Voeding én erfelijkheid oorzaak van veel ziekten
Hoe bedrieglijk lachrimpeltjes soms kunnen zijn
Aantal doden dooK&ssxs
aids m VS sedaalfcts^cs;;
Dokteren
volgens
het boekje
DE STEM
LIJF&LEVEN
J DE stem
Astrologie
Goedlachs
Zelfrespect
Flaporen
Komende vijfjaar groot onderzoek naar relatie
Onderzoek
Let op vet
Voedselbereiding
Wetens(
i i i i i
WOENSDAG 5 MAART 1997 E?
Het gezicht als visitekaartj e
Door John van Oppen
Sollicitanten met een misvorming in
het gezicht maken minder kans op
een baan dan mensen met een gaaf
gelaat. Mooie mensen hebben het so
wieso gemakkelijker, zowel binnen
als buiten het werk. Of ze ook geluk
kiger zijn, is nog maar de vraag. „Ze
wantrouwen waardering. Ze vragen
zich af of ze de complimenten hebben
binnengesleept met hun prestatie of
met hun oogopslag," zegt psycholoog
Ad Bergsma uit Terneuzen. Hij
schreef een boek over het bedrieglijke
verband tussen innerlijk en uiterlijk.
Voor de oude Grieken was ieder mens
een open boek. Je hoefde maar naar het
gezicht te kijken, om te weten hoe het
karakter was. In de oudheid was men er
van overtuigd dat iedereen de eigen
schappen had van het dier waar-ie het
meest op leek.
Zacht haar zou wijzen op zachtmoedig
heid, maar ook op een neiging tot laf
heid en vluchtgedrag. Herten en konij
nen hebben immers dezelfde vacht.
Iemand met een glazige uitdrukking in
zijn ogen moest wel de onnozelheid van
een koe bezitten. Een spitse neus gold
als teken voor vindingrijkheid, omdat
jachthonden eveneens een scherpe neus
hebben. En iemand met lange oren was
natuurlijk dwars en koppig als een ezel.
De oude Grieken liggen in hun graf,
maar het geloof dat men het innerlijk
van mensen kan aflezen aan hun uiter
lijk en lichaamsbouw is gebleven.
„De fysiognomiek is onuitroeibaar,"
zegt Ad Bergsma. Als psycholoog heeft
hij zich gespecialiseerd in de sociale be
tekenis van gelaatstrekken en hij ver
baast zich erover dat nog regelmatig
boeken verschijnen waarin de lezer
krijgt voorgespiegeld dat karakters val
len te peilen aan de hand van het uiter
lijk.
Meestal gaat het om doctrines of 'waar
heden' die een sterke verwantschap ver
tonen met de astrologie. De sterren
wichelaar gelooft vast dat hij karakter
en toekomst kan doorgronden aan de
hand van iemands geboortemoment.' In
de fysiognomiek gebeurt iets soortge
lijks, aan de hand van trekken en vlekjes
in het gezicht.
..„Die twijfelachtige theorieën vinden
hun oorsprong vaak in het oude China.
De klassieke Chinese interpretatieregels -
voor het aflezen van gezichten, Siang
Mien, geven bijvoorbeeld niet alleen
aanwijzigingen voor het doorgronden
van iemands persoonlijkheid, maar ook
voor het lot dat hem of haar te wachten
staat."
Elk vlekje heeft in Siang Mien een die
pere betekenis. Wallen onder de ogen?
Dan is er een grote kans op 'vrolijke en
intelligente kinderen met een ietwat
boosaardige inslag'. Aan elkaar gegroei
de wenkbrauwen? Zo'n type is snel bele
digd en emotioneel: depressies kunnen
bij hem of haar opduiken vanuit het
niets.
Vrouwen met een plekje op hun boven
lip moeten rekenen op zware bevallin
gen; een moedervlekje op het voorhoofd
waarschuwt ervoor dat op 48-jarige
leeftijd financieel iets mis zal gaan; een
moedervlekje op de kin verklapt dat een
van beide ouders op jonge leeftijd over
leden is, of vroeg uit het gezinsleven
verdwenen.
