Kader Abdolah schreef roman over vluchteling in rijtjeshuis AT D1 so 7.98 MUZIEK KUNST Grote Gids DONDERDAG 6 MAART 1997 (Sofu/nóian £Slat/itai/~eï. ippen die op fms leven. Scharrelen bben speciale kker leventje, volle smaak. (y/uzaca/ia -el iracana-kipjes yen pikken en pnzaden. as. Schutkleur de eierdooier. ff fflwaileleUfe. Mooi bruin te garneren, bok de eitjes (hard).Haal de blauwe kaas. in de eitjes. Q/kaü-el. relkip. Leeft in van z'n voedsel ker op van de ie ren te leggen, tele dooier. ■4-^/za/ien-ei. n scharrelkip. yruine eieren, tarwe. Net weer het ei van een e smaak. cVoüèze-d. in een volière-ren en. Kunnen van andere. Hebben dus nnen op de grond met scharrelkippen toten in een ruimte, tooi prijsje. AH Servicelijn: 0800-0305. De artikelen In deze advertentie taint alle AH winkels kog behalve de artMS waar kleine clM« M staan. Die artikelen kunt u alleen kopen'J AH winkels waar een van die cijfertjes opf deur staat, Reclanfê &affoniangc voorraad strekt 'De Nederlandse taal is mijn tweede vaderland' Kader Abdolah is een pseudoniem voor Hos sein Sadjadi Ghaemma. Hij werd geboren in 1954 in het Perzische hooggebergte en stu deerde natuurkunde aan de universiteit van Teheran. Hij werd directeur van een emballa gefabriek en schreef tegelijkertijd verhalen. Toen hij in 1985 naar Turkije vluchtte, had hij clandestien twee verhalenbundels gepu bliceerd. Op uitnodiging van de VN kwam hij als politiek vluchteling naar Nederland. Schrijver worden is altijd zijn streven ge weest. Zijn overgrootvader was omstreeks 1870 minister-president van Perzië en tevens een vermaard dichter. „Ik wilde ook schrijver worden, maar de schaduw van mijn over grootvader was te zwaar voor mijn schou ders. Daarom heb ik als schrijver een pseudo niem gekozen, de naam van een kameraad die in het verzet is gesneuveld." w Hans Rooseboom kader Abdolah houdt wel van [een beetje pathos. Als hij over pijn schrijverschap praat en fcver zijn positie als buffer tus- jsen twee werelden schuwt hij [de grote woorden niet. Beeld spraak kenmerkt de taal van [leze auteur, die zichzelf liever [Pers noemt dan Iraniër, maar die graag in Nederland wil Blijven. Abdolah is een schrijver tie zichzelf en zijn vak serieus leemt. Inderdaad, zijn vak. Want weliswaar heeft hij een betrek- aan het Rijksarchief in Ewolle. „Maar," zegt hij met een fegwerpgebaar, „dat baantje is piet belangrijk. Belangrijk zijn ten de verhalen die ik schrijf." la de alom bejubelde verhalen bundels De adelaars en De meis- p en de partizanen heeft Kader pbdolah zich aan een roman ge- De reis van de lege fles ten. Het boek schildert de tragi komische lotgevallen van een (Miteling die in de totaal ande- wereld van een Nederlands rij tjeshuis belandt. lader Abdolah - hij woont een [tóne tien jaar in Nederland - Peekt brede groepen lezers aan. fijn thematiek is eenvoudig en pkenbaar, er is niets moeilijks F Van psychologische haar- Fverijen houdt hij zich verre, pet deze verhalen kan de gemid- Jelde Nederlander in één klap [ju latente schuldgevoel ten aan- ^®van asielzoekers, vluchtelin- u en allochtonen in algemene l>jn roman heeft Kader Abdolah, ie' zoals zijn vorige boeken en [ju Volkskrant-column Mirza [ohtstreeks in zijn eigen, keuri- |e. Nederlands geschreven. Die tMimn heeft hem populair ge- Pakt. Kader Abdolah is een he iende Nederlander geworden, [i wordt op straat herkend. Dat Fikt als hij voor de foto bij dit prhaal poseert op straat. De Pensen houden de pas in. Ze zien jen man staan met kaarsrechte puding, lange regenjas, fonke- fnde blik, ravenzwarte haren en femsnor. Men stoot elkaar [n: hij is het. Pin thema - vlucht, ballingschap l.ls gefundenes Fressen. Als hij [et uit zijn geboorteland had I eten vluchten en geen nieuw I en was begonnen, wat voor f njver zou hij er dan uit hem fin gegroeid? „Dat zou ik niet weten," zegt hij. „Je vraagt aan een kind toch ook niet: hoe zou je geworden zijn als je niet was geboren? Ik beschouw mijn vlucht en ballingschap als mijn tweede geboorte. Ik kan slechts schrijven over mijn leven na die geboorte. Ik ben opnieuw begonnen." U noemt uw land stelselmatig Perzië en niet Iran, zoals het te genwoordig toch heet. „Jullie spreken toch ook van Per zische tapijten en van de Perzi sche Golf. Zo heet het land: Per zië. Onder de Sjah werd de naam Iran ingevoerd. Dat betekent Land van de Ariërs, dat wil zeg gen: niet van de Arabieren. 