Erefaf niet Literaire mechanica van
■JÜÜfJ!- de nieuwe Virginia Woolf
Werkjes van Dorrestein en Komrij stellen weinig voor
Perspectief
van
het kind
KINDERBOEKEN
Voor koken heb je geen recept nodig
BOEKEN
D7
en
Nieuwsgierig
1
Maria-serie
Jeanette Winterson beschrijft driehoeksverhouding
/I AART 1997 D6 I DE STEM
i i i i i
Nederlandse genreprenten
110.00-17.00 uur
en de kunsten' - tentoonstel-
l Catharina de Grote i.s.m. de
t/m 13 april)
,i het gebouw' - werken van
J) uur (tot 16 mrt)
/erken van Jean-Noël Buatois,
roet en Barbara Woutermaer-
"0 uur (Tot 27 apr)
kN
schatten uit Petershof van Pe-
).00-17.00uur(t/m2apr)
DOM
Rob Mohlmann/schilderijen,
o 14.00-17.00 uur (t/m 23 mrt)'
,SAU
jdloze Geheimzinnigheid' - Pe-
n der Weijden/objekten - Loes
'.00 uur (t/m 23 mrt)
spraakmakende kunstpagina's
jstaan de Volkskrant (t/m 3 apr)
T Pol Taverne/foto - t/m 15 mei
Ii Louisette van Donkelaar/schil-
8.00-do 10.00-21.00-za 10.00-
l - schilder en dichter Jan Van-
113.00-17.30 - za 11.00-17.00 uur
.traat 4 - Rens Horn/foto's - 'La-
•2.00-18.00 uur (t/m 30 mrt)
jbbels/overzicht diverse werken
123 mrt) - Ik zie ik zie wat jij niet
t/m vr 10.00-17.00 uur - za en zo
[tie Instalaties' - werken van Ma
rk Tyman en Wineke Gartz - do
j Reigerstraat 16 - 'Recontres' -
ie Berkulin, A. van Campenhout
uur (t/m 30 mrt
ense Gouden Eeuw (1800-1850) -
■erse musea van Kopenhagen - di
drieluik van Gerard David - twee-
wen - di t/m za 10.00-17.00 uur-
iVEN
t de collectie' - Marijke van War-
han Kinoshita/voorstelling (t/m 13
St (Rode Poort) - Werken van
en, sculpturen) en Jus Juchtmans
ir (tot 14 apr)
KE
Introspectie 5' - werken en instal-
iilla, Luc Bonehill en Albert Goet-
|8.00 uur (tot 17 mrt)
i -mi-b i.
EN
ningkabinet - 'Euro van de Oud-
ijk - di t/m za 10.00-17.00 uur - zo
VDAAL
bls-Van Gooi/stenen en schilderin-
ening 9 mrt (t/m 6 apr)
RDAM
en-Thorvald Bindesboll 1846-1908
t Nouveau' - di t/m za 10.00-17.00
fl997 - 28 genomineerde producten
URG
i - 'Ruik de tijd, hoor beweging, kijk
de kunstenaar Nico Parlevliet (t/m
UHOUT
192 - Gerrit van Meer/olieverf, Joep
i.00 uur, zo 13.00 - 17.00 uur (t/m 6
Boekenweekgeschenk
slechtste van decennium
SPrciik,
DONDERDAG 13 MAART 1997
\j
~,-T tji A
joorJohan Diepstraten
pe Collectieve Propaganda
van het Nederlandse Boek zal
over enkele maanden met trots
melden dat er door het thema
van de Boekenweek, Mijn God,
aog nooit zoveel boeken zijn
verkocht van De Celestijnse
Belofte, De ontdekking van
God, Handboek voor de ziel,
Bet'Boek van God, Balsem,
voor de ziel, en de hele serie Is
lam, Hindoeïsme en Boeddhis
me voor beginners. Dat is leuk
Lor de CPNB, leuk voor de
Boekhandel, maar met litera
tuur heeft het allemaal niets te
baken.