Nou loopt in Nederland één op de drie
huwelijken spaak. De kans dat iemand
met een vlekje op de kin inderdaad uit
een gebroken huishouden komt, is dus
inderdaad niet uit te sluiten. Bergsma:
„Dat maakt dit soort eeuwenoude 'ze
kerheden' zo onverwoestbaar. Ze zijn zo
voor de ziel
Psycholoog Ad Bergsma uit Terneuzen: 'Juist mensen die er best goed uitzien, laten hun gezicht corrigeren.'
FOTOWIMKOOIJMAN
algemeen, dat er vroeg of laat altijd wel
iets van klopt. Wie er gevoelig voor is en
twee keer achter elkaar een vermeend
verband tussen innerlijk en uiterlijk be
vestigd ziet, denkt met dit soort theo
rieën de steen der wijzen gevonden te
hebben. Zeker voor luie geesten is dat
hartstikke gemakkelijk. Je hoeft dan
niet langer na te denken: voor alles ligt
de verklaring voordehand."
Voor de ontwikkeling van een persoon
lijkheid zijn hogere cognitieve en socia
le processen veel belangrijker dan de ge
netische constanten die iemand bij de
geboorte heeft meegekregen, vindt
Bergsma. Daarom stoort hij zich aan
mensen die gemakkelijk een verband
trekken tussen innerlijk en uiterlijk.
Toch zijn het niet alleen tarotleggers of
vaste lezers van sterrenrubrieken, die al
te lichtzinnig geloven in zo'n relaties.
„Ieder mens laat zich tot op zekere
hoogte leiden of misleiden door de uiter
lijke schijn," zegt Bergsma.
Hij heeft het voorbeeld van lachrimpel
tjes rond de ogen, die het gezicht een
doorlopend vrolijke uitdrukking geven.
Komt dat niet doordat zo iemand erg
goedlachs is, waardoor zijn gezicht na
verloop van jaren uitdrukking geeft aan
z'n opgeruimde karakter?
Bergsma: „Er zit een grond van waar
heid in de uitspraak dat mensen van
vijftig het gezicht hebben dat zij verdie
nen. Maar pas op: mensen die lange tijd
op het water hebben doorgebracht, kun
nen net zo goed rimpeltjes hebben aan
de zijkant van hun ogen. Doordat de
ogen veelvuldig dichtgeknepen werden
tegen de felle weerkaatsing van het licht
door het water. Die rimpeltjes hebben
helemaal geen emotionele oorsprong,
maar geven het gezicht desondanks een
vrolijke aanblik, alsof het lachrimpel
tjes zijn. Andere mensen reageren door
gaans lichtvoetiger op zo'n persoon, dan
op iemand met zware wenkbrauwen en
een gefronst voorhoofd. Dat zet de toon
voor het verdere contact."
Waarmee Bergsma maar gezegd wil
hebben dat er nauwelijks een betekenis
volle relatie bestaat tussen de statische
kenmerken van het gelaat en iemands
persoonlijkheid of intelligentie. „Het
voorbeeld van de 'lachrimpeltjes' geeft
aan hoe voorzichtig je moet zijn met het
trekken van conclusies. De enige uitzon
dering op die regel zijn specifieke afwij
kingen, zoals het syndroom van Down
oftewel mongolisme."
Hoe mensen zich laten beïnvloeden door
het uiterlijk, is volgens Bergsma ook
fraai te zien in het morsige programma
Over de roooie. Voor de ogen van de tv-
camera gooien kandidaten hun zelfres
pect te grabbel, in ruil voor geld. Ze
kunnen duizend gulden verdienen door
een smakeloze opdracht te vervullen.
De kandidaten worden op straat bena
derd voor deelname. Bergsma: „Wat
blijkt? Als de presentatie in handen is
van een mooie Miep, vertonen mensen
sneller de neiging om mee te doen dan
wanneer ze het briefje van duizend krij
gen voorgehouden door een modaal per
soon."
Amerikaans onderzoek heeft ook uitge
wezen hoe belangrijk uiterlijk is voor
beroepssucces. Werkgevers proberen
mensen met een wijnvlek of iets anders
in hun gezicht weg te stoppen op een on
opvallende plaats, waar ze niet in direct
contact staan met klanten.
