■HSI Opkomst en verval van een grote vestingstad vaessen Vedioi ERPER (M/v) Keizer Karei V gaf 450 jaar geleden toestemming tot aanleg van de Sasse Vaart ZEELAND C4 ASB 1997 OESTEM I I ZATERDAG 12 MAART 1997 Iment, for ASB i van de volgende Vij hebben regel- s MEAO'ers in alle tijd aan het werk, tere relaties in |ar afgestudeerde seconomte of for langere tijd aan tatig werk voor u! Opdrachtgevers zijn ndidaten, die zowel /oor langere of kor- 1 u een afgeronde aantal jaren rele- zo snel mogelijk ia. Wij zoeken erva- itatieve kandidaten, Ir langere tijd aan }e, bel dan zo snel Info: Breda. <(st)er. Voor diver- fig kandidaten, die ge achtergrond op voorkeur kandida- Jministratie kunnen bel dan voor een «delingen. Voor di- naar kandidaten die ■tverlenend zijn ge- [ngere tijd, zowel op aeschikbaar, neem net ons op. Info: jen. Voor een rela- hdaal zoeken wij Jin het bezit is van ïgestudeerd is aan Ben Verzekerings- kom dan snel lang? P ndaal. /oor diverse relaties fte spoed op zoek i voor inpak- en betreft vacatures rowel in dag- als Ise? Schrijf u dan Pen relatie in Roos- fulltime, parttime en 'pt schoonmaken van |gendienst, voor lan- Info: Roosendaal. Vij zijn op zoek naar javonden en de bent voor langere |f, commercieel en bestendig en flexi- |l dan voor een af- lontact opnemen 53c, Roosendaal, ekenweg 80, Breda. over een eigen ontwerp- en n totaal 14 werknemers. U gaat gebied het gezicht bepalen van U onderhoudt in samenspraak de contacten met potentiële overlegt binnen en buiten de uiteenlopende disciplines ontwerp-oplossingen te sgeleidt na definitieve opdracht gs de tekenkamer en de ing. Voorts adviseert u onze >ver materiaalgebruik en :n en bezoekt u desgewenst leringen. len creatieve geest, uitstekende ischappen en u deinst niet terug presentatie. U bezit een ie van Bouwkunst, danwel T.U. udeerrichting Architectonisch ent thuis in C.A.D. hiervoor een interessante baan arbeidsvoorwaarden. 14 dagen een handgeschreven lum vitae naar Vaessen Algemeen Postbus 239, donksveer, t.a.v. de heer mans, commercieel directeur. Waar ligt de toekomst van Sas van Gent? Eugène Sarneel, voorzitter van de plaatselijk heemkundige kring, krabbelt eens achter zijn oren. Vraag iets over de geschiedenis van Sas en hij weet het. Maar de toekomst dat is andere koek. „De overschakeling van industrie- naar woongebied," zegt hij na enig nadenken. Dan moeten er wel betere verbindingen komen met het Belgische achterland. Een soort sneltram van en naar Gent of het doortrekken van busverbindingen over de grens heen. Wij hebben vroeger gouden tijden beleefd, dat moeten wij weer terug zien te krijgen." Door Rein van der Helm Eugene Sarneel wijst op een kaart uit de zeventiende eeuw aan, waar zijn huidige woonhuis (Oostkade 25) gesitueerd is. verbinding, maar dan I met de zee, was op 26 mei 1547 de ■reden waarom keizer Karei V toe- I stemming gaf tot aanleg van de I Sasse Vaart een rechtstreekse l tussen Gent en de Hont (IVesterschelde). Daarvoor werd Joos Hamerlincxdijk een I sluis (sas) gebouwd. Sas van Gent I bestaat dit jaar precies 450 jaar len dat wordt bescheiden gevierd. I De viering van de ingebruikname Ivan de Sasse Vaart op 4 april 1 1563 ging met meer feestgedruis I gepaard. Schipper Pieter Jacob- n Zoetemelk verwierf zich een aats in de geschiedenis door als eerste gebruik te maken van de sas van Gent en zo rechtstreeks I van de zee naar Gent te varen. I De vreugde was van korte duur. I De