Bat het met de Boekenweek hele-
Jiaaal mis zou gaan, was al te
[voorspellen op basis van de aan-
ling van Wie God verlaat
ft niets te vrezen, De Schrift
Betwist van Maarten 't Hart. 'De
le bundel zal opschudding en ge-
krakeel veroorzaken onder aller-
ei gezindten in Nederland.' De
Eyangelische Omroep kan er het
iele jaar mee door, maar de lite
raire wereld zal er koud onder
lijven. Dat komt omdat het the-
m niet uitgelegd wordt in de be
tekenis van 'de invloed van God
op de literatuur', maar in de trant
ian wat religie de mensheid te-
jenwoordig te bieden heeft. Daar
ïjn de NCRV, KRO en IKON
ir.
t zo'n benadering tot weinig
eidt, is het beste te illustreren
ian de hand van het boeken-
reekessay Niet te geloven van
ïerrit Komrij. Het is een prieel-
rissen 'een relimaan, een
^elifiel en een relifoob' die, zo
t uit de discussie, over alles
lletsen, maar nauwelijks over li
teratuur. Toegegeven, er is een
servajzinkje naar Désanne van.
pderode en naar Kellendonk,
oaar daar houdt het wel mee op.
zestig pagina's praten
Ireemond, Grijphart en Boks-
Joet over godsdienst. Vreemond
feut als gelovige kracht uit het ge
loot. 'Er is al zoveel onzeker in de
grereld dat ik me gelukkig prijs
pet dit fundament van zeker-
Grijphart is op zoek naar
let mysterie in de godsdienst,
mar ik nieuwsgierig naar ben is
(et onzichtbare achter de reali
st. Wat mij fascineert is de
Gerrit Komrij
triomf van de verbeelding over
het materialisme'. Boksvoet gaat
ervan uit dat een beetje intelli
gent mens zich er inmiddels bij
heeft neergelegd godsdienst 'als
een ziekte en afwijking' te be
schouwen. Hij is de initiatiefne
mer van het gesprek om voor
zichzelf 'iets duidelijk te maken
over de gesignaleerde herople
ving van de godsdienst.'
Dat klinkt wel mooi, maar Boks
voet -het alter ego van de auteur-
heeft zijn oordelen al lang klaar
en is waarschijnlijk daarom het
meeste aan het woord. De nieuwe
gelovigheid is voor hem 'niets an
ders dan shoppen op de reli-
markt'. Het komt neer op 'een
beetje patheïsme, een beetje yo
ga, een beetje avondmaal, een
beetje besnijdenis, een beetje
koorknaap. Een scheutje kabbala
en een plukje bijbel. En wat air
miles voor de hemelvaart later.'
Er wordt veel gekeuveld over de
foto klaas koppe Renate Dorrestein
tijdgeest en dat is Komrij wel
toevertrouwd. De poëzieliefheb
ber merkt bovendien dat hij
kwistig strooit met regels uit zijn
verzamelde werk tot gisteren en
dat heeft iets charmants. Het is
ook waar dat Komrij bij vlagen
wel érg serieus is als het gaat over
de liefde en de dood en in die zin
werpt het boekenweekessay mis
schien een ander licht op het oeu
vre van Komrij. Maar wie het on
gelezen laat, mist eigenlijk niets.
Het is Komrij niet eens kwalijk te
nemen dat het niet veel is gewor
den, want vanwege de beperking
van 60 pagina's kon hij bijna
geen kant op. Het geringe aantal
pagina's is ook het aloude pro
bleem voor de schrijver van het
Boekenweekgeschenk die precies
96 bladzijden tot zijn beschik
king heeft. Alleen Cees Noote-
boom (met het bijna briljante Het
volgende verhaal, 1991) kreeg het
voor elkaar om een novelle te
schrijven die precies binnen dat
aantal paste, zonder dat de lezer
de indruk had dat hij iets miste.
Transit (1994) van Hella S. Haas-
se lijkt op het eerste hoofdstuk
van een roman die nooit is ge
schreven, Weerborstels (1992)
van A.F.Th, van der Heijden doet
denken aan een willekeurig
hoofstuk uit de cyclus De tande
loze tijd en In de mist van het
schimmenrijk (1993) van Her
mans heeft toch heel veel weg van
een overgebleven fragment uit
een van zijn oorlogsromans. Het
nieuwe geschenk Want dit is mijn
lichaam van Renate Dorrestein is
een zelfstandige novelle, maar
wat haar opbreekt is toch de be
perking van het aantal pagina's.
Het is zo ongeveer het slechtste
boekenweekgeschenk van het af
gelopen decennium.
