;astjes en
oorden
Dramatische momenten zonder
dwingende samenhang
Haat, wraak, passie en moord
in de Chinese rijsthandel
Jan Siebelink duikt weer in de onderwijswereld
Huub Beurskens en de
kleigroeven van toen
nfiSTEM
BOEKEN
D7
1 1 1 verplozen
Herkenbaar
Intens
Liefdesrelatie
Kunstenaar
i i i i i
DONDERDAG 27 FEBRUARI 1997
3 27 FEBRUARI 1997 D6
STERDAM
iterstraat 7 - Alma-Tadema (1836-1912)
>17.00 uur (t/m 2 mrt)
e keizerin en de kunsten' - ma t/m zo
ELDOORN
1 - 'Tussen twee tronen' - schatten uit
)t Nicolaas II - di t/m zo 10.00-17.00 uur
ILE-NASSAU
112 - 'Tijdloze Geheimzinnigheid' - Pe-
Hans van der Weijden/objekten - Loes
13.00-17.00 uur (t/m 23 mrt)
EN OP ZOOM
eving Antwerpsestraat 27 - 'Bewegend
werken - licht, tijd en ruimte - tijdens
3.00-17.00 uur (t/m 9 mrt)
enhof Steenbergsestraat 8 - Rob Mohl-
iven en ander werk - di t/m zo 14.00-
BREDA
(laas Gubbels/overzicht diverse werken
eden (t/m 23 mrt) - 'Lightning 1' - i.k.v.
e kunstenaars - door William Speakman
naker (tot 9 mrt) - di t/m vr 10.00-17.00
senlaan 8 - Leonne Hendriksen/Gemeng-
st in de krant - 38 spraakmakende kunst-
- i.k.v. 75-jarig bestaan de Volkskrant (1
00-18.00 uur
afé Claudius Prinsenlaan 8 - Dicky van
Derene/schilderijen - za 16.30-18.00 uur
raat 10 - Louisette van Donkelaar/schil-
r 10.00-18.00 - do 10.00-21.00 - za 10.00-
inweg 79 - Jan van Lokhorst/schilderijen
:er Jan Vanriet/bijzondere schilderijen (1
17.30-za 11.00-17.00 uur
JEN HAAG
14 - Deense Kunst uit de Deense Gouden
:e van meesterwerken uit diverse musea
1.00-17.00 uur (1 mrt t/m 19mei)
rg 8 - 'Kunst op vleugels' - drieluik van
uiken van de laat Middeleeuwen - di t/m
■17.00 uur (1 mrt t/m 22 jun)
INDHOVEN
Neg 1 - 'Een keuze uit de collectie' - Ma-
dubbel, dwars' - Suchan Kinoshita/voor-
OTTERDAM
euningen Museumpark 18-20 - Thorvald
iten pionier van Deense Art Nouveau - di
1.00-17.00 uur (t/m 4 mei)
Designprijs Rotterdam 1997 - 28 genomi-
t)
den
aan religieuze, rituele voorwer-
r- pen. Aan een tabernakel, een
'e monstrans, een reliquiarium. Za-
ir ken die uit het centrum van onze
:e dagelijkse christelijke cultuur
ie min of meer zijn verdwenen. Een
at vleug van voorbije tijd hangt om
et de kastjes van Van der Weijden.
it Loes Plant toont in De Verbeel-
er ding naïef aandoende schilde-
te rijen. Zonder concrete voorstel
is ling maar met des te merkwaar-
i- diger titels als De kleine messen-
er trek in tijd en ruimte en Haar
ie vleugels uitslaan. Het zij hier de
an titels die het werk moeten opdof-
ze fen. Loes Plant houdt zich bezig
ar met materiekunst. Haar werken
;t- bestaan uit weefsels van verschil
lende soort die ze met verschil-
er lende kleuren bewerkt. De ver-
ij- binding van weefselstructuur en
zo verf zorgt voor een steeds andere
un huid, en dat is het dan. In hun ef-
iet fect hebben die werken iets ele-
ar gants, iets wat het oog voor even
en bezighoudt, maar zeker geen me
rel tafysische dimensies waar de uit-
lit nodigingstekst over spreekt.