Tachtigjarige Oorlog (1568- e roet in het eten. „Die oorlog is in onze omgeving uitgevochten. Hier hebben de le-4"-* voortdurend tegenover el- r gestaan. Over en weer is Sas van Gent in Staatse of in Spaanse m," zegt Eugène Sarneel. „In 1572 nemen de Watergeuzen "as in en wordt de sluis verde ed door vier torens." p een kaart in de Maquettezaal I van cultureel centrum De Speije J is een afbeelding van die situatie den. n in 1583 valt Sas van Gent in I Spaanse handen. En bevelhebber I Famese begint onmiddellijk met I èet versterken van Sas van Gent. I fc plaats had een belangrijke I strategische betekenis. I Jjt Spanjaarden zijn dus eigen- begonnen om Sas meer te be veiligen," vervolgt Sarneel. De militaire activiteiten trekken op Bn beurt weer burgers aan die er I werken als schepentrekkers, I sjouwers, handlangers voor di- I verse diensten en niet te vergeten Papenburg I .Die mensen woonden buiten de muren van de directe verdediging I van de sluis. Ze woonden op Ra- ™"burg. Volgens mij een naam afstamt van het Franse woord I rapaille (mensen van laag allooi). I waren die mensen belang- I "ft en tijdens het Twaalfjarig Bestand van 1609-1621 kregen de Spanjaarden volop gelegenheid Sas als vesting uit te bouwen. Ra penburg werd ommuurd. Maar niet alleen dat. Naar het oosten en westen van Sas regen de Span jaarden een keten van forten en verdedigingswerken aaneen. Op elke 400-500 meter had je wel een verdedigingswerk. Dat is het ei genlijke begin van Sas van Gent als vestingstad." Hoe sterk de vesting ook was toch slaagde Frederik Hendrik er in 1644 in Sas van Gent op de Span jaarden te veroveren. „De ene zei toen: Sas is bevrijd, de ander zei: veroverd. In Sas van Gent was men katholiek gebleven en het eerste dat Frederik Hendrik deed was onze kerken en en rechten af nemen. Alle belangrijke baantjes gingen nh'ar mensen die lidmaat van de hervormde kerlc waren," ■zegt Sarneel. Bij het einde van de Tachtigjarige Oorlog werd de grens tussen de Noordelijke en de Zuidelijke Ne derlanden getrokken op de plaat sen waar legers tegenover elkaar stonden. „Hoe grillig de linies ook liepen, daar werd de landsgrens bepaald. Er zijn wat kleine wijzi gingen geweest maar grotendeels is dat de nog steeds bestaande grens tussen Zeeuws-Vlaanderen en België," zegt Sarneel. Poort op slot Frederik Hendrik ging door waarmee de Spanjaarden waren begonnen. Het verder versterken van Sas van Gent. Alleen de bete kenis van de vesting werd anders. Sas van Gent als Poort van Vlaanderen werd Sas van Gent als Slot van Vlaanderen. „De ves ting werd uitgebouwd tot een van de sterkste, mooiste en grootste van West-Europa, Zelfs vanuit Rusland kwam men kijken hoe hier werd gebouwd. Het was iij die tijd ook echt iets bijzonders. In 1750 was Sas van Gent wat dat betreft op zijn hoogtepunt." Een nauwgezet gemaakte ma quette geeft in De Speije een beeld hoe Sas er toen uitzag. Met aanwijsstok loopt Sarneel er om heen en wijst nog herkenbare plekken aan. Zoals het bolwerk Een ets van de Sasse vesting. Generaliteit, waarvan een deel van het ondergrondse gangenstel sel nu een toeristische attractie is. Een van de weinige restanten van wat eens een trotse vestingstad was. „We hadden in die tijd meer mili tairen dan gewone burgers. Huursoldaten, die overal van daan kwamen. Zwitsers, Duitsers en Nederlanders uit alle wind streken. Daardoor komt het dat het dialect van Sas van Gent zo anders is al elders in Zeeuws- Vlaanderen. De