men DE STEM m Gerben Hellinga schrijft een boek 'dat eigenlijk niet kan' 2.49 99 og 2.99 L 2.99 m 10.98 D1 oe zit dat met die "ou, inderdaad: een s geen peer. aar voor de rest eet net zo lekker uit d als een appeltje, als u het recept ppeltaart volgt, u er een heerlijke aart mee. f net zo makkelijk sse perenmoes, ensap. Samen met els kan-ie in'n heel de fruitsalade, n net als de appels maast komen onze uit een Hollandse aard. us eigenlijk valt het el mee met die illen. Maar probeert 'ns, onze Doyenné mice. ant ook hij kost even- f liever: even weinig ze appels. zenné de Cornice, r kilo nü 1.49 400 gram Madonna Spugen Schrijvers Reiziger Drugs E R MUZIEK FILM KUNST KEN i Klont- ortuna- AH Servicelijn: 0800-0305. De artikelen In deze advertentie kunt u In alle AH winkels kopen, behalve de artikelen waar kleine cijfertjes bj staan, Die artikelen kunt u alleen kopen In ah winkels waar één van die cijfertjes op de deur staat. Reclameprijzen gelden t/m 22 februari a.s. "Zolang de voorraad strekt Waarom is alles om ons heen lelijk? Waarom is alles tweederangs? Gerben Hellin- schrijver van thrillers, to neelstukken en tv-spelen, vindt het onverdraaglijk. Hij is voortdurend op zoek naar veel bredere, diepere rea liteit, naar een superwerke lijkheid. Om helderheid te scheppen maakt hij gebruik van magische middelen: het eeuwenoude Chinese orakel boek I Tjing, tarot-kaarten, de glazen bol en drugs die hij psychoactieve stoffen noemt, ij is bijna zestig en vindt bet tijd eindelijk al zijn kaar ten op tafel te leggen. Hoor Dirk Vellenga Grote Gids DONDERDAG 20 FEBRUARI 1997 MM— De woede van een mysticus Zijn huis is het oude café tegenover de kerk die geen kerk meer is. Vroe ger kwamen de rijke, katholieke boeren recht uit de mis binnen via bet uitgebouwde halletje. De plaats is Ruigoord, een gekraakt en nau welijks onderhouden dorpje, een uitte plek op de kaart van het in dustriegebied van Amsterdam- West. In Ruigoord is volop ruimte voor de geest. Maar de vrijstaat van kunste waar mest en wierook geuren, lijkt het einde te naderen. Bewoners het alternatieve bestaan ju te rekken. Gerben Hellinga geeft de nederzetting nog een paar jaar. Hij schuift routineus blokken bout in de allesbrander midden in de grote huiskamer, de oude cafézaal. Er is weinig meubilair, de wanden zijn boog en kaal. Het huis heeft alles van een tijdelijk onderkomen. „Toen ik vijftien was, werd mij de gelezen. Ik zou mijn hele leven hebben. Nou, dat is uitgeko men. Ik heb nooit veel gehad. Pas op a'noude dag zou ik goed in de slappe was komen te zitten. Ik ben nu bijna zestig. Laat maar komen," zegt hij. Is hij een overjarige hippie die zich laathoren in het koor van nieuwe red- teen predikers, nu het geloof van de jaren zestig weer een kansje maakt in ie New Age-sferen van het aflopende millennium? Rij oogt veel jonger dan hij is, lijkt soms zelfs gretig als een twintiger. Hij beeft de mensheid nog iets duidelijk te maken. Zijn boek Wintervlinder. Een leoen als mysticus is een ontboeze ming, een soort coming out. Het gaat over zijn leven, maar vooral over het accepteren van het onberedeneerbare, bet ongelofelijke, een mooiere wereld achter de grauwe werkelijkheid van alledag: de superwerkelijkheid, waar- bi alles samenhangt en alles mogelijk is. kek schrijf je dat het boek uit woede u geschreven. Wat voor woede is dat? Woede over de buitenwereld, niet over wat mij persoonlijk is aangedaan, uit boek