logie
Weekend
Een uur praten met Helmut Schmidt stemt pessimistisch
Heks
PËSTEM
E3
ar
De werkloosheid gaat in de rich
ting van die van de Weimar-Re-
publiek, de mijnwerkers zeggen
de regering de wacht aan, de
kiosken puilen uit met thema
nummers over de magere jaren.
Duitsland verkeert in een bijna
structurele crisis, zegt de laatste
sociaal-democratische bonds
kanselier van de Bondsrepu
bliek, Helmut Schmidt. Het ont
breekt de Duitsers niet aan puf,
maar aan leiding, aan visie, aan
ideeën. Maar dat mag geen re
den zijn om de voortgang van de
Europese eenwording maar even
op een laag pitje te zetten. De
inruil van de D-mark voor de
euro duldt geen uitstel. Want er
komt geen tweede kans.
Helmut Schmidt (78) hekelt de
regeringspolitiek en de lamzak-
kerige aanpak van de oppositie;
zijn eigen socialistische SPD.
Interview met de laatste staats
man van Europa.
Helmut Schmidt,
de man die aan
Kohl vooraf ging
(I AART 1997 E2
ling van de dialectologi-
Ginneken en Schrijnen
Id hadden, was daarom
lulteit bleek weinig trek
iwas in hun ogen te veel
Ginneken en die had de
het harnas gejaagd door
•eggen op ras en erfelijke
•■robeerde hij de taalver-
l Dat soort theorieën lag
in die dagen en waar-
igedacht dat ik Van Gin- I
:ou gaan verkondigen."
lijk verwijderd had van
"|e faculteit blijkbaar niet
dissertatie distantieer ik
delijk van de wilde pre-
Insche basis die Van Gin-
ialverschillen hier te ver- t
de oorlog als gijzelaar in
zeten, was hen eveneens
ar later wel hoogleraar
iens Van Ginnekens idee
toetsen. Ik ben begonnen
naar de erfelijke basis
t bleek al snel op niets uit
d-Duitse taalgebied heb-
ider twijfel platte lippen
$t ontronding plaats. Van
taalontwikkeling geloof
lig meer."
eichling op de Nijmeegse
jemeen linguïst die later
emeente Universiteit van
ïden. Reichling was toen
tschijnlijk vermoedde hij
|r teblijven. In het katho-
negen zou dat tot proble-
In daarom heeft hij de be-
jard. Michels, mijn voor
gangen, kwam daarna in
eel meer filoloog en Von-
laalkundige. Hij is hoogle-
946 tot 1958. Vervolgens
pd. Michels had aan dia-
aan. Het materiaal dat er
i hem bij mijn komst van
elkaar gezet worden, het
indruk maken."
interesse had in het pro-
zen deed je in die tijd niet
;baat je kansen willen ver-
recieze leeropdracht was,
iniet. Tot mijn verbazing
jdse en tevens vergelijken-
iaalkunde te'zij'h. Voor het
ik weinig, want op dat ge-
ilf geen specialist. Ik kreeg
le advies me daar niet druk
tichels had het onderdeel
enige kennis van het Go-
'rgronden van het Indoger-
toen ook maar gedaan."
tegen later was ik voorzit-
!it. Ik moest de begroting
luratorengebouw en kreeg
de tip dat er een mogelijk-
ierstoel dialectologie in het
ie jaar later kwam die leer-
tb toen ontzettend getwij-
j hoogleraarschap zelf aan-
•r een ander op die post ko-
ar Nederlands kwam ik elk
nieuwe studenten te staan
gelegenheid ze voor de dia-
en, anderzijds was de dia-
jte hobby. Daar heb ik toen
bor gekozen."