vesting was geï soleerd waardoor er eigenlijk weinig contact met de directe om geving was. Westdorpe en Sas lig gen dicht bij elkaar toch verschilt het dialect dag en nacht." Napoleon Verschillende keren werd Sas van Gent belegerd. Spaanse en Oos tenrijkse successie-oorlogen gin gen niet onopgemerkt voorbij. Nadat de Fransen al in 1747 Sas een keer bezetten, kwamen ze aan het eind van de 18e eeuw nog een keer, maar bleven toen langer. „De inname ging gemakkelijk," vult mevrouw Sarneel-Antheunis haar man aan. „Alle kopstukken waren vertrokken. Burgemeester, schepenen, secretaris en predi kant. Plus de beurtschipper, want die moest die lieden vervoeren. Het archief ging naar Middel burg." Sas van Gent maakte deel uit van het Departemendt de l'Escaut en werd een Franse garnizoens plaats. De Fransen begonnen met de ontmanteling van de vesting. „Napoleon hoogstpersoonlijk heeft in 1810 die werkzaamheden stopgezet. Hij was toen in Sas, heeft nog gegeten in het laatste huis van de Oostkade, wat nu nummer 31 is." Na de val van Napoleon werd de ontmanteling voortgezet. Het ging vooral hard nadat Willem I op 17 december 1824 had beslo ten een kanaal naar Terneuzen te graven waardoor Gent weer een ALGEMEEN BOUWBEDRIJF B rechtstreekse verbinding met de zee kreeg. De daarop volgende eeuw kalfde de vesting steeds meer af. „Het heeft meer dan honderd jaar geduurd maar er is weinig meer van over." Spijt klink door in de stem van de hartstochtelijke heemkundige. Sloop Had Marije, de eerste burgemees ter van Sas, zich rond 1830 nog hevig verzet tegen afbraak, zijn collega Stevens in 1880 dacht daar anders over. „Sas kon de vesting kopen van het rijk en deed dit om de zaak te slopen. De gemeente had geen uitbreidings mogelijkheden en door het slopen van de wallen werd de woonkern vergroot. De Gezondheidscom missie beval bovendien sloop van de wallen aan, want dan zou er meer frisse lucht in Sas komen," zegt mevrouw Sarneel enigszins sarcastisch. Stukken van de vesting werden verkocht aan particulieren met de verplichting er een stuk vesting gracht bij te kopen. „Dat werkte verdere afbraak in de hand. Door het dempen van de grachten kreeg men er immers een tweede stuk grond bij. Er waren ook twee huisgezinnen die delen van de vesting van de gemeente pacht ten, afbraken en de vrijkomende stenen weer verkochten. Die heb ben er jarenlang een broodwin ning aan gehad," weet Sarneel. Eind vorige eeuw is de Paarde- vest gedempt met resten van het bolwerk Generaliteit, waardoor een deel van het thans weer 'her ontdekte' gangenstelsel voor het eerst zichtbaar werd. De sloop duurde tot de crisisjaren dertig deze eeuw. „Ondanks pro testen van de stichting Menno van Coehoorn werd in een werk verschaffingsproject nagenoeg alles wat nog restte van de ves ting gesloopt," zegt mevrouw Sarneel. Industrialisatie Parallel aan de ontmanteling van de vesting deed de industrialisa tie zijn intrede in Sas van Gent. De plaats kreeg een weg naar Gent, een weg naar Terneuzen (1853) en een spoorverbinding in 1863. „Wegens de hevige armoede noemde men Sas van Gent in het midden van de vorige eeuw nog Sas van Ellende. Dank zij de in dustrialisatie - de ene na de ande re fabriek verrees - kon er einde lijk geld verdiend worden. Het was gedaan met de armoe. Niet alleen nam de werkgelegenheid toe, Sas kende aan het eind van de vorige eeuw ook een grote be volkingsexplosie. Sas profiteerde van de industrie, al zaten er scha