kan eigenlijk niet. Iemand staat op en zegt gewoon dat het alle maal flauwekul is waar men in deze maatschappij vanuit gaat. Het is een We leugen, de algemene code deugt je zuh weinig begrip krijgen in intel- Wtieie kringen waar cynisme bon ton ■luist tegen die kringen is het gericht. kortzichtigheid en de onnozelheid, Wet het aan de reacties van die kant. e 1 Tjing heeft te maken met observa- 'e, ik ben erdoor gefascineerd. Het °ek is gebaseerd op waarneming en Waring. Dat is allemaal tastbaar. Het s Bet als een geloof dat uitgaat van muiames en indoctrinatie." maak waarschijnlijk wel deel uit Gerben Hellinga voor zijn huis in Ruigoord: „Ik heb gehuild bij de dood van Hitler, want toén begon voor mij het gewone leven." van wat men New Age noemt, hoewel men mij nog niet geclaimd heeft. Maar het is wel zo dat ik altijd probeer een kritisch standpunt in te nemen. Ik ga alleen uit van mijn eigen ervaringen. Het is empirisch, mathematisch." In zijn boek heeft hij het spottend over 'jonge, weinig kritische New Age- adepten met hun hoofd vol vaagheden en spirituele kitsch, die niet zelden in de war raken door de vreemde dingen die ze meemaken.' Maar jij verkondigt toch ook een soort geloof? „Nee, het heeft niks te maken met reli gie. Ik heb geen geloof. Ik wil niks op dringen. Ik heb geen boodschap. Ik wil alleen helderheid krijgen in de wereld. Het gaat om ieders eigen leven, je moet aan jezelf werken, je plekje creëren in dit bestaan. Processen komen op mij af, raken mij, en die wil ik onderzoe ken. Ik ben er zelf rijker door gewor den, ja. Mijn ontwikkeling heeft een flinke vlucht genomen. Het komt alle maal voort uit een diepe persoonlijke behoefte, maar het is goed mogelijk dat andere mensen er ook baat bij heb ben." Gerben Hellinga schrijft dat hij 'voel de' waar Freddy Heineken gevangen werd gehouden en dat hij in huiselijke kring het verlies van Ajax tegen Ju- ventus voorspelde. Maar het meet spectaculaire wapenfeit dat in Winter vlinder wordt aangevoerd, heeft te maken met niemand minder dan Ma donna. Toen hij in 1978 in New York woonde, nam een goede vriendin een bleek fo tomodelletje mee in een verschoten soldatenjasje. Ze heette Madonna en had één vraag: of ze een rockster zou worden. 'Nooit, nog nooit, had ik zulke mooie kaarten in combinatie met el kaar gezien. Er lag succes, rijkdom, macht, doorzettingsvermogen, kracht, inzicht, zelfdiscipline en geluk', schrijft Hellinga, die toen al wist dat Madonna 'de grootste ster van de hele wereld' zou worden. „Ja, ik voelde het onmiddellijk: ik sta hier voor een wereldster in spe. Zij was het echt. Natuurlijk, er zijn toch niet meer meisjes die Madonna heten en roekster willen worden? Zij weet het ook nog, gegarandeerd. Als ik haar zou ontmoeten, zou ze het zich onmid dellijk herinneren." Wanneer is je woede ontstaan? „Die was er al heel vroeg, het had te maken met mijn onvermogen me te identificeren met de burgerlijke we reld. Waarom is alles lelijk? Waarom moet alles tweederangs zijn? Wat het goedkoopste is, wint 't in Nederland. Als een brug moet worden gebouwd, mag dat worden gedaan door degene die het laagste bod doet. Alle grote ge bouwen zijn de goedkoopste ontwer pen, niet de mooiste. Dat vind ik on verdraaglijk." „De criminaliteit onder de jongeren, waar iedereen nu de mond vol van heeft, is daar ook een gevolg van. Als je in een buitenwijk woont, zo'n hel van steen, beton en auto's en je hebt alleen