daar zullen we weer naar terug moeten. „Het idee van de avant-garde als recht matige opvolger van de voorgaan de kunst deugt niet, het is een scheef idee. Het is een tak, niet de boomstam zelf, zoals nog steeds gedacht wordt. Maar op een gege ven moment kun je op zo'n tak niet meer verder. Op dat punt be vinden we ons nu met het moder nisme. Alles is gedaan. Carl Andre en Donald Judd willen verder waar Mondriaan vastliep en de kunstgelovigen willen dat goed praten. Maar die vloerplaten van Andre, die blokkendozen van Judd, iedereen ziet dat het niets is." Het postmodernisme dan? „Dat is iets dat aan de uiteinden van het modernisme zou moeten zitten. Maar het is geen vervolg op het modernisme. Als je het analyseert, zie je dat er niets nieuws aan is." Kwaliteit Hij zegt sterk te neiging te hebben om zuiver op het kunstwerk af te gaan. „Daar moet je mee oppas sen, want dan vinden ze je forma listisch. Kunst als commentaar op de samenleving is tot mislukken gedoemd. Neem Guernica van Pi casso. Als kunstwerk is het mis lukt. En heeft het de wereld ver der geholpen? Hebben de mensen van Guernica er iets aan gehad?" Je kunt wel in de kunst over kwa liteit praten, volgens Kraaijpoel. „Naarmate het kunst van langer geleden is, wordt daar minder over getwist. Het kan niet zo zijn dat nu nog een onbekend genie uit de tijd van Rembrandt wordt ont dekt. De expositie van werk van Alma-Tadema in het Van Gogh Museum is nou een voorbeeld van herschrijving. Herschrijven krijg je pas door exposeren, niet door het schrijven van boeken. Daar is Ronald de Leeuw, oud-directeur van het Van Gogh, tien jaar mee bezig geweest. Hij haalde schil ders de geschiedenis in. Zo hoort het ook. Dat de geschiedenis van de laatste honderd jaar niet her schreven is, komt omdat in de kunstwereld orthodoxie heerst. Men wijkt niet van ingenomen standpunten af. Dat is alleen maar met de Sovjet-Unie of Mao-China vergelijkbaar. Internationaal is het proces al jaren aan de gang." Toen hij in de jaren zestig met zijn motorfiets door Europa reisde zag hij dat de schilderijen van Caspar David Friedrich weer op zaal hin gen. „Nu wordt-ie als de evenknie van Turner gezien. Friedrich was van midden vorige eeuw. Recent is Alma-Tadema opgegraven. Einde vorige eeuw. Maar verderop stokt het nog. Terwijl er nog volop te verschuiven en te herwaarderen valt." Hij noemt de Scandinavische in terieurschilder Hammershoi. „Zo zijn er nog meer. Arnold Böcklin bijvoorbeeld, die is alleen nog in Bazel geëxposeerd." Geloof Hij vergelijkt de huidige, moderne kunstwereld met de katholieke kerk. „Je hebt steeds dezelfde hei ligen. Dat is bangelijkheid. Ze durven niet iets anders te laten zien dan him collega's. Neem nou dat nieuwe museum in Maast richt, daar zie je precies hetzelfde rijtje kunstenaars terugkomen. Mangold, Merz, Kounellis, Le- Witt. Maar die kun je overal zien. Als het nieuwtje eraf is, komt er ook bijna niemand meer." Hij ziet wel iets in het idee kunst beter te verdelen. Alle Mond- riaans bijeengebracht in Den Haag bijvoorbeeld. „Maar ja, dat gebeurt toch nooit, elke museum directeur houdt vast aan zijn ei gen collectietje." De kruistocht van Kraaijpoel is niet onopgemerkt gebleven. Zijn polemische schrijfstijl wekte er gernis. „Het is mijn burgerplicht mijn mond open te doen. Ik vind het ook leuk om te zeggen wat ik vind. Dat sommige mensen mijn bloed wel kunnen drinken, dat moet dan maar. Toen kunstcriti cus Anna Tilroe in de Volkskrant heel kwaad werd en me een smiecht noemde, werden een