Via loting, cijfers of geld naar de universiteit? Nog cont in pe Kind grootbrengen kost al gauw 'n ton Gezondheidsraad: 4Geef het draagmoederschap meer ruimte' Verplichte hai DE STEM OPINIE Burgemeester van Breda 'iets te kort door de bocht' **33? 16 Steillg me" VRIJDAG 21 MAART 1997 De voorstellen van de commissie-Drenth leveren vooral problemen op. Hooguit hebben leerlingen nu iets meer greep op het toelatingsproces tot de uni versiteit. Maar is er misschien nog een beter alter natief? Door Job Cohen VORIG JAAR zomer laaide de discussie op over het systeem van gewogen loting dat wij in ons ho ger onderwijs kennen bij een paar studierichtingen. Meike Vernooy, een meisje met gemid deld 9,6 op haar eindexamen, was uitgeloot voor de studie medicij nen. Misschien ook omdat de zomer tijd weinig ander nieuws met zich meebracht, leidde dat tot veel commotie, en tot de instelling van de commissie die zich nog maar eens moest buigen over de vraag of er niet een systeem te verzin nen was dat meer dan loting recht zou doen aan de mogelijk heid om je lot in eigen handen te nemen. Die commissie, naar zijn voorzit ter de commissie-Drenth ge noemd, heeft nu gerapporteerd, en een gemengd systeem voorge steld: voor de helft toelating op grond van eindexamencijfers, voor veertig procent op grond van ongewogen loting, voor tien procent op grond van relevante ervaring. Rationeel Wat daarvan te vinden? Laat ik voorop stellen dat ik loten nog steeds het minst slechte systeem vind. Als je rationeel naar het probleem kijkt, dan kun je tot geen andere oplossing komen: al le andere criteria zijn, om ver schillende redenen niet bruik baar, en dan blijft loting als minst slechte over. De criteria die er echt toe doen om de 'juiste' studenten te selecteren, kunnen we niet meten: motivatie, per soonlijkheid, sociale vaardighe den. De commissie-Drenth erkent nog eens uitdrukkelijk dat je daar in alle objectiviteit niets betrouw baars over kunt zeggen. Gebruik je die criteria toch, dan is dat misschien in psychologisch op zicht wel bevredigend, maar je beduvelt de zaak in hoge mate omdat je beoordeelt wat je niet kunt beoordelen. Intellectuele capaciteiten vallen veel beter te meten; zij hebben al leen het bezwaar dat ze maar in beperkte mate relevant zijn. Wie een eindexamen vwo (wel met de juiste vakken!) heeft, kan heel goed medicijnen studeren. In zo verre zijn die cijfers een deugde lijk criterium: meer dan tachtig procent van degenen die medicij nen gaan studeren, studeert af. Maar veel méér zeggen die cijfers niet. Kies je toch op grond daarvan, dan weet je zeker dat je kandida ten uitsluit die op zichzelf heel geschikt zouden zijn, maar op dat niet voldoende relevante crite rium iets minder dan anderen. Bovendien vind ik het, kijkend naar de artsen-opleiding, be paald onverstandig om je te be perken tot de slimsten. Eindexamencijfers Toch kiest de commissie-Drenth nu voor een belangrijk deel voor die intellectuele capaciteiten, tot uitdrukking komend in eindexa mencijfers. Wat daartegen is, staat hierboven. Maar er is ook iets voor, en wel precies het argu ment dat één en andermaal door de stichting Lotgenoten naar vo ren wordt gebracht, en waar ik wel gevoelig voor ben: op loting kun je als individu geen enkele invloed uitoefenen. Als je wordt uitgeloot, dan is precies het feit dat je niets kunt doen of hebt kunnen doen om je kansen te ver beteren, vreselijk. Dat is de enige reden waarom ik wel iets zie in het advies van de commissie-Drenth. Maar ik voeg daar onmiddellijk aan toe dat ik een percentage van vijftig pro cent veel te hoog vind, en boven dien dat dit dubbele systeem tot heel veel narigheid aanleiding