logie Weekend Een uur praten met Helmut Schmidt stemt pessimistisch Heks PËSTEM E3 ar De werkloosheid gaat in de rich ting van die van de Weimar-Re- publiek, de mijnwerkers zeggen de regering de wacht aan, de kiosken puilen uit met thema nummers over de magere jaren. Duitsland verkeert in een bijna structurele crisis, zegt de laatste sociaal-democratische bonds kanselier van de Bondsrepu bliek, Helmut Schmidt. Het ont breekt de Duitsers niet aan puf, maar aan leiding, aan visie, aan ideeën. Maar dat mag geen re den zijn om de voortgang van de Europese eenwording maar even op een laag pitje te zetten. De inruil van de D-mark voor de euro duldt geen uitstel. Want er komt geen tweede kans. Helmut Schmidt (78) hekelt de regeringspolitiek en de lamzak- kerige aanpak van de oppositie; zijn eigen socialistische SPD. Interview met de laatste staats man van Europa. Helmut Schmidt, de man die aan Kohl vooraf ging (I AART 1997 E2 ling van de dialectologi- Ginneken en Schrijnen Id hadden, was daarom lulteit bleek weinig trek iwas in hun ogen te veel Ginneken en die had de het harnas gejaagd door •eggen op ras en erfelijke •■robeerde hij de taalver- l Dat soort theorieën lag in die dagen en waar- igedacht dat ik Van Gin- I :ou gaan verkondigen." lijk verwijderd had van "|e faculteit blijkbaar niet dissertatie distantieer ik delijk van de wilde pre- Insche basis die Van Gin- ialverschillen hier te ver- t de oorlog als gijzelaar in zeten, was hen eveneens ar later wel hoogleraar iens Van Ginnekens idee toetsen. Ik ben begonnen naar de erfelijke basis t bleek al snel op niets uit d-Duitse taalgebied heb- ider twijfel platte lippen $t ontronding plaats. Van taalontwikkeling geloof lig meer." eichling op de Nijmeegse jemeen linguïst die later emeente Universiteit van ïden. Reichling was toen tschijnlijk vermoedde hij |r teblijven. In het katho- negen zou dat tot proble- In daarom heeft hij de be- jard. Michels, mijn voor gangen, kwam daarna in eel meer filoloog en Von- laalkundige. Hij is hoogle- 946 tot 1958. Vervolgens pd. Michels had aan dia- aan. Het materiaal dat er i hem bij mijn komst van elkaar gezet worden, het indruk maken." interesse had in het pro- zen deed je in die tijd niet ;baat je kansen willen ver- recieze leeropdracht was, iniet. Tot mijn verbazing jdse en tevens vergelijken- iaalkunde te'zij'h. Voor het ik weinig, want op dat ge- ilf geen specialist. Ik kreeg le advies me daar niet druk tichels had het onderdeel enige kennis van het Go- 'rgronden van het Indoger- toen ook maar gedaan." tegen later was ik voorzit- !it. Ik moest de begroting luratorengebouw en kreeg de tip dat er een mogelijk- ierstoel dialectologie in het ie jaar later kwam die leer- tb toen ontzettend getwij- j hoogleraarschap zelf aan- •r een ander op die post ko- ar Nederlands kwam ik elk nieuwe studenten te staan gelegenheid ze voor de dia- en, anderzijds was de dia- jte hobby. Daar heb ik toen bor gekozen." |oeken van de Brabantse en lecten, waar ik al een tijd a toen aan het nieuwe insti- 'tjn medewerkers verder ge- et het Brabantse woorden- rspoedig, het Limburgse le- jp. Bij mijn afscheid in 1980 it de voortzetting dan ook randeren. Het geluk hielp Vlak voor mijn emeritaat sentatie van het Gronsfela- jeng Tans weer tegen. Voor de Arbeidvoorzitter en ka- >rzitter van het bestuur van imburg. We kenden elkaar Ginnekentijd. Hij was twee heb hem begeleid als men- ïs hield zich al jaren me etenschappelijk onderzoek, ide