Bergsma: „Mensen met misvormingen in
het gezicht die het gevoel hebben dat zij
als een soort tweederangsburger rond
moeten lopen, worden vaak in het gelijk
gesteld door de feiten. Vandaar dat er in
medische kring ook consensus over is
ontstaan dat ernstige afwijkingen in het
gezicht indien mogelijk chirurgisch ge
corrigeerd moeten worden."
Aan de andere kant van de lijn vormt
schoonheid echter geen garantie voor
geluk. Bergsma: „Mensen met gave ge
laatstrekken heten vaak leeghoofden en
egoïstisch te zijn. Iemand die op het ge
bied van uiterlijk overdreven goed be
deeld is, moet volgens het volkscliché
wel zijn overgeslagen.toen de hersenen
werden uitgedeeld. Het is voor ons blijk
baar moeilijk te verdragen'dat anderen
zowel mooier als slimmer kunnen zijn
dan wijzelf."
Voor mooie mensen is ook nadelig dat ze
drommels goed in de gaten hebben wat
schone schijn vermag: „Ze wantrouwen
lof voor geleverde prestaties. Zo kan
schoonheid op subtiele wijze het zelf
vertrouwen ondermijnen."
Een verhaal op zich vormen de mensen
die zich alleen maar druk maken om hun
hun eigen uiterlijk. „De preoccupatie
met de buitenkant maakt hun leven op
pervlakkig. Het is tragisch dat zulke
mensen zichzelf niet beoordelen om wie
ze zijn, maar om hoe zij eruitzien. In dat
verband is het veelzeggend dat niet
mensen met flaporen of haakneuzen het
vaakst hun gezicht laten corrigeren,
maar juist mensen die er best wel goed
uitzien. Ze willen van hun kleine, vaak
ingebeelde schoonheidsfoutjes af. Hun
zelfwaardering is zo afhankelijk van
hun uiterlijk, dat hun leven er volledig
door beheerst wordt. Gek genoeg heb
ben ze niet eens in de gaten wat ze daar
door allemaal missen."
'Het gezicht, visitekaartje van de ziel', Ad Bergsma,
Amsterdam, Uitgeverij L.J.Veen. 29,90.
Door Ellen van der Hart
Waarom krijgt iemand die veel
vet eet last van een te hoog
cholesterol en een ander met
dezelfde voedingsgewoonten
niet? Een ziekte heeft verschil
lende oorzaken. Naast voeding
en 'opvoeding' zijn er blijk
baar meer zaken die een rol
spelen. De erfelijke aanleg is
hiervan een van de belangrijk
ste. Deze aanleg is voor geen
twee mensen volledig dezelfde,
behalve bij eeneiige tweelin
gen.
„Ieder mens krijgt zijn genen
voor vijftig procent van de vader
en vijftig procent van de moe
der. Daarom lijken kinderen ook
in de ziekten die ze krijgen vaak
op hun ouders. Maar dat wil niet
zeggen dat ze automatisch de
zelfde ziekten krijgen als een
van hun ouders," vertelt dr. E
Schouten van de Landbouwuni
versiteit in Wageningen.
„Vader kan bijvoorbeeld 90 jaar
r
oud worden, zijn hele leven heb
ben gerookt en nergens last van
hebben. Blijkbaar bepalen zijn
genen dat hij niet vatbaar is
voor het longkanker veroorza
kende effect van roken. Zijn
kinderen kunnen die bescher
ming tegen longkanker van hem
hebben geërfd."
„Maar ze kunnen ook net het
gen waar het om gaat van hun
moeder hebben gekregen en
daardoor misschien wel bevatte
lijk zijn voor longkanker door
roken."
„Maar," zo stelt prof. dr. ir. F.
Kok van dezelfde universiteit,
„diezelfde roker van 90 jaar oud
kan een gen hebben dat bepaalt
dat hij na een glaasje alcohol
dronken wordt, terwijl iemand
anders daar vele glaasjes voor
nodig heeft. Daarom protesteren
mensen ook wel eens tegen het
voor iedereen gelijke wettelijk
vastgestelde maximum promil
lage in het verkeer. Zij vinden
dat onrechtvaardig. Maar het is
net zo 'onrechtvaardig' om ie
dereen eenzelfde voedingsadvies
te geven. Mensen verschillen te
veel en daar willen we inzicht in
krijgen."
