Baanbrekende kunstenaars van weleer weer samen Mark Brusse, een wereldkunstenaar in Parijs z z z Kris 0 D 0 Q ui a Eerbetoon aan galerie Wide White Space in Middelheim Ismail Kadare DE STEM D E KUN DE STEM Beurs Borden wassen Moeizamer Aardig UJ h 1/1 lil UJ UJ Taboes Beperkt Happenings Ondenkbaar i i i i i DONDERDAG 3 APRIL 199 Aangetrokken tot het 'oer' Door KoosTuitjer M.J. Brusse was de geestelijk vader van de literaire en natio nale held Boefje. Maar zijn vier echte zonen werden ook beroemd in Nederland. Toch heeft de jongste iets voor op de drie anderen, te weten de schrijver Jan (inmiddels over leden), de acteur Kees en de journalist Peter. Mark ope reert als beeldend kunstenaar internationaal. Onderhand ook al bijna zestig, leeft hij sinds 1961 in Parijs. Deze week komt hij over naar zijn geboortestad Nijmegen. Om in de Stevenskerk een nieuwe prent te presenteren. Het complex in kwestie betreft een verrassende dubbele rij woon- ateliers, pal naast de Santé gevan genis in Parijs. Deze kunstenaars kolonie ontstond na een wereld tentoonstelling in het begin van de eeuw. De zeer aantrekkelijke lusthof werd samengesteld uit nutteloos geworden paviljoens. Een gewilder plek voor kunste naars om te wonen en te werken, kun je in Parijs niet aanwijzen. Nobuko is Marks echtgenote. Zij, een Japanse, is grafica en ge bruikt daarvoor dit woonatelier. Mark werkt overdag elders in de stad, in een zeker niet minder adembenememde ruimte. Zijn atelier is een voormalige werk plaats, twee hoog aan een cour. Het soort binnenplaats waar Mai- gret vaak zo succesvol op onder zoek uitging. Dit atelier is behalve werkruimte, ook een ordentelijke bewaar plaats voor oud maar vooral ook nieuw werk. En dus huizen er aapjes, vissen en een pad tussen de nodige keien. De aapjes zitten gevangen in de lijst om de doeken waarop ze geschilderd werden. Ook de vissen komen aanzwem men op het linnen of Japans pa pier. De pad is van gietijzer. Maar de keien zijn echt. Waar staan die figuren voor? Mark Brusse: „Ze zeggen wel eens dat kunstenaars met alles wat ze produceren, zelfportretten ma ken. Dat is het, wat hier staat. Maar je kunt niet altijd jezelf schilderen. Ik merk dat ik veel ge bruik maak van een bepaalde symboliek en geladenheid van een aantal beelden." Mark Brusse in zijn atelier in Parijs Maar wat hebben de dieren die je maakt, met jou uit te staan? „Dieren hebben een grote gela denheid en emoties, die waar schijnlijk mijn emoties zijn. Voor mij is het veel betekenisvoller wanneer ik een aapje op een paal tje zet in een plas water, dan dat ik er een mens op plaats. Een aap je drukt een bepaalde verlaten heid veel sterker uit." „Ik was er al wel mee bezig, toen ik - veertien jaar geleden - voor het eerst in Japan was. Daar ont dekte ik, dat de symboliek rond dieren heel sterk leeft. Overal loop je er tegen aan. En zonder dat ik dat zelf merkte, heb ik dat opge pikt. Die cultuur dringt zich nu eenmaal onweerstaanbaar bij je naar binnen." Nog heel jongensachtig eigenlijk, beweegt hij door het atelier. Van een rijtje immense doeken, dat omgekeerd tegen de muur staat, draait hij de voorste om. Een grote hand, waarvan de vin gers tegelijkertijd op een bergke ten lijken, vult het vlak. In die hand is bij wijze van een flinke in keping een vulva geschilderd. Een slangachtige vis komt er fluks op aan zwemmen. De vissenmond maakt een kussende beweging. „Pas geschilderd," zegt hij. „De allereerste handzo is de titel. Het is het scheppingsverhaal. Het op perwezen was een berg aan het verplaatsen en verwondde daarbij zijn hand. Toen kwam die vis aan zwemmen." „Ik voel me aangetrokken tot wat 'oer' is. Het fascinerende van dit soort symbolen is dat ze zo voor de hand liggen. Mensen uit Azië zeggen vaak: 'Goh, heb je dat of dat verhaal ook gelezen?'