Waarom zulke hoge woorden ge-
ei- bruiken om de dingen boven
e- zichzelf uit te tillen?
lie Peter Langenberg doet dat oven-
is gens zelf ook in zijn werk dat w
lei een mengeling van diverse tech-
rig nieken is uitgevoerd. Het is werk
kt, dat een heleboel op een poëtische
sof manier probeert te vertellen
ire maar waarbij de vormtaal 20
et, zwak is dat een echte boodschap
,ne verloren gaat. Niet de bedoeling
'e- van de kunstenaar maar de vorm
iw, van de mededeling bepaalt de
as, strekking van de boodschap.
Galerie De Verbeelding, Klokkenstraat 12,
nn Baarle-Nassau. Open van donderdag t/rrizon-
dag van 1 tot 5 uur. De tentoonstelling Tijg
-en ze geheimzinnigheid' duurt tot 23 maart.
IjirJohan Diepstraten
liet is een vertrouwde pas-
in het werk van Jan
liebelink: de vrouw om wie
Kies draait in de roman
J;>ra overweegt na de mid-
lelbare school wat ze moet
laan studeren. 'Wat zou ze
later met die studie Neder-
moeten beginnen? Ze
L uiteindelijk voor de
Kas komen. Dat was het
|aatste wat ze wilde. Ze zag
let leven van haar vader
Ivoor zich. De mouwbe-
fchermers, de stapels proef
werken die gecorrigeerd
(noesten worden. Bij het
lak Nederlands met zijn
Instellen en tekstanalyses
|mudat nog meer zijn.'
'ahaatste schooldag (1994) had
Js.ebelink de onderwijswereld die
Itjals docent Frans zo goed kent,
Jnautieus beschreven. Het is een
(ingeving waarin weerloze lera-
|;a gemakkelijk slachtoffer wor-
l:a, omdat ze niet bestand zijn
(egen de vernederingen van colle-
iïsen scholieren. Ook in Vera is
|(t weer raak. De hoofdpersoon
eig in deze roman een voorbeel
dige docente worden op het Pal-
i Athene-gymnasium, ze ver
kilt in een situatie waarin ze ge
hangen wordt ontslag te nemen.
|ti rector rommelt met een lera-
s en van behoorlijk bestuur is
leen sprake. De eindexamenre-
fitaten liggen onder het lande-
li gemiddelde, de aanmelding
lm scholieren stagneert, de re
futatie van het gymnasium heeft
p flinke deuk gekregen. Het is
Is vanouds een echte Siebelink-
[tholengemeenschap vol gekon-
^interviews heeft Jan Siebelink
p meermalen op gewezen dat hij
/en realistische literatuur
(hrijft, maar de roman Vera is
Jan Siebelink
het bewijs van het tegendeel. Ui
terst herkenbaar laat hij in korte
fragmenten het leven passeren
van Vera Melchers-Dornseiffer.
Siebelink begint in het eerste
hoofdstuk met Vera die ver
dwaalt op haar driewieler in een
Haagse straat en hij eindigt met
Vera die op middelbare leeftijd
wordt lastig gevallen op het ter
ras van koffiehuis Klein Seinpost
in Scheveningen. Deze laatste
passage sluit weer aan op de pro
loog die pas betekenis krijgt als
de lezer de tussenliggen driehon
derd pagina's kent.
Het is op het eerste gezicht een
doorsnee leven met veel alledaag
se gebeurtenissen. Zorgde Siebe
link in vroeger werk er altijd voor
dat er een visionair-achtig waas
over zijn romans hing, nu heeft
hij gekozen voor een rechttoe-
rechtaan benadering. Het enige
opvallende aan dit eenvoudig
vertelde verhaal is dat het aantal
dramatische momenten onge
kend hoog is. De lezer krijgt het
allemaal voor zijn kiezen, zonder
dat hij ook maar één moment ge
raakt wordt door al die ellende
die een mens kan overkomen.
Het klinkt veelbelovend op de
achterflap dat Siebelink 'de me
lancholie over het onvolkomene'
zo goed weet te verwoorden en
het zou zo mooi zijn geweest als
hij inderdaad 'op aangrijpende
wijze de sensibiliteit van de mo
derne vrouw' had weergegeven.