Kok en Schouten werken samen
in het nieuwe Prioriteitenpro
gramma van de Nederlandse Or
ganisatie voor Wetenschappelijk
Onderzoek (NWO). De komende
vijf jaar gaan wetenschappers
van verschillende universiteiten
en instituten de relatie tussen
voeding, chronische ziekten én
de rol van erfelijkheid hierbij
onderzoeken. De NWO stelt
hiervoor 3,5 miljoen gulden be
schikbaar.
De financiering van het totale
bedrag, zes miljoen gulden, is
verder in handen van sponsors.
Voor de zomer hopen de weten
schappers de eerste voorstellen
van het onderzoek op papier te
hebben.
Het programma richt zich speci
fiek op hart- en vaatziekten en
darmkanker omdat, zo stellen
onderzoekers Kok en Schouten,
van deze ziekten bekend is dat
er een duidelijke relatie bestaat
met voedsel. Verkeerd voedsel
draagt bij aan het ontstaan van
deze ziekten. Hier liggen ook de
verschillen in gevoeligheid tus
sen individuen: bij identieke
voeding treedt bij de een wel en
bij de ander niet de ziekte op.
Dit wordt voor een groot deel
veroorzaakt door erfelijke aan
leg.
Uit onderzoek is gebleken dat
het eten van groente en fruit zo
ver beneden peil is dat tussen de
7 en 31 procent van de kanker
gevallen en tussen de 3 en 13
procent van de sterfte aan hart
en vaatziekten hieraan zouden
kunnen worden toegeschreven.
Daarom zijn de laatste jaren
voorlichtingscampagnes gehou
den om mensen aan te zetten tot
andere eetgewoonten. Het
meest bekende voorbeeld is ver
moedelijk de 'Let op vet'-cam-
pagne.
Maar ook deze campagne heeft
niet het gewenste effect gehad:
mensen raken pas gemotiveerd
om hun voedings- en leefge
woonten aan te passen nadat de
eerste ziekteverschijnselen zich
hebben geopenbaard.
Het onderzoek is in de eerste
plaats gericht op het verkrijgen
van kennis over de wisselwer
king tussen erfelijke gevoelig
heid en voeding bij het ontstaan
van chronische ziekte. „Als je
kunt aantonen wie de gevoelige
mensen zijn, zijn deze meer ge
motiveerd om preventief te wer
ken. Met dit project willen wij
achter deze individuele gevoe
ligheid komen. Hoe komt het dat
de ene mens anders reageert dan
een ander? Daar is nog weinig
over bekend. Twee mensen kun
nen bijvoorbeeld eenzelfde hoe
veelheid dierlijk vet eten maar
de vetstofwisseling werkt bij de
een anders dan bij de ander. Het
afbreken of aanmaken van vet
bestaat uit stappen waarbij in
de genen verankerde enzymen
een rol spelen. Er zijn heel klei
ne verschillen die bepalen hoe
een lichaam omgaat met bij
voorbeeld cholesterol," zegt
prof. Kok.
Overigens, melden de onderzoe
kers, familiaire ziekten hoeven
niet per se genetisch bepaald te
zijn. Familieleden hebben be
halve genen nog een hoop ande
re dingen gemeen zoals leefge
woontes, de woonplaats en voe
dingsgewoonten. Deze kunnen
ook invloed hebben op het krij
gen van een ziekte.
Zo heeft voedselbereiding onder
meer invloed op het ontwikkelen
van darmkanker. Schouten: „Als
je vlees te heet en te lang verhit,
worden uit aminizuren in het
vlees mogelijk kankerverwek
kende stoffen gevormd. Sommi
gen hebben enzymen die derge
lijke stoffen heel effectief en
snel onschadelijk maken, bij an
deren is dit minder. Dit is in on
ze genen vastgelegd. Een familie
waarin veel darmkanker voor
komt zou dus dat ene gen kun
nen hebben dat een minder ef
fectieve vorm van zo'n enzym in
het lichaam aanmaakt. De leden
van zo'n familie lopen een hoger
risico, natuurlijk ook afhanke
lijk van de wijze waarop ze hun
vlees bereiden".
Door drs. J. Paalman
De buitenwereld heeft het niet
zo in de gaten, maar de laatste
jaren heeft de medische wereld
er een nieuwe toverformule bij.