liefde, de dialectologie' een warm plekje. Zeker a s urgse dialecten, hij was ïffl- mij, gepromoveerd op de is- ectgrenzen simpel gestel In feite was toen de zaak zucht geregeld. De Neder umburg namen de financie- deed Belgisch Limburg ook wilde vervolgens de ree continueren." j project, de Europese ta 971/72 opgezet heb, is nie n zelfs niet voor Nederland blijven. De leiding van ae- prneming is persoonsgeo self niet mee doorgaan, den om begrijpelijke m° ongere, die de voortzet aranderen. Die jongere m lega heb ik gevonden m ei, een Italiaanse hooglet hij terugkeerde naar zijn lij de atlasvanzelfspre ;t werk gaat er niet ml Vier delen zijn al vers imt eraan en aan het z crkt"t ijk ik naar de kaarten, dieiuj me voortkomen. Ik heb n en dat het eerste landkaai^ nburg met de aantrekke :ens tot zulke prachtige ide kaarten zou leiden. lilt ZATERDAG 15 MAART 1997 Sprookjes zijn bedrog. En wie dat niet geloven „ocht, moet een keer een blik slaan in de royalty- pers. Sprookjeshuwelijk tussen prinses en mega- lakelaar. Duizend gasten met aanslag in de vermo- qensbelasting, een drie verdiepingentaart en een al as belovende romantische kus voor het altaar. Jfdits wie niet beseft dat het hier de aankondiging van scheiding, overspel of bastaarden betreft, zou ach zelf zo'n grote dag wensen. Maar we zijn vol wassen geworden en kennen de toekomst van het «haal. Sprookjes zijn leugens, verzinsels, want hoe is het ieders mogelijk dat de spreker van het Nederlands vaagt om hem geen sprookjes te vertellen. Maar ook dat klinkt als een sprookje, Is te mooi om waar te zijn, anders werden er geen zaken gedaan met d geacht i ziel, van c het sprookje spreekt tot de verbeelding. Sprookjes achtig, sprookjesland en sprookjesfiguur, er zit ver bogen in. Was het maar zo. Leefden we maar in een sprookje. Het goede overwint altijd, nooit hon ger, nooit gebrek, alles roze en altijd romantisch ge lik. Een Efteiing als werkelijkheid. Maar dat is de realiteit van het sprookje allerminst, het komt wel goed met Assepoester, Sneeuwitje en zelfs de Bremer Straatmuzikanten, maar wat daar allemaal aan voorafgegaan is, lijkt toereikend voor jaren depressie. Een werkezel, een jachthond, een muizenpoes en een boerderijhaan aan het eind van hou jaren en krachten die niet naar een dierenpen- sion voor afgeleefde, trouwe vrienden mogen, maar die zelf moeten trachten een broodwinning voor hun laatste dagen te vinden. En was dat nou maar alies. Voor het eind goed ai goed in zicht komt, moet er eeret nog gevochten worden. Op le un en dood met echte rovers. Sets van gouden bordjes, bergen arbeidsloos inko men of harmonieuze gelukzaligheid. Voor het sprookjesresultaat bereikt wordt, moet er geleden, gestreden en gruwelijkheid ondergaan worden. Het sprookje is als een christelijk paradijs. Na alle ellen de volgt de verlossende ontknoping en die is zowel bij Grimm als in het geloof eeuwig. Daarin ligt het misverstand tussen sprookjesachtig en sprookjes: de toekomstige eeuwigheid wordt verward met een voortdurende, met een die nu of Sprookfes Tfëfcbên de functie van een bijbel, des noods kinderbijbel. Of de gebroeders Grimm, de «ste jèrieiRe optekenaars van deze volksverhalen ristin 1812 al wisten, is de vraag. Een vermoeden «roeten deze twee goed christelijke broers deson danks gehad hebben. Gestimuleerd door hun rech tendocent Friedrich Karl von Savigny trokken zij let terlijk de boer op om vertellingen en overleveringen op te tekenen. Een typisch