Maar in deze roman is hem dat
toch minder gelukt. Dat zou wel
eens aan het karakter van Vera
kunnen liggen: ze stelt zich een
intens en fel leven voor, maar ze
blijft een buitenstaander, net als
de schrijver die al die pagina's
lang koel observeert en regis
treert. In het hoofd van Vera ge
beurt minder dan je in dit type
roman zou verwachten.
Aan het einde van het boek con
stateert Vera: 'Je wist dus eigen
lijk niets van je kinderen. Je
dacht dat het min of meer goed
ging, verdrong de onrust. Je mis
leidde jezelf. Wat wist je van him
obsessies die in eenzaamheid
moesten worden bevochten.' Om
dat Jan Siebelink koos voor één
hoofdpersoon en de lezer dus
geen flauw vermoeden heeft van
de beweegredenen van de andere
personages, is het een roman ge
worden die kalm naar het einde
gaat. Met evenveel gemak had
Siebelink een roman van zeshon
derd pagina's kunnen afleveren
als hij de tweede helft van haar
leven erbij had genomen. Dan
waren de dingen ook voorbijge
gaan langs dezelfde lijnen der ge
leidelijkheid om Louis Couperus
te parafraseren.
De lezer met veel verbeeldings
kracht kan zelf van Vera een in
teressante roman maken. Heel
bijzonder is de periode dat Vera
als scholier een verhouding krijgt
met Alco Rostee, een leerling die
al van vijf scholen is gestuurd. Ze
FOTO CORD OTTING
hebben er de leeftijd voor om re
calcitrant tegen het leven aan te
kijken. De heftige liefdesrelatie
krijgt een abrupt einde, Alco be
dreigt haar later en verdwijnt
verder uit beeld. Het zal allemaal
wel, denkt de lezer. Geen con
flict, geen dreiging (afgezien van
een wat malle verkrachtingspo
ging), geen uitwerking van het
thema.
Het wemelt in de roman van
knappe aanzetten. De verstoorde
relatie met haar zus Suze bij
voorbeeld, met haar man Daniël,
met haar ouders en schoonouders
en met haar dochter Heieen. de
ideeën zijn goed voor vier of vijf
afzonderlijke romans. Vera had
een roman kunnen zijn over een
moeder en een dochter die lijdt
aan anorexia. Helemaal aan het
einde krijgt dit gegeven ineens
veel nadruk. Dochter Heieen ver
dwijnt naar een kliniek, zonder
dat de lezer ook maar enige idee
heeft wat er zich precies heeft af
gespeeld. Jan Siebelink sugge
reert dat de spijsverteringsziekte
if Marjan Mes
'f vertellingen van de Chinese
Prijver Su Tong zijn zo beel-
T®d dat de lezer ze als een film
rr zijn geestesoog ziet af-
faaien. Geen wonder dat mees-
Pcineast Zhang Yimou diens
(veile, Een schare vrouwen en
Pcaömes, verfilmde. Het werd
ft meesterwerk Raise the red
waarin het feodale Chi
jl gestalte kreeg in de dictatuur
Pi een (onzichtbare) rijke heer-
Jt over vijf gekochte, verneder-
I vrouwen.
Jdjnnu in het Nederlands ver-
f roman Mi (Rijst) uit 1992
ffngt Su Tong China opnieuw
leen huiveringwekkende wijze
r 'even. Hoewel de wrede ge-
Jmedenis van de straatarme,
I Sehongerde wees Wulong zich
Welt in de jaren twintig en
i™g lijkt het een actueel ver-
lal.
F. njst, het volksvoedsel van
fna waaraan Wulong als kind
Jongen ernstig gebrek heeft
ad, wordt het wrange sym-
1 van een wrede samenleving
fann misdadige elementen
pntwoordelijk zijn voor de
rdselvoorziening.
L ui5' alsof Rijst een politiek
f ls' maar dat is het niet in
?lnst- Het leest als een span-
f e gangster- en familiehisto-
over een jongeman wiens
ger en armoede zo groot zijn
IIhj ^at. krj geobsedeerd
tjt,.00r rijst en macht. Die
IJ J i.n de corrupte rijsthan-
L an zijn toekomstige schoon-
|W] nieuwe literaire tijdschrift
r t-hmese literatuur Het traqe
I Wordt Su Tong een van de
Su Tong
belangrijkste 'experimentele
prozaïsten' van het Chinese vas
teland genoemd. Een westerse le
zer ziet in hem eerder een aan de
traditie gebonden realistische
verteller. Met grote visuele ver
beeldingskracht geeft hij gestalte
aan de zichtbare werkelijkheid,
op een verhalende manier die je
alleen in de grote westerse litera
tuur uit het verleden tegenkwam.