|oeken van de Brabantse en
lecten, waar ik al een tijd
a toen aan het nieuwe insti-
'tjn medewerkers verder ge-
et het Brabantse woorden-
rspoedig, het Limburgse le-
jp. Bij mijn afscheid in 1980
it de voortzetting dan ook
randeren. Het geluk hielp
Vlak voor mijn emeritaat
sentatie van het Gronsfela-
jeng Tans weer tegen. Voor
de Arbeidvoorzitter en ka-
>rzitter van het bestuur van
imburg. We kenden elkaar
Ginnekentijd. Hij was twee
heb hem begeleid als men-
ïs hield zich al jaren me
etenschappelijk onderzoek,
ide liefde, de dialectologie'
een warm plekje. Zeker a s
urgse dialecten, hij was ïffl-
mij, gepromoveerd op de is-
ectgrenzen simpel gestel
In feite was toen de zaak
zucht geregeld. De Neder
umburg namen de financie-
deed Belgisch Limburg ook
wilde vervolgens de ree
continueren."
j project, de Europese ta
971/72 opgezet heb, is nie
n zelfs niet voor Nederland
blijven. De leiding van ae-
prneming is persoonsgeo
self niet mee doorgaan,
den om begrijpelijke m°
ongere, die de voortzet
aranderen. Die jongere m
lega heb ik gevonden m
ei, een Italiaanse hooglet
hij terugkeerde naar zijn
lij de atlasvanzelfspre
;t werk gaat er niet ml
Vier delen zijn al vers
imt eraan en aan het z
crkt"t
ijk ik naar de kaarten, dieiuj
me voortkomen. Ik heb n
en dat het eerste landkaai^
nburg met de aantrekke
:ens tot zulke prachtige
ide kaarten zou leiden.
lilt
ZATERDAG 15 MAART 1997
Sprookjes zijn bedrog. En wie dat niet geloven
„ocht, moet een keer een blik slaan in de royalty-
pers. Sprookjeshuwelijk tussen prinses en mega-
lakelaar. Duizend gasten met aanslag in de vermo-
qensbelasting, een drie verdiepingentaart en een al
as belovende romantische kus voor het altaar.
Jfdits wie niet beseft dat het hier de aankondiging
van scheiding, overspel of bastaarden betreft, zou
ach zelf zo'n grote dag wensen. Maar we zijn vol
wassen geworden en kennen de toekomst van het
«haal.
Sprookjes zijn leugens, verzinsels, want hoe is het
ieders mogelijk dat de spreker van het Nederlands
vaagt om hem geen sprookjes te vertellen. Maar
ook dat klinkt als een sprookje, Is te mooi om waar
te zijn, anders werden er geen zaken gedaan met
d geacht i
ziel, van c
het sprookje spreekt tot de verbeelding. Sprookjes
achtig, sprookjesland en sprookjesfiguur, er zit ver
bogen in. Was het maar zo. Leefden we maar in
een sprookje. Het goede overwint altijd, nooit hon
ger, nooit gebrek, alles roze en altijd romantisch ge
lik. Een Efteiing als werkelijkheid.
Maar dat is de realiteit van het sprookje allerminst,
het komt wel goed met Assepoester, Sneeuwitje en
zelfs de Bremer Straatmuzikanten, maar wat daar
allemaal aan voorafgegaan is, lijkt toereikend voor
jaren depressie. Een werkezel, een jachthond, een
muizenpoes en een boerderijhaan aan het eind van
hou jaren en krachten die niet naar een dierenpen-
sion voor afgeleefde, trouwe vrienden mogen,
maar die zelf moeten trachten een broodwinning
voor hun laatste dagen te vinden. En was dat nou
maar alies. Voor het eind goed ai goed in zicht
komt, moet er eeret nog gevochten worden. Op le
un en dood met echte rovers.
Sets van gouden bordjes, bergen arbeidsloos inko
men of harmonieuze gelukzaligheid. Voor het
sprookjesresultaat bereikt wordt, moet er geleden,
gestreden en gruwelijkheid ondergaan worden. Het
sprookje is als een christelijk paradijs. Na alle ellen
de volgt de verlossende ontknoping en die is zowel
bij Grimm als in het geloof eeuwig.
