Voeding én erfelijkheid oorzaak van veel ziekten Hoe bedrieglijk lachrimpeltjes soms kunnen zijn Aantal doden dooK&ssxs aids m VS sedaalfcts^cs;; Dokteren volgens het boekje DE STEM LIJF&LEVEN J DE stem Astrologie Goedlachs Zelfrespect Flaporen Komende vijfjaar groot onderzoek naar relatie Onderzoek Let op vet Voedselbereiding Wetens( i i i i i WOENSDAG 5 MAART 1997 E? Het gezicht als visitekaartj e Door John van Oppen Sollicitanten met een misvorming in het gezicht maken minder kans op een baan dan mensen met een gaaf gelaat. Mooie mensen hebben het so wieso gemakkelijker, zowel binnen als buiten het werk. Of ze ook geluk kiger zijn, is nog maar de vraag. „Ze wantrouwen waardering. Ze vragen zich af of ze de complimenten hebben binnengesleept met hun prestatie of met hun oogopslag," zegt psycholoog Ad Bergsma uit Terneuzen. Hij schreef een boek over het bedrieglijke verband tussen innerlijk en uiterlijk. Voor de oude Grieken was ieder mens een open boek. Je hoefde maar naar het gezicht te kijken, om te weten hoe het karakter was. In de oudheid was men er van overtuigd dat iedereen de eigen schappen had van het dier waar-ie het meest op leek. Zacht haar zou wijzen op zachtmoedig heid, maar ook op een neiging tot laf heid en vluchtgedrag. Herten en konij nen hebben immers dezelfde vacht. Iemand met een glazige uitdrukking in zijn ogen moest wel de onnozelheid van een koe bezitten. Een spitse neus gold als teken voor vindingrijkheid, omdat jachthonden eveneens een scherpe neus hebben. En iemand met lange oren was natuurlijk dwars en koppig als een ezel. De oude Grieken liggen in hun graf, maar het geloof dat men het innerlijk van mensen kan aflezen aan hun uiter lijk en lichaamsbouw is gebleven. „De fysiognomiek is onuitroeibaar," zegt Ad Bergsma. Als psycholoog heeft hij zich gespecialiseerd in de sociale be tekenis van gelaatstrekken en hij ver baast zich erover dat nog regelmatig boeken verschijnen waarin de lezer krijgt voorgespiegeld dat karakters val len te peilen aan de hand van het uiter lijk. Meestal gaat het om doctrines of 'waar heden' die een sterke verwantschap ver tonen met de astrologie. De sterren wichelaar gelooft vast dat hij karakter en toekomst kan doorgronden aan de hand van iemands geboortemoment.' In de fysiognomiek gebeurt iets soortge lijks, aan de hand van trekken en vlekjes in het gezicht. ..„Die twijfelachtige theorieën vinden hun oorsprong vaak in het oude China. De klassieke Chinese interpretatieregels - voor het aflezen van gezichten, Siang Mien, geven bijvoorbeeld niet alleen aanwijzigingen voor het doorgronden van iemands persoonlijkheid, maar ook voor het lot dat hem of haar te wachten staat." Elk vlekje heeft in Siang Mien een die pere betekenis. Wallen onder de ogen? Dan is er een grote kans op 'vrolijke en intelligente kinderen met een ietwat boosaardige inslag'. Aan elkaar gegroei de wenkbrauwen? Zo'n type is snel bele digd en emotioneel: depressies kunnen bij hem of haar opduiken vanuit het niets. Vrouwen met een plekje op hun boven lip moeten rekenen op zware bevallin gen; een moedervlekje op het voorhoofd waarschuwt ervoor dat op 48-jarige leeftijd financieel iets mis zal gaan; een moedervlekje op de kin verklapt dat een van beide ouders op jonge leeftijd over leden is, of vroeg uit het gezinsleven verdwenen. Nou loopt in Nederland één op de drie huwelijken spaak. De kans dat iemand met een vlekje op de kin inderdaad uit een gebroken huishouden komt, is dus inderdaad niet uit te sluiten. Bergsma: „Dat maakt dit soort eeuwenoude 'ze kerheden' zo onverwoestbaar. Ze zijn zo voor de ziel Psycholoog Ad Bergsma uit Terneuzen: 'Juist mensen die er best goed uitzien, laten hun gezicht corrigeren.' FOTOWIMKOOIJMAN algemeen, dat er vroeg of laat altijd wel iets van klopt. Wie er gevoelig voor is en twee keer achter elkaar een vermeend verband tussen innerlijk en uiterlijk be vestigd ziet, denkt met dit soort theo rieën de steen der wijzen gevonden te hebben. Zeker voor luie geesten is dat hartstikke gemakkelijk. Je hoeft dan niet langer na te denken: voor alles ligt de verklaring voordehand." Voor de ontwikkeling van een persoon lijkheid zijn hogere cognitieve en socia le processen veel belangrijker dan de ge netische constanten die iemand bij de geboorte heeft meegekregen, vindt Bergsma. Daarom stoort hij zich aan mensen die gemakkelijk een verband trekken tussen innerlijk en uiterlijk. Toch zijn het niet alleen tarotleggers of vaste lezers van sterrenrubrieken, die al te lichtzinnig geloven in zo'n relaties. „Ieder mens laat zich tot op zekere hoogte leiden of misleiden door de uiter lijke schijn," zegt Bergsma. Hij heeft het voorbeeld van lachrimpel tjes rond de ogen, die het gezicht een doorlopend vrolijke uitdrukking geven. Komt dat niet doordat zo iemand erg goedlachs is, waardoor zijn gezicht na verloop van jaren uitdrukking geeft aan z'n opgeruimde karakter? Bergsma: „Er zit een grond van waar heid in de uitspraak dat mensen van vijftig het gezicht hebben dat zij verdie nen. Maar pas op: mensen die lange tijd op het water hebben doorgebracht, kun nen net zo goed rimpeltjes hebben aan de zijkant van hun ogen. Doordat de ogen veelvuldig dichtgeknepen werden tegen de felle weerkaatsing van het licht door het water. Die rimpeltjes hebben helemaal geen emotionele oorsprong, maar geven het gezicht desondanks een vrolijke aanblik, alsof het lachrimpel tjes zijn. Andere mensen reageren door gaans lichtvoetiger op zo'n persoon, dan op iemand met zware wenkbrauwen en een gefronst voorhoofd. Dat zet de toon voor het verdere contact." Waarmee Bergsma maar gezegd wil hebben dat er nauwelijks een betekenis volle relatie bestaat tussen de statische kenmerken van het gelaat en iemands persoonlijkheid of intelligentie. „Het voorbeeld van de 'lachrimpeltjes' geeft aan hoe voorzichtig je moet zijn met het trekken van conclusies. De enige uitzon dering op die regel zijn specifieke afwij kingen, zoals het syndroom van Down oftewel mongolisme." Hoe mensen zich laten beïnvloeden door het uiterlijk, is volgens Bergsma ook fraai te zien in het morsige programma Over de roooie. Voor de ogen van de tv- camera gooien kandidaten hun zelfres pect te grabbel, in ruil voor geld. Ze kunnen duizend gulden verdienen door een smakeloze opdracht te vervullen. De kandidaten worden op straat bena derd voor deelname. Bergsma: „Wat blijkt? Als de presentatie in handen is van een mooie Miep, vertonen mensen sneller de neiging om mee te doen dan wanneer ze het briefje van duizend krij gen voorgehouden door een modaal per soon." Amerikaans onderzoek heeft ook uitge wezen hoe belangrijk uiterlijk is voor beroepssucces. Werkgevers proberen mensen met een wijnvlek of iets anders in hun gezicht weg te stoppen op een on opvallende plaats, waar ze niet in direct contact staan met klanten. Bergsma: „Mensen met misvormingen in het gezicht die het gevoel hebben dat zij als een soort tweederangsburger rond moeten lopen, worden vaak in het gelijk gesteld door de feiten. Vandaar dat