Su Tong is het pseudoniem van
Tong Zhonggui, in 1963 geboren
in Suzhou. Na zijn studie litera
tuur in Peking verhuisde hij in
1984 naar Nanjing waar hij als
redacteur bij een literair tijd
schrift werkte. Sinds 1992 is hij
beroepsschrijver. Zijn novelle
Hong Fen werd door Li Shao-
gong verfilmd als Blush.
De gewelddadigheid van de Chi
nese samenleving wordt door
hem zonder veel fiducie in de
menselijke natuur op fascine
rende wijze beschreven. Armoe
en gebrek maken slechte men
sen, maar rijkdom en bezit even
eens. Net als veel andere Chinese
collega's bedrijft Su Tong geen
psychologie in zijn romans, wel
komen het bezoedelde geweten
en de gruwelijkheden uit het
verleden van zijn personages te
rug in nachtmerries en angsten.
Haat, jaloezie, wraak en seksuele
begeerte zijn de voornaamste
drijfveren van bijna alle figuren
in de roman Rijst. Na een water
en hongernood in zijn dorp reist
de jonge wees Wulong naar een
havenplaats waar hij onmiddel
lijk na aankomst in handen valt
van de Dokkenbende, het ge
welddadige misdaadsyndicaat
van de schatrijke heer Lu, die de
rijsthandel ter plekke 'be
schermt'.
Het is het begin van de verzen
gende haat van de uitgehongerde
Wulong tegen iedereen die hem
iets in de weg legt. Hij wordt als
hulpje aangenomen door een
rijsthandelaar in de Steenhou
wersstraat en diens liefdeloze ge
zin met twee rivaliserende doch
ters. De mooie Zhiyun blijkt de
concubine van de machtige heer
Lu. Wulong begeert haar en wil,
nadat ze vernederd en zwanger is
teruggekeerd naar het ouderlijk
huis, met haar trouwen.
Haar geheime minnaar Abao
verraadt hij bij heer Lu, die hem
gruwelijk laat vermoorden. De
zwangere Zhiyun verveelt hem
en hij legt het aan met de andere
dochter van de rijsthandel - de
minder mooie, verbitterde Qiyun
- die hij even wreed behandelt.
De geestelijk verwrongen Wu
long pleegt de vagina van vrou
wen vol te stoppen met rijst. Hun
zoon Misheng heeft op zijn tien
de ook al zoveel wraakgevoelens
ontwikkeld dat hij zijn kleine
zusje door wie hij zich bedrogen
voelt, laat stikken in een grote
berg rijst.
De jongen worden als straf door
zijn zelf vele malen zwaar mis
handelde vader de benen gebro-
van Heieen in verband staat met
de vraatzucht van haar groot
moeder die iedere middag in Mai-
son Krul acht mierzoete merin
gues naar binnen werkte. Het is
niet echt overtuigend.
Even speelt Vera met de gedachte
de femme fatale uit te hangen en
haar huwelijk met Daniël op het
spel te zetten door een verhou
ding te beginnen met een homo
seksuele kunstenaar. Het blijft
bij een terloopse gedachte. De va
der van Daniël hoort bij een ex
treem orthodoxe gemeenschap
die voor eeuwig aan de rechter
hand van God denkt te mogen
verblijven. De lezer mag het voor
even aanzien. Daniël krijgt een
hekel aan zijn eigen dochter. Nie
mand weet waarom.
Het conflict met zus Suze schijnt
iets te maken te hebben met haar
seksuele voorkeur voor vrouwen,
maar zeker is dit niet. Daniël was
getrouwd met een vrouw die, drie
maanden zwanger, voor zijn ogen
verongelukte. Het blijft bij deze
mededeling. Het huwelijk van
haar ouders is een ramp, naar de
reden mag iedereen gissen. Zo
zijn er nog honderd feiten en ge
beurtenissen waarmee Vera ge
confronteerd wordt, maar die
niet in een dwingende samen
hang staan. Aanzetten genoeg,
maar Jan Siebelink wilde deze
keer te veel.
