n Een schrijver uit Albanië Kristien Hemmerechts gaat met fictie taboes te lijf Nummer 7 van Rood Rood Ismail Kadare tussen politieke macht en de Nobelprijs voor literatuur ndenkbaar DESTEM BOEKEN D7 Taboes Ontreddering Bergstadje Voors en tegens Politiek Gevangenis Donker hol ■'j PRIL 1997 D6 .t en interieur - dagelijij "derlandse genreprentej 00-17.00 uur de kunsten' - tentoon- van Catharina de Grote uur(t/m 13 april) n van Jean-Noël Buatois, n Barbara Woutermaer- ur (Tot 27 apr) rijen en tekeningen van uur (tot 20 apr) -Progress - Nicolas Dings eelden en Y. Né /schilde- 22 jun) lie tijden - kindercultuw tot heden - di t/m vrijdag -17.00 uur (t/m 6 juli) raakmakende kunstpagi- staan de Volkskrant (t/m Pol Taverne/foto - t/m at jij niet ziet/ fotografie zo 13.00-17.00 uur - Her- rg/schilderijen, sculptuur, unstcabinet - wo t/m w d mnd 14.00-17.00 uur (4 ouden Eeuw 1800-1850)- musea van Kopenhagen- van Gerard David - twee di t/m za 10.00-17.00 uur- llectie' - Marijke van War- inoshita/voorstelIing (t/m de Poort) - Werken van Ipturen) en Jus Juchtmans 14 apr) Gooi/stenen en schilderin- Thorvald Bindesboll 1846- 'ouveau' - di t/m za 10.00- Rotterdamse grafiek 1917- jun) rit van Meer/olieverf, Joep zo 13.00-17.00 uur (t/m 6 hijnsel Wide White Spa- 'e markeert tegelijk ook e van een lange traditie, 'e was zoals gezegd een "de-galerie en misschien an de laatste. Er bestaat t garde meer. Er is in de an de beeldende kunst r zoiets als een gemeen- 'jk en op ideeën geba- langen naar het moderne. einde van de twintigste latgene verdwenen wat de ran deze eeuw heeft gedo- Een bande a Picasso zo- in Parijs in de jaren twin- oep artiesten rond Picasso zou nu ondenkbaar zijn. :t ook ondenkbaar gewor- lat juist de galerieën de ers waren van de avant n met die carrières mee' De kunstenaar van nu is .vidu dat met gevoel voor ng en public relations aan n plek onder de zon werkt, stenaar is een kleine on- ;r geworden, en van die groep is iemand als Bob de bijna perfecte verte- rdiger. Zijn ontdekker ïinder de galerist en stee® museumdirecteur of stellingsmaker. Wie aan male mag meedoen of een jgt in een museum, is bui de galerie, dat is een wffl- ir je kunst koopt. De tij ;alerie een plaats was waaf ich als een proces van w* i voltrok, ligt in belev®8 en achter ons. De W® Space galerie is kunstgo* nis. hite Space in Middelheim, Middel- an 61 (net buiten de Ring), An tentoonstelling duurttot 17 aug dagelijks open van 10.00 tot 20.W hemelvaartsdag gesloten. DONDERDAG 3 APRIL 1997 Verschoppelingen van de stad op afstand bekeken Door Johan Diepstraten De romanpersonages in het werk van Kristien Hemmerechts krijgen altijd weer een verleden mee ;ol dood en dramatiek. Dat geldt niet zozeer voor de hoofdpersonen, als wel voor de bijfiguren over wie de meest vreselijke dingen worden verteld. In haar nieuwe roman Margot en de engelen wemelt het van de terloopse zijlijntjes die op het eerste gezicht niets met het vertelde verhaal te maken hebben. Zo heeft Leni, de vriendin van loofdpersoon Margot, haar vader op zolder gevonden die aan een oalk hing. Het was een zorgvuldig replande zelfmoord uit wanhoop )ver de ontrouw van zijn vrouw. Sen andere vader was dronken te- ien een boom gereden. Weer een jiidere vader had zijn vrouw dood schoten en was van plan om zijn iochter en zichzelf van kant te ma ten. Maar de buren waren door de eerste schoten gealarmeerd, dus ;choot hij op hen. 'Gelukkig was lij geen scherpschutter, maar de juurman mankt nog altijd.' Dood, dood, dood. In terzijdes vooral, maar in Margot en de engelen ook als hoofdbestanddeel. In de roman wordt het verhaal verteld van de aijna achttienjarige Margot die het ouderlijk huis ontvlucht en in de sekte van de Katharen terecht komt. Het groepje houdt zich op in de Pyreneeën en houdt er een merkwaardige filosofie op na. 