Daarin ligt het misverstand tussen sprookjesachtig
en sprookjes: de toekomstige eeuwigheid wordt
verward met een voortdurende, met een die nu of
Sprookfes Tfëfcbên de functie van een bijbel, des
noods kinderbijbel. Of de gebroeders Grimm, de
«ste jèrieiRe optekenaars van deze volksverhalen
ristin 1812 al wisten, is de vraag. Een vermoeden
«roeten deze twee goed christelijke broers deson
danks gehad hebben. Gestimuleerd door hun rech
tendocent Friedrich Karl von Savigny trokken zij let
terlijk de boer op om vertellingen en overleveringen
op te tekenen. Een typisch voorbeeld van het ro
mantische geloof in de waarde van volk, traditie en
met door beschaving aangetaste authenticiteit.
acht de rest te zijn van de oor
van de diepere waarheid die de
onbedorven plattelander in zijn omgaan met de na-
tor had ontdekt en die in het stadse teven verloren
geraakt was. De Grimmse sprookjes bleken de mo-
sal en inzichten te vertolken van de pure Germaan.
Eau variant op het nobele wilde-idee uit het Franse
romantische natuurdenken van Rousseau.
Met het verstrijken der tijd verdween het geloof in
bet onbesmette primitieve, maar niet in de diepe les
van het sprookje. De psycho-analytische sfeer heeft
ter meester gemaakt van de sprookjes. De verlos-
singsfunctie bleef zodoende gehandhaafd. Het
sprokje geeft de strijd tussen algemene angsten en
optimistische toekomstverwachtingen ween Het
sprookje biedt een uitkomst uit de duisternis van
te bedreigende collectieve onderbewuste. Het laat
®n dat voor wie vecht, zich verzet of slim zijn intel-
jptie aanwendt, een bevrijdende oplossing klaar
Zoals in Hans en Grietje. Dat verhaal staat voor de
overwinning op armoe, honger, de onverklaarbare
«eling in het humeur van overbelaste moeders
de onverschillige afstandelijkheid van vaders.
pandemonium aan kinderangst, als zo vaak in
sprookjes. Vandaar dat ze klaar gemaakt zijn voor
naast de wieg. Daar kon in vertelvorm al opvoeding
en geruststelling beginnen. Dat is de manier waar-
°P de moderne psycholoog en pedagoog het
sprookje daarom ook het liefste ziet. Zo komt het
sprookje in de klas en op het toneel. In wat afge-
»akte en humoristisch getoonzette vorm, want de
moderne kinderziel is minder goed bestand tegen
"Wen nachtmerrie. De kleuter van nu moet voor-
ai bevrijdend kunnen lachen. Daarmee maakt hij de
tee buitenwereld belachelijk en verwerkt die.
zo staan Hans en Grietje in de muzikale versie van
numperdinck bij Opera Zuid op de bühne. Ais het
«d van twee eeuwen interpretatie: ouders die
W uitkomst zien. Een bezorgde moeder uit de
«ere kant van de samenleving. Het beste willend
haar hongerende kroost, maar door ultzichts-
WBd en paniek regelmatig getransformeerd in
fen moraal van behoeftigheid en kirtderar-
kwaarrT* 60 grappip S^3^- Vakbe-
en amusant, een sprookje voor oog en oor.
Door Frans Wijnands en Ulko Jonker
Je voelt je soms beschaamd als sociaal
democraten niet bereid zijn om zeil te
doen wat ze van anderen verlangen.
Sadat en Rabin kun je het niet meer vragen,
maar vraag het dan tenminste aan Hans Ko-
schnick, toentertijd nog EU-administrateur
van Mostar,' aldus een kritische oud-kanse
lier Helmut Schmidt naar aanleiding van de
terughoudende opstelling van zijn SPD over
de inzet van Duitse jachtvliegtuigen boven de
Balkan. Hij voegde er vermanend aan toe:
'Koester de vriendschap met Frankrijk; het is
het kostbaarste wat ons in deze eeuw ten deel
is gevallen, en de vriendschap met Polen'.
Zinsneden uit een niet-gehouden rede. Op
weg naar het SPD-partijcongres in Mann
heim, november 1995, keerde hij om toen hij
over de autoradio hoorde dat Oskar Lafontai-
ne met een allesbehalve chique verrassings-
actie partijvoorzitter Rudolf Scharping had
gewipt. Schmidt liet zijn rede op het partij
congres voorlezen, met nadruk op de zinsnede
dat 'het corrigeren van vergissingen moed
vergt. Opportunisme, ijdelheid en egotrippe
rij zijn daarbij uit den boze'.