. En dan zijn ze verbaasd als ik nee zeg. Maar ik hoef over die beelden niet na te denken. Ze ontstaan vanzelf. En tegelijkertijd spreken ze voor zichzelf. Overal." Eind 1960 vertrok Mark Brusse na een opleiding aan de academie Kunstoefening in Arnhem naar Parijs. Mark Brusse: „Ik had zin om wat meer te zien. En daarom solliciteerde ik naar een beurs van acht maanden van Maison Des cartes." „Ik ben meteen aan de slag geko men. Het jaar daarop was er een eerste tentoonstelling. Bij die ge legenheid werd ik ontdekt door een groepje jonge kunstcritici. Die kring heeft me voorgedragen voor de Tweede Biënnale van Parijs. Meteen volgde er ook een contract met een vooraanstaande galerie. En voor ik het wist, kwam ik over de vloer bij de upper-ten van Pa rijs." „Ik ben zelfs bij de Rotschilds thuis geweest. Maar om aan geld te komen, bleef ik óók borden wassen. Dat was vanzelfsprekend toen. Ik heb nog een tijdje in een Indonesisch restaurant van een Hollandse bodybuilder en zijn vriend gestaan. Borden wassen en tussen de bedrijven door hors d'oeuvres opmaken. Dan had je tien francs plus een maaltijd. Zeg maar twintig gulden op een avond. Daar kon je toen veel mee doen. Een hotelkamer kostte bijna niets." Begin jaren zestig was Parijs nog even de wereldhoofdstad voor de kunsten. Mark Brusse: „Het begin van de jaren zestig was nogal dy namisch. Er gebeurde heel veel in de stad. De groep mensen met wie ik contact had, was heel divers. foto do visser We woonden allemaal op dezelfde plek rond Place Contrescarpe. Ik had daar direct het gevoel: dit is mijn milieu. Maar in 1965 kreeg ik ook de kans om twee jaar naar Amerika te gaan. Dat vond ik niet minder fascinerend. En ik ben ge gaan." „Carrière-gedacht was dat ach teraf gesproken niet slim. Ik heb in New York weliswaar een nog fantastischer tijd beleefd. Maar de galerie waarmee ik in Parijs werkte, nam me mijn vertrek niet in dank af. Begrijpelijk ook wel: ze investeerden in jou en jij loopt vervolgens weg. Ze zeiden in 1965 dan ook onomwonden: 'Als je te rugkomt uit Amerika, moet je er niet op rekenen dat we hier de deur weer voor je open houden'." Mark Brusse keerde terug en klopte ook weer aan de deur van zijn galerie. En? Met een glimlach zegt hij: „Ze namen me terug. Maar toch gingen voortaan ande re deuren moeizamer voor me open. Dat Amerikaanse avontuur heeft me lang parten gespeeld." Vertelt over een vriend uit die al lereerste Parijse tijd. Toen een ta lentvol acteur in opleiding bij Marcel Marceau. Verdiende zijn geld in de allereerste Europese productie van Hair en vertrok voorgoed naar Bali. „Daar heeft hij op het strand vier palen in de grond geslagen en is er een eetgelegenheid begonnen. Nu zwaait hij de scepter over een gi gantisch uitgaanscentrum. En str aks verkoopt hij de hele bliksemse boel voor onwaarschijnlijk veel geld." En jij, je bent toch ook succesvol? „Voor mij is het belangrijk dat, als ik nu een tijdje weg wil om ergens anders te gaan werken, dat ik dat ook kan doen. Als ik het goed or ganiseer, lukt me dat ook. Maar daar heb ik ook een heleboel din gen voor opgegeven. Ik heb geen auto en ik heb ook geen kinderen. Ik heb mijn leven op een andere manier ingericht." „Nu werk ik opnieuw met een goede galerie, Galerie Montenaye Giroux. In september