Er gloort hoop voor overmorgen bij Gioconda Belli D6 echtpaar lohuys J. Bernlef varieert op thema onthechting in 'Verloren zoon' KINDERBOEKEN Daar is het veel te echt voor 'Ik zal altijd ja zeggen, mama' pESTEM KEN D7 Ongeloofwaardig Onthechting MAART 1997 AM - Nederlandse genreprentcn o 10.00-17.00 uur n in en de kunsten' - tentoonstel anCatharina de Grote i.sm 7. (t/m 13 april) EN 'werkenvan Jean-Noël Buatois Voet en Barbara Wouterman/ .00 uur (Tot 27 apr) RN -schatten uit Petershof van p». 10.00-17.00 uur (t/m 2 apr) ZOOM ilderijen, blik van boven en an. 'm 23 mrt) SSAU aat 12-'Tijdloze Geheimzinniq- a - Hans van der Weijden/objek- zo 13.00-17.00 uur (t/m 23 mrt) 8 spraakmakende kunstpagina's estaan de Volkskrant (t/m 3 apr) Pol Taverne/foto - t/m 15 mei zie wat jij niet ziet - fotografie -za en zo 13.00-17.00 uur ense Gouden Eeuw (1800-1850) - erse musea van Kopenhagen -di "rieluik van Gerard David - twee- en -di t/m za 10.00-17.00 uur - VEN de collectie' - Marijke van War- an Kinoshita/voorstelling (t/m 13 t (Rode Poort) - Werken van n, sculpturen) en Jus Juchtmans r (tot 14 apr) AAL -Van Gooi - stenen en schilderin- 6 apr) DAM n-Thorvald Bindesboll 1846-1908 .00-17.00 uur - zo 11.00-17.00 uur OUT 2 - Gerrit van Meer/olieverf, Joep 0 uur, zo 13.00 - 17.00 uur (t/m 6 -i munmoo' en, ook al zijn ze goed ge- derd. Eigenlijk gaan ze ner- s over. echtgenote is Hanneke Mols- Gool, een beeldhouwster met lange carrière. Ze is opgeleid de Jan van Eyck Academie in stricht en is in 1955 naar Ita- vertrokken om aan de Brera- demie in Milaan haar oplei- als beeldhouwster te vervol- Eigenlijk was het een veran- g van opleiding om aan de ngende invloed van de Vlaam- eeldhouwer Oscar Jespers te komen. Het was zijn opvatting in het beeld het oorspronke- e blok steen zichtbaar diende lijven. is altijd in steen blijven wer- op een manier die men de ssieke stijl van de twintigste w zou kunnen noemen. Met .tandhouding van de aard van materiaal een beeld tevoor- lijn kappen, zagen en polijsten t een minimum aan figuratie eft. :t beeld is behalve een voorstel- g ook volume en massa. Wer- id vanuit die benadering heeft in het zuiden een grote mate i populariteit genoten te meten i haar tentoonstellingsgeschie- lis. Misschien was het hoogte- nt wel haar deelname aan de innale in Middelheim (Antwer- in 1982. Haar werk is eigen- sindsdien stil blijven staan, t heeft niet meer de ontwikke- gen gevolgd die de beeldhouw- nst daarna hebben gek®" :rkt. Ze is de traditie en zichzeü uw altijd in hardsteen blijv® rken waar ze ambachtelijk rfect mee om weet te gaan. itste grote verandering die haar I I I I I DONDERDAG 27 MAART 1997 irk te zien heeft gegeven is die de jaren '70 geweest, toen ze ar beelden samenstelde uit ver- ïillende stukken steen. De beel- die ze nu in 't Tongerlohuye t zien, zijn nog steeds van da nengestelde karakter, althans grote. De hardsteen of de dia- las (steen van half-vulkanis® irsprong) heeft ze gecombineer et grote, roestige balkklem®e e ze in verschillende beeld® bruikt. Of met een roos e aarin dunne en slanke ijzef® t ngen rechtop staan, zoals in h leid Kathedraal dat inderdaa" n op schaal nagebouwde pla' ond van een kathedraal lijkt' 't Tongerlohuys, Molenstraat 2, daal. De tentoonstelling van het echtpw Mols-van Gooi duurt tot 7 april en is op van dinsdag t/m zondag van 2 tot i Het dichten van een gat in het verleden Door Johan Diepstraten Een papegaai die praat? Daar heeft niemand moeite mee. Maar een keeshond die zich zijn verleden herinnert en na denkt over de huidige situatie? Of een eiland