'Per zië' omvat veel meer dan 'Iran': de hele Perzische cultuur, poëzie en geschiedenis. Denk maar aan het Perzische rijk uit de oudheid onder legendarische koningen als Darius en Cyrus." U wilde een 'wereldschrijver' worden, hebt u eens gezegd. Dat kan altijd nog, maar dan moet u wellicht ophouden met het uit melken van hetzelfde thema. U kunt ook over iets anders schrij ven. Een spannend boek over de situatie in Iran bijvoorbeeld. „Toen ik begon met De reis van de lege flessen, moest het een boek in de hij-vorm worden, een boek over mijn vader. Maar zon der dat ik er iets tegen kon doen keerde het boek vanzelf terug naar het thema ballingschap, vlucht, mijn thema. Kennelijk wilde ik dat onderwerp nog één keer tot in alle hoeken onderzoe ken. Ik wil inhoud en doel geven aan mijn vlucht. De vlucht, dat is in de hele wereld hét thema van het einde van de 20e en het begin van de 21e eeuw. Ik heb het ge voel dat ik er nu mee heb afgere kend. Hoe ik verder ga, weet ik niet. Daar ben ik nieuwsgierig naar. Ik bekijk mijn eigen ont wikkeling met verbazing." U schrijft een column in de Volks krant onder de naam Mirza. Wat betekent die naam „Mirza betekent kroniekschrij ver. Mirza doet datgene waar naar Bolfazl, de hoofdpersoon van De reis van de lege flessen, alleen nog streeft. Bolfazl (de naam is afkomstig van een mid deleeuwse Perzische schrijver) staat nog aan het begin van zijn aanpassings- en integratieproces, Mirza is veel verder - hoewel die Kader Abdolah, een Pers als Bekende Nederlander: „Ik heb een voorliefde voor oudere prozaschrijvers, zoals Multatuli en mijn favo riet Nescio. En natuurlijk afzonderlijke boeken, 'Max Havelaar', 'De avonden', 'De donkere kamer van Damocles'. Dat is prachtig. Net Perzische poëzie, ha ha!" foto klaas koppe zich ook nog steeds blijft verba zen over zijn tweede land." U hebt in Iran aan den lijve twee dictatoriale regimes meege maakt, dat van de Sjah en dat van de ayatollahs. Welke was er ger, voorzover je dat kunt zeg gen? „Beide leiders, de Sjah en ayatol lah Khomeiny, waren slaapwan delaars. Ze waren dromers. De Sjah had goede bedoelingen. Hij wilde zijn volk naar gouden ber gen leiden, maar hij was ge stoord. De man die de Sjah ver dreef, Khomeiny, wilde het land duizend jaar terug in de tijd zet ten, naar een gouden tijd waarin alles nog zuiver en onbedorven was. Beiden leefden in een droom, de een in de toekomst, de ander in het verleden. En ze ge bruikten dezelfde meedogenloze middelen om hun droom te ver wezenlijken." Hoe was de politieke situatie in Iran in vroeger eeuwen? „Er is altijd dictatuur geweest, de afgelopen acht eeuwen. Daarvoor is er een periode geweest van gro te bloei, de grote periode van de Perzische cultuur en poëzie." Komt er ooit een einde aan het is lamitisch bewind in Iran? „Dat is onvermijdelijk. Het zal heel geleidelijk gaan, niet via een revolutie, en dat is ook veel beter. De omslag zal komen van de zo nen en dochters van de huidige machthebbers. Die kinderen stu deren in Europa, in de Verenigde Staten en Canada. Als die terug keren in Iran zal dat zijn uitwer king hebben. Het zal geleidelijk gaan, maar het einde van dit regi me is onafwendbaar." Gaat u dan terug? „Dat denk ik niet. Niet meer. Ik heb altijd gezegd dat ik nooit naar Nederland heb willen ko men. Het was geen vrije keuze. Maar na al die