duwkanten aan. „De meeste fabrieken werden ge sticht met Belgisch kapitaal, waardoor er veel Belgen, die goedkoper werkten dan de Ne derlanders, hier kwamen werken. En dat bracht weer wantoestan den met zich mee. Ploegbazen van fabrieken hadden thuis een win keltje annex wisselkantoor. Met natuurlijk eigen tarieven. En wie bij zijn ploegbaas zijn guldens niet wisselde -voor franken, kon naar zijn werk fluiten," illus treert Sarneel. In het begin van de twintigste eeuw was Sas van Gent het in dustriële centrum van Zeeland. Stijfselfabriek, suikerfabrieken (waarbij de eerste van Neder land), textielfabrieken, chemi sche industrie, glasfabriek. En daarom heen nog tal van kleinere bedrijven, zoals twee borstelfa briekjes. Die brachten bedrijvig heid en de karakteristieke 'huis- geur' van Sas van Gent met zich. „Daartegen is nooit tegen gepro testeerd, al rook je de stijfselfa briek zelfs op zondag wanneer de productie stillag. En als de bie tencampagne begon, hing de weeë geur van bieten over Sas. Daar werd geen probleem van ge maakt, het betekende inkomen," zegt Sarneel. Belgen „In 1935 waren er zeven tien/achttien grote fabrieken," zegt mevrouw Sarneel, die mo menteel archiefonderzoek doet naar de industrialisatie van Sas van Gent. „Met toch wel veel Bel gisch personeel en mensen van buiten Sas. Stijfselfabriek 1935: arbeiders in dienst: 51 Sassen- FOTO'S WIM KOOIJMAN aars, 98 Belgen, 61 mensen uit an dere Zeeuws-Vlaamse gemeen ten. Bedienden: 26 uit Sas van Gent, 23 uit België," leest zij op van een papier. De aanwezigheid van de Belgen riep, omdat zij goedkoper wilden werken, regel matig spanningen op. Spannin gen die ook bestonden tussen de verschillende vakbonden. Mijn vader werkte op een van de fa brieken en dat is mij met de pap lepel ingegoten," zegt mevrouw Sarneel. Na de Tweede Wereldoorlog is Sas weer een beetje opgekropen. „Zoals voor de oorlog, toen de in dustrie hier op zijn hoogtepunt was, werd het echter niet meer. En geleidelijk aan verdwenen fa brieken." Sarneel wijst op een verdwenen instituut als De Walsenmolen, de meelfabriek die in 1840 met de aanschaf van een stoomkorenmo- len de aanzet tot de latere indus trialisatie gaf. De suikerfabrie ken die zijn verdwenen. „Op zich rendabele bedrijven, waar winst werd gemaakt, maar die toch om onnaspeurlijke eco nomische redenen hun deuren moesten sluiten. Dit nadat de noodlijdende textielfabrieken al lang hun poorten hadden geslo ten." Wat nu? Sarneel denkt dat het mogelijk moet zijn om de verbin dingen met het Belgische achter land zodanig te verbeteren dat er weer meer Belgen komen. Ont wikkeling tot grenskoopstad zo als Sluis en Hulst, is volgens hem ook mogelijk voor Sas van Gent. „Die loop zat er vroeger wel in. We hebben hier heel veel winkels gehad en gouden tijden gekend. Het was hartstikke druk, Sas leefde eigenlijk van de Belgen. Dat is nu totaal verdwenen. Door betere verbindingen, een tram- of buslijn naar Gent, kan de Belg misschien de weg naar Sas weer vinden. Zonder parkeerproble men want dat is het euvel van de ze tijd. „Die rechtstreekse verbindingen zijn mogelijk. Dat is te doen. En dan komen er gegarandeerd meer Belgen. Niet alleen naar Sas, maar ook naar Terneuzen. Het zou eigenlijk voor de hele Ka naalzone een goede zaak zijn." '^gangenstelsel onder het Generaliteitsbolwerk. Maquette van Sas van Gent op zijn sterkst, met zicht op de Oostkade.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 27