er in medische kring ook consensus over is ontstaan dat ernstige afwijkingen in het gezicht indien mogelijk chirurgisch ge corrigeerd moeten worden." Aan de andere kant van de lijn vormt schoonheid echter geen garantie voor geluk. Bergsma: „Mensen met gave ge laatstrekken heten vaak leeghoofden en egoïstisch te zijn. Iemand die op het ge bied van uiterlijk overdreven goed be deeld is, moet volgens het volkscliché wel zijn overgeslagen.toen de hersenen werden uitgedeeld. Het is voor ons blijk baar moeilijk te verdragen'dat anderen zowel mooier als slimmer kunnen zijn dan wijzelf." Voor mooie mensen is ook nadelig dat ze drommels goed in de gaten hebben wat schone schijn vermag: „Ze wantrouwen lof voor geleverde prestaties. Zo kan schoonheid op subtiele wijze het zelf vertrouwen ondermijnen." Een verhaal op zich vormen de mensen die zich alleen maar druk maken om hun hun eigen uiterlijk. „De preoccupatie met de buitenkant maakt hun leven op pervlakkig. Het is tragisch dat zulke mensen zichzelf niet beoordelen om wie ze zijn, maar om hoe zij eruitzien. In dat verband is het veelzeggend dat niet mensen met flaporen of haakneuzen het vaakst hun gezicht laten corrigeren, maar juist mensen die er best wel goed uitzien. Ze willen van hun kleine, vaak ingebeelde schoonheidsfoutjes af. Hun zelfwaardering is zo afhankelijk van hun uiterlijk, dat hun leven er volledig door beheerst wordt. Gek genoeg heb ben ze niet eens in de gaten wat ze daar door allemaal missen." 'Het gezicht, visitekaartje van de ziel', Ad Bergsma, Amsterdam, Uitgeverij L.J.Veen. 29,90. Door Ellen van der Hart Waarom krijgt iemand die veel vet eet last van een te hoog cholesterol en een ander met dezelfde voedingsgewoonten niet? Een ziekte heeft verschil lende oorzaken. Naast voeding en 'opvoeding' zijn er blijk baar meer zaken die een rol spelen. De erfelijke aanleg is hiervan een van de belangrijk ste. Deze aanleg is voor geen twee mensen volledig dezelfde, behalve bij eeneiige tweelin gen. „Ieder mens krijgt zijn genen voor vijftig procent van de vader en vijftig procent van de moe der. Daarom lijken kinderen ook in de ziekten die ze krijgen vaak op hun ouders. Maar dat wil niet zeggen dat ze automatisch de zelfde ziekten krijgen als een van hun ouders," vertelt dr. E Schouten van de Landbouwuni versiteit in Wageningen. „Vader kan bijvoorbeeld 90 jaar r oud worden, zijn hele leven heb ben gerookt en nergens last van hebben. Blijkbaar bepalen zijn genen dat hij niet vatbaar is voor het longkanker veroorza kende effect van roken. Zijn kinderen kunnen die bescher ming tegen longkanker van hem hebben geërfd." „Maar ze kunnen ook net het gen waar het om gaat van hun moeder hebben gekregen en daardoor misschien wel bevatte lijk zijn voor longkanker door roken." „Maar," zo stelt prof. dr. ir. F. Kok van dezelfde universiteit, „diezelfde roker van 90 jaar oud kan een gen hebben dat bepaalt dat hij na een glaasje alcohol dronken wordt, terwijl iemand anders daar vele glaasjes voor nodig heeft. Daarom protesteren mensen ook wel eens tegen het voor iedereen gelijke wettelijk vastgestelde maximum promil lage in het verkeer. Zij vinden dat onrechtvaardig. Maar het is net zo 'onrechtvaardig' om ie dereen eenzelfde voedingsadvies te geven. Mensen verschillen te veel en daar willen we inzicht in krijgen." Kok en Schouten werken samen in het nieuwe Prioriteitenpro gramma van de Nederlandse Or ganisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). De komende vijf jaar gaan wetenschappers