Weekend
Paters en zusters sterven uit, maar hun werk leeft op
Sky
DE STEM
E3
ie
uit drank
\KER m/v
Paters en zusters sterven lang
zaam uit, maar hun activiteiten
zijn nog lang niet dood. Neder
land beleeft een herwaardering
van de missie. In het Tropenin
stituut in Amsterdam loopt tot
half maart een tentoonstelling
met een film- en lezingencyclus.
Tijdens de huidige vastenperio
de wordt druk gecollecteerd.
Het missionaire werk zelf is in
tussen drastisch veranderd. In
vorm en inhoud.
B526168cj
11111
ZATERDAG 1 MAART 1997
e in het
el-historisch
igging tussen
stad met
tie-omvang.
omvang
erlening:
ector
r week
'astgesteld.
e afdeling
nsulent
ist te nemen.
Middelen,
leer informatie kunt
ct opnemen met de
Schreuders,
ur van de bank,
n 0168-402150.
w sollicitatie met
nen 14 dagen naar
:tie van Rabobank
rt, Postbus 16, 4790
undert.
iet het
Kleding
pn inzicht in het
geest.
emming met de
varing
met volop
te bewijzen.
urriculum vitae
terhout
Kunst is waar. Niet die van leugen en bijbel, maar
van de markt. Koopwaar dus. Kunst moet daarom
verkocht als auto's, jenever en herenhuizen. Publici
teit en reclame zijn zodoende van levensbelang. Een
mooie expositie als die van de jaren in afzondering
roortploeterende Bredase kunstenaar Chris van der
Schriek valt niet op. Hij hangt in het het Kruysenhuis
in Oirschot, een instelling zonder veel budget, zon
der conservatoren met persrelaties en zonder ge
ruchtmakende schandalen. Kranten komen dus
niet, publiek vervolgens evenmin.
Het Groninger Museum doet het anders. Dat is ge
bouwd op rel en conflict. Frans Haks, de vorige di
recteur, heeft er zijn handelsmerk van gemaakt.
Met zijn voorkeuren, het gebouw en de tentoon
stellingen. Een ramp voor zijn opvolger, de brave
kunstdiplomaat Reyn van der Lugt. Hij moest om
zijn uitverkiezing waar te maken Haks en zijn era
overtreffen. Een schier onmogelijke opdracht.
Tot Van der Lugt zich Serrano herinnerde, een
knaap die hij in New York, zijn vorige standplaats,
tegen het lijf was gelopen. Serrano fotografeert.
Geen probleem voor Groningen, want daar kan al
les kunst zijn. Serrano legt dood, Ku Klux Klan en
perversiteit vast. Nog minder een probleem voor
Groningen, want elk doorbroken taboe is telkens
goed voor meters vrij verkregen publiciteit. Serrano
heeft schandaal verwekt met een afbeelding van
een crucifix gedrenkt in pis. Nog beter, want hoe
beruchter hoe meer kans op lawaai.
Serrano moest de nieuwe doorbraak worden. Van
der Lugts visitekaartje voor Groningen, de vader
landse kunstsien en de internationale glossywereld.
De vraag was natuurlijk hoe. Want alleen Serrano
was niet genoeg. Die was immera al elders gedaan.
Serrano bleek in voor een nieuw rondje geil. Prach
tig, maar nog niet voldoende, want met nauwelijks
verhulde geslachtsdelen en suggestie van erotiek
hangen tegenwoordig de wachthokjes vol. Het
moest meer. Geen weekend-SM, want daar wordt
geen modale kunstredactie van dit fin de siècle nog
opgewonden van, Geen Erwin Olaf-verrassingen,
want die zijn zelfs uit als theateraffiche. Het moest
alles wat De Sade, Lady Chatterly en Joop Wilhemus
samen verzonnen zouden kunnen hebben, overtref
fen. 'A history of sex', kortom. Daar was vast subsi
diegeld voor binnen te halen en dat stond garant
voor sensatie en rumoer.