Vanille-geheim
Helmut Schmidt (78, 'maar mijn oren zijn al
88'; bezig aan zijn vierde pacemaker) is een
harde criticus van de Duitse sociaal-demo
cratie en enkele partijkopstukken. Het is vol
gens hem niet genoeg om de regering-Kohl
voortdurend verwijten te maken. De SPD
moet geloofwaardig maken dat zij het anders
en beter kan; een duidelijk toekomstconcept
presenteren.
Vanuit zijn wit-gemeubileerde werkkamer,
zeshoog in het Hamburgse Pressehaus waar
de redactie van Die Zeit zetelt, heeft hij vrij
zicht over de havenstad aan de Elbe. Dat is
van kindsafaan zijn échte 'Heimat', niet de
partij. Hij vraagt zijn secretaresse terloops
om de Schnapps-fles. Het blijkt Grossmutters
Vanille-geheimnis, een 15-procents likeur.
Voor in de koffie.
Schmidt ontkent dat hij zich van de partij
heeft afgewend, maar geeft toe dat hij hoogst
ontevreden is over de manier van politiek be
drijven van de SPD. En dat is nog netjes uit
gedrukt... In een satirisch 'vijf-puntenpro-
gram' voor de partij schreef Schmidt eens:
'Waar wij zijn lukt niets, maar we kunnen
niet overal tegelijk zijn', en 'we weten niet
wat we willen maar dat wél met volle overtui
ging'. Kritische zelfspot die nog steeds actu
eel is.
Dat Kohl te lang regeert en dus afgelost moet
worden, is voor Schmidt geen punt. Maar of
het de huidige SPD(-top) toe te vertrouwen is
de leiding over te nemen? Over zijn favoriete
kanselierskandidaat houdt hij zich op de
vlakte. Maar het zal Oskar Lafontaine zeker
niet zijn. Die zei in 1982 over de autoritaire
Schmidt 'dat die over de secundaire deugden
beschikt waarmee je ook een concentratie
kamp zou kunnen leiden.' Die opmerking
heeft Schmidt hem nooit vergeven.
Een uur praten met Helmut Schmidt stemt
pessimistisch. Zelf noemt hij zijn situatie
schets 'realistisch'. Duitsland zit in een tame
lijk diepe structurele crisis. Er is de afgelopen
jaren in het samenlevingsmodel te weinig
veranderd en gemoderniseerd. „Omdat het
aan mensen ontbreekt met visie, ideeën en
daadkracht." De Duitse hereniging heeft die
crisis verdiept. Schmidt doet niets af aan de
wijze waarop Kohl die hereniging tot stand
heeft gebracht. Maar daarna zijn kardinale
fouten op elkaar gestapeld: „De 1-op-l-wis-
selkoers van West- en Ostmarken, het tempo
van de privatisering, de beloofde bloeiende
landschappen, de veel te snelle optrekking
van de oostelijke lonen naar westelijk ni
veau."
Schmidt hekelt de genoegzaamheid van de
Duitse samenleving; het gebrek aan leiding
en ondernemerschap. „Ondernemers? Wat
zich vandaag zo noemt zijn managers die an
dermans bedrijf leiden, die zijn afgericht om
financieel zo' efficiënt mogelijk bezig te zijn
en trots als ze al doende arbeidsplaatsen af
bouwen. Het ontbreekt in dit land niet aan
puf of energie. Maar aan leiding. Leg de Duit
sers uit wat er aan de hand is, waarom iets
moet gebeuren, geef zelf het voorbeeld en je
krijgt een optimale prestatie."
Dat de generatie die na de oorlog met het
laatste restje fysieke weerstand en wilskracht
de wederopbouw aanpakte en na een aantal
jaren tevreden-vermoeid wat achterover
leunde, begrijpt (tijdgenoot) Schmidt. Maar
dat de volgende generaties, opgegroeid in
vanzelfsprekende welvaart, het daarna alleen
maar kalmer aan gingen doen ergert Schmidt.
„De studentenrevolte van de jaren zestig
heeft niets bruikbaars opgeleverd. Het begrip
arbeidsmarkt is nog nooit goed geïnterpre
teerd. Een arbeidsmarkt is een duopolie tus
sen werkgevers en vakbonden die veel te hoge
lonen vaststellen voor enkele winstgevende
sectoren en die vervolgens opleggen aan de
hele economie. Dat schept geen banen."