voorbeeld van het ro mantische geloof in de waarde van volk, traditie en met door beschaving aangetaste authenticiteit. acht de rest te zijn van de oor van de diepere waarheid die de onbedorven plattelander in zijn omgaan met de na- tor had ontdekt en die in het stadse teven verloren geraakt was. De Grimmse sprookjes bleken de mo- sal en inzichten te vertolken van de pure Germaan. Eau variant op het nobele wilde-idee uit het Franse romantische natuurdenken van Rousseau. Met het verstrijken der tijd verdween het geloof in bet onbesmette primitieve, maar niet in de diepe les van het sprookje. De psycho-analytische sfeer heeft ter meester gemaakt van de sprookjes. De verlos- singsfunctie bleef zodoende gehandhaafd. Het sprokje geeft de strijd tussen algemene angsten en optimistische toekomstverwachtingen ween Het sprookje biedt een uitkomst uit de duisternis van te bedreigende collectieve onderbewuste. Het laat ®n dat voor wie vecht, zich verzet of slim zijn intel- jptie aanwendt, een bevrijdende oplossing klaar Zoals in Hans en Grietje. Dat verhaal staat voor de overwinning op armoe, honger, de onverklaarbare «eling in het humeur van overbelaste moeders de onverschillige afstandelijkheid van vaders. pandemonium aan kinderangst, als zo vaak in sprookjes. Vandaar dat ze klaar gemaakt zijn voor naast de wieg. Daar kon in vertelvorm al opvoeding en geruststelling beginnen. Dat is de manier waar- °P de moderne psycholoog en pedagoog het sprookje daarom ook het liefste ziet. Zo komt het sprookje in de klas en op het toneel. In wat afge- »akte en humoristisch getoonzette vorm, want de moderne kinderziel is minder goed bestand tegen "Wen nachtmerrie. De kleuter van nu moet voor- ai bevrijdend kunnen lachen. Daarmee maakt hij de tee buitenwereld belachelijk en verwerkt die. zo staan Hans en Grietje in de muzikale versie van numperdinck bij Opera Zuid op de bühne. Ais het «d van twee eeuwen interpretatie: ouders die W uitkomst zien. Een bezorgde moeder uit de «ere kant van de samenleving. Het beste willend haar hongerende kroost, maar door ultzichts- WBd en paniek regelmatig getransformeerd in fen moraal van behoeftigheid en kirtderar- kwaarrT* 60 grappip S^3^- Vakbe- en amusant, een sprookje voor oog en oor. Door Frans Wijnands en Ulko Jonker Je voelt je soms beschaamd als sociaal democraten niet bereid zijn om zeil te doen wat ze van anderen verlangen. Sadat en Rabin kun je het niet meer vragen, maar vraag het dan tenminste aan Hans Ko- schnick, toentertijd nog EU-administrateur van Mostar,' aldus een kritische oud-kanse lier Helmut Schmidt naar aanleiding van de terughoudende opstelling van zijn SPD over de inzet van Duitse jachtvliegtuigen boven de Balkan. Hij voegde er vermanend aan toe: 'Koester de vriendschap met Frankrijk; het is het kostbaarste wat ons in deze eeuw ten deel is gevallen, en de vriendschap met Polen'. Zinsneden uit een niet-gehouden rede. Op weg naar het SPD-partijcongres in Mann heim, november 1995, keerde hij om toen hij over de autoradio hoorde dat Oskar Lafontai- ne met een allesbehalve chique verrassings- actie partijvoorzitter Rudolf Scharping had gewipt. Schmidt liet zijn rede op het partij congres voorlezen, met nadruk op de zinsnede dat 'het corrigeren van vergissingen moed vergt. Opportunisme, ijdelheid en egotrippe rij zijn daarbij uit den boze'. Vanille-geheim Helmut Schmidt (78, 'maar mijn oren zijn al 88'; bezig aan zijn vierde pacemaker) is een harde criticus van de