Van der Lugt kreeg zijn centen. Serrano mocht daar
van een film maken, die voorvertoond zou worden
op het festival in Rotterdam. Een paar weken voor
de vernissage in Groningen, een uitstekend opwar
mertje voor artofielen en hoernalisten derhalve.
Happy Hooker Xaviera Hollander, de Nederlandse
ervaringsdeskundige bij uitstek als het gaat om drie
letterwoorden en de daad, kon ingehuurd worden
voor een stukje in de catalogus. Hoewel intussen
niet veel meer dan een echte ouwe hoer, toch altijd
goed voor een extra schokje. En dan natuurlijk een
opwindend en tegelijk weerzinwekkend affiche.
Kon heel Groningen en de echte centra van kunst in
de Randstad Van der Lugts overtreffende trap niet
ontgaan.
En er bleek een fantastische foto beschikbaar. Goed
aanstootgevend en toch voldoende ingetogen om
een dekmantel van artisticiteit geloofwaardig te
houden. Plassex noemen bedaagde juristen en te
rughoudende scribenten de afbeelding. Gouden re
gen of golden shower weten degenen die zich ai va
ker in dit segment van kunst begeven hebben. Die
plaat moest de publiciteit tot een hoogtepunt bren
gen.
Het lukte, het marktonderzoek bleek deugdelijk ge
daan; urinepret langs 's Heeren wegen was nieuw
en toevalligerwijze was er bovendien niets anders
beschikbaar in de publiciteit voor de wekelijkse me-
diahype. Een proces volgde zelfs. De ster van Van
der Lugt ais verdediger van kunst en liberale waar
den steeg. Niemand sprak nog over Haks in Gronin
gen.
Maar hoe nu verder dacht de kunstdirecteur? Zijn
faam diende vooral gevestigd tussen Singel en Leid-
sepfein. Daar worden reputaties gemaakt en gebro
ken. Het noordelijk openbaar ministerie hielp een
handje. Van der Lugt kon besluiten toe te geven aan
de plaatselijke bekrompenheid. Als in Groningen de
burgerturvenmoraal nog zo heerste dat verspreiding
van zijn poster tot een plaatselijk strafbaar feit zou
leiden, dan zette hij zijn plannen toch, uitdagend
luid verkondigd, door voor Amsterdam en Rotter
dam. Daar immers, kietelde hij de critici, geen pro
vincialisme, maar waarlijke, kunst-klimaat bevorde
rende ruimhartigheid. Niemand die zich in Gronin
gen durfde te beklagen over de met lokaal subsidie
geld betaalde minachting voor de eigen geestesge
steldheid. Want in masochisme zijn de gemeentelij
ke notabelen en autoriteiten door Haks al jaren op-
gevoed.
Nog was het imagoproject-Van der Lugt niet afge
rend. Er moest een toefje slagroom op. Een nieuw
atfiche, quasi onschuldig en dus onmogelijk te be
strijden, maar met een even verwoestend effect. £r
bleek daarvoor één andere foto geschikt. 'Eline',
een renaissancistisch bloot madonnaatje, puur en
onbezoedeld, maar wel 16-jarige leerlinge van een
Groningse middelbare school. Die hangt nu niet al-
een met toestemming van ouders, voogd of wette-
lijke vertegenwoordiger als onaanraakbaar esthe
tisch object in het museum, maar tevens met nor
maliter verborgen taartjesborstjes en toefje Venus-
gras te grijp voor alle nieuwsgierige klasgenootjes,
geile buurtbewoners en plaatselijke Lolitafans in
bushokjes en winkelstraten.
Ejines intimiteit en schaamte kunnen Van der Lugt
met schelen, want voor zijn streven tot zelfvergro-
bng is the sky the limit.
Missie mag weer
Door Ben Ackermans en Hans Rube
Hij brengt het wat zuinigjes. Maar
ergens moet pater Ton Zwart
toch een diepe voldoening voe
len, wanneer hij zegt: „Men heeft ontdekt dat
missionarissen toch dichter bij de mensen
hebben gestaan dan ontwikkelingswerkers en
zakenlui.