heb ik daar mijn eerste grote tentoonstelling. De toekomst ziet er al met al aar dig uit. Maar de laatste jaren wa ren een ramp. Voor iedereen ove rigens. Parijs is door de kunstcri sis in de jaren tachtig hard aange grepen. De laatste tijd trekt het gelukkig weer een beetje aan." Op een van de boekenplanken in de zitkamer van het woonatelier, staat een eerste druk van Boefje pontificaal Marks afkomst te il lustreren. Ook weer stof voor me nig verhaal. „De Brasses vormen geen congsi. We zijn als broers nauwelijks met elkaar opge groeid. Met Kees verschil ik twaalf jaar. Jan was maar liefst zestien jaar ouder. We hebben verschillende moeders. Alleen Pe ter is een echte broer." „Mijn vader is gestorven toen ik drie jaar was. Vreemd genoeg zijn er beelden, die ik mij herinner. Ik zie mij bevoorbeeld met hem wan delen. Die belden zijn heel duide lijk en ook in kleur. Maar verder zonder context." „Al vrij snel heb ik ontdekt, wie mijn vader was. Ik was er trots op, dat ik daar bij hoorde. Maar naar de buitenwereld toe, lag dat an ders. Mijn moeder is in Nijmegen na de dood van mijn vader her trouwd. Haar man beschouwde Peter en mij als zijn kinderen. We droegen ook zijn naam. Hij was een lieve, aardige man." 0 j Ve Sti AMSTERDAM Van Gogh Museum - Wenen 1900, portret en interieur - dagelijj 10.00-17.00 uur (t/m 15 juni) Rijksmuseum - 'Spiegel van alle dag' - Nederlandse genreprentj 16e en 17e eeuw (t/m 4 mei) - ma t/m zo 10.00-17.00 uur De Nieuwe Kerk de Dam - 'De keizerin en de kunsten' - tentogl stelling van kunstvoorwerpen - uit de tijd van Catharina de Grof i.s.m. de Hermitage - ma t/m zo 10.00-18.00 uur (t/m 13 april) ANTWERPEN KMSK/ICC Meir - 'Uit het Ongewisse' werken van Jean-Noël Buatoi Patrick Everaert, Jo Huybrechts, Heidi Voet en Barbara Wouterman] tens - di tot zo 10.00-12.30 en 13.30-17.00 uur (Tot 27 apr) Kasteel Rivierenhof - Paul Gubbels schilderijen en tekeningen u| Wilfrieda Segers - woe tot ma 12.00 - 17.00 uur (tot 20 apr) BERGEN OP ZOOM Kunstkader Antwerpsestraat 27 - Process-Progress - Nicolas DiiJ /beelden, Opera/beelden, Peter Schoutsen/beelden en Y. Né /schilt] rijen en tekeningen - vr 13.00-17.00 uur (t/m 22 jun) DEN BOSCH Noordbrabants Museum - Kinderen van alle tijden - kindercultuj in de Nederlanden vanaf de Middeleeuwen tot heden - di t/m vrijdi 10.00-17.00 uur, za, zo en feestdagen 12.00-17.00 uur (t/m 6 ju' BREDA Chassé Galerie - Kunst in de krant - 38 spraakmakende kunstpi na's uit de jaren '80 en '90 - i.k.v. 75-jarig bestaan de Volkskrant (t 3 apr) - Bas van Brakel/sculptuur/tekeningen Pol Taverne/foto- 15 mei - ma t/m za 13.00-18.00 uur De Beyerd Boschstraat 22 - Ik zie ik zie wat jij niet ziet/ fotograf (t/m 6 mei) - di t/m vr 10.00-17.00 uur - za en zo 13.00-17.00 uur bert Hamak/schilderijen Norbert Prangenberg/schilderijen, sculptui tekeningen (van 6 april t/m 19 mei) Galerie Molenaars Ginnekenweg 79 - Kunstcabinet - wo t/m 13.00-17.30 uur za 11.00-17.00 uur 1e zo vd mnd 14.00-17.00 uur t/m 19 apr) DEN HAAG Het Paleis - Deense Kunst uit de Deense Gouden Eeuw (1800-185) een keuze van meesterwerken uit diverse musea van Kopenhagei di t/m zo 11.00-17.00 uur (t/m 19 mei) Mauritshuis - 'Kunst op vleugels' - drieluik van Gerard David - twe wordt het verhaal verteld van de en drieluiken van de late Middeleeuwen - di t/m za 10.00-17.00 zo 11.00-17.00 uur (t/m 22 jun) EINDHOVEN Van Abbemuseum - 'Een keuze uit de collectie' merdam/'Enkel, dubbel, dwars' 13 apr) GENT Marijke van Wi Museum van Hedendaagse Kunst (Rode Poort) - Werken i. Martin