Duitse sociaal-demo cratie en enkele partijkopstukken. Het is vol gens hem niet genoeg om de regering-Kohl voortdurend verwijten te maken. De SPD moet geloofwaardig maken dat zij het anders en beter kan; een duidelijk toekomstconcept presenteren. Vanuit zijn wit-gemeubileerde werkkamer, zeshoog in het Hamburgse Pressehaus waar de redactie van Die Zeit zetelt, heeft hij vrij zicht over de havenstad aan de Elbe. Dat is van kindsafaan zijn échte 'Heimat', niet de partij. Hij vraagt zijn secretaresse terloops om de Schnapps-fles. Het blijkt Grossmutters Vanille-geheimnis, een 15-procents likeur. Voor in de koffie. Schmidt ontkent dat hij zich van de partij heeft afgewend, maar geeft toe dat hij hoogst ontevreden is over de manier van politiek be drijven van de SPD. En dat is nog netjes uit gedrukt... In een satirisch 'vijf-puntenpro- gram' voor de partij schreef Schmidt eens: 'Waar wij zijn lukt niets, maar we kunnen niet overal tegelijk zijn', en 'we weten niet wat we willen maar dat wél met volle overtui ging'. Kritische zelfspot die nog steeds actu eel is. Dat Kohl te lang regeert en dus afgelost moet worden, is voor Schmidt geen punt. Maar of het de huidige SPD(-top) toe te vertrouwen is de leiding over te nemen? Over zijn favoriete kanselierskandidaat houdt hij zich op de vlakte. Maar het zal Oskar Lafontaine zeker niet zijn. Die zei in 1982 over de autoritaire Schmidt 'dat die over de secundaire deugden beschikt waarmee je ook een concentratie kamp zou kunnen leiden.' Die opmerking heeft Schmidt hem nooit vergeven. Een uur praten met Helmut Schmidt stemt pessimistisch. Zelf noemt hij zijn situatie schets 'realistisch'. Duitsland zit in een tame lijk diepe structurele crisis. Er is de afgelopen jaren in het samenlevingsmodel te weinig veranderd en gemoderniseerd. „Omdat het aan mensen ontbreekt met visie, ideeën en daadkracht." De Duitse hereniging heeft die crisis verdiept. Schmidt doet niets af aan de wijze waarop Kohl die hereniging tot stand heeft gebracht. Maar daarna zijn kardinale fouten op elkaar gestapeld: „De 1-op-l-wis- selkoers van West- en Ostmarken, het tempo van de privatisering, de beloofde bloeiende landschappen, de veel te snelle optrekking van de oostelijke lonen naar westelijk ni veau." Schmidt hekelt de genoegzaamheid van de Duitse samenleving; het gebrek aan leiding en ondernemerschap. „Ondernemers? Wat zich vandaag zo noemt zijn managers die an dermans bedrijf leiden, die zijn afgericht om financieel zo' efficiënt mogelijk bezig te zijn en trots als ze al doende arbeidsplaatsen af bouwen. Het ontbreekt in dit land niet aan puf of energie. Maar aan leiding. Leg de Duit sers uit wat er aan de hand is, waarom iets moet gebeuren, geef zelf het voorbeeld en je krijgt een optimale prestatie." Dat de generatie die na de oorlog met het laatste restje fysieke weerstand en wilskracht de wederopbouw aanpakte en na een aantal jaren tevreden-vermoeid wat achterover leunde, begrijpt (tijdgenoot) Schmidt. Maar dat de volgende generaties, opgegroeid in vanzelfsprekende welvaart, het daarna alleen maar kalmer aan gingen doen ergert Schmidt. „De studentenrevolte van de jaren zestig heeft niets bruikbaars opgeleverd. Het begrip arbeidsmarkt is nog nooit goed geïnterpre teerd. Een arbeidsmarkt is een duopolie tus sen werkgevers en vakbonden die veel te hoge lonen vaststellen voor enkele winstgevende sectoren en die vervolgens opleggen aan de hele economie. Dat schept geen banen." Veel en