die treurbuis om je te vermaken, wat kun je dan anders dan naar de drugs grijpen? En nu willen ze ook nog het jeugdwerk afschaffen! Dat vervult mij met een onmachtige woede. Ze zeggen dat dat de condition humaine is, het falen van de mensheid. Ik geef toe dat het een sombere tijd is, maar ik meen dat we genoeg intelligentie en kennis in huis hebben, er zijn zoveel mogelijkheden om het beter te doen." De fameuze jaren zestig waren beter? „Zeker. Er was een geloof dat je met z'n allen aan iets kon werken, je was verenigd in het streven naar een doel. Het was een aangename tijd, maar al weer lang voorbij. Nee, het was geen naïeve tijd. Dingen met elkaar doen, dat is juist realistisch." Denk je dat zulke idealen ooit door de mens verwezenlijkt worden? „Absoluut. Er zijn voorbeelden in de historie. Goede koningen zijn er altijd geweest. Dat is wat de mens uiteinde lijk wil: vrede. Hij zoekt juist de har monie. Zo functioneert de natuur: de rust wordt steeds verstoord, maar na de storm begint alles weer te groeien en te bloeien." We leven nu in een sombere tijd, zei je. „Somber, maar niet hopeloos. We zit ten in een omslagperiode, een omscha keling. Nu heerst chaos. Net als aan het eind van de vorige eeuw, toen de Victoriaanse tijd overging in de mo dernistische. Aan het eind van de 18e eeuw had je de Franse revolutie." „We kunnen niet bevroeden waar we naar toe gaan. Dat blijkt misschien pas als we al een jaar of zes, zeven in de volgende eeuw zitten. Je ziet nu dat de grenzen wegvallen in Europa, over de hele wereld. Ik denk dat de volke ren samengaan en elementen uit el- kaars culturen overnemen. Mogelijk hebben we aan het eind van de volgen de eeuw een wereldmens en een we reldcultuur. Dat is een ontwikkeling die gewoon volgens de logica ver loopt." Aan het slot van Wintervlinder schrijft hij: 'In later tijden spugen de mensen op deze eeuw die veracht zal worden als een van de meest duistere van alle twintig met haar twee wereldoorlogen en de holocaust in de eerste helft, en de verwoesting van het ecosysteem door overbevolking en nieuwe volkeren moorden in de tweede helft. De mensen zullen afstand nemen van deze eeuw zoals destijds de modernis ten zich afzetten tegen het Victorianis- me. De superwerkelijkheid zal aan vaard worden als een realiteit. Als het eenmaal zover is, kan de wetenschap haar vleugels weer uitslaan en kan het denken een nieuwe vlucht nemen.' Kun je de I Tjing ook gebruiken om toegang te krijgen tot de toekomst van de mensheid? „We komen als groepje regelmatig bij elkaar en we houden ons ook met dit soort problemen bezig. Je kunt veel analyseren. Het gebeurt al veel vaker, mensen zijn er in hun werk ook mee bezig. Hooggeplaatsten bij de politie, in het bedrijfsleven. Is het vertalen van de signalen die munten of kaarten geven niet een ge weldige gok? „Die mensen zijn er serieus mee bezig. Kijk, er zijn gewoon basisregels. Het is niet alleen intuïtie, je moet erop stude ren. Toch is het simpel, iedereen kan het leren." Ik vraag om een voorbeeld. Hellinga pakt zijn veel geraadpleegde exem plaar van de I Tjing, en vertelt over een kennisje dat wilde weten of ze moest beginnen aan in vitro fertilisa tie. De kaarten gaven onschuld aan, natuurlijkheid, het volgen van het ge voel. Hij wijst de teksten aan en zegt dan: „Dat betekende dat ze het moest doen." Terwijl ik uit de door hem aan gewezen passages concludeer dat ze het juist niet moet