Het mag weer, weet Zwart. Praten over 'de
missie' is niet langer not done. De afgelopen
twintig jaar rustte er een stevig taboe op het
werk dat paters en nonnen in den verre
vreemde verrichtten. Missie? Daar kleefde
voor de goegemeente het beeld aan van ziel
tjes winnen en zilverpapier sparen. Dat stond
gelijk aan bevoogding, de wil opleggen, Nee,
dan pakte de ontwikkelingssamenwerking
het anders aan. Niet gehinderd door religieu
ze bevlogenheid. Professioneler, en dus beter.
Maar deze dagen is het juist de consultant die
onder vuur ligt. De ontwikkelings-techno-
craat, die niet zelden met een koffer vol eco
nomische belangen afreist naar de Derde We
reld om te verkondigen hoe het daar moet.
Die Tanzania na een paar maanden zonder
blikken of blozen inruilt voor Bangladesh.
Misschien was die ouwe onbaatzuchtige mis
sionaris, die ter plekke bleef zolang het li
chaam het toestond, dan toch zo gek nog niet?
„Bovendien," zegt provinciaal overste Zwart
van de congregatie van de Missionarissen van
het Heilig Hart (MSC), „mag God in Neder
land nu weer een beetje. Er is weer belang
stelling voor het religieuze. Dat heeft een
gunstige uitwerking op deze vorm van inter
nationale samenwerking."
Uitstervend
Voor de paters van MSC, die na een lang ver
blijf in Indonesië, de Filipijnen of Brazilië
hun laatste jaren doorbrengen in Tilburg, is
de herwaardering van de missie een genoeg
doening, maar wel een late. Want de 'Rooi
Harten' behoren tot een uitstervend ras. In
het topjaar 1968 werkten 406 MSC-missiona-
rissen in den vreemde, nu zijn het er nog 67.
In totaal zijn nog ongeveer 2300 Nederlandse
missionarissen in het buitenland actief. Een
derde van deze uitgezonden mannen en vrou
wen verblijft in Afrika, een gelijk aantal in
Zuid-Amerika en de rest is uitgezworven over
de rest van de wereld, van Oceanië tot in het
eigen Europa. Hun gemiddelde leeftijd is
hoog: boven de 65. Aanwas is er al lang niet
meer.
Betekent dit dat de revival van de missie
komt op een moment dat ze op sterven na
dood is? Absoluut niet, vindt Witte Pater Cor
van den Brand, directeur van het Missiecen
trum in Den Bosch. Er is wel degelijk sprake
van verjonging. Maar niet meer vanuit Euro
pa. „Steeds vaker zijn missionarissen afkom
stig van het zuidelijk halfrond zelf." In Azië
bijvoorbeeld is dat duidelijk te zien. Filipijn-
se en Indonesische missionarissen zwermen
nu uit naar Japan en India.
„Eigenlijk is onze missie geslaagd," zegt mis
sie-procurator Kees Hendriks in Tilburg, die
25 jaar actief was in Nieuw Guinea. „We heb
ben ze het evangelie gebracht. Nu nemen ze
de verspreiding van Gods woord zelf over.
Onze taak is daar volbracht."
Hij schertst: „Het is maar goed dat we niet zo
veel missionarissen meer hebben. Wat zouden
we er mee moeten?"
Onrecht
Cor van den Brand ging als jong priester wer
ken in Zaïre, in het nu onder vuur liggende
bisdom Bukavu. „Een streek met veel blanke
planters. Ik ging weg omdat er in die streek
iets was om voor te vechten. De arbeiders
werden slecht betaald, er was nogal wat so
ciaal onrecht."
Dat hij ooit in de missie zou gaan werken
stond voor Van den Brand al op jonge leeftijd
vast. „Geen discussie over mogelijk, toen ik
twaalf jaar was wilde ik alleen maar naar de
Witte Paters. Die kwamen bij ons thuis in
Sterksel over de vloer."
„In het begin ging je op pad om in Afrika ziel
tjes te winnen voor de kerk. Wij, maar ook de
bevolking daar, zagen het als een sociale
vooruitgang voor die mensen als ze christen
werden. Ze werden uitgedaagd om werken
van christelijke naastenliefde uit te voeren.