week later van De Nieuwe Salon vijf honderd exemplaren meer ver kocht. Iedereen wilde dat vieze boek kopen." De reacties op zijn nieuwe boek zullen ook niet mals zijn, ver moedt hij. „Het zijn gelovigen. Kritiek zien ze als een bedreiging. Daarom worden ze ook zo kwaad. Dat is goed. Als iedereen het prachtig zou vinden, zou er iets mis zijn." D. Kraaijpoel: Was Pollock kleurenblind?. Uitgeverij Veen, 45. De Groningse kunstcriticus Diederik Kraaijpoel herschrijft in zijn nieuwe boek de kunstgeschiede nis. FOTO WFA schroomt niet om beslissingen te nemen. Wij stellen hoge eisen aan onze projectleiders. Maar daar tegenover staat een prima salaris en goede secundaire arbeidsvoorwaarden. Daarnaast biedt Polec u een enorm uitdagende functie binnen een collegiale, informele en stimulerende organisatie. Herkent u zichzelf? Dan nodigen wij u uit bij ons te solliciteren. Wij zien uw sollicitatiebrief, voorzien van uw CV graag binnen 10 dagen tegemoet bij: Polec, t.a.v. de heer A.P. Broos (Regio Directeur Zuid Nederland), Keizersgracht 12, 5611 GD Eindhoven. Voor meer informatie kunt u telefonisch contact opnemen met de heer A.P. Broos, telefoon (040) 245 58 33. technici voor projecten projecten voor technici de VNP en aangesloten bij de VRO ïbureau in Fijnaart dat gespecialiseerd nes incl. de bouw daarvan. Het t gebruik van een 15 jaar lange |9001 gecertificeerd en worden alle Tojecten worden gerealiseerd voor o.a. en overheidsinstellingen, opdrachtgevers en het daarbij zoek naar: HTS wtb soortgelijk bedrijf een pré. binnen een onderneming waarin alleen net ons een gezonde groei mee willen prima salaris met goede secundaire tieve pensioen-, ziektekosten en een met Bom Engineering bv op te nemen land adres te richten: gers 0168-46 44 78 ISchilderen met 'hamer en schroevendraaier' 1 belangrijkste idendaagse kunstenaar noemt curator Kirk Varnedoe Jasper Johns. I Het imposante, door ('amedoe samengestelde retrospectief van llns is momenteel in Museum Ludwig in Keulen te zien. tor Gerrit van den Hoven |S filosoof Ludwig Wittgen- gebruikt een gereed- iapskist als metafoor voor F Zo'n kist bevat een verza dig werktuigen en acces smet geen ander gemeen telijk kenmerk dan dat fgebruiker er 'iets' mee kan f .fflag naar gereedschap is on- K ie kist bevat verschillen- |s»rten gereedschap waarvan Iwekenis pas tot stand komt pinet gebruik. T {een hamer kan vinden om P spijker in de muur te slaan, f® beitel pakken. Of je het noemt of beitel, het erom dat die spijker de "F ui gaat. Met taal is het net I oorden krijgen pas beteke- ie context. Het is een prag- f*e. dat de taaltheorieën P Wittgenstein kenmerkt, wierikaanse beeldend kun- aar Jasper Johns ontdekte de "ivan Wittgenstein begin ja- ,'g- Dat Wittgenstein Jo- OtlnsPireerd heeft, leidt geen JvMet name diens idee over t ®isloosheid, het niet a THvastijggMj van betekenis- °et de schilder hebben ge- Btad net een vliegende start Target with four faces' (1955). gemaakt met zijn schilderijen van vlaggen en schietschijven. Een vlag die geen vlag is maar een schilderij, maar toch ook een vlag is. Toen Johns Wittgenstein ontdek te, had het volgende motief zich net aangediend: de landkaart. Een landkaart krijgt pas beteke nd 992-1995). FOTO'S VGBILD-KUNST nis als de gebruiker weet wat de symbolen betekenen. De land kaart als schilderij verliest zijn functie, maar fungeert weer wel als schilderij. Bovendien blijft de kijker een landkaart zien. Voor Johns zou de weg duidelijk zijn en ook duidelijk blijven. Op de grote