dat plotseling als persoon wordt geïntroduceerd en vertelt over zijn geschiede nis? Het zijn niet de enige on waarschijnlijkheden in de ro man Verloren zoon van J. Bernlef. De liefhebber van het Hollandse realisme heeft bij Bernlef niets te zoeken. Maar het bijzondere van Bernlef is juist dat hij zijn fanta sie zo overtuigend weet over te brengen dat de lezer er bijna tweehonderd pagina's lang nog in gelooft ook. De toevalligheden mogen zich opstapelen, in de con text van de roman zijn zelfs de vreemdste ontwikkelingen aan nemelijk gemaakt. Verloren zoon wordt gepresen teerd als een robinsonade, een va riant op Daniël Defoe's Robinson Crusoe (1719). Bij Bernlef han delt het om de 47-jarige Kob Noordhoek die zich heeft inge scheept en tijdens de zeereis overboord slaat. 'Romanschrij vers beweren dat iemand op zo'n moment zijn hele leven als in een flits aan zich voorbij ziet trek ken,' luidt een terzijde. Maar ach, lijkt Bernlef te bewe ren, die romanschrijvers van te genwoordig. 'De drenkeling be vond zich in de Golfstroom. Dat werd zijn redding. Waar de boomstam vandaan kwam weet niemand.' De lezer haakt op zo'n ongeloofwaardig moment af of hij laat zich leiden door de ver beelding van de schrijver. Als Rob Noordhoek aanspoelt op een verlaten eiland en daar een kar tonnen uitsnede ziet van een vroegere vriendin met een blau we Nivea-strandbal boven haar hoofd, vermeldt Bernlef terloops: 'Sommige gebeurtenissen zijn absurd. Van het soort dat alleen geschikt lijkt voor een sterk ver haal in een café, maar dat romanschrijvers als te onwaarschijnlijk van de hand wijzen.' Zo niet de romancier Bernlef. Hij had een hoofdpersoon nodig die helemaal op zichzelf is teruggeworpen. Van daar de keuze voor de robinsonade: een roman over een aangespoelde drenkeling op een eiland van 900 bij 300 meter met enkele bouwvallige huisjes en een hoog om muurde vesting. Hij kan zich wellicht een tijdje in leven houden met een voorraadje gevonden conservenblikken en ei eren van vogels. Maar het uitgangspunt van Bernlef is duidelijk en de achterflap verraadt de plot: voordat de hoofd persoon zijn onvermij delijke ondergang tege moet gaat, 'moet een gat in het verleden worden gedicht.' Het is een terugkerend thema in het oeuvre van Bernlef dat nu op een bijzondere wijze is uit gewerkt. 'In één klap was heel zijn verleden vals gebleken,' klinkt het onheilspellend aan het begin van de roman als regisseur Noordhoek bedenkt, waarom hij na de familierevue Niets aan de hand het land is ontvlucht. 'Alleen hij, de regisseur, wist hoe deze komedie, met zijn ou ders in de hoofdrol, hand in hand lachend op het podium, in een dra ma was ontaard.' Als voorbereiding op de^re- vue ter gelegenheid van de diamanten bruiloft van zijn ouders, had Noordhoek met familieleden gepraat en ont dekt dat zijn vader al die tijd rondliep met 'een weeffoutje in zijn ziel'. De lezers van Het geheim van J. Bernlef Anna Enquist en van Annie van Keymeulen kun nen alleen maar verrast zijn dat ook Bernlef met exact dezelfde ontdekking aankomt. Ook Verlo ren zoon gaat over een man die door een toevallige samenloop te horen krijgt dat zijn vader niet zijn echte vader is. Halverwege de roman heeft Bernlef - mis schien onbedoeld - de plot al weggegeven. Niet deze verhaal lijn is het verrassende van. het boek, maar de manier waarop Bernlef zijn hoofdperoon in de weer laat zijn met over leven. Robinson Crusoe had het in vergelijking met deze Rob Noord hoek gemakkelijk. De illustere voorganger had een scheepswrak vol eten en instrumen ten, op het eiland groei de van alles en er dook zelfs een mens op. 