Veel en snel
Helmut Schmidt vindt dat de democratie bij
een werkloosheid van vijf miljoen 'acuut ge
vaar loopt'; een voedingsbodem voor links- en
rechts-extremisme. Er moet volgens hem
snel, veel tegelijk gebeuren om de werkloos
heid aan te pakken en de stemming in hét
land te doen omslaan. Sparen op de eerste
plaats, en zoveel mogelijk overheidssubsidies
afbouwen. Behalve bij het wetenschappelijk
onderzoek.
„Het is een kapitale fout om op dat budget te
beknibbelen. Wat we dringend nodig hebben
is absolute top-technologie en innovatie. Je
kunt een volk van tachtig miljoen niet tot in
lengte van dagen te eten geven met een auto-
en tv-industrie. Transrapid en gen-technolo
gie zijn toekomstontwikkelingen waar de
Duitsers veel te terughoudend, bijna angstig
tegenover staan," vindt Schmidt.
Zijn voorstellen doen pijn: afschaffing van de
branchedekkende, landelijke cao's, afschaf
fing van een deel van de vrije dagen, van be
lastingvrije extra's in combinatie met een
helder belastingsysteem. Flexibeler werktij
den en langere productietijden. Een door
zichtiger wetgeving in het algemeen. Met
84.000 wets-paragrafen valt er volgens hem
niet meer te werken. Het is een bureaucrati
sche jungle die alle ondernemerslust verstikt.
Het sociale systeem durven aanpassen, naar
Nederlands of Zweeds voorbeeld, en een ein
de maken aan de gezapigheid van de gesubsi
dieerde universiteiten die zelden topniveau
halen.
Europa
De sterke man van Europa is ziek. Dat is ex
tra zorgwekkend nu de Europese Unie al zijn
krachten moet verzamelen voor de grote
sprong voorwaarts naar de euro, de gezamen
lijke munt. De lamentabele staat van de Duit
se economie, de stijgende werkloosheid en het
gebrek aan een duidelijke politieke visie en
leiderschap spelen de krachten tegen de mo
netaire eenwording in de kaart.
Voor Schmidt is dat onduldbaar. „Het is nu of
nooit voor de EMU. Als we het nu niet doen,
komt dat moment niet meer. Uitstel wordt
onherroepelijk afstel. Laat niemand zich illu
sies maken over de gevolgen daarvan. Het zal
leiden tot een crisis in Europa die erger is dan
in 1954, toen de Fransen de Europese Defen
sie Gemeenschap op het laatste moment op
bliezen. Zonder EMU ondermijnen we de na
oorlogse vreedzame ontwikkeling van Euro
pa," meent Schmidt in navolging van zijn op
volger.
Europa kwam die eerste crisis in de eenwor
ding relatief snel te boven. Dankzij de Euro
pese Economische Gemeenschap (EEG) die
vanaf 1958 de motor van de integratie werd.
De EEG voldeed lange tijd. Maar met een
geldverslindend landbouwbeleid en de har
monisatie van de normen voor de kantelbe-
veiliging van smalspoortrekkers bouw je hier
en daar wel een muur, maar geen dak boven
het Europese huis.
De economische integratie werd versneld, de
Europese binnenmarkten werden verenigd.
Maar het was vooral de Duitse eenwording
die een beslissende impuls gaf. Het grote
Duitsland was bedreigend voor de rest van
Europa. 'Duitsland kan zich snel isoleren,
niet alleen wegens de herinnering aan de mis
daden van Hitiers bezettingsmacht op het
grondgebied van onze buurlanden, maar
vooral door onze neiging tot gelijkhebberij en
opschepperij uit de tijd van keizer Wilhelm II
die de laatste tijd weer de kop opsteekt,'
schreef Schmidt in zijn eigen Die Zeit.
De prijs die Duitsland in de visie van Kohl en
Schmidt voor zijn eenwording moet betalen,
is de D-mark, de gang naar een muntunie die
Europa ook politiek verder aaneensmeedt.