doen, omdat IVF een kunstmatige ingreep en juist niet natuurlijk is. Maar Hellinga twijfelt niet aan zijn uitleg. De woede ontstond al in je jeugd. Hoe is die eigenlijk verlopen? „Ik heb een goede opvoeding gehad. Met mijn vader had ik een hele vriend schappelijke en intellectuele relatie. Ik heb een broer en drie zussen en we hebben nog steeds contact. Ik heb wel altijd iets van verzet en verachting ge voeld. Dat heb ik een beetje van mijn vader. Hij was een gevestigde autori teit, reken maar. Hij durfde alles te zeggen, trok zich nergens iets van aan. Hij zat eens met een hoge officier in de trein. Hij kende de verhoudingen, want hij was zelf militair geweest. Hij zei tegen die officier: Ach, soldaat, zou je dat petje even weg willen nemen? Dodelijk natuurlijk, hahaha." In het boek tekent hij zijn vader als een kwartaaldrinker, vrouwenversier der en vechtersbaas. In een sociëteit moest hij eens door tien man in be dwang gehouden worden. Vader Hel linga kon ook depressief zijn en dat bleek vooral tijdens de onderduikpe riode op de Veluwe. 'In het barre isole ment op de heide had hij soms aanval len van de diepste wanhoop. Dan huil de hij de hele dag terwijl hij hout foto klaas koppe stond te hakken achter het huis. Ik kon er niet tegen en ging de bossen in als het weer eens zover was, maar het was daar zo stil dat je hem kilometers ver derop nog kon horen janken en brullen als een gewond beest.' Op scholen wilde het maar niet luk ken. Hoe kwam dat? „Door de oorlog. Het was een vreemde tijd. We zaten ondergedoken op de Ve- luwse heide, in Doornspijk. Die oor logsjaren zijn heel belangrijk geweest. Ik heb anderhalf jaar in volslagen een zaamheid geleefd, ik liep daar rond in m'n blootje. Het einde van de oorlog vond ik verschrikkelijk. Ik heb gehuild bij de dood van Hitler, want toen be gon voor mij het gewone leven. Ik was toen acht jaar. Hitler was natuurlijk het kwaad, ik zag hem als een draak. Maar toch: ik had zo'n prachtige tijd." „Overal om ons heen waren tanks en soldaten en dat vond ik allemaal fan tastisch. Ik had zelf een geweer, de zwengel van een pomp, en ik schoot zogenaamd de Duitsers voor hun raap. Wij waren helden in ons eigen oorlog je. Ik wist dat er een échte oorlog aan de gang was. Dat in Amsterdam joden weggehaald werden. Bovendien: wij zaten op een onderduikadres. Mijn va der was voor de oorlog reserve-offi cier, maar in plaats van zich te melden bij de Duitsers vertrok hij naar een ge heim adres en nam zijn hele gezin Daarna kon je ie draai niet meer vin den? „Ik spijbelde om de haverklap. Op de lagere school in Amsterdam was ik een onaangepaste jongen met een Veluws accent. Ik zat uren in het park, ja, on gelukkig was ik, doodongelukkig. Het duurde een tijd voor ik mee kon draaien. Daarna stuurden mijn ouders mij naar goede scholen, maar het werd niks. Ik wilde niet graag leren." Gerben Hellinga wist als kind al dat hij schrijver wilde worden. Zijn fami lie zat aan twee kanten vol schrijvers. Opa van moeders kant schreef Franse lesboekjes en is de geestelijke vader van het onsterfelijke Papa fume une pipe. Zijn vader schreef twee dicht bundels. In die familie van vrijdenkers en ge heide atheïsten gold Gerben al spoedig als anders. Toen hij negen was, zei zijn vader enigszins verbijsterd: „Volgens mij word jij later dominee." Op zijn vijftiende gaven zijn ouders het op en werd Gerben volledig vrijgelaten. Toen hij zestien was vertrok hij