'Rob Noordhoek had niks van dit alles. Een Frans sprekende papegaai, een onzichtbare hond en een slinkende voorraad conservenblikken. Maar wat Noordhoek wel heeft, gevonden in een bureau in het ge meentehuis, zijn twintig blocnotes en dozen vol balpennen. Hij heeft het geschreven woord tot zijn beschikking. 'Al leen zo kan ik de dagen bij me houden. Alleen zo kan ik er structuur in aanbrengen en naar be lieven terugkeren naar vroeger.' Veel romans van Bern lef zijn varianten op één thema. Hersenschim men handelt over een man die langzaam zijn geheugen verliest, de menteert en de greep op de taal kwijtraakt. Eclips gaat over een man die na een ongeluk zijn geheugen probeert terug te krijgen door de dingen te benoemen en Meeuwen vertelt de worsteling van een man met keelkanker die op nieuw moet leren pra ten. Taal is in deze drie romans essentieel, net als in Verloren zoon. Terugkeren naar vroeger bete kent voor Rob Noordhoek dat hij brieven schrijft naar het Nivea- meisje Sandra Schuurmans, die hij uit het oog is verloren, nadat FOTO KLAAS KOPPE Door Elly Poppe-Stolk Wat een geluk dat niet alleen de zon voor niets opgaat, maar dat we ook kosteloos kunnen be schikken over een bron van ande re energie: onze fantasie. Als we w gebruik van durven maken en er goed mee omspringen, kunnen we er immers ons dagelijks be staan een forse meerwaarde mee geven. Bij het ontstaan van goede ro mans helpt de verbeeldings kracht natuurlijk een flinke hand mee. Als Waslala, het nieuwste boek van de Nicaraguaanse schrijfster Gioconda Belli, daar aan wordt getoetst, scoort het hoog. Binnen deze roman komt een groot aantal thema's samen, onder meer op sociaalpolitiek, fe- minisjtisch en milieugebied. Maar het bijzondere is dat hij één hoofdthema heeft waaraan al die andere ondergeschikt zijn: en dat is nu juist die verbeeldings kracht. Waslala is een idyllische plek midden in het oerwoud van het imaginaire Midden-Amerikaanse land Faguas. Bijna iedereen in raguas heeft er een voorstelling *an, maar tot op het laatst blijft het de vraag of het echt bestaat óf alleen als verwachtingsvolle fan tasie. De oude dichterfilosoof don José weet zeker dat het bestaat: 'oen hij als jonge man om politie ke redenen in het oerwoud moest onderduiken, ontdekte hij deze Paradijselijke plek samen met andere idealisten en bouwde er met hen een harmonische samen leving op. Vreemd genoeg heeft mj Waslala, nadat hij het had verlaten om zijn vrouw op te ha len, nooit meer terug kunnen vin den. Jaren later gingen zijn dochter en schoonzoon op zoek. Zij keerden niet terug, hoewel ze hun doch tertje achter hadden gelaten. Dit meisje, Melisandra, groeide naast haar grootvader op tot een even wichtige, energieke jonge vrouw. Beiden weten dat nu het onver mijdelijke moment aangebroken is, dat ook zij een zoekpoging on derneemt. Op het welslagen van Melisan- dra's tocht hebben de straatarme bewoners van Faguas hun enige hoop gevestigd. Zij leven al jaren met de verschrikkingen van een burgeroorlog tussen de regering en een machtige reactionaire fa milie die met guerrilla-tactieken vanuit het oerwoud elke poging om een meer recht] vaardige maatschappij te vestigen, sabo teert. Op haar lange tocht over de grote rivier en dwars door het oerwoud komt Melisandra, naast concrete hindernissen en onge; makken als de afmattende tropische broeie righeid en de geladen sfeer van een door agressieve guerrillero's beheerst gebied, ook enkele ob stakels tegen die sterk doen den ken aan mytholojgische reisver halen als de Odyssee. Ze