Het is de ultieme droom van politici als Hel
mut Schmidt en Giscard, die zelf aan de wieg
van de EMU stonden met hun initiatief voor
min of meer vaste wisselkoersen in het Euro
pese Monetaire Stelsel. Kohl deelt die droom.
Voor Schmidt ligt de enige rechtvaardiging
van diens voortgezette bondskanselierschap
nog in zijn vastberadenheid om de D-mark op
te geven voor de euro.
Ook als dat economisch gezien minder plausi
bel is doordat de bezuinigingen voor de
EMU-toetreding de werkloosheid in de hand
werken? Schmidt, geërgerd en vastberaden:
„De werkloosheid heeft heel weinig met de
EMU te maken, hooguit kortstondig. Maar de
EMU is in de eerste plaats een strategisch
project en als afgeleide daarvan ook econo
misch."
Dat is de visie die de tegenstanders van de eu
ro missen, die de EMU alleen maar beoorde
len op de vraag of wel aan de financieel-eco-
nomische criteria wordt voldaan. De Duitse
centrale bank hoort daarbij. Bundesbankpre-
sident Hans Tietmeyer hamert voortdurend
op een strikte toepassing van de toelatings
voorwaarden: een lage staatsschuld en dito
financieringstekort.
Domme criteria
„Die criteria voor toelating zijn dom," vindt
Schmidt. „Ik heb in m'n leven nog nooit zo'n
slecht uitgewerkt internationaal verdrag in
handen gehad als het Verdrag van Maats-
riicht. Dat de staatsschuld niet groter mag
zijn dan 60 procent van het bruto binnen
lands product, is onzin. België heeft een
staatsschuld van 127 procent en de frank is de
afgelopen jaren net zo hard geweest als de D-
mark. Een financieringstekort van 3 procent
is ook dom. Voor sommige landen waar wei
nig gespaard wordt, zoals de VS, kan dat te
veel zijn omdat het in het buitenland moet
worden geleend. Maar voor landen waar ge
noeg gespaard wordt, mag het best meer
zijn."
Helmut Schmidt werd op 23 december
1918 in Hamburg geboren. Hij studeer
de staatsinrichting en economie, maar
had liever architect of stadsplanoloog
willen worden.
Als Oberleutnant van de luchtdoelartil
lerie raakte de 27-jarige Schmidt in
Britse gevangenschap. Meteen na de
oorlog werd hij lid van de sociaal-demo
cratische SPD en kwam voor die partij
in de Bondsdag. Vanaf 1958 zat hij in
het partijbestuur. Vanwege zijn gevatte,
autoritair-intellectuele redeneertrant
en debatten kreeg hij de bijnaam 'Sch-
midt-Schnauze'.
Van 1961 tot 1965 was hij wethouder in
Hamburg. Terug in de Bondsdag werd
hij fractievoorzitter en tijdens het kan
selierschap van Willy Brandt minister
van Defensie, en later van Economische
Zaken en Financiën. In 1974 volgde hij
Brandt op als Bondskanselier. Hij was
de grote man van het NAVO-dubbelbe-
sluit (het 'rakettenbesluit') tegen de zin
van zijn partij in. Met zijn vriend Gis
card d'Estaing, toenmalig president van
Frankrijk, was hij de initiatiefnemer
van het Europees Monetair Stelsel
(EMS).
In 1982 brak de sociaal-liberale coalitie
van SPD en FDP. Schmidt overleefde
een motie van wantrouwen niet en
moest aftreden, ten gunste van Helmut
Kohl. Tot 1987 bleef hij Bondsdaglid
maar was inmiddels aan een nieuwe
carrière begonnen, bij het gerenom
meerde weekblad Die Zeit waarvan hij
in 1983 mede-uitgever was geworden en
waarin hij nog regelmatig publiceert.
Helmut Schmidt is een groot kunstlief
hebber, vooral van de Noord-Duitse ex
pressionisten, en een getalenteerd pia
nist. Hij draagt nog altijd zijn Prinz
Heinrich-(zeemans)pet en een rode
sjaal. Schmidt, kettingroker en liefheb
ber van snuiftabak, is sinds 1942 ge
trouwd met zijn Harmelore (Loki). Het
echtpaar woont in Hamburg.