voor de eerste keer liftend naar het zuiden. Hellinga werd geboren in de Zwitserse Alpen, waar zijn vader Nederlandse les gaf. Hij bleef een reiziger. Hij be zocht de toneelschool in Wenen en ver bleef in Berlijn, Frankrijk, Engeland, New York, Marokko en India. In het midden van de jaren zestig lan ceerde hij zijn boekenheld Sid Stefan, 'ex-bajesklant en copywriter'. De drie thrillers waren in korte tijd succesvol. Had hij toen zijn bestemming gevon den? „Dat idee had ik niet. Het ver veelde me al na drie boekjes. Nu denk ik: ik had twintig van die dingen moe ten schrijven. Dan was ik binnen ge weest." Op toneelgebied kwam hij met spraak makende stukken. In Ajax-Feijenoord belichtte hij op originele manier het gedrag van het publiek op de tribune, in Kees de Jongen, naar het boek van Theo Thijssen, liet hij twee acteurs de hoofdrol spelen. Rudy Schokker huilt niet meer, over een jongen die vlakbij Schiphol werd geboren en brulde als een vliegtuig, was een baanbrekend docudrama, dat hij met Pieter Ver- hoeff voor de VPRO maakte. „Ik heb niet zo veel geschreven," zegt hij nu. „Maar ik kan er wel tevreden over zijn." Met Hans Plomp schreef hij een boek je over drugs, ofwel psychoactieve middelen. Hij noemt zich 'cannabist' en gelooft in bewust en sober gebruik van kruiden die je helpen je prettig te voelen. „Drugs zijn nog steeds een geweldig probleem," zegt hij, maar hij blijkt niet te doelen op de slachtoffers. „Nee, ik heb het over de vervolging. De doden zijn te verwaarlozen in ver gelijking met het verkeer. Ik voorzie dat de Nederlandse politie de strijd aanbindt met de jongeren, hun cultuur en de drugs die erbij horen. En dat gaat mis. Want de jeugd wint altijd. Ze gaan controleren, aanhouden, het wordt een permanent gezeik." Jij hebt vertrouwen in de jeugd? „Ja, zonder meer. Vanuit de sixties kun je een lijn doortrekken naar de houseparties van nu. Daar is nog soli dariteit. In die tenten heerst een hele andere cultuur dan in de rest van de wereld. Ik maak veel jonge mensen mee van tussen de twintig en de dertig. Die kunnen écht plezier maken. Ze zien de wereld als een grote speelplek. Met duizenden gaan ze naar die fees ten en er gebeuren nauwelijks onge lukken. Dat is bijna onvoorstelbaar." Gerben Hellinga houdt de wacht in het bedreigde Ruigoord en werkt aan een 'echte roman'. Je kimt een lijn trekken van dat paradijsje in de oorlog naar deze vrijstaat. „Mijn zoontje van acht is hier opgegroeid, het is een prachtige speelplaats voor een kind. Er is een overeenkomst, maar hij is wel opge groeid in een gemeenschap, niet al leen." Natuurlijk blijft hij hopen, want misschien is Ruigoord slechts een voorproefje van de grote speelplek die in het volgende tijdperk de aarde zal beslaan. Tenslotte is er een voorspelling die voor duidelijkheid kan zorgen. Gerben Hellinga schrijft in Wintervlinder, dat Ajax dit seizoen niet veel meer zal presteren, maar 'in het seizoen 1997- 1998 staat Ajax en haar aanhang zelfs iets heel bijzonders te verwachten.' Volgend jaar zullen we het weten. Gerben Hellinga: 'Wintervlinder. Een le ven als mysticus'. Uitg. Bert Bakker, prijs 29,90 Hakken in de stiltes van Pinter PAGINA D2 Bariton Charles van Tassel in realistische Hans en Grietje 'The English Patient': de Oscar-film PAGINA D4 Eran Schaerf tilt de bezoeker op PAGINA D6 De tomeloze inzet van Kester Freriks PAGINA D7

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 13