begint haar reis in het toeval lige gezelschap van zes anderen, die Melisandra later elk op hun manier zullen helpen: een Duitse goudzoeker, een Nederlands les bisch stelletje dat een kind komt adopteren, een gedreven Ameri kaanse milieudeskundige, een Argentijnse wapen en drugss mokkelaar en een Amerikaanse journalist die een reportage voor bereidt over de in Faguas geteel de en naar het Westen gesmok kelde superdrug filine. Tussen Melisandra en deze jour nalist ontstaat een hechte liefdes relatie. Het lijkt een gunstig voorteken dat hij Raphaël heet, net als de ontdekker van het ei land Utopia bij Thomas More. Door het hele boek heen worden vaker van dit soort min of meer intellectuele bakens uitgezet. Dat de tocht zal slagen, is dus vanaf het begin duidelijk. Maar hoe, dat blijft tot het allerlaatst ver borgen. Levensomstandigheden en pro blematiek in Faguas lijken sterk op wat plaatselijk in het huidige Midden-Amerika wordt aange troffen, Dit verhaal speelt zich echter niet af in een heden, maar in een niet al te ver weg liggende toekomst, waarheen Belli een aantal actuele ontwikkelingen heeft doorgetrokken. Die toe komst heeft niet veel goeds ge bracht. De kloof tussen rijke en arme landen heeft zich aanzien lijk verbreed. Om tenminste de kruimeltjes van de westerse eettafels op te van gen, heeft Faguas zich aange diend als vuilnisbelt van Ameri ka en Europa. Dat brengt risico's met zich mee: een van Belli's boeiendste personages, Engracia, de inspiratrice van een coöpera tief kringloopbedrijf diep in het oerwoud, komt op een absurde manier om het leven als slachtof fer van illegaal gedumpt radioac- Gioconda Belli tief afval. Een opgekalefaterde computer of wasmachine is ge makkelijk te krijgen, maar het dagelijks benodigde voedsel is schaars, omdat de teelt van filine voor de export veel meer op brengt. De armoedige behuizin gen zijn opgetrokken uit stalen en kunststoffen onderdelen; niet uit hout, want het oerwoud moet intact blijven ten behoeve van de wereldzuurstofvoorziening. Zwartkijkersfantasie? Belli per soonlijk heeft zich nooit als een pessimist langs de zijlijn opge steld. Aan het eind van de jaren zeventig heeft ze een actieve rol gespeeld in de brede Nicaragu aanse volksbeweging die de dic tatoriale president Somoza heeft afgezet, en na de democratisering heeft ze zich met veel creativiteit ingezet voor positieverbetering van de Nicaraguaanse vrouw. Wat toen in Nicaragua gebeurde, gebeurt in Faguas ook. De smeu lende fakkel van de verbeeldings kracht vlamt weer op als degenen die Melisandra van Waslala wil den weghouden, zijn uitgescha keld. En dan kan begonnen wor den aan het opbouwen van de mooie toekomst van overmorgen. Melisandra is het prototype van Belli's ideale vrouw: ongekun- ze in een psychiatrische inrich ting werd opgenomen. Met haar heeft hij, als regisseur bij het Noordelijk Toneel, grote succes sen geboekt. Bevel is bevel heette het toneelstuk over een echtpaar (Martha en George) dat niet tegen de werkelijkheid is opgewassen, omdat het een autistisch kind heeft. Ze doen er alles aan om de liefde voor hun kind te winnen, maar ze zijn om een bepaalde re den niet in staat om het kind uit zijn isolement te halen. 'Ze zijn eigenlijk de ware autisten in het stuk.' In de romans van Bernlef heeft alles betekenis, dus probeert de lezer al snel verbanden te leggen tussen de personages van het to neelstuk, Sandra die de rol van het jongetje speelde en later krankzinnig werd en de situatie waarin Rob Noordhoek is ver zeild. Ook hij leeft op het eiland in ze kere zin als een autist. Verloren zoon is daarmee een roman over onthechting, over de mens die geen wezenlijk contact heeft met de omringende wereld. 