overzichtsexpositie van Johns, eerder te zien in Modern Museum of Modern Art (Moma) in New York en die later nog naar Tokyo gaat, is nauwkeurig te vol gen hoe de motieven, de land kaarten, schietschijven, num mers, vlaggen en nog veel meer andere tekens in het werk van Jo hns fungeerden als richtingwij zers, mogelijkheden om steeds nieuwe schilderijen, nieuwe mo tieven te ontdekken. „Een ding kan soms aanleiding zijn om een ander ding te maken. In veel gevallen vind je dan in het nieuwe werk, als een soort onder werp, een verwijzing naar het ding dat je zag. En omdat schil derijen veel aspecten gemeen schappelijk hebben, kan het wer ken herinneringen aan andere schilderijen oproepen. Deze gees ten benoemen of schilderen is vaak een manier om een einde te maken aan het doorzeuren er van," zei Johns zelf in 1982. Pop art Jasper Johns wordt algemeen be schouwd als de kunstenaar die de verbinding zou vormen tussen pop art en het Amerikaanse ex pressionisme van de jaren vijftig. Dat beeld wordt door deze over zichtsexpositie gecorrigeerd. Jo hns heeft eigenlijk maar heel weinig van doen met pop art. Slechts in enkele vroege werken valt een link te ontdekken met het werk van kunstenaars als An dy Warhol en Roy Lichtenstein. Maar wie de werken van Johns in hun samenhang bekijkt, zal on middellijk moeten vaststellen dat Johns veel rijker en dieper is dan pop art ooit heeft willen zijn en ziet hoe veel meer Johns met zijn motieven doet, hoe hij ze in een andere context een gewijzigde betekenis meegeeft. Neem bijvoorbeeld de ster, in de Amerikaanse vlag fungerend als symbool voor een Amerikaanse staat en in die hoedanigheid re gelmatig opduikend in Johns vroege schilderijen. In Perilious Night uit 1982 is ook zo'n ster te zien, maar nu hangt-ie aan een - geschilderde - spijker verfom faaid te drogen als een natte sok na een draaibeurt in een wasma chine. Het is een klein detail, maar zo zijn er talloze voorbeel den te vinden. Een tocht langs de meer dan tweehonderd schilde rijen, collages, drukken en sculp turen van Johns in Ludwig lijkt af en toe op een onoplosbare puz zel met zijn vele interne en exter ne verwijzingen. Verwijzingen Die vele verwijzingen hebben ook geleid tot vele visies op en in terpretaties van het werk van Jo hns. Meters boeken zijn al ge schreven over Johns - door ex positie-samensteller Kirk Varne doe, directeur van Moma, om schreven als de belangrijkste he dendaagse Amerikaanse kunste naar. Het leuke aan al die verschillen de interpretaties is dat je er nau welijks houvast aan hebt, iedere toeschouwer moet zelf zijn eigen interpretatie maar zien te vinden. Elke visie lijkt discutabel of kan zo ingeleverd worden tegen een andere. Zo hebben de samenstellers van de expositie zich gewaagd aan een interpretatie van het als sleu telwerk omschreven vierluik Un titled uit 1972. Blijkens een in de zaal opgehangen tekst zou de ontwikkeling van het doek zich langzaam voltrekken vanuit het meest rechterdeel, waarbij deel 2 en 3 als het ware gespiegeld zou den zijn. Dat lijkt plausibel. Maar net zo aannemelijk is het om het schilderij als een soort constructie te zien, een soort li chaam dat langzaam vorm krijgt in vier lagen waarbij het rechter deel de grondvorm is. Droom Jasper Johns - op 15 mei 1930 in Augusta, Georgia geboren - was het enige kind van de boer Willi am Jasper Johns en Jean Riley Johns. In 1954 trok hij naar New York met als geen ander doel dan kunstenaar te worden. Het onderwerp voor zijn eerste vlag kwam als een droom, vertel de hij later. De volgende dag kocht hij de spullen, om er achter te komen dat de meubellak waar mee hij aanvankelijk werkte te snel droogde. Daarom kwam hij op het idee hete was te gaan ge bruiken die hij op krantenpapier smeerde. Het zou zijn handels merk worden. Zijn eerste expositie met schilde rijen van vlaggen en schietschij ven in 1959 bij galerie Leo Cas- telli was meteen een daverend 'Map' (based on Buckminster Fullers Dymaxion air ocean world) (1967-1971). 