Voor het eerst sinds tijden heeft
een schrijver van het geschenk
rekening gehouden met het toe-
foto dijkstra
vallige thema van de boeken
week. Renate Dorestein gelooft in
God en wilde iets doen met haar
godsbeeld. Het werd een novelle
over geloof en religie, maar dan
wel getransponeerd naar de hui
dige tijd. Ze had het essay van
Komrij heus niet nodig om te we
ten wat de tijdgeest aan malle ge
dachten heeft voortgebracht.
Want dit is mijn lichaam is het
verhaal over vijf personages van
wie er vier louter met hun lijf be
zig zijn. De zeventigjarige schil
der Job Olson doet aan yoga en
hangt in trainingsapparaten om
fit te blijven. Zijn zeer jonge
vrouw Felicity is de hele dag in
de weer met fitness-activiteiten.
Kleinzoon Cas is te dik en doet
daar wat aan en diens vrouw
Xandra is in afwachting van een
nieuwe neus. De enige 'normale'
in het gezelschap is Marie, ooit
getroffen door Idnderverlamming
en behept met een beugel en een
3- Dc noord Ur
*£>estid wind
St*d*">d<*mUKa
klompvoet. Zij
heeft niets met haar lichaam. De
symboliek is duidelijk, daar hoeft
de lezer Mattheus niet voor te
kennen.
Het is een wat banale samenvat
ting van de opening van de novel
le, en ook al formuleert Renate
Dorrestein het aanzienlijk intel
ligenter, de aanvangssituatie ziet
er wel zo uit. Renate Dorrestein
vertelt het verhaal over de be
roemde schilder Job die met zijn
Marie-serie de wereld heeft vero
verd. Dochterlief Marie poseert
al haar hele leven voor hem, ook
al voelt zij zich 'een toevallige
hoop ledematen, naar zijn wille
keur gerangschikt'.
Complicaties: Job heeft zijn eer
ste vrouw Claudia in zijn tuin be
graven, dicht bij de waterput die
een zwavelbron blijkt te zijn. Het
water stinkt weliswaar 'als een
bunzing', maar Job drinkt er li
ters van per dag omdat hij alleen
maar bezig is met zijn gezond
heid. Vervolgens gebeurt er heel
veel: het lijk van Claudia wordt
ontdekt, opgegraven en gecre
meerd. Er is van alles aan de
hand in de relatie tussen Job en
Felicity, het broeit tussen Cas en
Xandra, Marie voelt zich onge
lukkig omdat die wereldberoem
de schilder alleen via de compu
ter het defintieve schilderij kan
maken en eindelijk komt pagina
96 - het einde- in zicht.
De lezer heeft niets met al die
personages. Natuurlijk is het een
novelle over de onmacht van het
individu, over de nietigheid van
de mens, over het onvermogen om
met elkaar om te gaan, over hoop
en wanhoop van het leven en al
die zaken meer. Maar wat de le
zer wil, is een beetje een aardig
verhaal, met geloofwaardige per
sonages en een redelijke intrige.
Wie Want dit is mijn lichaam on
gelezen laat, mist weinig. Het
Boekenweekgeschenk van Renate
Dorrestein is niet iets om naar uit
te kijken, net zo min als het boe
kenweekessay van Gerrit Komrij.
Goddank duurt de boekenweek
maar twaalf dagen. Zo'n lange
week had zelfs God niet nodig.
I Gerrit Komrij: 'Niet te geloven'. Uitgave
CPNB, prijs 4,95.
I Renate Dorrestein: 'Want dit is mijn li
chaam'. Boekenweekgeschenk CPNB 1997.
(rnt gaan mijmeren. Denk eens
hij dateert uit de Gouden
iuw, uit de tijd dat de Engelsen
- Nederlanders op de wereld-
(/eën heer en meester waren en
ireral ter wereld hun koloniën
ichtten."
p de stand van Van Gelder In-
lan and Oriental Antique Jewel
ry wurmt Fleur van Gelder een
9e eeuwse Indiase teenring aan
aar vinger. Haar moeder reist al
iren kriskras door India en Chi-
a op zoek naar oude juwelen.