snel Helmut Schmidt vindt dat de democratie bij een werkloosheid van vijf miljoen 'acuut ge vaar loopt'; een voedingsbodem voor links- en rechts-extremisme. Er moet volgens hem snel, veel tegelijk gebeuren om de werkloos heid aan te pakken en de stemming in hét land te doen omslaan. Sparen op de eerste plaats, en zoveel mogelijk overheidssubsidies afbouwen. Behalve bij het wetenschappelijk onderzoek. „Het is een kapitale fout om op dat budget te beknibbelen. Wat we dringend nodig hebben is absolute top-technologie en innovatie. Je kunt een volk van tachtig miljoen niet tot in lengte van dagen te eten geven met een auto- en tv-industrie. Transrapid en gen-technolo gie zijn toekomstontwikkelingen waar de Duitsers veel te terughoudend, bijna angstig tegenover staan," vindt Schmidt. Zijn voorstellen doen pijn: afschaffing van de branchedekkende, landelijke cao's, afschaf fing van een deel van de vrije dagen, van be lastingvrije extra's in combinatie met een helder belastingsysteem. Flexibeler werktij den en langere productietijden. Een door zichtiger wetgeving in het algemeen. Met 84.000 wets-paragrafen valt er volgens hem niet meer te werken. Het is een bureaucrati sche jungle die alle ondernemerslust verstikt. Het sociale systeem durven aanpassen, naar Nederlands of Zweeds voorbeeld, en een ein de maken aan de gezapigheid van de gesubsi dieerde universiteiten die zelden topniveau halen. Europa De sterke man van Europa is ziek. Dat is ex tra zorgwekkend nu de Europese Unie al zijn krachten moet verzamelen voor de grote sprong voorwaarts naar de euro, de gezamen lijke munt. De lamentabele staat van de Duit se economie, de stijgende werkloosheid en het gebrek aan een duidelijke politieke visie en leiderschap spelen de krachten tegen de mo netaire eenwording in de kaart. Voor Schmidt is dat onduldbaar. „Het is nu of nooit voor de EMU. Als we het nu niet doen, komt dat moment niet meer. Uitstel wordt onherroepelijk afstel. Laat niemand zich illu sies maken over de gevolgen daarvan. Het zal leiden tot een crisis in Europa die erger is dan in 1954, toen de Fransen de Europese Defen sie Gemeenschap op het laatste moment op bliezen. Zonder EMU ondermijnen we de na oorlogse vreedzame ontwikkeling van Euro pa," meent Schmidt in navolging van zijn op volger. Europa kwam die eerste crisis in de eenwor ding relatief snel te boven. Dankzij de Euro pese Economische Gemeenschap (EEG) die vanaf 1958 de motor van de integratie werd. De EEG voldeed lange tijd. Maar met een geldverslindend landbouwbeleid en de har monisatie van de normen voor de kantelbe- veiliging van smalspoortrekkers bouw je hier en daar wel een muur, maar geen dak boven het Europese huis. De economische integratie werd versneld, de Europese binnenmarkten werden verenigd. Maar het was vooral de Duitse eenwording die een beslissende impuls gaf. Het grote Duitsland was bedreigend voor de rest van Europa. 'Duitsland kan zich snel isoleren, niet alleen wegens de herinnering aan de mis daden van Hitiers bezettingsmacht op het grondgebied van onze buurlanden, maar vooral door onze neiging tot gelijkhebberij en opschepperij uit de tijd van keizer Wilhelm II die de laatste tijd weer de kop opsteekt,' schreef Schmidt in zijn eigen Die Zeit. De prijs die Duitsland in de visie van Kohl en Schmidt voor zijn eenwording moet betalen, is de D-mark, de gang naar een muntunie die Europa ook politiek verder aaneensmeedt. Het is de ultieme droom van politici als Hel