zal geven. Voor verschillende beroepen zijn sociale vaardigheden belangrijker dan intellectuele capaciteiten. Maar op het eindexamen wordt vooral het intellect gemeten. foto de stem/johan van gurp Ik zie nu al de juridische proce dures voor me die er voor moeten zorgen dat eindexamencijfers op gekrikt worden. Ik zie nu al dat dezelfde argumenten als van de stichting Lotgenoten opgeld blij ven doen, omdat we ten dele blij ven loten. En het criterium waar de laatste tien procent mee moet worden toegewezen: relevante er varing, hoe moet dat geoperatio naliseerd worden? Valt dat op enigszins objectiveerbare wijze te doen? Ik vraag me dat, in het voetspoor van de decaan van de medische faculteit, ernstig af. Kortom, alles opnieuw afwegend, blijf ik bij mijn oude standpunt: loting is slecht, maar er is niets beters. Tenzij je bereid bent om een cri terium in te voeren dat heel veel zegt over motivatie. Ik heb dat ooit, in september 1978, in een artikel in Beleid en Maatschap pij, voorgesteld, en ik ben de eer ste om te zeggen dat er wel wat op valt af te dingen. Maar ik noem het opnieuw, omdat ik ei genlijk wel benieuwd ben wat de mensen van de stichting Lotge noten daarvan zouden vinden: laat diegenen toe die bereid zijn om het hoogste percentage van zijn of haar latere inkomen op te offeren, en laat hen dat later ook werkelijk betalen. J. Cohen is rector-magnificus van de univer siteit Maastricht en oud-staatssecretaris van Onderwijs. Door Ernst Hirsch Ballin OP 21 FEBRUARI heeft de Ho ge Raad uitspraak gedaan in een opmerkelijke rechtszaak. Het ging om een geschiedenis die haar oorsprong vond in 1984. Een gynaecoloog had een fout gemaakt met verstrekken de consequenties', hij had bij een operatie een spiraaltje ver wijderd, maar er geen terugge plaatst. Evenmin had hij de vrouw daarop gewezen. Met als gevolg dat zij, tegen haar be doelingen in, zwanger werd en in 1987 haar derde kind gezond en wel ter wereld bracht. Het gezin was aangewezen op een bijstandsuitkering. Voor de kosten van het grootbrengen van dit kind stelde de vrouw de arts aansprakelijk; het ging om een bedrag van tegen de drie honderdduizend gulden. Daar op gaf de Hoge Raad een posi tieve beslissing: al moet de pre cieze omvang van de te vergoe den kosten nog worden vastge steld, het uitgangspunt is dat de arts verplicht is deze te ver goeden. De arts erkende zijn fout en was bereid zo'n tien duizend gulden voor de baby- uitzet en de kinderkamer te be talen, maar het dragen van de andere kosten ging hem te ver. De vraag of een arts die bij de anticonceptie een fout maakt, aansprakelijk is voor de kosten van het kind, houdt juristen binnen en buiten Nederland sterk verdeeld. Enerzijds is er de zienswijze - nu dus ook door de Hoge Raad aanvaard - dat het nu eenmaal om schade als gevolg van een behandelings- fout gaat. Zo bezien is er geen reden af te zien van de gewone aansprakelijkheid. Anderzijds is er de opvatting dat de ge boorte van een kind nooit als een 'fout' mag worden behan deld. De juristen die zo redene ren - zoals het Duitse constitu tionele hof - gaan ervan uit dat ouders altijd de verantwoorde lijkheid voor hun kinderen op zich moeten nemen, ook finan cieel. Voor medische kosten gelden uiteraard de gewone verzekeringen en voorzienin gen. Budget Die laatste opvatting doet sym pathiek aan, maar wie de reali- teit in cfnzë samenleving' ondéi ogen ziet, zal toch de Hoge Raad gelijk moeten geven. Er zijn tenslotte hoge kosten aan het opvoeden van een kind ver bonden die niet iedereen zo maar in zijn gezinsbudget kan inpassen. Clemens van Diek schreef in het magazine KUB Ter Visie (1997/1) een artikel over