'Iedereen had een geheim. Ieder een droeg een masker,' weet Rob Noordhoek als hij zich inscheept aan het begin van de roman. Hij realiseert zich al op die eerste pa gina's dat hij op een zijspoor is gerangeerd en dat het uitzicht op zijn verleden totaal veranderd is. Dat geheim hoeft niet meer ont huld te worden, maar wat het voor hem betekent, merkt hij pas als hij in het zicht van de dood zijn ervaringen op papier zet. Aan het einde van de roman is 'het gat naar het verleden ge dicht'. Als een autist ligt hij aan het strand. 'Dit is wat het eiland ziet. Een man, met zijn middel over een wit uitgeslagen boom stam hangend, zijn gezicht in het golvende water, zijn benen wijd gespreid in het zand.' Het is het dramatische einde van een over tuigende roman. IJ. Bernlef: 'Verloren zoon'. Uitg. Querido, prijs 35,-. Door Y, Né Judith Herzberg werd zeer on langs de P.C.Hooft-prijs toege kend voor haar poëzie. Op 20 juni zal haar de prijs worden uitge reikt in het Letterkundig Mu seum in Den Haag. Ook is deze maand haar laatstverschenen bundel Wat zij wilde schilderen genomineerd voor de VSB Poëzieprijs. Elke heel eenvoudige gedachte herbergt een wereld en biedt ge noeg stof voor een gedicht. Judith Herzberg geeft in haar poëzie keer op keer blijk van deze over tuiging. Zij onthult binnen die ene of zelfs minder dan een halve gedachte, een scala aan tegen stellingen, (on)mogelijkheden, onzekerheden en onmacht. Een schijnbaar triviale ingeving groeit uit tot een menselijke rea liteit, die ontroert en doet inzien. In het eerste gedicht plaatst Ju dith Herzberg de uitspraak Bel als je aangekomen bent. Laat even weten, in een menselijke context, die complexer is dan in eerste instantie lijkt. Kleef, plak, zuignapHebberigheidwerpt zij op als mogelijk motief. Maar on middellijk kruipt de dichteres in de situatie, waarin de uitspraak wordt gedaan. Regels vol bewe ging volgen: de motor start, de auto rijdt weg. De achterblijver, die de woorden sprak, houdt de persoon die vertrekt zo lang mo gelijk vast, in een denkbeeldige omhelzing. Hier is het gedicht zelf een omhelzing geworden, om de verwijdering en de vervaging te bezweren. Het gedicht en de uitspraak Laat even weten heb ben dezelfde betekenis. Menselijke emoties en beweegre denen zijn ongrijpbaar. In hun diepste zin ontsnappen zij aan el ke mode en elke gladde zegswij ze. Judith Herzberg heeft een voorkeur voor de weerbarstig heid van de realiteit. De ergernis op een ouderwetse ochtend vol gegorgel, gekletter van vaat en emmers is haar liever dan het probleemloze ideaal, dat een mo dieuze luxe ons voorspiegelt. In een ander gedicht weegt zij de woorden I like in verhouding tot ik hou van: I like is glad en glanst, is ongecompliceerd. Met verbazing en bewondering nëemt zij iemand met een ongecompli ceerde benadering in zich op. Op een onnadrukkelijke manier ver woordt Judith Herzberg haar ei gen neiging tot en voorkeur voor het tegendeel. Via luchtig woor denspel brengt zij een in nerlijke verdeeldheid aan het licht: I like de gretigheid waamee jij door de verrekijker kijkt bijvoorbeeld meer dan dat ik hou van al die ganzen in het wak op het bevroren meer. Judith Herzberg is zich er zeer van bewust, dat zij tegen de bui tenkant van de mensen en de din gen aankijkt. Via haar eigen in nerlijk heeft zij echter een toe gang tot het innerlijk van de an der, die op zijn beurt tegen haar buitenkant aankijkt. Haar ge dichten zijn