En zij past alles zelf om te kij-
:en of het wel draagbaar is. Dat
het voordeel van een vrouwelij-
i juwelier. Zie je,", de teenring
:hiet naar de juiste plek, „ook
gij is heel goed te dragen. In India
Jragen de mensen juwelen overal
hun lichaam. Ér zijn hoofd
ooien, neusringen, teenringen,
rmbanden voor de bovenarm. In
le Indiase cultuur spelen juwelen
een enorme rol. Zelfs de armste
nensen die op de straat leven,
Iragen ze. Een Indiër verkoopt
alles, behalve zijn juwelen."
Niet zeldzaam, maar wel finan
cieel behapbaar voor de Tefaf-
boemelaar is de serie kopergra
vures van Johannes Stradanus
die het Geldropse antiquariaat
Paulus Swaen aanbiedt.
Jan Modaal kan voor 625 gulden
een mooie prent uit 1590 inclu-
|sief een 'Italiaanse handgemaak
te lijst' boven het dressoir han
gen.
De Tefaf in het MECC in Maastricht duurt
nog tot 16 maart. Op werkdagen van 1"
20 uur, op zaterdag en zondag van 10-ia
feor Marjan Mes
«Engelse schrijfster Jeanette Winterson ontwikkelt zich
Ms meer tot de Virginia Woolf van de jaren negentig;
f" experimenteel auteur die heel bewust afstand heeft
ftiomen van de traditionele, door de 19e eeuw beïnvloe-
f romankunst. In interviews noemt zij zichzelf ook de
Pp belangrijke erfgenaam van Virginia Woolf, een sta-
pnt waarover zij in eigen land hard wordt aangeval-
t
^overschatting en hoogmoed' zouden Winterson, de
ïljante schrijfster van o.a. het geestige Oranges are not
11 only fruit en het fascinerende liefdessprookje Passie,
'IS wel eens duur komen te staan, zo voorspellen haar
®casters. Virginia Woolf vernieuwde de romankunst
?°r de personages ondermeer onderdeel te laten zijn van
veel groter, kosmisch geheel en ook de sekseverschil-
'e elimineren. Ook zij reisde in haar boeken al door
taeentijd.
Jeanette Winterson (1959) vormt de kwantumme-
flica, de leer van de zeer kleine deeltjes materie waar-
zowel het universum, de aarde als de mens zijn opge-
jwd, niet alleen een bron van literaire inspiratie maar
F een regelrechte aanleiding om haar romanvorm dras-
R k vernieuwen.
nieuwste boek Gut Symmetries citeert ze niet al-
°aracelsus, die de hele wereld wilde veranderen,
t °°k Einstein en Oppenheimer om aan te tonen dat
jtaie tegelijkertijd aanwezig en afwezig kan zijn. 'Wis-
e en ïysica hebben de weg vrijgemaakt voor hogere
rnatieven, precies zoals godsdienst dat vroeger deed
Lee!1 werkelijkheid die kan worden vermoed maar niet
en, werkelijkheid die in tegenspraak is met het
•onde verstand
ft Wondi
verstand.
er van het Ene dat de alchimisten zochten
m heel ver verwijderd van de in opkomst zijnde hy-
rspoce-theorie, waarin alle ogenschijnlijke verschui
len en scheidslijnen tussen de atomaire en subatomai-
wereld verenigd worden tot een samenwerkend geheel',
X® winterson in haar introductie.
.ls tat mogelijk in drie ruimtelijke dimensies of zelfs
l ;f' Minstens tien lokken ons weg van dat weten. Zal
°°d, sterrenstof die wij zijn, zijn angel verliezen?
Theoretisch zal er geen dood zijn, maar slechts een omzet
ting van energie in wat waarschijnlijk een andere dimen
sie is.'
Het klinkt allemaal ingewikkeld en dat is het ook, want
Jeanette Winterson is geen gemakkelijke schrijfster, maar
wie zich in het begin van Gut Symmetrie (een begrip uit
de kwantummechanica) door haar filosofische beschou
wingen en korte raadselachtige notities heen weet te bij
ten, wordt beloond met een verrassende vertelling over
een driehoeksverhouding, die soms nog alle sprookjesach
tige en anekdotische trekken vertoont waardoor Passie zo
wist te boeien.