mut Schmidt en Giscard, die zelf aan de wieg van de EMU stonden met hun initiatief voor min of meer vaste wisselkoersen in het Euro pese Monetaire Stelsel. Kohl deelt die droom. Voor Schmidt ligt de enige rechtvaardiging van diens voortgezette bondskanselierschap nog in zijn vastberadenheid om de D-mark op te geven voor de euro. Ook als dat economisch gezien minder plausi bel is doordat de bezuinigingen voor de EMU-toetreding de werkloosheid in de hand werken? Schmidt, geërgerd en vastberaden: „De werkloosheid heeft heel weinig met de EMU te maken, hooguit kortstondig. Maar de EMU is in de eerste plaats een strategisch project en als afgeleide daarvan ook econo misch." Dat is de visie die de tegenstanders van de eu ro missen, die de EMU alleen maar beoorde len op de vraag of wel aan de financieel-eco- nomische criteria wordt voldaan. De Duitse centrale bank hoort daarbij. Bundesbankpre- sident Hans Tietmeyer hamert voortdurend op een strikte toepassing van de toelatings voorwaarden: een lage staatsschuld en dito financieringstekort. Domme criteria „Die criteria voor toelating zijn dom," vindt Schmidt. „Ik heb in m'n leven nog nooit zo'n slecht uitgewerkt internationaal verdrag in handen gehad als het Verdrag van Maats- riicht. Dat de staatsschuld niet groter mag zijn dan 60 procent van het bruto binnen lands product, is onzin. België heeft een staatsschuld van 127 procent en de frank is de afgelopen jaren net zo hard geweest als de D- mark. Een financieringstekort van 3 procent is ook dom. Voor sommige landen waar wei nig gespaard wordt, zoals de VS, kan dat te veel zijn omdat het in het buitenland moet worden geleend. Maar voor landen waar ge noeg gespaard wordt, mag het best meer zijn." Helmut Schmidt werd op 23 december 1918 in Hamburg geboren. Hij studeer de staatsinrichting en economie, maar had liever architect of stadsplanoloog willen worden. Als Oberleutnant van de luchtdoelartil lerie raakte de 27-jarige Schmidt in Britse gevangenschap. Meteen na de oorlog werd hij lid van de sociaal-demo cratische SPD en kwam voor die partij in de Bondsdag. Vanaf 1958 zat hij in het partijbestuur. Vanwege zijn gevatte, autoritair-intellectuele redeneertrant en debatten kreeg hij de bijnaam 'Sch- midt-Schnauze'. Van 1961 tot 1965 was hij wethouder in Hamburg. Terug in de Bondsdag werd hij fractievoorzitter en tijdens het kan selierschap van Willy Brandt minister van Defensie, en later van Economische Zaken en Financiën. In 1974 volgde hij Brandt op als Bondskanselier. Hij was de grote man van het NAVO-dubbelbe- sluit (het 'rakettenbesluit') tegen de zin van zijn partij in. Met zijn vriend Gis card d'Estaing, toenmalig president van Frankrijk, was hij de initiatiefnemer van het Europees Monetair Stelsel (EMS). In 1982 brak de sociaal-liberale coalitie van SPD en FDP. Schmidt overleefde een motie van wantrouwen niet en moest aftreden, ten gunste van Helmut Kohl. Tot 1987 bleef hij Bondsdaglid maar was inmiddels aan een nieuwe carrière begonnen, bij het gerenom meerde weekblad Die Zeit waarvan hij in 1983 mede-uitgever was geworden en waarin hij nog regelmatig publiceert. Helmut Schmidt is een groot kunstlief hebber, vooral van de Noord-Duitse ex pressionisten, en een getalenteerd pia nist. Hij draagt nog altijd zijn Prinz Heinrich-(zeemans)pet en een rode sjaal. Schmidt, kettingroker en liefheb ber van snuiftabak, is sinds 1942 ge trouwd met zijn Harmelore (Loki). Het echtpaar woont in Hamburg. „Er is