'Katharen willen het vlees niet ermenigvuldigen want het vlees is slecht. Sommigen weigeren seks en eten net genoeg om in leven te blij ven. Maar eigenlijk blijven ze lie ver niet in leven.' In het laatste hoofdstuk gaat Margot, zoals de ti tel al aangeeft, naar de engelen. Een vrouw die straalt van gezond heid, levenslust en energie kan geen lang literair leven beschoren zijn, luidt de opvatting van Kris tien Hemmerechts. In Altijd met uw gezever, gij, een bundel met vier lezingen, geeft Hemmerechts antwoord op veel gestelde vragen over haar werk. Over de autobio grafie, over het vrouw zijn, over het Vlaamse taalgebruik en over taboes. Vooral de lezing over ta boes maakt duidelijk wat Kristien Hemmerechts wil demonstreren met haar romans. Zonder deze uit leg komt de lezer er niet uit. Me taboes zijn inmiddels be spreekbaar, op één na. Een student van Kristien Hemmerechts vertel de een verhaal over een gebeurte nis in New York. De jongen had een vrouw leren kennen die hem enkele maanden later, terug in jië, belde met het bericht dat ze besmet was met het aidsvirus. Hij liet zijn bloed onderzoeken en bleek negatief. Toen hij haar daar over wilde bellen, had ze intussen zelfmoord gepleegd. Aan niemand kon de student zijn verhaal kwijt, niemand kon begrijpen wat die ge beurtenis voor hem betekende, et enige, echte taboe dat nog over is, beweert Kristien Hemmerechts, is niet aids. 'Het taboe ligt elders, met name bij de persoonlijke erva ring. De directe confrontatie met de pijn, het verdriet, de verwarring van een ander is het taboe.' Wie Margot en de engelen leest met de ze filosofie in gedachten, heeft een andere roman in handen. Vanuit dit perspectief is in ieder geval ook te verklaren wat Hemmerechts wilde met raadselachtige romans als Zonder grenzen en Wit zand. Ze worden er geen millimeter beter door, maar de intentie begint dui delijk te worden. Wat is voor Margot de reden om zich bij de sekte aan te sluiten en te kiezen voor het definitieve af scheid? Ze moet ontheemd zijn vanwege de pijn, het verdriet en de verwarring van een ander. Met 'de ander' worden haar ouders be doeld, moeder Sofie en de Engelse vader Dave. En er is nog een derde in het spel, Nick, de vriend van Dave. Kristien Hemmerechts heeft een voorkeur voor hoofdpersonen die aan de rand van de samenleving bivakkeren. Van Nick wordt ge zegd dat hij zuipt en mept. 'Ze (So fie) had hem verteld dat ze zwan ger was, en toen had hij haar een trap in haar buik gegeven. Trut! Belgische trut! Te stom om iedere dag een pil te slikken.' Dave kende het schoppen van Nick. 'Hij had ooit zo'n schop gekregen. Niet in zijn buik, maar in zijn gebit. De hak van zijn laars tegen zijn tan den. Nick kon buiten zichzelf zijn.' In dit milieu groeit Margot op. Ze ziet dat het huwelijk van haar ou ders een complete mislukking is omdat Sofie toch het meeste trekt naar de dronkelap Nick. Margot besluit haar ouders te verlaten. Ze stuurt een fax dat ze zich niet on gerust hoeven te maken en is er vandoor. 