Hoewel Winterson heeft afgerekend met een zich chrono
logisch ontwikkelende verhaallijn blijken alle losse puz
zelstukjes te passen als een bus. Sommige zinnen moet je
meermalen lezen voordat je ze begrijpt en soms begrijp je
ze helemaal niet, maar dan volgt plotseling weer een bijna
realistisch verhaal vol fantastische elementen, waardoor
je de greep terugkrijgt op Wintersons complexe betoog.
En dan is het gewoon genieten van de wonderbaarlijke
geschiedenis van Alicia, Jove en Stella, de twee vrouwen
en de man die in een driehoeksverhouding verwikkeld
zijn, waarin de sekseverschillen geen rol meer spelen. Met
een enkel zinnetje - Wintersons ultieme kracht - wordt
vaak een complete situatie of dieper gevoel gekarakteri
seerd, waardoor je ondanks de mysteries toch begrip
krijgt voor de figuren aan wie niets menselijks vreemd is.
Bovendien heeft Winterson haar gevoel voor humor aller
minst verloren.
Alicia is de ik-figuur in de roman, geboren in het Liver
pool van de jaren zestig toen de Merseybeat deze haven
plaats overspoelde. Haar avontuurlijke vader, afkomstig
uit de arbeidersklasse, brengt het tot scheepvaartdirec
teur en stort zichzelf daarmee in het ongeluk. Stella is de
dochter van een joodse boekhandelaar in Wenen en een
Duitse moeder, die na een krankzinnige omweg in New
York belanden, dat bijna net zo fascinerend wordt be
schreven als Venetië in Passie.
Voor haar geboorte heeft Stella's moeder uit agressie te
gen de collega's van haar echtgenoot diamanten ingeslikt
waardoor het kind een diamant in haar lichaam bergt. Als
jonge vrouw straalt Stella een onweerstaanbaar licht uit
Door Y. Né
Carla Bogaards schrijft poëzie,
romans en artikelen voor zeer
uiteenlopende bladen. Ze is dan
ook altijd aan het werk, Ik ken
geen weekend, zegt ze. Enkele
malen per week treedt ze op als
performing poet, meestal bege
leid door een cellist of violist.
Vooral bij middelbare scholieren
valt ze zeer in de smaak. Ze de
clameert immers toegankelijke
poëzie op persoonlijke en expres
sieve wijze. Met grappen en con
ferences wisselt zij van tijd tot
tijd haar ernstiger poëzie af.
Lichtheid, hartstocht, woede en
weemoed karakteriseren haar
teksten. God bewogen heet haar
nieuwste, forse bundel, die goed
in het kader past binnen het the
ma van boekenweek Mijn God.
Thema en titel zijn er niet op ge
kunstelde wijze bijgesleept om
een graantje mee te pikken. Carla
Bogaards groeide als kind be
schermd op in een Haags ambte-
narengezin, dat strenge christe-
lijk-gereformeerde voorschriften
naleefde, maar een grote liefde
voor kunst had. Nog altijd zijn
deze aspecten in haar werk terug
te vinden. Zij spreekt zich uit in
een lyrisch parlando, waaruit
grote levenskracht spreekt.
Zij schrijft proza-gedichten, die
dichterlijk zijn dan gedichten.
Strakke architectuur en dicht
heid van betekenis en samenhang
vindt de lezer hierin niet. De lief
de en verre steden spelen een be
langrijke rol in haar werk. Ze
kiest romantische invalshoeken
en schrikt niet terug voor het
cliché. Haar teksten zijn zange
rig. De eerste regel lijkt vaak een
lied in te leiden: De vochtige za
den van de granaatappel, aan wie
zal ik ze schenken of Vanuit het
Westen kwamen de reizigers of
Hoe zal ik u vertellen over het
kind. Ze herhaalt ook regels, als
een refrein, of voegt kinderrijm
pjes in.
Haar poëzie doet on-Nederlands
aan. Alsof ze vertaald zijn uit een
taal die weinig met het Neder
lands gemeenschappelijk heeft.
Dat komt waarschijnlijk door
haar voorkeur voor exotische
mensen en plekken, die zij in
wijdlopige regels beschrijft. Die
bezitten de openheid van een ou
de, volkse vertelling. In sprook
jesachtige bewoordingen stelt zij
kinderen, dieren en minnaars te
genover oorlogen, geweld. De
woorden moeten haar te weer
stellen tegen het verstrijken van
de tijd, die haar kinderen uit het
moederhuis verdrijft. Ze laten je
altijd alleen, maar de tijd gaat
door.