Alles wat een arts doet, moet
voortaan een bewezen effect
hebben. Hij mag u pas een
spuitje of pilletje geven als we
tenschappelijk vaststaat dat
het echt helpt. En opereren mag
alleen als wetenschappelijk ze
ker is dat u daarmee beter af
bent. Minister Borst van Volks
gezondheid en de zorgverzeker
aars zijn enthousiast want dit
scheelt geld, tijd en onnodige
medische ellende. Wie kan daar
nou op tegen zijn? Toch aarze
len heel wat dokters.
Veel medische zaken zijn zo
overduidelijk dat ze niet eens
een wetenschappelijk bewijs
behoeven. Dat het beter is om
een gebroken been te spalken of
dat je iemands leven kunt red
den door een spuitende slag
ader af te binden, is evident. En
dat iemand echt dood is 'als
hoofd en romp duurzaam van
elkaar zijn gescheiden', - zoals
het oude Handboek Soldaat zo
trefzeker formuleerde - daar
heb je ook al geen wetenschap
pelijk bewijs voor nodig. Maar
toegegeven. Artsen hebben een
heleboel medische meningen
die niet op een stevig weten
schappelijk fundament staan.
Soms zijn ze zelfs bespottelijk.
De huisarts Frans Meijman
vroeg aan 254 praktiserende
huisartsen welke adviezen ze
regelmatig gaven ondanks het
ontbreken van een degelijk we
tenschappelijk bewijs. Als een
kleuter niet wil eten, zo luidde
het feestelijke advies van een
huisarts, dan moet je hem bo
terhammen geven met ijs als
beleg. Bij zure diarree werd
'patat met ei' aanbevolen. Bij
gas in de darmen: 'kont omhoog
(gas gaat naar het hoogste
punt)'. En onder vrouwenart
sen schijnt nog steeds de hard
nekkige mythe rond te waren
dat roodharige vrouwen bij de
bevalling eerder een gevaarlij
ke nabloeding krijgen.
Een wetenschappelijk bewijs is
vooral nodig als artsen hevig
van medische mening verschil
len. Neem de opiniestrijd over
het wel of niet verdunnen van
het bloed fla een hartinfarct. In
Nederland was en is het de ge-
r'Weontei-om patiënten na, een
hartinfarct bloedontstollende
middelen als Sintrom of Mar-
coumar te laten slikken om een
nieuwe verstopping van de
kransslagaders en daarmee een
tweede hartinfarct te voorko
men.
Het medische buitenland was
tegen. Want ontstolling ver
groot de kans op een hersen
bloeding zodat het bloedont
stollende middel heel goed er
ger zou kunnen zijn dan de
kwaal. Dit is wetenschappelijk
uitgezocht en kijk eens aan:
medisch Nederland had gelijk,
met ontstollende middelen zijn
hartpatiënten beter af.
Een andere beroemde medische
controverse uit de jaren zeven
tig was de vraag of je bij een
dreigende vroeggeboorte aan
een zwangere vrouw corticoste-
roïden (zoals Prednison) moet
geven. Te vroeg geboren kinde
ren hebben moeite met ademen
en deze middelen zouden de
kinderlongetjes beter doen uit-
rijpen. Maar was dat ook zo? De
Engelse epidemioloog Archie
Cochrane bestudeerde stapels
wetenschappelijk onderzoek en
wat bleek? De kans dat een
vroeggeboren kind overlijdt
vermindert dank zij Prednison
met liefst dertig procent! Het
opmerkelijke was dat vrouwen
artsen zich nooit hadden gerea
liseerd dat deze behandeling zo
effectief was. De veelgeroemde
eigen ervaring had hen danig in
de steek gelaten.
Al die tijd had dat onderzoek
ongelezen in de la gelegen en
daardoor zijn veel baby's onno
dig doodgegaan. Dit was het
begin van een nieuwe medische
beweging die naar de inmiddels
overleden oprichter de 'Cochra
ne Collaboration' wordt ge.
noemd: het met teams van des
kundigen uitpluizen van ber
gen wetenschappelijk materi
aal.