'Ouders scheiden voort durend van elkaar, waarom zou den kinderen niet van hun ouders mogen scheiden? Een soort verlate omgekeerde abortus.' In fragmentarische hoofdstukjes schetst Kristien Hemmerechts het leven van Sofie, Dave en Nick en vooral de ontreddering van de eer ste twee. De nadruk ligt op Sofie, een kunstenares, die in de kelder van de academie waar zij tekenles geeft, in aanraking komt met de verschoppelingen van de stad. De zwervers uit de roman Zonder grenzen lijken weer te zijn terug gekeerd. Tegen het einde krijgt de lezer de lotgevallen te horen van Margot die naar de Pyreneeën ver trekt en met andere verschoppelin gen te maken krijgt. Zo is er in de twee verhaallijnen een logisch spiegelverband te zien. In de merk waardige plot die Kristien Hem merechts heeft bedacht, krijgt de lezer plotseling te maken met Se- bastiaan, een jongen die zich pros titueerde en zich vervolgens aan de heroïne overgaf. Er was halverwe ge de roman al sprake van een gei tenhoeder die het dierlijke in Mar got losmaakte en ook hij keert aan het einde terug. De taboes waar over Hemmerechts rept in Altijd met uw gezever, gij, vooral de sek suele taboes die volgens haar al leen nog in Vlaanderen bestaan, krijgen een plaats in de laatste vijftig pagina's. 'Zonder taboes zou ik nooit hebben geschreven,' verklaart Kristien Hemmerechts in haar lezing. 'Waarom zou ik beelden, metafo ren hebben gezocht voor iets wat op elk koffiekransje te berde kan worden gebracht? Fictie staat me toe tegelijkertijd het taboe té over treden en te respecteren. Ik zeg het en ik zeg het niet. Ik houd het voor me en ik gooi het weg. De intentie is verklaard, de uitleg is duidelijk. Maar de lezer gaat pas mee met de romanpersonages als zij geloofwaardig zijn en hun pro blematiek met passie is beschre ven. Kristien Hemmerechts krijgt het niet voor elkaar de lezer aan zich te binden. Hij beziet al die dood en dramatiek van afstand. De vonk wil maar niet overslaan. Kristien Hemmerechts: 'Margot en de enge len'. Uitg. Atlas, prijs 34,90. Lydia Rood foto klaas koppe een voodoo-priester omdat een geest in haar is gevaren. Dat heeft te maken met de dood van de illegale Clyde Busia die Pris- cilla lang achtervolgde. Clyde kwam op dat idee door een televi sieprogramma over een man die zo verliefd was geworden op een vrouw in een bus dat hij elke dag dezelfde bus had genomen. Een jaar later was hij haar tegengeko men en nu zaten die twee in het televisieprogramma met tussen hen in een dreumes die net leerde lopen. Dat beeld heeft Clyde in gedachten nadat hij Priscilla heeft gezien. Maar wanhopig verliefd of niet, thuis wacht Joke Junker die hem aan een verblijfsvergunning kan helpen als ze gaan trouwen. Deze Joke onderhoudt Clyde en ze is smoor op hem. Als Joke merkt dat haar Afrikaanse vriend iets anders in gedachten heeft, slaat ze hem met een zware kei bewus teloos en sleept hem naar het wa ter. 'Het verbaasde haar een beet je dat hij niet toch instinctief probeerde zich te redden, zwem bewegingen maakte of zo. Zat een levend wezen zo dom in el kaar, dat het zijn reflexen verloor zodra het buiten bewustzijn raakte? Slecht geregeld.' Wat Joke en Priscilla niet weten, is dat Clyde Busia de hele dag in de weer was met kleine lemen poppetjes, met bos- lucht en aardgeesten, met hekserij en met geesten van overledenen. En nu waart zijn geest rond. Het komt mooi uit dat Priscilla de vriendin van Ditje Pardoen is en dat het lijk van Clyde aan spoelt in het nieuwe gebied van Klaas Uithuijsje. Het duo Rood Rood moest het toeval een handje helpen om de intrige van Voodoo kloppend te krijgen. Maar on danks dat: een sterke thriller. Rood Rood: 'Voodoo'. Uitg. Bert Bakker, prijs 29,90 Kristien Hemmerechts Door Johan Diepstraten Rechercheur Klaas Uithuijsje is vertrokken naar Purmerend, zo weten de lezers van de vooraf gaande thrillers van het duo Rood Rood. Daar zou hij zich moeten bezighouden met buren ruzies en gejatte appeltjes, maar de werkelijkheid is anders. Ver slaafden, drugskoeriers, daklo zen en illegalen zorgen voor ge noeg overlast. 