van verschillende universiteiten en instituten de relatie tussen voeding, chronische ziekten én de rol van erfelijkheid hierbij onderzoeken. De NWO stelt hiervoor 3,5 miljoen gulden be schikbaar. De financiering van het totale bedrag, zes miljoen gulden, is verder in handen van sponsors. Voor de zomer hopen de weten schappers de eerste voorstellen van het onderzoek op papier te hebben. Het programma richt zich speci fiek op hart- en vaatziekten en darmkanker omdat, zo stellen onderzoekers Kok en Schouten, van deze ziekten bekend is dat er een duidelijke relatie bestaat met voedsel. Verkeerd voedsel draagt bij aan het ontstaan van deze ziekten. Hier liggen ook de verschillen in gevoeligheid tus sen individuen: bij identieke voeding treedt bij de een wel en bij de ander niet de ziekte op. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door erfelijke aan leg. Uit onderzoek is gebleken dat het eten van groente en fruit zo ver beneden peil is dat tussen de 7 en 31 procent van de kanker gevallen en tussen de 3 en 13 procent van de sterfte aan hart en vaatziekten hieraan zouden kunnen worden toegeschreven. Daarom zijn de laatste jaren voorlichtingscampagnes gehou den om mensen aan te zetten tot andere eetgewoonten. Het meest bekende voorbeeld is ver moedelijk de 'Let op vet'-cam- pagne. Maar ook deze campagne heeft niet het gewenste effect gehad: mensen raken pas gemotiveerd om hun voedings- en leefge woonten aan te passen nadat de eerste ziekteverschijnselen zich hebben geopenbaard. Het onderzoek is in de eerste plaats gericht op het verkrijgen van kennis over de wisselwer king tussen erfelijke gevoelig heid en voeding bij het ontstaan van chronische ziekte. „Als je kunt aantonen wie de gevoelige mensen zijn, zijn deze meer ge motiveerd om preventief te wer ken. Met dit project willen wij achter deze individuele gevoe ligheid komen. Hoe komt het dat de ene mens anders reageert dan een ander? Daar is nog weinig over bekend. Twee mensen kun nen bijvoorbeeld eenzelfde hoe veelheid dierlijk vet eten maar de vetstofwisseling werkt bij de een anders dan bij de ander. Het afbreken of aanmaken van vet bestaat uit stappen waarbij in de genen verankerde enzymen een rol spelen. Er zijn heel klei ne verschillen die bepalen hoe een lichaam omgaat met bij voorbeeld cholesterol," zegt prof. Kok. Overigens, melden de onderzoe kers, familiaire ziekten hoeven niet per se genetisch bepaald te zijn. Familieleden hebben be halve genen nog een hoop ande re dingen gemeen zoals leefge woontes, de woonplaats en voe dingsgewoonten. Deze kunnen ook invloed hebben op het krij gen van een ziekte. Zo heeft voedselbereiding onder meer invloed op het ontwikkelen van darmkanker. Schouten: „Als je vlees te heet en te lang verhit, worden uit aminizuren in het vlees mogelijk kankerverwek kende stoffen gevormd. Sommi gen hebben enzymen die derge lijke stoffen heel effectief en snel onschadelijk maken, bij an deren is dit minder. Dit is in on ze genen vastgelegd. Een familie waarin veel darmkanker voor komt zou dus dat ene gen kun nen hebben dat een minder ef fectieve vorm van zo'n enzym in het lichaam aanmaakt. De leden van zo'n familie lopen een hoger risico, natuurlijk ook afhanke lijk van de wijze waarop ze hun vlees bereiden". Door drs. J. Paalman De buitenwereld heeft het niet zo in de gaten, maar de laatste jaren heeft de medische wereld er een nieuwe toverformule bij. Alles wat een arts doet, moet voortaan een bewezen effect hebben. Hij mag u pas een spuitje of