Er zijn 25.000 biomedische bla
den. Elke dag verschijnt er een
kubieke meter medisch tijd-
schrift. Een arts leest in zijn he-
le leven daarvan hooguit een
kuub. De conclusie ligt voor de
hand: dokters moeten gaan sa
menwerken om nog te weten
wat er op hun eigen vakgebied
aan de hand is. Zo zoekt het
Nederlands Huisartsen Ge
nootschap (NHG) met teams
van deskundigen voortdurend
omstreden medische onderwer
pen uit. Wat te doen bij hyper-
tensie? Moet je bij kinderen
koorts bestrijden om daarmee
stuipen te voorkomen? (Nee).
Kan een huisarts zelf een ver
zwikte enkel behandelen (ja) en
hoe moet dat dan? Moet je ie
mand met rugpijn adviseren
het bed te houden tot het weer
over gaat? (Nee).
Het NHG dikt meters medisch
kennis in tot een zogeheten
standaard van een paar blad
zijden en daarvan is weer een
handig geplastificeerd spiek
briefje gemaakt voor de haasti
ge huisarts.
Dit soort standaarden en proto
collen zie je in elk medisch vak
gebied steeds mëer. Daar zijn
redenen voor. Door schaarste
aan geld en de verzakelijking
van de geneeskunde willen de
politiek en de verzekeraars dat
dokters beredeneerde medische
keuzes maken. Ze willen aan
toonbare opbrengst voor hun
dure geld. En de computer
heeft de zoektocht in de miljoe
nen medische artikelen terug
gebracht van enkele maanden
tot hooguit een half uur. De
trend is internationaal en heet
in onberispelijk potjesengels
'Evidence Based Medicine',
EBM, wat zoiets betekent ais
'geneeskunde die gebaseerd is
op wetenschappelijke feiten'.
De dokters zijn niet echt tegen.
Ze zien de voordelen en zijn
schoorvoetend voor. Allemaal
goed en wel,r maag. .'Want een
protocol of standaard is vaak
een compromis tussen elkaar
tegensprekende medische op
vattingen en dat levert dan wel
een democratisch, maar niet
noodzakelijk het beste medi
sche standpunt op. Net als mei
die dromedaris, want wat is een
dromedaris? Dat is een kameel
ontworpen door een commissie.
Voor de eigenwijze dokter die
zijn eigen conclusies trekt, is in
het protocol geen plaats. In
Amerika heeft dat geleid tot de
fensieve geneeskunde. Als een
dokter daar met goede argu
menten naar eigen inzicht han
delt en niet precies volgens het
boekje, en er gaat iets mis, dan
heeft hij voor het gerecht geen
poot om op te staan. Hem wordt
eerder een poot uitgetrokken
van twee miljoen dollar ol
daaromtrent. Daar laten ze het
wel uit hun hoofd om van de
standaard af te wijken ook als
ze zeker weten dat dat beter
zou zijn voor de patiënt. Een
ander bezwaar tegen genees
kunde volgens het boekje is dat
het confectie is en geen maat
werk.
Geneeskunst kom je er niet te
gen, ook niet het medische ek
steroog dat elke goede dokterj
en verpleegkundige moet heb
ben. Dit medische gezonde ver
stand, de klinische blik, het on-j
bestemde gevoel van 'pluis
niet pluis', het 'ik kan het nietj
beargumenteren maar ik voel
aan mijn water dat hier iets niet
klopt,' heeft men nog steedsj
niet in een protocol of comp«':
terprogramma kunnen inbou
wen. Gelukkig maar.
en s
Door Raoul van den Booren
En dan nu: de truc met het
horloge. Beleefd vraagt James
Randi me om mijn polshorloge
af te doen. Hij legt het uur
werk vervolgens onderstebo
ven op mijn hand en maakt
met zijn handen heel overtui
gend enkele bezwerende geba
ren. „Nu gaan we een reis door
de tijd maken," kondigt de il
lusionist geheimzinnig aan,
terwijl hij zijn ogen vuur laat
schieten. En zie: als het horlo
ge weer om de pols gaat, blij
ken de wijzers precies een uur
te zijn teruggedraaid, terwijl
Randi het nauwelijks heeft
aangeraakt.
„Wonderbaarlijk, hè?," grijnst
Randi tevreden na het stuntje.