plaatsen, waar zij haar inleving een vorm geeft. Zich inleven in de ander heeft al les met realiteit te maken. Zij moet dan ook niets hebben van metaforen of symbolen. En als het zich verplaatsen in andere le vende wezens moeilijk gaat, daarover spreekt het gedicht Zee sterren, dan is het nieuws over deze dieren schokkend genoeg. Alles wat echt is, houdt altijd meer in dan wij mensen weten. Dit houdt bij Judith Herzberg een voortdurende waarschuwing in. De mensen moeten vragen le ren stellen en dit kan veel leed voorkomen. Dit is haar bood schap en haar vorm. Spreektalig en woordspelig gaat zij om met mogelijke vragen en mogelijke antwoorden. Soms flauw, soms heel indringend. Maar altijd zijn haar gedichten doordrongen van het besef van een geheim, een heilig geheim, dat elk oppervlak kig verschijnsel in zich draagt. Judith Herzberg tast de opper vlakte af en betrapt haar op diep ten en paradoxen. JETLAG Je kent van foto's wel die vegen van dingen die te snel bewegen, zo ben ik vaag, na dagen door de lucht te zijn gehaast ben ik, waar ik ook stop misplaatst, want in mij is de vaart nog niet gestuit, en elke cel wil verder, hier weer uit, door, door, dit stil staan o 1 geeft een klap, steeds is er iets dat wekt uit deze slaap van daverende vaart zoals een harde bal pok op een racket stuit. Judith Herzberg: 'Wat zij wilde schilderen'. Uitg. De Harmonie, prijs 24,90 Illustratie in 'Zwart als inkt' van Wim Hofman steld, zelfbewust, energiek en vindingrijk. Ze is gemaakt voor een tedere en gepassioneerde lief desrelatie op basis van weder zijds respect tussen man en vrouw. Jammer dat Belli haar stokpaardjes op dit terrein te uit bundig heeft laten galoppe;ren. Melisandra verbaast zich erover dat de vrouwen in Raphaels Amerika hun partner een con tract voorleggen voor ze met hem een relatie aangaan en dat er in de westerse wereld geen solidari teit tu ssen man en vrouw be staat, maar wel volgens de twee Nederlandse vrouwen tussen partners van hetzelfde geslacht. Nou, zo'n toekomstbeeld ver baast ons ook, maar laten we het Belli maar vergeven. Want Waslala bevat zoveel meer prach tige poëtisch getinte passages waarin de grenzen tussen moge lijke en onmogelijke werkelijk heid subtiel vervagen. In die pas sages toont Belli, die lang voor dat ze haar beroemde roman De be j woonde vrouw en haar minder geslaagde Dochter van de vul kaan schreef, al verschillende dichtbundels had gepubliceerd, zich van haar sterkste zijde. Gioconda Belli: 'Waslala'. Uitg. De Geus, prijs 49,90 Door Muriel Boll Sprookjes zijn heel bijzonder; je hoort ze voor het eerst op kleu terleeftijd om ze vervolgens nooit meer kwijt te raken. Op jouw beurt vertel je ze door en als grijsaard weet je nog steeds in grote lijnen hoe het ging met As sepoester, de Kikkerkoning en Doornroosje. Die mengeling van gruwel en be tovering wordt kennelijk een soort toetssteen, die een leven lang meegaat. Komt dat doordat in sprookjes kinderen het uitein delijk altijd winnen van hard vochtige ouders die hen, door ar moede ingegeven weliswaar, in het donkere bos achterlaten? Die het door hun slimheid en overle vingsdrang winnen van enge hek sen en machtige reuzen, van een akelige stiefmoeder en een hon gerige wolf? Zo krijg je met de paplepel ingegoten dat je niet bang hoeft te zijn. Toch zijn er mensen die het liefst elke gruwel uit de sprookjes zou den willen verbannen. Ik kan me eerlijk gezegd nauwelijks voor stellen dat kinderen angsttrau ma's kunnen krijgen van sprook jes. Elke kleuter weet toch dat Roodkapje en grootmoeder weer springlevend tevoorschijn