Assig (schilderijen, tekeningen, sculpturen) en Jus Juchtmai (schilderijen) - di en zo 9.30-17.00 uur (tot 14 apr) ROOSENDAAL Tongerlohuys Molenstraat 2 - Mols-Van Gooi/stenen en schiideri gen - di t/m zo 14.00-17.00 uur - (t/m 6 apr) ROTTERDAM Museum Boijmans Van Beuningen - Thorvald Bindesboll 18/ 1908 - 'vergeten pionier van Deense Art Nouveau' - di t/m za 101 17.00 uur - zo 11.00-17.00 uur (t/m 4 mei) - Rotterdamse grafiek 191i 1960 (t/m 1 jun) - Ben Schot/Shells t/m 15 jun) ULVENHOUT Galerie de Pekhoeve Dorpstraat 92 - Gerrit van Meer/olieverf, Jot Bevers/brons - do t/m za 11.00-18.00 uur, zo 13.00- 17.00 uur apr) bijna achttienjarige Margot die het ouderlijk huis ontvlucht en in de sekte van de Katharen terecht komt. Het groepje houdt zich op in de Pyreijeeën en houdt er een Suchan Kinoshita/voorstelling (tl merkwaardige filosofie op na. Katharen willen het vlees niet vermenigvuldigen want het vlees is slecht. Sommigen weigeren seks en eten net genoeg om in leven te blij ven. Maar eigenlijk blijven ze lie ver niet in leven.' In het laatste hoofdstuk gaat Margot, zoals de ti tel al aangeeft, naar de engelen. Een vrouw die straalt van gezond heid, levenslust en energie kan geen lang literair leven beschoren zijn, luidt de opvatting van Kris- tien Hemmerechts. In Altijd met uw gezever, gijeen bundel met vier lezingen, geeft Hemmerechts antwoord op veel gestelde vragen over haar werk. Over de autobio grafie, over het vrouw zijn, over het Vlaamse taalgebruik en over taboes. Vooral de lezing over ta boes maakt duidelijk wat Kristien Hemmerechts wil demonstreren met haar romans. Zonder deze uit leg komt de lezer er niet uit. Alle taboes zijn inmiddels be spreekbaar, op één na. Een student van Kristien Hemmerechts vertel de een verhaal over een gebeurte nis in New York. De jongen had een vrouw leren kennen die hem enkele maanden later, terug in België, belde met het bericht dat ze besmet was met het aidsviras. Hij Door Frits de Coninck Als je de namen bij elkaar ziet van de kunstenaars die aan de Ant werpse galerie Wide White Space verbonden zijn geweest, dan klinkt het eigenlijk ongelooflijk. Bijna allemaal klassiekers van de moderne kunst, grote internatio nale carrières die in enkele geval len zelfs in Antwerpen begonnen zijn. Marcel Broodthaers, Carl Andre, Joseph Beuys, Panamaren- ko, James Lee Byars, Richard Long, Daniel Buren, Lawrence Weiner, Christo, Gerhard Richter, Bruce Nauman, Bernd Lohaus. Tussen 1966, het begin, en 1976 hebben ze in de galerie aan de Antwerpse Plaatssnijdersstraat geëxposeerd, elkaar en de kunst liefhebbers ontmoet, gediscussi eerd en gerebelleerd en zo het fo rum gevormd waarop de beelden de kunst zich in nieuwe richting kon ontwikkelen. Het aardige en ironische van de geschiedenis wil dat de grote musea in de jaren '60 onvoldoende belangstelling voor deze nieuwe lichting aan de dag legden en twintig, dertig jaar later over elkaar heen struikelen in de poging werk van deze kunstenaars in hem collectie te krijgen. Zowat elke Nederlands museum voor moderne kunst presenteert ie mand als Bruce Nauman als de speerpunt van de eigentijdse col lectie. Het openluchtmuseum voor de beeldhouwkunst Middelheim in Antwerpen heeft als een laat eer betoon aan die opvallende Wide White Space galerie het grote Braempaviljoen ingericht met werk van de bovengenoemde kun stenaars. De aanleiding is het feit dat onlangs werk van hen in bruikleen gegeven is aan Middel heim. Daarmee zijn meteen ook een aantal leemtes gevuld in de r vaste beeldencollectie. Het