Zijn werkwijze doet denken aan
een verhaal dat Daniël als kind
kreeg te horen. 'Daniël geloofde
dat God alles wat in de wereld
gebeurde in een dik boek schreef.
God zat achter een enorme werk
tafel en noteerde de feiten, tot de
geringste toe, exact op het mo
ment dat ze plaatsvonden. Het
boek bevatte sinds zijn schep
ping ontelbare bladzijden, maar
God kon ze in Zijn almacht alle
tegelijk lezen.' Driehonderd van
deze ontelbare bladzijden is de
roman Vera geworden. Het had
een prachtige roman kunnen
zijn.
Jan Siebelink: 'Vera'. Uitg. Meulenhoff,
prijs 39,90.
Door Y.Né
Hans Vlek is een dichter met een
faunachtig karakter. Als een
soort weemoedige bos-en veldgod
trekt hij door de klassieke oud
heid. Toch verbindt zijn taalge
bruik hem direct met de twintig
ste eeuw. Zijn poëzie is scherpge
slepen, vol ironie en hier en daar
haalt Vlek fel uit naar onze com
merciële en angelsaksisch gerich
te cultuur.
Zijn nieuwe bundel Hunnenhekel
toont in de titel reeds zijn angel.
De ondertitel Nieuwe schedeflo
ra, lijkt dan in eerste instantie te
verwijzen naar het omhulsel,
waarin het mes of zwaard steekt.
Het is een door iedereen te ver
staan symbool van erotiek èn
agressie. Het zwaard van Vlek, in
beide betekenissen, bestaat uit
taal. Daarmee valt hij de hunnen
aan. Hij hekelt hen, die zich als
een lawaaierig en modieus volk
overgeven aan dat vage idee, dat
ook wel tijdgeest wordt genoemd.
Vlek beschrijft wat er leeft en
kan hebben geleefd in die donke
re koker voor het aloude zwaard.
Dit boekje is zijn persoonlijke
flora. Daarin fungeert het verle
den om greep te krijgen op het
voorbijflitsende heden. En ineens
blijkt zijn zwaard te zingen als de
fluit van Pan.
Het eerste gedicht van de bundel
begint met Rozen, rozen, rozen,
rozen/ in wat etmalen tot roze
vleugeltjes verplozen. In de zesde
strofe komt de poëzie van de
doornen ter sprake. Hij ver
moedt, dat zij niets anders zijn
dan de jaloerse, kleine hoornen//
van liefde die slechts lichaam
vraagt. Zo blijken de doornen be
stendig en levensvatbaar en de
rozen al te vergankelijk en te be
klagen. Vanuit deze optiek
schrijft Vlek zijn gedichten.
Er komen veel namen voor uit de
klassiek oudheid. De ideale lezer
heeft, als Vlek zelf, natuurlijk
zijn historische kennis paraat. De
anderen zullen hun naslagwer
ken moeten raadplegen. De ge
dichten zijn ook zonder deze op-
zoekacties te begrijpen, maar ze
zullen sterker tot de verbeelding
spreken als deze verwijzingen
méér dan een klank blijken. Vlek
concentreert zich voornamelijk
op de culturen rondom de Mid
dellandse zee. Hij woont tegen
woordig in Granada, waar nog
altijd de Moorse invloeden zicht
baar zijn: Graag geef 'k al 't wes
ters decadente/ als commerciële
sex, supermarkten, geileadver
tenties, bezeten autoraces en de
veile/ tackles van 't profvoetbal
voor/ de aanblik van oud-arabi-
sche architectuur,/ de gedurfde
boogjes en hangende etagen.
Vlek bouwt zijn gedichten naar
strenge rijmschema's en metrum.
Zijn gedichten zijn voller en
vormkrachtiger geworden in ver
gelijking met zijn vroege poëzie.
In de jaren zestig gold Vlek als
wonderkind, maar hij verloor
zich vervolgens in roesachtige er
varingen, hetgeen slechte poëzie
opleverde. Pas in 1986 kwam zijn
come-back met De goddelijke
gekte. Vlek zoekt in oude culture
le erfenissen en wil deze levend
houden. Zijn poëzie bestaat uit
hymnen op oude waarden: Ik ben
de oude de oude met de kaas-/
snijdende stalen draad der
taal/(.../zoekt/ dat or dat ér dat
oer dat goud/ of sterf met het be
staande.