econometrisch onderzoek naar 'De prijs van een kind': „De cijferaars van het Natio naal Instituut voor Budget voorlichting (Nibud) kwamen onlangs met de vaststelling dat een kind, alles bij elkaar gere kend, van baby tot puber, on geveer een ton kost, ofwel zo'n 500 gulden per maand. Wat sommige koppels de vraag doet stellen: 'Wat wordt het, een au to of een kind?' Mensen zijn soms net economen." De kosten van een (extra) kind kunnen mensen voor reële pro blemen plaatsen. Aan de ande re kant beseft vrijwel iedereen dat de betekenis van een kind niet vergelijkbaar is met die van een of ander consumptie goed. Ik zou daaraan echter niet de consequentie willen verbinden dat ouders dan maar altijd alle - voorziene en on voorziene - kosten moeten dra gen, ongeacht hun mogelijkhe den. Eerder zou ik zeggen dat de rechtsorde er beter rekening mee moet houden dat ouders steun en solidariteit verdienen wanneer zij zich inzetten voor nieuw leven. Dat geldt onge acht de winst- en verliesreke ning van een individueel kind. Als een kind wegens een handi cap bijzondere zorg en aan dacht behoeft, moet de samen leving daarbij ook de nodige steun geven. Het arrest van de Hoge Raad zie ik als een positieve ontwik keling. Uitdrukkelijk zegt de Raad dat van de moeder bij voorbeeld niet mag worden verlangd dat ze (via adoptie ot zelfs via abortus) afstand doet van het kind waarvan ze onbe doeld in verwachting is ge raakt. De onvoorziene extra kosten moeten op een andere manier worden opgevangen. In dit geval is het redelijk de arts daarop aan te spreken. Bijstand In mijn ogen is het van belang deze lijn door te trekken naar de sociale zekerheid en het be lastingrecht. Moeders die met een bijstandsuitkering moeten zien rond te komen en in hun eentje de zorg voor een of meer opgroeiende kinderen hebben, verdienen een betere behande ling. Dat betekent meer finan ciële armslag en een sollicita tieplicht die voor hen niet zon der meer wordt toegepast, ook na de kleuterjaren. We moeten ook letten op de po sitie van mensen die op zichzelf voldoende inkomen hebben. Ook voor hen zijn de kosten van het grootbrengen van een kind een aanzienlijke beper king van de draagkracht. Het belastingrecht zou daar meer rekening mee moeten houden. Er is voortdurend discussie over de belastingvrije voet van huishoudens met een of twee inkomens. Ik bepleit om wat minder te letten op de volwas senen, en meer op de kinderen. Het arrest van de Hoge Raad maakt ons nog eens duidelijk dat het grootbrengen van een kind niet voor niets gaat. De rechtsorde moet de ouders bij het dragen van hun verant woordelijkheid ondersteunen als dat nodig is. Prof. dr. E.M.H. Hirsch Ballin is lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal en hoogleraar internationaal recht en wet gevingsvraagstukken aan de Katholieke Universiteit Brabant. Een commissie van de Gezond heidsraad bepleitte onlangs wettelijk ruimte te laten voor draagmoederschap in combina tie met in vitro fertilisatie (IVF). Wat is de achtergrond van dit advies en hoe kan draagmoederschap dan op ver antwoorde wijze plaatsvinden? Door Guido de Wert OM TE beginnen enige technische informa tie: de voortplantings-technologie maakt globaal twee vormen van draagmoederschap mogelijk. Bij de eerste vorm vindt kunstma tige inseminatie (KI) met zaad van de wens- vader plaats - het KI-draagmoederschap. De draagmoeder is dan de genetische moeder van het kind. Bij de tweede variant komt de zwangerschap tot stand na IVF met zaad van de wensvader en eicellen van de wensmoe- der, het IVF-draagmoederschap. Door deze ontwikkelingen werd draagmoe derschap een belangrijk onderwerp van de medische ethiek: mogen artsen hier wel aan meewerken? Wat betekent dit voor de draag moeder en voor het kind? Onder invloed van ontwikkelingen in de VS rees het spookbeeld van commercialisering, waarbij op winst be luste 'koppelaars' hun kas spekken met een nieuwe vorm van kinderhandel. Maatschappelijk verschijnsel De politiek hield zich niet afzijdig. In 1993 werd de wet Commercieel Draagmoeder schap van kracht. Deze wet verbiedt niet het draagmoederschap als zodanig, maar wil voorkomen dat commercieel draagmoeder schap zich als maatschappelijk verschijnsel kan ontwikkelen. De wet verbiedt daarom beroeps- of bedrijfsmatige bemiddeling bij draagmoederschap. Een tweede regulering is te vinden in het planningsbesluit IVF. Daar door werd het ziekenhuizen, op straffe van verlies van de vergunning om IVF toe te pas sen, feitelijk verboden mee te werken aan IVF-draagmoederschap Onomstreden De wet tegen commerciële bemiddeling is onomstreden. Het verbod van IVF-draag moederschap werd echter bekritiseerd. Een eerste reden is dat er voor dit verbod geen overtuigende argumenten zijn. Een verbod is alleen te verdedigen als fundamentele rech ten of waarden worden geschonden, of in dien draagmoederschap aantoonbaar onaan vaardbare risico's inhoudt. Welnu, er be staan gewoon onvoldoende empirische gege vens over de (grootte van de) risico's van draagmoederschap. De indruk bestaat dat de risico's beperkt zijn indien commercialise ring verboden is, en draagmoederschap aan zorgvuldigheidsvoorwaarden wordt gebon den. Een tweede punt van kritiek betreft de logi sche samenhang van de geldende regelge ving. De wetgever heeft tot nog toe geen re den gezien voor een totaalverbod van draag moederschap. Het is dan merkwaardig dat het planningsbesluit juist die variant van draagmoederschap onmogelijk maakt die de wensouders in staat stelt tot het krijgen van een voor beide partners genetisch-eigen kind. Dit kan immers belangrijke voordelen hebben, niet alleen voor de wensouders, maar ook voor het toekomstige kind. De kans op identiteitsproblemen is hier waarschijn lijk kleiner dan bij KI-draagmoederschap. Tegen deze achtergrond is het advies van de Gezondheidsraad alleszins begrijpelijk. Mi nister Borst heeft het advies inmiddels over genomen. Gezien de mogelijke risico's voor de betrokkenen is echter terughoudendheid op zijn plaats. Het is belangrijk dat aan draagmoederschap voorwaarden worden ge- 'Het is cruciaal dat er vervolgonderzoek plaats vindt naar de psychologische en sociale implicaties van draagmoederschap'. steld. Voortbordurend op het advies van de Gezondheidsraad formuleert minister Borst de volgende voorwaarden: Een arts mag alleen meewerken als er spra ke is van een medische indicatie bij de wens- moeder. Denk bijvoorbeeld aan vrouwen die geen baarmoeder (meer) hebben. Men mag vervolgens alleen kandidaat draagmoeders inschakelen die zelf al een of meer kinderen hebben, en die haar eigen ge zin als voltooid beschouwen. Deze vrouwen kunnen door hun ervaringsdeskundigheid beter inschatten of zij het kind na de geboor te kunnen afstaan. De arts tenslotte moet voorlichting geven over de mogelijke risico's en problemen, zo dat de betrokkenen in staat zijn tot het ne men van een weloverwogen beslissing. Dit kan bijdragen aan een betere oordeels vorming over de 'voors en tegens' en zo nodig tot het bijstellen van het beleid. Afstammingsrecht De Gezondheidsraad heeft zich niet gebogen over familierechtelijke aspecten. Volgens ons afstammingsrecht is de vrouw die het kind baart de juridische moeder. Zou dat ook moeten gelden voor IVF-draagmoederschap, waarbij het kind genetisch gezien van het onvruchtbare paar is? Wat moet