'De mensen slaan elkaar gewoon de harses in om dat de walm van de barbecue in de schone was van de buurman blijft hangen.' In de zevende thriller Voodoo van het duo Niels en Lydia Rood heeft Uithuijsje een probleem. Er is een lijk aangespoeld. Omdat hij over geen enkel aanknopingspunt beschikt over de identiteit van de zwarte verdronken man, gaat hij bij zijn vroegere collega Tim Par doen op bezoek. Eindelijk zijn ze weer samen, Uithuijsje en Par doen, al zit tweederde van de ro man er dan op. De lezer gaat er op dat moment echt voor zitten, want één ding is zeker: het mooi ste rechercheurskoppel uit de Nederlandse misdaadliteratuur zal ook deze zaak niet oplossen. Wat het duo Rood Rood ook bedenkt aan intrige en plot, het enige wat telt is de verhouding tussen Uithuijsje en Pardoen. En dochter Ditje Pardoen natuurlijk, voor wie deze keer een ruime plaats is ingeruimd. In deel twee Banden1991) verloor ze haar man Hans, nu staat haar huwe lijk met Friso op springen. In na volging van Sjöwall en Wahlöo probeert het duo Rood Rood enkele dramatische lijnen door de hele serie te verweven. Wie de zeven thrillers van Rood Rood achter elkaar leest, ziet de ont wikkeling in de Pardoen-familie. Ditje Pardoen doet haar uiterste best om haar vriendin Priscilla foto klaas koppe Makintosh te helpen zoeken naar Door Peter van Vlerken Schrijvers hebben het soms niet Makkelijk. Neem Ismail Kadare, wereldwijd bekend Albanees au teur en sinds de crisis in zijn land m zulke felle schijnwerpers van de publiciteit dat hij er pijn van aan zijn ogen krijgt. Een interview? Je boort hem in zijn huis in Parijs zuchten aan de telefoon. Hij is waar alleen, zegt hij, en jullie journalisten zijn met zovelen... En bovendien, hij heeft toch al een in terview gegeven aan Nederland, boeiend op een gesprek voor de NOS-camera's. Al komt hij uit een klein land, Ismail Kadare denkt in bet groot. Goed, geen interview dus. Omdat z'jn boeken ook antwoorden ge- ,eL heb ik eigenlijk ook niet zo wel vragen. Misschien zelfs maar eén. Waarom hij ondanks alles zo veel van zijn land houdt? Van dat rare Albanië, dat met zijn drieën half miljoen bewoners nog het Meest zijn best doet om niet te be staan. Van die witte vlek op de landkaart die de rillingen oproept van een Siberische toendra, hoe wel het er gezien zijn ligging sub tropisch warm moet zijn. En zelfs °P die ene vraag kan ik het ant woord raden. Want Ismail Kadare zou zonder Albanië en de Albane- z® geen schrijver zijn geweest en schrijver wil hij toch boven alles zlJn. Een kunstenaar die aan een ™k, of het nu zwicht onder de dictatuur van het proletariaat of cn onder dreigt te gaan aan de narchie, een culturele bijdrage an geven met een universele reik wijdte. Ge meeste van Kadare's boeken Z1jn inmiddels in alle wereldtalen ertaald en ook in het Nederlands, dn laatste roman die hier is ver- t^-heet De adelaar. Hij ver- P daarin een macaber sprookje. Een jongen in een niet met name genoemd land - maar wie denkt niet meteen aan Albanië? - valt in ongenade. Letterlijk. Hij zakt door de grond en belandt in een soort onderwereld. Hij zoekt naar ver klaringen voor zijn val, maar vindt er geen. Hij wil terug naar boven, maar hoe? Zijn vlucht is droom en nachtmerrie tegelijk. Hij vliegt weg op de rug van een adelaar, maar steekt de vogel met een mes in de nek en stort als een Icarus neer op dezelfde plek als vanwaar hij vertrokken is. De adelaar is een raadselachtig verhaal waaraan tal van betekenissen toe te kennen zijn. Dit is er één van: wie in Alba nië geboren is, komt er nooit van los. Ismail Kadare komt op 