is natuurlijk helemaal merk waardig dat een museum voor twintigste-eeuwse beeldhouw kunst, nota bene gevestigd in de zelfde strad, van een aantal be langrijke kunstenaars absoluut geen werk had. Daarin is nu dus voorzien. Met één grote inhaalslag die de noodzakelijke verbinding legt tussen de kunstgeschiedenis- in-stromingen zoals die tot de ja ren '70 het vertrouwde beeld vormde en het ongebreidelde indi vidualisme in onze tijd. Zonder kunstenaars als die nu sa men getoond worden in Middel heim valt de ontwikkeling van de beeldende kunst van nu niet te be grijpen. Beter gezegd, zonder ken nis van de ideeën en opvattingen van deze mensen is de kunst van deze tijd een vreemde code waar van je de sleutel mist. Als je al de ze kunstenaars bij elkaar ziet in een grote ruimte, besef je dat het vooral ideeën zijn die samen kwa men in de Wide White Space gale rie. De werken zelf zijn allemaal nogal klein van omvang en beperkt in hun fysieke uitstraling. Dat is weer even wennen. Beelden, in stallaties en performances zijn de laatste jaren steeds meer ruimte in gaan nemen, zijn als het ware op geblazen tot de proporties van de plaats waar ze getoond worden. Steeds meer kunst wordt specifiek voor die ene plaats gemaakt en wil zich met grote nadruk daar ook doen gelden. Bij die fysieke ont wikkeling vergeleken zijn de ob jecten in Antwerpen inderdaad nog klein. Wie het werk van Ri chard Long kent zoals dat bijvoor beeld aanwezig is in De Pont in Tilburg, knippert hier even met de Het Braempaviljoen in het Antwerpse Middelheim toont werk van kunstenaars die in de jaren '60 de avant garde vormden ogen. In Tilburg een imposante cirkel vormige ordening van grote witte stenen die een hele vloer in beslag nemen of een vele meters lang ta pijt van zwarte kolen dat zich al leen in zon uitgestrekte fabrieks hal kan uitrollen. Hier ligt de in stallatie Driftwood uit 1975 op de grond als een ritssluiting die het vloeroppervlak open en dicht ritst: stukken drijfhout van ongeveer dezelfde lengte in zigzagpatroon. Verweerd en geordend, zo onna drukkelijk en tijdelijk dat het iets kwetsbaars wordt. Het is een ont moeting met poëzie op een plaats en op een moment die je niet ver wacht. Richard Long (Bristol, 1945) heeft deze sculptuur samengesteld uit drijfhout dat hij heeft'gevonden aan de oevers van de Schelde nabij Temse, onder Antwerpen. Het ma teriaal is dus enkel door de natuur bewerkt. Hij heeft het gevonden materiaal nadien in de galerie tot een beeld gecomponeerd. Aan het verweringsproces uit de natuur heeft hij een principe uit de reken kunst verbonden door het hout op lengte te selecteren en het in zig- zagvorm op de vloer te leggen. Wat opvalt is de vanzelfsprekend heid van zon geringe ingreep. De Wide White Space-kunst ademt de geest van de onvermij delijke Marcel Duchamp. Alhoe wel de kunstenaars nooit een sa menhangende groep geweest zijn die vanuit een vastomlijnd idee vertrekt, is er wel degelijk iets ge meenschappelijks en dat is de heel directe verhouding tot de banale werkelijkheid. De werkelijkheid van de kunst, dat is wat de kunste naar in zijn directe omgeving aan treft, soms zelfs gewoon op straat vindt. Wat Duchamp onder de ready made verstond. Door de vondst uit zijn natuurlij ke omgeving los te snijden en in de galerie of in het museum te isole ren en vervolgens te verbinden met een idee, krijgt het object een nieuwe betekenis en niet zelden ironisch. Het allergewoonste kan daarbij niet gewoon genoeg zijn. Joseph Beuys verkleerde vanuit die zienswijze elke