Duidelijk is, dat zo'n
regel nooit poëzie wil worden.
Tegelijkertijd voert het schrijven
haar terug naar haar eigen jeugd,
waarin zij grote geborgenheid
heeft ervaren. Ze schreef erover
in haar roman Vlees en bloed.
Ook schreef zij, dat de band tus
sen man en vrouw nooit zo sterk
kan zijn als die tussen moeder en
kind.
Voor haar afwijzing van de
wreedheid in de wereld vindt
Carla Boogaards geen woorden
die je bijblijven. Ze geven geen
blijk van een bijzondere of extra
indringende optiek, die de lezer
iets doet ervaren dan de dagelijk
se verontwaardiging die hij heeft.
In het hart van het wapentuig
leeft geen hoop, onze wapens
worden steeds vernuftiger, wij
zijn briljant wij worden God.
Zij maakt variaties van gemeen
plaatsen.
Het poëtisch werk van Carla
Boogaards heeft aantrekkelijke
kanten: haar dichterlijkheid,
haar bizarre èn vriendelijke beel
den en haar naïef te noemen op
tiek.
Het perspectief van het kind
bouwt zij niet genoeg en niet con
sequent uit en dat is jammer. Het
blijft nu toch voornamelijk sym
pathieke poëzie voor adolescen
ten.
De zon heeft rafels als de tijd ver
strijkt
kantelt de hitte uit haar gloeien
de kern,
eeuwenlang keken de zigeuners
naar het licht,
ze hieven het hoofd, zoals hun
voorouders deden,
ze aanbidden niet de zon, ze aan
bidden God. Odel, zeggen ze.
Hij geeft het licht, verschuilt zich
erin,
vissers van licht zijn de zigeu
ners,
zolang er licht is schrijden ze
door de geschiedenis.
Ze kijken midden op de dag naar
de stekelige stralen van de zon,
de mannen hangen hun verlangen
naar vrijheid eraan,
pas bp, roepetn ze naar hun doch
ters en zonen, bezeer je niet,
ze leren hun kinderen vuur ma
ken als de nacht valt,
om de zon te verwarmen,
haar doornen worden betast,
afgebroken, in een bassin ge
gooid,
een doopvont.
Carla Bogaards: 'God bewogen'.
Uitg. Meulenhoff, prijs 39,90
1Bkmkk[
Jeanette Winterson
waardoor Alica ook verliefd op haar wordt, ondanks de
eerdere pijn van het overspel van haar man, Jove. Die pijn
wordt door Winterson ongenadig goed beschreven, al is
het in korte losse begrippen.
Jove is een in New York opgegroeide Italiaan met een
overambitieuze moeder die een pizzaketen opbouwde. Als
kind kende hij Stella al, de beschrijvingen van het pizza
restaurant waarin hun jeugd zich deels afspeelt zijn bui
tengewoon geestig en treffend. Het echtpaar Jove en Ali
cia zijn allebei intellectuele hoogvliegers, die hun wortels
niet kunnen negeren. Dramatisch worden ze geconfron
teerd met hun ouders en de herinneringen aan hun jeugd.
Ik moet toegeven dat ik veel in Gut Symmetrie niet be
greep, maar desondanks denk ik dat het een briljant boek
is en dat Jeanette Winterson inderdaad een nieuwe Virgi-
na Woolf is. Er zijn gedeeltes die irriteren door Winters
ons al te grote neiging om wetenschappelijke theorieën te
verbinden aan haar menselijke verhaal, maar tegelijker
tijd is het een ongewoon rijk boek, dat flonkert als een
diamant met ontelbare facetten.
I Jeanette Winterson: 'Gut Symmetrie'. Vertaling: Maarten Polman.
Uitgeverij Contact, prijs 32.90.
Door Muriel Boll
'Koken is heel leuk. Maar niet in
een rommelige keuken. Zorg
daarom dat de keuken schoon en
opgeruimd is. Maak het aanrecht
leeg. En was voor je begint je han
den goed met water en zeep. Om
schoon te blijven, moet je een
schort voordoen.'