Dat deden heidenen niet. Later kwamen er
ontwikkelingsprojecten bij, gingen we vanaf
de preekstoel oproepen om huizen te bouwen,
Een priester van de Tanimbar-eilanden samen met de MSC-pater Nieuwenhuis, circa 1920.
soja te planten zodat de kinderen eiwitten
binnenkregen, er werden landbouwcoöpera
ties opgericht. De staat deed er niets. Missie
posten waren postkantoor, medische hulp
post en betaalden pensioenen uit."
Goed bedeeld
De missie als sociaal instituut, zo heeft Achil-
le Mbembe - te gast in het Tropeninstituut -
het niet echt ervaren. Het dorpje in Kameroen
waar hij ter wereld kwam, was goed bedeeld.
Oteli was een hospitaal rijk, een school, een
internaat en natuurlijk een kerk. Dankzij de
Benedictijnen uit Zwitserland.
Achille groeide op in een omgeving waarop
paters en zusters stevig hun stempel drukten.
Elke zondag ging hij naar de mis, waar hij
Maria adoreerde. Ademloos luisterde hij naar
de bijbelse verhalen, die zijn verbeelding op
hol joegen. Op de lagere en op de middelbare
school ging het leren hem vlot af. Want on
derwijzen, dat konden die missionarissen
wel.
Het is ook meteen het meest positieve dat hij
over zijn ervaringen met de missie kan zeg
gen. „De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de
kerk heel efficiënt was in het uitdelen van
materiële gunsten. Veel meer dan de rege-
ring.
Dat klinkt wrang, en zo is het ook bedoeld.
Zeker, socioloog Mbembe voer wel bij de op
leiding die hij dankzij de paters en nonnen
kreeg. Maar moet hij zich daarom dankbaar
opstellen? „Ik ben ervan overtuigd dat ze des
tijds naar ons toe kwamen om zieltjes te win
nen, en nergens anders voor. Het lenigen van
materiële noden hebben ze gebruikt als lok
aas. Alleen daardoor hebben ze voet aan de
grond gekregen. Anders waren ze vierkant
uitgelachen."
Mbembe keerde zich als jongeman af van de
kerk. „Op de middelbare school heb ik de
kerk ontdekt als een disciplinerend, formalis
tisch instituut. Het vertelde mensen wat ze
wel en niet mochten doen, en gebruikte daar
bij een systeem van surveillance en straf. Het
maakte de mensen bang voor autoriteiten."
Dergelijke kritiek klinkt Van den Brand niet
vreemd in de oren. Tot in de jaren zestig, toen
de opvattingen drastisch begonnen te schui
ven, was de missie inderdaad niet ontbloot
van superioriteitsdenken. Negen jaar werken
in Zaïre hebben Van den Brand wat dat be
treft ook persoonlijk veranderd.
„Ik ben daar kritisch geworden, dat was me
in mijn opleiding nooit geleerd. Ik ben de
dogma's en het absolute in de leer van de kerk
sterk gaan relativeren. We hadden de neiging
om alles aan God toe te schrijven, maar na
tuurlijk zijn het steeds menselijke beslissin
gen geweest die gelovigen de wet voorschrij
ven. Dat heb ik leren inzien."
Gekoloniseerd
De missionarissen brachten de kerk naar de
Derde Wereld, en die heeft daar inmiddels
een eigen gezicht gekregen. Dat is goed,
meent Van den Brand. „En we moeten dat
ook zeker niet trachten te veranderen. Ze zijn
daar éénmaal gekoloniseerd en zitten heus
niet te wachten op een tweede ronde."
Voor nieuwe missie-projecten ziet hij toch
nog wel plaats. „Wij zijn nog steeds welkom,
maar niet als we beslissingen opdringen. In
onze nieuwe uitzendingen koppelen we daar
om ons aanbod aan gerichte hulpvragen."