komen uit de buik van de boze wolf? En wordt Sneeuwwitje niet wakker gekust door een mooie prins? Wim Hofman schreef zijn eigen Sneeuwwitje-sprookje, Zwart als inkt. Het is een meedogenloos en verbijsterend verhaal. Meedo genloos omdat het in Hofmans verhaal geen stiefmoeder is die haar kind verwaarloost en naar het leven staat, maar een moeder en dat maakt het nog een graadje wranger. En onthutsend, omdat je in de figuur van Sneeuwwitje ineens een gewoon meisje ziet. Dat het geen lief verhaal is ge worden, zie je al op de omslagte kening, waarop een tafel en een stoel staan getekend in een vreemd perspectief. Op tafel lig gen velletjes papier en een teke ning van een meisje, waar een groot kruis doorheen is gezet: het meisje dat er niet had mogen zijn. Hofman begint zoals het hoort, met 'Er was eens', en natuurlijk zijn er de zeven dwergen, de ver momde moeder, het wurglint, de kam met gif en de vergiftige ap pel; maar daartussen loopt alles anders. Een vrouw blijft achter als haar man de oorlog ingaat. Ze krijgt een dochter, kort daarop komt de man om. De schuld van Sneeuwwitje: als ze een jongen was geweest, zou de man onmid dellijk naar huis zijn terugge keerd. Het meisje wordt mooier dan de moeder. Die beveelt haar minnaar het kind te doden. De man krijgt medelijden, zoals het hoort, en Sneeuwwitje komt bij de dwergen terecht. Het navrante in Hofmans vertel ling zit hem in het verlangen naar een moeder die haar kind jaren lang mishandeld heeft. „Ik zal nooit meer stiekem in je kamer gaan... Ik zal altijd stil zijn, niet meer roepen 's nachts, ook niet als ik denk dat er een harig beest onder mijn bed zit. Ik zal altijd ja zeggen, mamma. Als je me maar komt halen. "Je hart krimpt in el kaar als je dat leest. De dwergen lijken in de verste verte niet op die vrolijke Walt Disney-figuren. Het zijn com manderende kankeraars: Slacht die kip, raap de appels, was deze sokken. Ze zijn absoluut niet geïnteresseerd in Sneeuwwitje zelf. Die is zo eenzaam dat ze sta pels brieven schrijft, vaak aan haar moeder, maar ook aan een wortel, een spijker, een soepkip. En als ze niet schrijft, ziet ze overal letters; in de lucht, op het pad naar de beek, in de beek. De jaren gaan uitzichtloos ver der. Dan wil je ondanks waar schuwingen graag praten met een vriendelijke vrouw die mooie spullen aanbiedt. Zes jaar was Sneeuwwitje toen ze bij de dwer gen kwam. Ze blijft er ongeveer zeven jaar en wordt volwassen. „Er zat wat bloed aan mijn been," zegt Sneeuwwitje, als ze zich op een nacht bij volle maan in de beek wast. De reddende prins laat zich als een wijze uit het Oosten leiden door een, vallende, ster. De oli fanten die hij meeneemt en de route door de bergen geven hem de contouren van Hannibal. De reis zelf lijkt een queeste, een zoektocht naar de Graal, maar aards wraakzuchtig is de marte ling van de moeder waar het sprookje mee eindigt. Geen 'En ze leefden nog lang en gelukkig', maar de jongen en het meisje vin den elkaar wel heel erg lief. Zwart als inkt is met de grootste zorg geschreven in simpele, vol strekt duidelijke taal met een speelse ondertoon. De korte zin nen zijn zo gerangschikt zijn dat de tekst een poëtisch verhaal wordt met het effect dat je ook leest wat er niet staat. De dialo gen zijn heel direct, zoals kinde ren praten. Het boek ziet er prachtig: de tekst is op een smal le ruimte afgedrukt en Hofman zelf maakte er plastische, een voudige tekeningen - of zijn het linosneden? - bij. W. Hofman: 'Zwart als inkt'. Uitg. Querido, prijs 37,50.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 31