„Maar ik vertel je eerlijk erbij
dat het een truc is. Ik had je ook
kunnen wijsmaken dat ik over
bovennatuurlijke krachten be
schik, en als je daar gevoelig
voor bent, had je dat ook ge
loofd. In dat geval had ik je ge
makkelijk kunnen overtuigen
dat ik je van de meest verschrik
kelijke ziektes kan genezen."
En dat is nu juist waar James
Randi het liefst zijn trucs op los
laat: mensen die beweren door
bovennatuurlijke krachten ie
mand te kunnen genezen. Pa
ragnosten, lepelbuigers, kwak
zalvers, mediums, gebedsgene
zers, Jomanda's: Randi zou ze
het liefst via de grote verdwijn
truc laten oplossen in het niets.
James Randi: goochelaar en
scepticus. Een wat ouderwets
ogend mannetje die met zijn wit
te baard en driftige gebaren iets
heeft van een geleerde uit een
Kuifje-strip. Hij is even in Ne
derland om zijn bijdrage te leve-
I ren aan de tentoonstelling Illu
sions in Den Haag waar de wer
king van zinsbegoocheling
wordt uitgelegd.
Ooit begon hij zijn carrière als
de 'ontsnappingskunstenaar'
The Amazing Randi. Maar we
reldberoemd werd hij pas door
zijn gedreven gevechten tegen
dubieuze toepassingen van wat
hij nog altijd ziet als goochel
kunst. Dankzij sympathiserende
sceptici over de hele wereld
heeft zijn stichting inmiddels
ruim een miljoen dollar klaar
liggen voor het eerste bewijs van
oen paranormale genezing dat
Door Ronald de Lange
Betere synthetische genees
middelen, goedkopere legerin
gen en metaalproducten, ver
beterde mogelijkheden voor
het opruimen van milieuver
ontreinigingen, een beter be
grip van weer en klimaat, meer
kennis van het stollen van
bloed.
Daartoe hebben de ontdekkingen
geleid die wetenschappers hebben
gedaan bij experimenten in twee
space-shuttlevluchten. Na een
jaar van onderzoeken en interpre-
eren werden de belangrijkste re
sultaten eerder deze maand ge
presenteerd tijdens een weten
schappelijk congres in Washing
ton, USA.
A j 1 1 1 1 11 Begin 1.996 zijn twee vluchten van
1 -w- y -a -| jl onderzoek van micro-zwaar-
O ■il0Sh?d- H®t ging om reizen
aarbij het ruimtelaboratorium
riab en een onbemande Spa-
b-module werden gebruikt
oor experimenten. Sommige
juaarvan werden uitgevoerd door
e astronauten, andere volauto-
Voor het eerst sinds het begin van
de aidsepidemie is een daling van
het aantal doden als gevolg van de
ongeneeslijke ziekte in de Vere
nigde Staten geconstateerd. Vol
gens cijfers van het centrum voor
de beheersing en voorkoming van
ziekten in Atlanta stierven tussen
1 januari en 30 juni 1996 twaalf
procent minder mensen aan aids
dat in de eerste helft van 1995.
Van januari tot en met juni 1996
overleden in de Verenigde Staten
22.000 mensen aan aids, 2900
minder dan een jaar eerder. In ge
heel 1995 stierven 50.000 mensen
aan de ziekte. Het centrum schat
het aantal mensen die met de on
geneeslijke ziekte zijn D
teerd op 223.000. In totaal heeffl
ziekte sinds 1981 573.800 sla'™
offers gemaakt.
Aids wordt steeds minder
ziekte die vooral homoseks1"!
treft. Het aantal homoseks1"]
met aids daalde in de eerste
van 1996 met twee procent. Da]
entegen steeg het aantal drugs'!
slaafden dat aan de ziekte
met drie procent. Bij hetere
suelen beliep de stijging zevefll
procent. Zwarten zijn veel 'y
het slachtoffer dan blanken
aantal zwarten met aids l$i
verimaal hoger dan het
blanken.
*7
INFORMATIE
Wie nadere informatie wil omtrent
artikelen in deze bijlage, kan
'Wens kantooruren bellen naar:
076-5312344 of 076-5312272.
Schriftelijk reageren kan ook.
Het adres daarvoor is:
nniï.enl'redactie L'jf Leven,
postbus 3229,4800 MB Breda,
'ndredactie: René van der Velden.