individu tot kunstenaar. Het gaat er maar om hoe wij met de dingen omgaan, of wij in staat zijn een ding met nieu we energie op te laden waardoor het nieuwe uitdrukkingsmogelijk heden krijgt. We zien hier een paar vitrines met typische Beuys- relieken: lappen vilt, vet, klad blaadjes met tekst, een maatbeker, een telefoontoestel voor de vitale communicatie met de aarde, een fles mineraalwater. Alles bij elkaar zijn het fragmen ten van zijn eigen mythes en theo rieën die verleden en toekomst, de aarde en de mens in ecologisch perspectief in een zelfgedacht ver band plaatsen. Beuys was in de ja ren '60 een soort goeroe die aan de kunstacademie in Düsseldorf waar hij als hoogleraar doceerde en in enkele galeries happenings organiseerde die zijn particuliere wereldgeloof onder zijn volgelin gen moesten verspreiden. Meer misschien nog dan het werk was het een mentaliteit die een grote invloed had op een nieuwe gene ratie kunstenaars. Een van die plaatsen waar Joseph Beuys zijn happenings (wat klinkt dat woord nu ouderwets) liet plaats vinden, was dus de Wide White Space galerie. Op 18 maart 1966 opende de kunsthistorica Anny De Decker in haar huis in de Plaatsnijdersstraat, vlak achter het museum, een galerie. Het was haar bedoeling om een ei gen ruimte te hebben, waar in vrijheid happenings konden ge houden worden, zonder te moeten vluchten voor de politie. Kunst die grenzen overschrijdt, die ook poli tiek en sociaal gebaande wegen wil verlaten, werd eind jaren '60 door de burgerij nog als zeer be dreigend ervaren. De maatschap pelijke orde moest gehandhaafd. Voor veel van de kunstenaars die we hier zien, was dat nou juist niet de bedoeling. Het kunstenaar schap was voor hen boven alles een mentaliteit die de dingen aan de orde wilde stellen, wilde be twijfelen of veranderen en niks als vanzelfsprekend wilde aannemen. De kunstenaar toen was een be denker, een uitvinder, een provo cateur desnoods, veel meer dan een maker. Dat was juist wat de kunstenaars gemeenschappelijk hadden: dat verlangen om iets nieuws te bedenken, en niet als iets toevalligs, maar vanuit een herkenbaar artistieke houding. Het nieuwe zat in een andere om gang met het bestaande en het ge wone en de kunstenaar gaf de aanzet tot de noodzakelijke kriti sche reflectie. De nieuwe keuzes die in de Wide White Space galerie zichtbaar werden, werden al vlug opge merkt door verzamelaars en pas veel later door museummensen. De galerie ontwikkelde zich bin nen een paar jaar tot een van de weinige avant-gardegaleries. Ze veroverde zich een plaats in de Europese top, samen met bij voor beeld Konrad Fischer in Düssel dorf en Sonnabend in Parijs. Het zijn die galeries geweest die de klassiekers van nu als eerste heb ben opgemerkt en tentoongesteld. Het verschijnsel Wide White Spa ce galerie markeert tegelijk oo! het einde van een lange traditie De galerie was zoals gezegd avant-garde-galerie en misschel wel een van de laatste. Er geen avant garde meer. Er is inde wereld van de beeldende niet meer zoiets als een schappelijk en op ideeën seerd verlangen naar het modem Aan het einde van de eeuw is datgene verdwenen watt cultuur van deze eeuw heeft gel» mineerd. Een bande a Picasso als men in Parijs in de jaren twii tig de groep artiesten rond Picas' noemde, zou nu ondenkbaar zi)> Zoals het ook ondenkbaar gewoi den is dat juist de galerieën ontdekkers waren van de avi garde en met die carrières m groeiden. De kunstenaar van nu» een individu dat met gevoel vot marketing en public relations ai- een eigen plek onder de