'Flag on orange field' (1957). succes. Alfred Barr, directeur van Moma, kocht een aantal schilderijen en critici spraken van neo-dadaïsme. De vlaggen van Johns deden hen denken aan de ready mades van Duchamp. Een betere start kon Johns zich niet wensen. Met de thema's en motieven kon hij ook jaren vooruit. Pas begin jaren zeventig lijkt hij zijn han delsmerk te gaan wijzigen. Er ontstaan grote, kleurrijke arce ringen in een soort kruisvorm. Dat lijkt een grote verandering, maar opvallend is te zien hoe dicht dat werk uit die nieuwe pe riode bij zijn oude werk staat. Het zijn in feite de stripes-motie- ven, die Johns heeft omgekeerd. In deze periode gaat hij zich ook nauwer richten op de (Europese) kunstgeschiedenis als zodanig. Zo verwijst de titel Weeping Wo man naar een schilderij met de zelfde titel van Picasso uit 1937. Nieuw leven De volgende stap maakt Johns in de jaren tachtig. Op In the Studio (1982) en Perilious Night blaast Johns zijn aloude techniek om objecten en latten op zijn schil derijen aan te brengen nieuw le ven in. De werken uit deze perio de lijken haast op stukken muur uit zijn studio. De kruismotieven zijn er met - geschilderd - plakband op aangebracht, alsof hij wil zeggen dat die periode achter hem ligt en hij nu verder is. Hij verwerkt allerlei eerdere motieven uit zijn werk: een doodshoofd, geschilderde spij kers en schroeven, plattegronden en vlaggen, maar citeert en ver wijst ook naar anderen. De uit de perceptie-psychologie bekende illustratie met de jonge of oude vrouw is te zien, de Mona Lisa, galeriehouder Castelli en Munchs 'Schreeuw'. Via het in drukwekkende vierluik Summer, Fall, Winter, Spring (uit 1985) eindigt de expositie met twee re cente grote werken uit het mid den van de jaren negentig, waar op ook die 'Europese kunst'-pe- riode terugkeert. Recyclen Het is een constant soort recyclen wat Johns hier doet. Goed is te zien hoe alles steeds net weer an ders terugkeert in zijn werk. Geen verfstreek, geen lijn lijkt spontaan te zijn gezet. Alles grijpt in elkaar, houdt verband met elkaar. Als Johns een dichter zou zijn, zou je zijn dichtwerk hermetisch moeten noemen. Johns geheimtaal maakt hem ook ongrijpbaar. Hij heeft zijn eigen logische taal gecreërd, die ner gens naar verwijst dan naar zich zelf. Hij is de vormgever die schildert met hamer en schroe vendraaier, construeert en ver bergt. Zijn schilderijen gaan over kijken en met Wittgenstein deelt hij het wantrouwen in de moge lijkheid om met taal, met kunst, überhaupt betekenis te geven. Een schilderij is een plat vlak waar verf op is gesmeerd. Voor Johns is het doek meer, oneindig veel meer. Hij is erin geslaagd zijn eigen kosmos te creëren en het is fascinerend om te zien hoe die in verf verpakte wereld tot stand is gekomen. Jasper Johns, Retrospective. Museum Lud wig, Bischofgartenstr. 1, Keulen. Tot en met 1 juni. Open: di 10.00-20.00 uur; wo t/m vrij 10.00-18.00 uur; za en zo 11.00-18.00 uur. Catalogus DM 59. 'Untitled' (1972).

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 37