pilletje geven als we tenschappelijk vaststaat dat het echt helpt. En opereren mag alleen als wetenschappelijk ze ker is dat u daarmee beter af bent. Minister Borst van Volks gezondheid en de zorgverzeker aars zijn enthousiast want dit scheelt geld, tijd en onnodige medische ellende. Wie kan daar nou op tegen zijn? Toch aarze len heel wat dokters. Veel medische zaken zijn zo overduidelijk dat ze niet eens een wetenschappelijk bewijs behoeven. Dat het beter is om een gebroken been te spalken of dat je iemands leven kunt red den door een spuitende slag ader af te binden, is evident. En dat iemand echt dood is 'als hoofd en romp duurzaam van elkaar zijn gescheiden', - zoals het oude Handboek Soldaat zo trefzeker formuleerde - daar heb je ook al geen wetenschap pelijk bewijs voor nodig. Maar toegegeven. Artsen hebben een heleboel medische meningen die niet op een stevig weten schappelijk fundament staan. Soms zijn ze zelfs bespottelijk. De huisarts Frans Meijman vroeg aan 254 praktiserende huisartsen welke adviezen ze regelmatig gaven ondanks het ontbreken van een degelijk we tenschappelijk bewijs. Als een kleuter niet wil eten, zo luidde het feestelijke advies van een huisarts, dan moet je hem bo terhammen geven met ijs als beleg. Bij zure diarree werd 'patat met ei' aanbevolen. Bij gas in de darmen: 'kont omhoog (gas gaat naar het hoogste punt)'. En onder vrouwenart sen schijnt nog steeds de hard nekkige mythe rond te waren dat roodharige vrouwen bij de bevalling eerder een gevaarlij ke nabloeding krijgen. Een wetenschappelijk bewijs is vooral nodig als artsen hevig van medische mening verschil len. Neem de opiniestrijd over het wel of niet verdunnen van het bloed fla een hartinfarct. In Nederland was en is het de ge- r'Weontei-om patiënten na, een hartinfarct bloedontstollende middelen als Sintrom of Mar- coumar te laten slikken om een nieuwe verstopping van de kransslagaders en daarmee een tweede hartinfarct te voorko men. Het medische buitenland was tegen. Want ontstolling ver groot de kans op een hersen bloeding zodat het bloedont stollende middel heel goed er ger zou kunnen zijn dan de kwaal. Dit is wetenschappelijk uitgezocht en kijk eens aan: medisch Nederland had gelijk, met ontstollende middelen zijn hartpatiënten beter af. Een andere beroemde medische controverse uit de jaren zeven tig was de vraag of je bij een dreigende vroeggeboorte aan een zwangere vrouw corticoste- roïden (zoals Prednison) moet geven. Te vroeg geboren kinde ren hebben moeite met ademen en deze middelen zouden de kinderlongetjes beter doen uit- rijpen. Maar was dat ook zo? De Engelse epidemioloog Archie Cochrane bestudeerde stapels wetenschappelijk onderzoek en wat bleek? De kans dat een vroeggeboren kind overlijdt vermindert dank zij Prednison met liefst dertig procent! Het opmerkelijke was dat vrouwen artsen zich nooit hadden gerea liseerd dat deze behandeling zo effectief was. De veelgeroemde eigen ervaring had hen danig in de steek gelaten. Al die tijd had dat onderzoek ongelezen in de la gelegen en daardoor zijn veel baby's onno dig doodgegaan. Dit was het begin van een nieuwe medische beweging die naar de inmiddels overleden oprichter de 'Cochra ne Collaboration' wordt ge. noemd: het met teams van des kundigen uitpluizen van ber gen wetenschappelijk materi aal. Er zijn 25.000 biomedische bla den. Elke dag verschijnt er een kubieke meter medisch tijd- schrift. Een arts leest in zijn he- le leven daarvan hooguit een kuub. De conclusie ligt voor de