28 januari 1936 ter wereld in Gjirokastra, een bergstadje in het zuiden. Het is te vens de geboortestad van Enver Hoxha, de dictator die het land zal knevelen en blinddoeken en een gevangene van zichzelf zal maken. Zijn vader is een arme rechtbank- bediende, zijn moeder van rijke komaf. Ismail wordt heen en weer geslingerd tussen anti-communis tische opvattingen aan vaderskant en marxistische sympathieën aan moederskant. Hij neigt naar links, maar eigenlijk voornamelijk om dat er in de familie van zijn moe der boeken in de kast staan die hij kan lezen. Na de middelbare school studeert hij talen, waaronder Russisch, en literatuur aan de universiteit van Tirana. In 1953 verschijnt zijn eer ste bundel Lyrische gedichten. Hij zet zijn studie voort in Moskou. Onder de vleugels van het Kremlin zoekt Albanië dan nog bescher ming. Later zal hij naar China gaan waarmee banden worden aangeknoopt na de grote ideologi sche twist tussen Moskou en Pe king. In 1962 wil Kadare weg uit zijn land. „De vlucht... Dat is een ver leiding die zich, al is het maar een ogenblik, in het leven van de meeste Albanezen voordoet", zo schrijft hij in Albanese lente. Op bezoek in Praag sluipt hij weg. Maar hij komt binnen een dag op zijn schreden terug. Als hij erop terugkijkt, zo peinst hij in hetzelf de boek, dan is het met afgrijzen, omdat hij dan geen enkele roman zou hebben geschreven. In 1983 is Kadare even in Parijs en overweegt hij daar te blijven. Hij heeft dan naam gemaakt, al met zijn romandebuut De generaal van het dode leger. Zijn volgende boek, Het monster, betekent zijn eerste aanvaring met het regime. Het gaat over Troje, waarbij Ka dare partij kiest voor de verliezers. De Albanese machthebbers zien er aanleiding in de roman te verbie den, wat de schrijver in een shock toestand doet verkeren. Eenmaal neemt hij, met de wel be jubelde roman De bruiloft, zijn toevlucht tot het sociaal-realis tisch genre, maar later zal hij het boek verscheuren. Er volgen onder meer het oorlogsdrama De regen- trommen, dat Kadare schrijft ten tijde van de Russische inval in Tsjechoslowakije, en Kroniek van de stenen stad, waarin hij onder meer het huis beschrijft waarin hij is opgegroeid. Kadare is dan ook politiek actief, althans hij heeft een politieke functie, maar die stelt onder Hox ha natuurlijk niets voor. Het ei genaardige is dat in hoeveel werk Kadare de grote leider van het kleine land ook hekelt - onder meer in De grote winter, dat ver schijnt nadat Albanië heeft gebro ken met China en kiest voor het totale isolement - hij op zekere ogenblikken ook diens bescher ming geniet. Men kan een queru lant ook onschadelijk maken door hem stevig te omarmen. Maar na een vermeende oproep tot rebellie in het gedicht De rode pasja's krijgt hij niettemin het publicatie verbod opgelegd dat er al lang zit aan te komen. Als het verbod is versoepeld - Ka dare mag geen romans meer schrijven, dus noemt hij ze voor taan 'vertellingen' - herneemt hij zijn aanvallen tegen Hoxha, zij het dat zijn naam is verhuld in die van romanpersonages. „De dictatuur en de ware literatuur", zo schrijft hij in Albanese lente, „kunnen op één manier naast elkaar bestaan: door elkaar dag en nacht te ver slinden." Achter zijn beroemd heid, nationaal en internationaal, kan Kadare zich verschuilen voor de aanvallen van de staatsbendes. In een Parijs' restaurant zit hij met acteur Michel Piccoli - De gene raal is succesvol verfilmd - de voors en tegens van het balling schap af te wegen en laat hij de balans doorslaan naar terugrei zen. Een kwestie van uitstel, zo blijkt later. Ramiz Alia is dan aan de macht, maar het