„Er is de afgelopen jaren in het samenlevingsmodel te weinig veranderd en gemoderniseerd. Omdat het aan mensen ontbreekt met vi
sie, ideeën en daadkracht.foto hans van den boogaard/Hollandse hoogte
i» «ja 1 1
'Het is nu of nooit
voor de EMU'
Volgens Schmidt is het Ëttvèrclrag flexï&el I
genoeg om met een soepele interpretatie van
de criteria zoveel mogelijk landen te laten
starten met de EMU. Bij strikte toepassing
dreigt zelfs Duitsland buiten de boot te val
len. „Het verdrag biedt zelfs een zeer grote
flexibiliteit. Als die wordt gebruikt is de kans
dat het doorgaat 85 procent. Maar het is de
Bundesbank die daar met een angstprogram
ma tegenin gaat. Dat is het grote gevaar. Daar
moeten we bezorgd over zijn. Ik weet Wel
waarom ze ertegen zijn. Ze hebben geen zin
om filiaalchef te worden van een Europese
Centrale Bank."
De verdieping van de bestaande Europese sa
menwerking heeft voor Schmidt prioriteit
boven uitbreiding van die samenwerking met
landen in Midden- en Oost-Europa. In het
huidige debat over uitbreiding van de NAVO
heeft hij zelfs uitgesproken twijfels. „U krijgt
daarop van mij geen duidelijk antwoord."
Dat zegt Schmidt niet vaak.
„De Polen zijn goede vrienden en ik kan ook
alleen maar sympathiek staan tegenover him
vraag om te worden toegelaten. Maar bijna
alles spreekt ertegen. Amerika doet het alleen
om de Amerikaanse dominantie over heel Eu
ropa te vestigen. En wat zeg je na Polen, Tsje
chië en Hongarije tegen Estland, Letland en
Litouwen, voor de Russen het nabije buiten
land? Russische generaals zijn erin opgevoed
de NAVO als vijand te zien. Het kan alleen als
er gelijktijdig een akkoord kan worden be
reikt over de strategische bewapening en sa
menwerking. Maar dan nog houd ik mijn
twijfels over hiermee doorgaan zonder Rück-
sicht."
Uitbreiding van de Europese Unie met deze
landen is voor Schmidt minder omstreden.
Maar ook daar stelt hij voorwaarden. „Nog
maals, de Polen liggen me zeer aan het hart.
Tsjechië, Slowakije en Hongarije natuurlijk
ook. Maar ze kunnen er niet bij voordat de
ene munt er is en er een akkoord ligt over
Maastricht II'. Daarmee doelt hij op het stre
ven van de EU-landen om de Unie zodanig in
te richten dat er ook met twintig of meer le
den nog effectief kan worden gewerkt. Het is
de zware taak voor Nederland als huidig
voorzitter van de EU om dat straks op de top
in Amsterdam voor elkaar te krijgen."
Bureaucratie
Voor Schmidt is de huidige bureaucratie in
Brussel al een gruwel. „In het verdrag wordt
maar over één ministerraad gesproken, maar
het zijn er inmiddels meer dan twintig. Al die
ministerraden, al dat papier, dat onzinnige
landbouwbeleid, een slechte erfenis van Sicco
Mansholt. En dan die commissarissen, waar
van menigeen niet goed genoeg is om thuis
minister te zijn. Nee, ik noem geen namen.
Waarom moeten Duitsland, Frankrijk, het
Verenigd Koninkrijk en Spanje twee commis
sarissen hebben?"
Schmidt zucht, snuift en kijkt op de klok als
de secretaresse binnenkomt. Zijn volgende
afspraak, het Rathaus. Nog een vraag voor
ons. Klopt dat, met Beatrix, dat ze zich te veel
met het regeringsbeleid zou bemoeien? Het
gaat hem persoonlijk aan het hart. Hij kent
haar nog van toen ze zo klein was, 'de dochter
van Bernhard'.
Nee hoor, de rol van Beatrix staat niet echt
ter discussie, stellen we gerust. 'Fabelhafter
Frau', besluit hij. Er zijn mensen waar zelfs
Helmut Schmidt bewondering voor heeft.