hand: dokters moeten gaan sa menwerken om nog te weten wat er op hun eigen vakgebied aan de hand is. Zo zoekt het Nederlands Huisartsen Ge nootschap (NHG) met teams van deskundigen voortdurend omstreden medische onderwer pen uit. Wat te doen bij hyper- tensie? Moet je bij kinderen koorts bestrijden om daarmee stuipen te voorkomen? (Nee). Kan een huisarts zelf een ver zwikte enkel behandelen (ja) en hoe moet dat dan? Moet je ie mand met rugpijn adviseren het bed te houden tot het weer over gaat? (Nee). Het NHG dikt meters medisch kennis in tot een zogeheten standaard van een paar blad zijden en daarvan is weer een handig geplastificeerd spiek briefje gemaakt voor de haasti ge huisarts. Dit soort standaarden en proto collen zie je in elk medisch vak gebied steeds mëer. Daar zijn redenen voor. Door schaarste aan geld en de verzakelijking van de geneeskunde willen de politiek en de verzekeraars dat dokters beredeneerde medische keuzes maken. Ze willen aan toonbare opbrengst voor hun dure geld. En de computer heeft de zoektocht in de miljoe nen medische artikelen terug gebracht van enkele maanden tot hooguit een half uur. De trend is internationaal en heet in onberispelijk potjesengels 'Evidence Based Medicine', EBM, wat zoiets betekent ais 'geneeskunde die gebaseerd is op wetenschappelijke feiten'. De dokters zijn niet echt tegen. Ze zien de voordelen en zijn schoorvoetend voor. Allemaal goed en wel,r maag. .'Want een protocol of standaard is vaak een compromis tussen elkaar tegensprekende medische op vattingen en dat levert dan wel een democratisch, maar niet noodzakelijk het beste medi sche standpunt op. Net als mei die dromedaris, want wat is een dromedaris? Dat is een kameel ontworpen door een commissie. Voor de eigenwijze dokter die zijn eigen conclusies trekt, is in het protocol geen plaats. In Amerika heeft dat geleid tot de fensieve geneeskunde. Als een dokter daar met goede argu menten naar eigen inzicht han delt en niet precies volgens het boekje, en er gaat iets mis, dan heeft hij voor het gerecht geen poot om op te staan. Hem wordt eerder een poot uitgetrokken van twee miljoen dollar ol daaromtrent. Daar laten ze het wel uit hun hoofd om van de standaard af te wijken ook als ze zeker weten dat dat beter zou zijn voor de patiënt. Een ander bezwaar tegen genees kunde volgens het boekje is dat het confectie is en geen maat werk. Geneeskunst kom je er niet te gen, ook niet het medische ek steroog dat elke goede dokterj en verpleegkundige moet heb ben. Dit medische gezonde ver stand, de klinische blik, het on-j bestemde gevoel van 'pluis niet pluis', het 'ik kan het nietj beargumenteren maar ik voel aan mijn water dat hier iets niet klopt,' heeft men nog steedsj niet in een protocol of comp«': terprogramma kunnen inbou wen. Gelukkig maar. en s Door Raoul van den Booren En dan nu: de truc met het horloge. Beleefd vraagt James Randi me om mijn polshorloge af te doen. Hij legt het uur werk vervolgens onderstebo ven op mijn hand en maakt met zijn handen heel overtui gend enkele bezwerende geba ren. „Nu gaan we een reis door de tijd maken," kondigt de il lusionist geheimzinnig aan, terwijl hij zijn ogen vuur laat schieten. En zie: als het horlo ge weer om de pols gaat, blij ken de wijzers precies een uur te zijn teruggedraaid, terwijl Randi het nauwelijks heeft aangeraakt. „Wonderbaarlijk, hè?," grijnst Randi tevreden na het stuntje. „Maar ik vertel je eerlijk erbij dat het een truc is. Ik had je ook kunnen wijsmaken dat ik over bovennatuurlijke