Daarbij gaat het dus niet meer om nieuwe ge
roepenen, maar om overplaatsing van elders
gestationeerde paters of zusters, óf om leken-
jongeren die vanuit een religieuze inspiratie
de Derde Wereld in willen. Zij het voor een
beperkte periode. „Vroeger ging een missio
naris voor onbepaalde tijd, soms tientallen
jaren, naar een post. Tegenwoordig zijn het
contracten van een paar jaar, met als doei
kennisoverdracht. Als de mensen het zelf
kunnen, gaan we weer weg. De moderne mis
sionaris, priester of leek, wordt geleerd flexi
bel te zijn."
Max Havelaar
„In de moderne missionaire kerk beantwoor
den we vragen van de samenleving op alle zes
de continenten. Missie in Nederland is ook
ontwikkelingswerk, vredesgroepen, opkomen
voor eerlijke prijzen voor producten uit de
Derde Wereld, Max Havelaar-koffie en bana-
nencampagnes," zegt Van den Brand.
Op de missionaire agenda De Wereld in Ba
lans, een programma voor de komende twee
jaar, prijken daarom vooral onderwerpen die
te maken hebben met 'mondiale bewustwor
ding'.
Het noordelijke halfrond moet als kolonisator
van Afrika en Azië zijn schulden gaan inlos
sen. Tal van organisaties houden zich bezig
met nieuwe missionaire vragen. Van oor
sprong rooms-katholieke verenigingen - Me-
misa, Mensen in Nood, Pax Christi - hebben
zich verenigd met actiegroeperingen als Stro
halm, Vluchtelingenwerk, Solidaridad, de
Wereldwinkels, Eco-team en Milieudefensie.
De oecumenische beweging krijgt gestalte via
een interkerkelijke inzet voor de arme kant
van de internationale samenleving.
„Nergens is het draagvlak voor internationa
le samenwerking zo groot als in de kerken,"
meent Jan Bouke Wijbrandi van het protes
tantse samenwerkingsverband Kerken in Ak-
tie. „Daar zit gewoon nog steeds de organisa
tie. Maar we moeten goed beseffen dat ont
wikkelingswerk, missie en zending veel meer
is dan bijvoorbeeld geld sturen en zieltjes
winnen. Onze actie hier moet gebaseerd zijn
op wederkerigheid."
Het is daarbij niet voldoende om armoede
louter te signaleren, staat in de missionaire
agenda. „Het gaat er ook om het systeem dat
deze armoede veroorzaakt te analyseren."
Kiezen voor de armen dus, ver weg, maar ook
dichtbij huis. „De nieuwste vormen van de
hedendaagse missie vinden we in eigen land,"
zegt Cor van den Brand. „In Nederland gaan
we tussen de mensen in de oude wijken staan.
Zoals mgr. Muskens zegt: er zijn voor de men
sen." Zo zijn de Witte Paters begonnen met
een 'veldpost' in de Haagse Schilderswijk en
bezoeken ze de Wallen in Amsterdam. In Am
sterdam vangen kloosterlingen aidspatiënten
en terminaal zieken op.
Bij de opvang van asielzoekers, ook de 'illega
len', spelen kerkelijke groeperingen een be
langrijke rol. „Daar zitten de goedwillende
Nederlanders," zegt de Amsterdamse schrij
ver Chris Keulemans, die goed thuis is in de
vluchtelingenproblematiek. „Voor mij was
het heel merkwaardig om te zien dat de kerk
die functie stilzwijgend op zich heeft geno
men. Het beantwoordde niet aan het idee dat
ik van het instituut had. 'De kerk is goed in
vrome praat, en niet in echte hulp,' had ik al
tijd gedacht."
Woestijngebied
MSC-pater Hendriks: „Missie is letterlijk
naast mensen gaan staan. Hulp geven zonder
voorwaarden. De kerk moet de dingen oppak
ken die zijn blijven liggen. Nu onze taak in
het buitenland grotendeels is volbracht, moe
ten we ons richten op eigen land. In de Rand
stad wonen talloze buitenkerkelijken die we
weer actief willen maken. Het Westen van
Nederland is een woestijngebied dat ontgon
nen moet worden."
Nederland is nu zelf missieland. Dat weten
ook de Nigeriaanse missionarissen in de Bijl
mer, die naar de West-Afrikanen in de beton-
jungle op zoek gaan.