Zo begint Het kookboek voor kin
deren. Die eerste bladzij wordt
vast overgeslagen, want wie iets
wil koken, zit niet op zo'n brave
Hendrik-verhaal te wachten. Die
wil gewoon weten wat je nodig
hebt voor 'een wolk van chocola
de' of 'aardbeienspiesjes met ijs',
hoe je het moet maken en of het
niet te lang duurt voor je het kunt
opeten. Vooral dat laatste is be
langrijk. In dit kookboek van
Rianne Buis varieert de berei
dingstijd van twee uur tot tien mi
nuten. Het maken van de voorge
rechten, hoofdgerechten, toetjes
en tractaties zijn niet moeilijk om
te maken. Het aardige van het
boek is dat boven elk recept een
verhaaltje staat waarin het over
eten gaat. Bij boeren-roerei met
vlees staat een scene uit Kuik en
Vark en de verdronken maan van
Koos Meinderts: „En ik hakte
het ei in tweeen," zegt Vark.
„Gaat-ie lekker?" zegt Kuik. „Ik
zat in dat ei, hoor!" „Het moest
toch spannend worden?" zegt
Vark. Voor de middernachtsoep
kwam de inspiratie uit Ze verdrin
ken ons dorp van An Rutgers van
der Loeffen Karlsson van het dak
van Astrid Lindgren leverde de
Zweedse gehaktballetjes op.
Stap voor stap wordt beschreven
hoe je het allemaal moet maken en
elk recept wordt afgesloten met
zo'n typisch kookboekenregeltje
als 'zet de risotto op tafel en geef
de rest van de kaas erbij. Een fris
se salade is er lekker bij'. Weinig
plaats voor eigen fantasie dus.
Het boek ziet er leuk uit door de
kleine tekeningetjes van Thea Pe
ters die tussen de tekst verstrooid
staan.
Tussen dit kookboek en De vrolij
ke keuken van Philip Mechanicus
Tekening van Judith Ten Bosch in 'De vrolijke keuken'
zit een wereld van verschil. Me
chanicus heeft het niet over schor
ten, het gevaar van hete pannen en
het nut van het wassen van groen
ten. En ook niet over zoveel gram
boter. Sterker, hij geeft niet eens
echte recepten. Mechanicus geeft
ideeën en daarmee laat hij zien
wat koken volgens hem moet zijn:
een plezierige bezigheid.
In De Groene Amsterdammer
schrijft hij daar elke week een
aanstekelijke rubriek over. Vorige
week kwam hij via de schilder Fe
lix Valloton, onregelmatige plop
geluiden die hem aan een Franse
wastafel en aan de stem van Cees
Buddingh' doen denken, en een
vrouw vol horizontale tanden, uit
eindelijk uit op wat er op zijn bord
ligt en besteedt maar drie regels
aan beesteborst en omringend loof
en sappen, azijn van menthol en
olie van jonge mispelpitten.
Hij noteert zijn gedachten in com
pacte zinnen die je nieuwsgierig
maken. In het kookboek voor kin
deren schrijft Mechanicus net zo
volwassen. De tijd van Napoleon
brengt hem op hete aardappelen,
deftig praten en dat is de aanloop
voor 'aardappelsla van de Eiffel-
toren'. Het recept eindigt tamelijk
ongewoon: 'Neem er een behoor
lijk grote hap van en zeg dan iets
in het Frans. Zeg: Eiffeltoren!
Hoor je hoe interessant dat opeens
klinkt?'
Een interessant plan lijkt me het
kliekjesplan. Daarvoor bewaar je
elke week een restje van iets bij
zonder smakelijks in de diepvries.
Op de laatste dag van het jaar ont
dooi je al die 52 piepkleine kliek
jes om met de hele familie het 'su
perkliekje van het jaar' te kiezen.
Je moet er maar op komen.
In De vrolijke keuken leer je hoe je
iets lekkers maakt, maar vooral
hoe je iets lekkers bedenkt. De
geestige illustraties van Judith
Ten Bosch passen uitstekend in
het geheel; alsof ze bij het lezen
van de recepten meteen zin kreeg
om aan de slag te gaan. Niet met
koken maar met tekenen.
Rianne Buis: 'Het kookboek voor kinderen'.
III. Thea Peters. Uitg. Ploegsma, prijs 27,50
Philip Mechanicus: 'De vrolijke keuken'. III.
Judith Ten Bosch. Uitg. Leopold, prijs
29,90