Ook de jazz biedt Vlek aanleidin
gen voor poëzie. Zo schrijft hij
over Charles Bolden, de legenda
rische Buddy Bolden, jazzmusi
cus van het eerste uur op de kor
net. Maar Geen wasrol is er van
'm bekend,/ geen plaat draagt z'n
trage noten, geen Nadarotype
toont z'n zwarte kop -. Het gaat
opnieuw om verloren wiegekre-
ten. Het is alsof Vlek zeggen wil,
dat de waarde van iets pas goed
tot de mens doordringt als het
lang, lang voorbij is. Toch is hij
een realist, niet zonder weemoed,
maar zonder flauw sentiment. En
gelukkig is hij begiftigd met veel
zin voor humor.
APOLLO EN DE SLANG
Een zingende zin als phyton flitst
even, onder
kindergefluit en claxongetoeter
op in het oerbos van Pan waar,
onder je oude brusselse hoed, go
den
denkers en dichters hun agorisch
lyceum onder vilt en olmloof
levend houden, zodat je - papier
loos als 'n socratiër -
'n kantoorboekhandel binnen
schiet,
- de zin als apollo nog steeds bij
de kop -
een goedkoop gelinieerd bloknoot
en 'n patronenvulpen koopt met
plastic dop, en
doorsnelt naar n terras
om bij 'n wijntje die
gedistingerde epitaaf van weken
denken,
dat briljant aforistisch kort-
poëem, in
snelle krabbels hijgend te note
ren.
Maar gevlogen is de python. En
je zit voor 'n volle, zin
ledige rhyton -
M Hans Vlek: 'Hunnenhekel'. Uitg. Querido,
prijs 29,90
ken. Na moord, doodslag en ver
raad is Wulong de eigenaar van
de rijsthandel, maar enig plezier
brengt zijn machtspositie hem
niet, omdat hij wegteert aan syfi
lis en de rijsthandel de dupe
wordt van de Japanse bezetting.
De als volwassen man terugge
keerd zoon van Zhiyun (die mis
schien zijn eigen zoon is) heult
met de bezetters en laat de dood
zieke Wulong martelen om in het
bezit te komen van diens kost
baarheden. Wulong sterft met
het beeld van zijn door de wa
tersnoodramp getroffen geboor
tedorp in het hoofd.
De jeugdherinneringen van Wu
long zijn de enige in deze wrede,
maar prachtige roman welke nog
enigszins begrip wekken voor
diens onmenselijke gedrag. Het
web van verraad, chantage, ge
weld en overspel is door de
schrijver tot een ijzersterke,
spannende plot en een schrijnend
drama opgebouwd. Ongetwijfeld
is het menselijk drama in Rijst
een metafoor voor China, het
land waarvan wij dankzij deze
literatuur en de films steeds meer
te weten komen.
De jonge sinoloog Mark Leen-
houts weet in zijn vertaling een
treffend, ongepolijst Nederlands
de hanteren dat ongetwijfeld
dichtbij het origineel staat. In
het meest recente nummer van
het mede door Leenhouts opge
richte tijdschrijft Het trage vuur
staat ook een kort verhaal van Su
Tong, Vogelverschrikker, dat in
nog geen zes pagina's diens supe-
riore vertelkunst nog een keer
bevestigt. Ook dat is een verhaal
over argwaan en moord.
Su Tong: 'Rijst'. Uitg. De Geus, prijs 39.90.
Huub Beurskens
FOTO CHRIS VAN HOUTS
Vari orize kunstredactie
Diep onder ons rijden vrachtauto's. De laadbak van
een stilstaand exemplaar wordt door een shovel
volgeladen met zand of klei. We staan op een zand
pad, dat we via kronkelige wegen door de Tegelse
nieuwbouwwijk Op de Heide hebben bereikt. Voor
ons ligt de immense kleigroeve, achter ons begint het
bos. Tussen de bomen staat een grenspaal.
Een perfecte locatie voor het begin van een gesprek
met schrijver Huub Beurskens over zijn jeugd én
over een van zijn nieuwe romans. Op deze plek ko
men een paar onderwerpen uit zijn werk samen: de
bossen aan de grens, de zich door het landschap vre
tende klei-afgravingen en de grens zelf. Al eerder
schreef hij erover, bijvoorbeeld in de roman Leila. In
Het Lam spelen de kleigroeves een heel nadrukkelij
ke rol.