de afgelopen jaren in het samenlevingsmodel te weinig veranderd en gemoderniseerd. Omdat het aan mensen ontbreekt met vi sie, ideeën en daadkracht.foto hans van den boogaard/Hollandse hoogte i» «ja 1 1 'Het is nu of nooit voor de EMU' Volgens Schmidt is het Ëttvèrclrag flexï&el I genoeg om met een soepele interpretatie van de criteria zoveel mogelijk landen te laten starten met de EMU. Bij strikte toepassing dreigt zelfs Duitsland buiten de boot te val len. „Het verdrag biedt zelfs een zeer grote flexibiliteit. Als die wordt gebruikt is de kans dat het doorgaat 85 procent. Maar het is de Bundesbank die daar met een angstprogram ma tegenin gaat. Dat is het grote gevaar. Daar moeten we bezorgd over zijn. Ik weet Wel waarom ze ertegen zijn. Ze hebben geen zin om filiaalchef te worden van een Europese Centrale Bank." De verdieping van de bestaande Europese sa menwerking heeft voor Schmidt prioriteit boven uitbreiding van die samenwerking met landen in Midden- en Oost-Europa. In het huidige debat over uitbreiding van de NAVO heeft hij zelfs uitgesproken twijfels. „U krijgt daarop van mij geen duidelijk antwoord." Dat zegt Schmidt niet vaak. „De Polen zijn goede vrienden en ik kan ook alleen maar sympathiek staan tegenover him vraag om te worden toegelaten. Maar bijna alles spreekt ertegen. Amerika doet het alleen om de Amerikaanse dominantie over heel Eu ropa te vestigen. En wat zeg je na Polen, Tsje chië en Hongarije tegen Estland, Letland en Litouwen, voor de Russen het nabije buiten land? Russische generaals zijn erin opgevoed de NAVO als vijand te zien. Het kan alleen als er gelijktijdig een akkoord kan worden be reikt over de strategische bewapening en sa menwerking. Maar dan nog houd ik mijn twijfels over hiermee doorgaan zonder Rück- sicht." Uitbreiding van de Europese Unie met deze landen is voor Schmidt minder omstreden. Maar ook daar stelt hij voorwaarden. „Nog maals, de Polen liggen me zeer aan het hart. Tsjechië, Slowakije en Hongarije natuurlijk ook. Maar ze kunnen er niet bij voordat de ene munt er is en er een akkoord ligt over Maastricht II'. Daarmee doelt hij op het stre ven van de EU-landen om de Unie zodanig in te richten dat er ook met twintig of meer le den nog effectief kan worden gewerkt. Het is de zware taak voor Nederland als huidig voorzitter van de EU om dat straks op de top in Amsterdam voor elkaar te krijgen." Bureaucratie Voor Schmidt is de huidige bureaucratie in Brussel al een gruwel. „In het verdrag wordt maar over één ministerraad gesproken, maar het zijn er inmiddels meer dan twintig. Al die ministerraden, al dat papier, dat onzinnige landbouwbeleid, een slechte erfenis van Sicco Mansholt. En dan die commissarissen, waar van menigeen niet goed genoeg is om thuis minister te zijn. Nee, ik noem geen namen. Waarom moeten Duitsland, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Spanje twee commis sarissen hebben?" Schmidt zucht, snuift en kijkt op de klok als de secretaresse binnenkomt. Zijn volgende afspraak, het Rathaus. Nog een vraag voor ons. Klopt dat, met Beatrix, dat ze zich te veel met het regeringsbeleid zou bemoeien? Het gaat hem persoonlijk aan het hart. Hij kent haar nog van toen ze zo klein was, 'de dochter van Bernhard'. Nee hoor, de rol van Beatrix staat niet echt ter discussie, stellen we gerust. 'Fabelhafter Frau', besluit hij. Er zijn mensen waar zelfs Helmut Schmidt bewondering voor heeft.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 43