krachten be schik, en als je daar gevoelig voor bent, had je dat ook ge loofd. In dat geval had ik je ge makkelijk kunnen overtuigen dat ik je van de meest verschrik kelijke ziektes kan genezen." En dat is nu juist waar James Randi het liefst zijn trucs op los laat: mensen die beweren door bovennatuurlijke krachten ie mand te kunnen genezen. Pa ragnosten, lepelbuigers, kwak zalvers, mediums, gebedsgene zers, Jomanda's: Randi zou ze het liefst via de grote verdwijn truc laten oplossen in het niets. James Randi: goochelaar en scepticus. Een wat ouderwets ogend mannetje die met zijn wit te baard en driftige gebaren iets heeft van een geleerde uit een Kuifje-strip. Hij is even in Ne derland om zijn bijdrage te leve- I ren aan de tentoonstelling Illu sions in Den Haag waar de wer king van zinsbegoocheling wordt uitgelegd. Ooit begon hij zijn carrière als de 'ontsnappingskunstenaar' The Amazing Randi. Maar we reldberoemd werd hij pas door zijn gedreven gevechten tegen dubieuze toepassingen van wat hij nog altijd ziet als goochel kunst. Dankzij sympathiserende sceptici over de hele wereld heeft zijn stichting inmiddels ruim een miljoen dollar klaar liggen voor het eerste bewijs van oen paranormale genezing dat Door Ronald de Lange Betere synthetische genees middelen, goedkopere legerin gen en metaalproducten, ver beterde mogelijkheden voor het opruimen van milieuver ontreinigingen, een beter be grip van weer en klimaat, meer kennis van het stollen van bloed. Daartoe hebben de ontdekkingen geleid die wetenschappers hebben gedaan bij experimenten in twee space-shuttlevluchten. Na een jaar van onderzoeken en interpre- eren werden de belangrijkste re sultaten eerder deze maand ge presenteerd tijdens een weten schappelijk congres in Washing ton, USA. A j 1 1 1 1 11 Begin 1.996 zijn twee vluchten van 1 -w- y -a -| jl onderzoek van micro-zwaar- O ■il0Sh?d- H®t ging om reizen aarbij het ruimtelaboratorium riab en een onbemande Spa- b-module werden gebruikt oor experimenten. Sommige juaarvan werden uitgevoerd door e astronauten, andere volauto- Voor het eerst sinds het begin van de aidsepidemie is een daling van het aantal doden als gevolg van de ongeneeslijke ziekte in de Vere nigde Staten geconstateerd. Vol gens cijfers van het centrum voor de beheersing en voorkoming van ziekten in Atlanta stierven tussen 1 januari en 30 juni 1996 twaalf procent minder mensen aan aids dat in de eerste helft van 1995. Van januari tot en met juni 1996 overleden in de Verenigde Staten 22.000 mensen aan aids, 2900 minder dan een jaar eerder. In ge heel 1995 stierven 50.000 mensen aan de ziekte. Het centrum schat het aantal mensen die met de on geneeslijke ziekte zijn D teerd op 223.000. In totaal heeffl ziekte sinds 1981 573.800 sla'™ offers gemaakt. Aids wordt steeds minder ziekte die vooral homoseks1"! treft. Het aantal homoseks1"] met aids daalde in de eerste van 1996 met twee procent. Da] entegen steeg het aantal drugs'! slaafden dat aan de ziekte met drie procent. Bij hetere suelen beliep de stijging zevefll procent. Zwarten zijn veel 'y het slachtoffer dan blanken aantal zwarten met aids l$i verimaal hoger dan het blanken. *7 INFORMATIE Wie nadere informatie wil omtrent artikelen in deze bijlage, kan 'Wens kantooruren bellen naar: 076-5312344 of 076-5312272. Schriftelijk reageren kan ook. Het adres daarvoor is: nniï.enl'redactie L'jf Leven, postbus 3229,4800 MB Breda, 'ndredactie: René van der Velden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 12