In het boek wordt een schrijver geïnterviewd door
een radioreporter. De journalist vraagt hem over
welk onderwerp rond zijn geboorteplaats hij nog
eens wil schrijven. Met zijn antwoord 'over de klei
groeven en het carnaval' zet hij ongewild de roman
die hij wil gaan schrijven in werking. De journalist
blijkt niet veel later in de geboorteplaats van de au
teur te zitten en beleeft daar de avonturen waarover
deze had willen schrijven. Zo is hij in een kleigroeve
op zoek naar mogelijke resten van oermensen en de
missing-link, oftewel de ontbrekende schakel tussen
apen en oermensen.
Een mooie, kleine, thrillerachtige roman, waarin
duidelijk naar voren komt hoe Beurskens door die
kleigroeves werd en wordt gefascineerd.
„Ik kwam hier toen ik nog een jongetje was vaker
met mijn oom. Hij liet me zien dat er in die groeves
fossielen te vinden waren. Ik vond hier ook iets heel
moois, een brok steen waarin na splijting ervan aan
de ene kant een negatieve afdruk en aan de andere
kant een positieve afdruk van een schelp te zien was.
Maar helaas ben ik die later kwijtgeraakt aan een
onderwijzer op de lagere school.
Door die vondst en de ontdekking van andere fossie
len realiseerde ik me dat er ooit hier in de buurt van
Tegelen prehistorisch leven had bestaan. Dat vond
ik een fantastisch idee. Toen ben ik me er langza
merhand, ouder wordend, meer en meer voor gaan
interesseren. Ik las alles wat ik over de prehistorie te
pakken kon krijgen en ontdekte bijvoorbeeld dat
een bepaalde periode uit de oudheid naar Tegelen
was vernoemd: het Tiglien.
Ook kwam ik uit bij Eugène Dubois, de man die op
Java restanten van een oermens, de pithecantropus
erectus, vond. Die Dubois bleek op het kerkhof van
Venlo begraven te liggen. Ik ontdekte bovendien dat
hij in de Tegelse kleigroeves had gezocht. Toen sloeg
mijn fantasie op hol, ik stelde me voor dat er hier
ooit oermensen hebben geleefd en dat er alleen nog
maar een tweede Dubois nodig was om ze te vinden.
Wat ook fascinerend was aan de kleigroeves was het
gevaar dat ze opleverden. Eigenlijk mocht je er niet
komen. Die aantrekkingskracht van het gevaar is er
nog steeds voor me, niet alleen in de groeves maar
ook in het bos hier. Daar gebeurden in mijn jeugd al
lerlei misdrijven, zoals een moord op een jong meis
je. Ik weet nog dat mijn vader, die hier zijn honden
trainde, tegen me zei: als we er een uur eerder had
den geoefend, dan had onze hond dat meisje gevon
den. Als je dat als kind hoort, dan slaap je daar niet
meer van, van dat idee."
In zijn boek noemt hij het beschrijven van personen
en gebeurtenissen uit zijn verleden 'herinneringsar-
beid'. „Dat is natuurlijk een beetje overdreven",
glimlacht hij, „maar het is toch een beetje werken.
Ik denk dat mijn herinnering levendiger wordt als ik
mijn best moet doen om ze onder woorden te bren
gen. Soms komen er dan ook dingen boven, waarvan
ik niet meer wist dat ze bestonden."
Maar veel heeft hij voor zijn herinneringen niet no
dig. Het geluid van de ketting van de veerpont over
de Maas, de aanblik van een lege plek ergens in
Steyl, het woord heidenen dat vroeger op de verkla
rende kaartjes bij de voorwerpen in het Missiemu
seum stond, de speciale geur die in de kloosters hing.
„Er is nog genoeg", zegt hij, als we aan het eind van
onze tocht de Duivelsgrot in de kloostertuin van de
paters hebben bezocht. „Ik ben nog lang niet uitge
schreven."
Huub Beurskens: 'Suikerpruimen, gevolgd door Het tam'. Uitg. Meu
lenhoff, prijs 32,90.