zon we# De kunstenaar is een kleine dernemer geworden, en van beroepsgroep is iemand als Scholte de bijna perfecte ve# genwoordiger. Zijn ontdekker steeds minder de galerist en stee meer de museumdirecteur of tentoonstellingsmaker. Wie een biënnale mag meedoen of® solo krijgt in een museum, is f nen. En de galerie, dat is een kei waar je kunst koopt. De dat de galerie een plaats was «w kunst zich als een proces van wustzijn voltrok, ligt in belev® lichtjaren achter ons. De W White Space galerie is kunstg' schiedenis. Wide White 5pace in Middelheim, Midi»1' heimlaan 61 (net buiten de Ring), Antw pen. De tentoonstelling duurt tot 17aug tus en is dagelijks open van 10,00 tot W uur. Op hemelvaartsdag gesloten. DoorJohan Diepstraten De romanpersonages in het werk v: vol dood en dramatiek. Dat geldt over wie de meest vreselijke dinger emelt het van de terloopse zijlijn aken hebben. Zo heeft Leni, de vriendin van hoofdpersoon Margot, haar vader op zolder gevonden die aan een balk hing. Het was een zorgvuldig geplande zelfmoord uit wanhoop iver de ontrouw van zijn vrouw. Jen andere vader was dronken te lgen een boom gereden. Weer een andere vader had zijn vrouw dood schoten en was van plan om zijn lochter en zichzelf van kant te ma- _;en. Maar de buren waren door de eerste schoten gealarmeerd, dus schoot hij op hen. 'Gelukkig was hij geen scherpschutter, maar de buurman mankt nog altijd.' Dood, dood, dood. In terzijdes vooral, maar in Margot en de engelen ook als hoofdbestanddeel. In de roman lie bl ov ze kc ni be en be ni m' rir de va M ze an di te wi ali wi do de W zi< kii an do va in D; Ki vo aa bi ze fie ge tr; Be da he oo zij ha de In zit de on na: bei sti gei vai du dei Een Door Peter van Vlerken Schrijvers hebben het soms niet makkelijk. Neem Ismail Kadare, wereldwijd bekend Albanees au teur en sinds de crisis in zijn land in zulke felle schijnwerpers van de publiciteit dat hij er pijn van aan zijn ogen krijgt. Een interview? Je hoort hem in zijn huis in Parijs zuchten aan de telefoon. Hij is maar alleen, zegt hij, en jullie journalisten zijn met zovelen... En bovendien, hij heeft toch al een in terview gegeven aan Nederland, doelend op een gesprek voor de NOS-camera's. Al komt hij uit een klein land, Ismail Kadare denkt in het groot. Goed, geen interview dus. Omdat zijn boeken ook antwoorden ge ven, heb ik eigenlijk ook niet zo veel vragen. Misschien zelfs maar één. Waarom hij ondanks alles zo veel van zijn land houdt? Van dat rare Albanië, dat met zijn drieën half miljoen bewoners nog het meest zijn best doet om niet te be staan. Van die witte vlek op de landkaart die de rillingen oproept van een Siberische toendra, hoe wel het er gezien zijn ligging sub tropisch warm moet zijn. En zelfs °P die ene vraag kan ik het ant woord raden. Want Ismail Kadare zou zonder Albanië en de Albane zen geen schrijver zijn geweest en schrijver wil hij toch boven alles zijn. Een kunstenaar die aan een volk, of het nu zwicht onder de dictatuur van het proletariaat of ten onder dreigt te gaan aan de anarchie, een culturele bijdrage han geven met een universele reik wijdte. De meeste van Kadare's boeken Z1jn inmiddels in alle wereldtalen vertaald en ook in het Nederlands. i]n laatste roman die hier is ver- t h ?en'heet De adelaarHij ver- e t daarin een macaber sprookje. Ee gei nil on de on kir er ms na- we mé in nei hij ra; va: zij nii los Isn 191 be: vei Hc kn ge' Zi; bei ko gei tis mr da de ka Ne hij liti Th ste zei Or zoi mi

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 28