gaat onvermin derd slecht met Albanië. Geres pecteerd auteur als Kadare is, wordt hij bij tijd en wijle in staat gesteld de president te adviseren. Zo krijgen de arme boeren op zijn voorstel twee koeien uit de staats- stallen toegewezen. Op andere punten, zoals democratisering, de schending van de mensenrechten en toenadering van Albanië tot Europa, krijgt hij geen poot aan de grond. Veel mensen willen van Kadare een Albanese Vaclav Havel ma ken. Staatsfunctionarissen noe men de naam van de Tsjechische toneelschrijver/president juist om Kadare zwart te maken. Hij zou uit zijn op politieke macht. Ook zouden zijn politieke bemoeienis sen maar één doel hebben: de No belprijs voor de literatuur in de wacht slepen. Een krant schrijft dat een aanslag op hem alleen nog maar hoeft te worden gepleegd. Wat te doen? Kadare in Albanese lente: „Ik had mezelf voorgehou den dat als een totalitair regime echte literatuur toelaat, dat het eerste teken is dat het bereid is zich te verbeteren (te vermenselij ken). Door middel van mijn werk had ik die illusie verspreid onder het Albanese volk en onder dui zenden lezers overal ter wereld. Ik begreep nu dat, zelfs als er enige waarheid in deze droom school, de illusie een illusie bleef. Om die te doen verkeren in tastbare werke lijkheid, was er een impuls nodig, een nieuwe dimensie. Dat zou mijn afwezigheid zijn." Hij vliegt naar Parijs met zijn vrouw, de schrijfster Helena Gus- hi-Kadare. Het voelt als een vlucht naar de gevangenis, zegt hij. Het moet ook gevoeld hebben als de vlucht met de adelaar. En daar zit hij dan nu, in Parijs. De telefoontjes van journalisten af te wimpelen, wat een beetje tegen zijn Albanese volksaard is, want daar hoort de deur open te gaan voor elke vreemdeling die aan klopt. En in Parijs wacht hij af wat groeit uit de anarchie in zijn Ismail Kadare geboorteland. Zullen de Albanese moeders hun rebellerende zonen op verstandige gedachten kunnen brengen? Blijft president Sali Be- risha gokken op betere tijden of staat er - zoals zo vaak uit chaos - een nieuwe, zogenaamde sterke man op? Of gaat de wind van de haat liggen en kan er op troosteloze bodem toch nog iets moois bloeien? Uit het oudere werk van Kadare spreekt weinig hoop voor de toe komst. Piet de Moor, die zijn boe ken als geen ander kent en de kor te biografie Een masker voor de macht schreef, zegt daarover: „Kadare's oeuvre is een donkere vlek, een winternacht gevuld met angst, rouw en macabere visioe nen. Zijn wereld is een donker hol, een hel bevolkt met nachtmerries die de gedaante van mensen heb ben aangenomen. Dat Kadareske inferno is een plaats zonder enige hoop, een uitzichtloze plek waar de wezens die er rondwaren ge bukt gaan onder ondraaglijke kwellingen, verveling en nostal gie." In Parijs doet Kadare inspi ratie op voor een nieuwe roman. De vrees is gewettigd dat daarin somberheid weer de overhand zal hebben. De beelden komen als vanzelf via de satelliet uit Albanië. Wat te denken van de kogels uit de foto isolde ohlbaum kalashnikovs die neerdalen op de mannen die ze afschieten? Ze lij ken het zelfverkozen noodlot. Wat te denken van het bloedkleurig verroeste schip vol vluchtelingen dat prompt wordt teruggesleept naar de haven van Dürres? Een schip dat misschien De adelaar heet... En in Parijs krijgt Kadare dit na jaar het bericht dat hij de Nobel prijs gewonnen heeft. En anders later wel. Ismail Kadare: 'De adelaar' en 'Albanese len te'. Uitg. Van Gennep, prijs 24,90 en 3450. 'Een masker voor de macht', Piet de Moor over Ismail Kadare. Uitg. Van Gennep, prijs 1490. s

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 29