jaren hier in Ne derland zeg ik: nu wil ik niet meer terug. Ik zit in het schip van de Nederlandse taal en ik vaar door tot het bittere einde. Elke avond vaar ik met dat schip naar mijn verloren land. Daar in de verte gaan langzaam de lichten uit. Mijn grootvader is dood, mijn grootmoeder is dood. Ik vaar daarheen en ik neem mijn doden mee terug. Alles neem ik mee en ik geef het een plaats in de Ne derlandse taal. Die taal is mijn tweede vaderland geworden." U bent niet alleen verwikkeld in een worsteling met de Nederland se taal maar ook met de Neder landers. U schrijft: „De buurt hield ons in de gaten. Ze contro leerden wat we voor ons huis kochten. Kijk eens, een grote' hangklok hebben ze gekocht. Waar hebben ze zo'n ding nou voor nodig?" en „Omdat we vluchtelingen waren boden ze ons tweedehands spullen aan. Wij be schouwden dat als een vernede ring. Wij kwamen uit een cultuur waar men absoluut geen tweede hands dingen van een ander ac cepteert." „Ik denk dat ik in mijn boeken de Nederlanders een spiegel voor houd. Ik kan beter aan u vragen: wat vindt u van de Nederlanders in mijn nieuwste boek?" Ik denk dat de tweede buurman van Bolfazl een typische Neder lander is, namelijk behoorlijk on verschillig. Op veel vragen ant woordt de man: weet ik veel. Ver der is de buurt waar het verhaal speelt typerend: een nieuwbouw wijk, waar mensen in rijen naast elkaar wonen zonder contact met elkaar, zonder gemeenschapszin. „Ik houd Nederland daarmee in derdaad een spiegel voor. Maar dat was helemaal niet het uit gangspunt voor dit boek. Toch is het goed wanneer ik de Neder landers hiermee aan het denken zet. Mensen aanzetten tot denken is een taak van de schrijver." U steekt in uw boek de draak met buitenlanders die niet goed Ne derlanders spreken en met Ne derlanders die krom spreken te gen buitenlanders. Zelf stelt u er een eer in het Nederlands vol maakt te beheersen. Vindt u dat buitenlanders verplicht Neder lands moeten leren? „Iedereen die in een vreemd land komt wonen, moet natuurlijk de taal van dat land leren. Anders kun je in dat land niet functione ren. Neemt u maar van mij aan, iedereen die in Nederland komt wonen, wil de taal leren. Met hart en nieren. Maar niet iedereen kan dat. Al zet je ze het mes op de rug, dan nog kunnen ze het niet." U wordt alom geprezen om uw beheersing van de Nederlandse taal. U leest veel poëzie. Zijn ge dichten een goed middel om een taal te leren? „Voor Abdolah wel!Ik houd van poëzie uit de eerste helft van deze eeuw. Slauerhoff bijvoorbeeld, en Bloem. En ik heb een voorlief de voor oudere prozaschrijvers, zoals Multatuli en mijn favoriet Nescio. En natuurlijk afzonder lijke boeken, Max Havelaar, De avonden, De donkere kamer van Damocles. Dat is prachtig. Net Perzische poëzie, ha ha! „Ik heb een land voor mezelf ge maakt. De Nederlandse taal is het land waarin ik kan wonen. Wie ik ben en wat ik doe, dat ben en doe ik in de Nederlandse lite ratuur. Ik zoek kracht in mijn Nederlandse woorden. Als je vlucht ben je labiel. Ik wil weer stabiel worden, en ik doe dat door woorden te zoeken, in de Dunne, de Dikke en de Oude Van Dale. Ik ben een mijnwerker, op zoek naar de goudader van de Nederlandse taal." Voor Nederlandse woorden doet Kader Abdolah misschien niet al les, maar wel veel. „Ik heb de fo tograaf die mij voor het boek heeft gefotografeerd een exem plaar geschonken. Harry Pierik is zijn naam. Ik vind hem een slech te fotograaf, maar ik heb zeker twintig nieuwe woorden van hem geleerd." Kader Abdolah: 'De reis van de lege flessen'. Uitg. De Geus, prijs 29,90. Fred Delfgaauw: 'Amadeus' met poppen Menuhin met Pools orkest in Den Bosch pagina d2 pagina d3 Weinig humor in film van John Cleese pagina d4 Catherina David maakt sobere Documenta X Marcel Möring geïnterviewd via Internet pagina d7 HHH

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 13