voor de vaststelling van het moederschap het zwaar ste wegen: genetische verwantschap, zwangerschap-en-geboorte? De overheersen de opvatting is dat het laatste doorslagge vend is. Dit punt is van groot principieel en praktisch belang. Immers, vasthouden aan de klassieke afstammingsregel betekent dat de draag moeder niet gedwongen kan worden het kind na de geboorte af te staan. Het betekent te vens dat adoptie het sluitstuk van I"- draagmoederschap moet blijven. De vraag rijst of een vereenvoudiging van df adoptie-procedure wenselijk is. Bij traditio nele adoptie wordt de baby gedurende een proefperiode van een jaar door de aspiranj" adoptief-ouders verzorgd. Tot die tijd kan de moeder zich bedenken. Daarna kan adopt" plaatsvinden. Bij draagmoederschap ligt een minder zwar' procedure voor de hand. De draagmoeder de zwangerschap immers begonnen met he voornemen het kind na de geboorte afte staan. Te overwegen valt de proefperiode te korten van een jaar tot enkele maanden- Drs. G. de Wert is als ethicus verbonden aan het lrf?jL voor Gezondheidsethiek te Maastricht en aan de Me® Faculteit van de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij is® van de IVF-commissie van de Gezondheidsraad. poor Bert Willemsen ^sterdam - De Ajax-faniJ kregen gisteren weinig helden van Madrid te zien. Alleeri penaltykiller Van der Sari Overmars, Scholten en Wootei. verschenen op het trainings-1, veld langs de Amsterdam Are na om na de krachttoer tegen Atletico Madrid de vermoeid- jieid uit de spieren te lopen. De anderen lieten zich op de massagetafel de pijn uit de ge teisterde lichaamsdelen wrijven' of hadden het te druk met andere zaken. Frank en Ronald de Boer zaten samen met penningmeester! Arie van Os aan de onderhande lingstafel. Ze bereikten overeen-1 komst over de verlenging van: hun contract tot 2004. Beide broers gaan per jaar ongeveer 1,21 miljoen gulden bruto verdienen, Door John Graat Milaan - De internationale bloedproeven bij beroepsrer te kunnen breiden met contij strijden van espoirs (tot 2ij streeft de UCI ernaar om var te hart-onderzoeken bij prof Dat zei gisteren Lon Schatten- voorzitter van de nieuwe UCI-commissie die over 'ge zondheid ep .arbeidsomstandig heden' gaat. „Met de bloedon derzoeken bij jeugdige catego rieën gaan we zeker op korte termijn beginnen. Het reglement is ook op die categorieën van toepassing. Momenteel staan al leen praktische problemen die controles nog in de weg. Het Van onze verslaggever Breda - De mededeling van de Bredase burge meester Rutten tijdens een openbare commissie vergadering dat John Peek was afgetreden, verraste gisteravond ook de NAC-voorzitter zelf. Peek had eerder deze week haar aanleiding van de sup- portersrellen van afgelopen zaterdag in de media laten doorschemeren dat hij over woog om af te treden, maar ffltniddels zet de NAC-pre- ses zÜn strijd tegen het toe nemende voetbalvandalis me onverdroten voort. e voorzitter begreep dan °ok niet waarom Rutten gisteravond tijdens een commissievergadering (openbare orde en veilig- d) had verteld dat Peek was afgetreden. In de mid- aguren hadden Peek en ntten nog gesproken over gebeurtenissen van za- erdag. over aftreden had J toen met geen woord ge rept. in de avond moest 1 dan ook toegeven hij iets verkeerds had gezegd. „Ik ben te kort door 2 bocht gegaan," meldde oe burgervader. „Via de "h* en de radio had ik vernomen dat Peek over- °°g af te treden. Dat heb bdens de commissiever- dao °Verle§ van gistermid- str?, voI§ens Peek con- 2en Ct\ef geweest. „De neu- kantS „n weer dezelfde °P- De gemeente deelt reiri °r® Van en is he- niee f A -J

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 8