'Nederlandse ouders willen zélf opvoeden' Oude Vochtophopingen kunnen wel degelijk behandeld worden Geslachtsziekte heet nu een soa Boek Drinkende zwangere vrouw riskeert hyperactief kind DE STEM LIJF LEVEN Armkous Lotgenoten KUB-hoogleraren in publicatie 'Dilemma's van het moderne gezin' Gevecht Mechanismen Tegenstelling DE STEM Discussie Eend West-Brabant WOENSDAG 19 FEBRUARI 1997 £2 'Ik heb geleerd naar mijn arm te luisteren' Door Debby Vermeulen Zestig procent van de vrouwen die aan borstkanker worden geopereerd, krijgt vroeg of laat last van vochtophopingen (oe deem). Dit betekent: opge zwollen armen, borsten of schouders. Dat is pijnlijk en kan in het extreemste geval zelfs leiden tot invaliditeit. Er bestaat een adequate behan deling. Maar toch horen pa- tiëntes nog al te vaak van hun arts: 'niets aan te doen, u zult ermee moeten leren leven'. De Bredase huidtherapeute Anne ke Huijbregts studeerde on langs af met een onderzoek naar deze problematiek. „Helaas is in Nederland de be handeling van oedeem nog niet erg goed bekend bij patiënt en arts of specialist," bemerkte Huijbregts. „Veel vrouwen weten de weg niet te vinden naar een goede behandeling." Ook Stich ting Werkgroep Lymfoedeem (SWL) stelt dat de problemen met oedeem sterk worden onderschat en dat een goede voorlichting nog altijd ontbreekt. Oedeem is een vochtophoping in een van de ledematen die ont staat doordat de lymfeklieren hun werk (het afvoeren van vocht en eiwitten) niet meer aankun nen. Sommige mensen worden met te weinig lymfeklieren gebo ren. Maar meestal is een operatie of radiotherapie er de oorzaak van dat iemands lymfestelsel wordt aangetast. SWL schat dat in Nederland minstens vijftigdui zend mensen met het probleem rondlopen. De grootste groep die zich bij de stichting heeft aange sloten, is die van de borstkanker- patiënten. Bij een borstkankeroperatie gaat het natuurlijk om leven of dood. In geval van een kwaadaardige tumor haalt de chirurg uit de ok sel lymfeklieren weg (okseltoilet) om te kijken of daar uitzaaiingen zitten. Is dat het geval, dan wor den vervojgeps £()e lymfeklieren verwijderd. Maar daarmee wordt wel het voehtafvoersysteem on derbroken. Met als gevolg dat een arm kan opzwellen tot olifanten proporties. Vier jaar geleden zijn bij de Bre dase Betten Kouppe van der Voort alle lymfeklieren uit haar oksel verwijderd. Direct na de borstkankeroperatie zwollen schouderblad en arm op. Niet wetende wat er gebeurde, volgde ze de raad in het ziekenhuis op. „Ze zeiden dat ik maar flink moest zijn en goed moest oefenen. Dus ik was flink en oefende," vertelt Rouppe van der Voort. Met als resultaat dat haar arm nog dikker en pijnlijker werd. Rouppe van der Voort betreurt het dat in het ziekenhuis nauwe lijks gewaarschuwd wordt dat je na een borstkankeroperatie oe deem kunt krijgen. En hoe je er vervolgens mee om moet sprin gen. „Eén op de tien vrouwen heeft borstkanker," vertelt F. van Ge- opgezwollen schouder kan het gevolg zijn van een borstkankeroperatie. Ook in benen kan zich vocht ophopen, als gevolg van baarmoe der- of prostaatkankeroperaties. Daarbij worden lymfeknopen weggehaald uit de buik. Deze arm is opgezwollen door vocht dat niet meer weg kan. De huid zwelt op wat pijn veroorzaakt. Wanneer hier niets aan ge daan wordt, verandert het vocht in bindweefsel en kunnen de spieren hun werk niet meer doen Dat kan uiteindelijk leiden tot invaliditeit. Daarom moet het vocht tijdig uit de arm weg ge werkt worden. loven, chirurg in het Baroniezie kenhuis in Breda. „Iedereen heeft wel een buurvrouw of bekende met borstkanker en weet van de bijverschijnselen. Als een patiën te een kwaadaardige tumor heeft, blijft ze een dag of tien in het zie kenhuis. Het behoort tot de taken van de verpleging dan ook over de kans op lymfoedeem voor te lichten. En hoe dit te voorko men." Wanneer een vrouw vervolgens op controle verschijnt met een opgezwollen arm licht de chirurg haar in over de verschillende be handelingsmethoden: het dragen van een elastische kous, zwachte len of compressietherapie bij een fysiotherapeut. „Maar het is een verdomd hardnekkige complica tie die moeilijk te behandelen is. Er bestaan redelijke methodes, maar weinig die echt helpen. De klieren zijn weg, die kun je niet terug brengen." Dat er wel degelijk een goede be handelingsmethode bestaat, is de opvatting van huidtherapeute Huijbregts: manuele lymfdraina- ge. Door middel van een voor zichtige massage kunnen huid- therapeutes en gespecialiseerde fysiotherapeuten het vocht af voeren. „Dat staat als het ware in de file voor de beschadigde of verwijderde lymfeklieren. Ik masseer het vocht naar klieren op andere plaatsen in het lichaam. Bijvoorbeeld op de schouder of buik. Die worden dan extra aan het werk gezet. Soms zie je in de eerste week zo'n arm wel twee centimeter dunner worden," ver telt Huijbregts. De behandeling werkt alleen wanneer zij compleet is. De mas sage moet worden gecombineerd, in de eerste fase, met een zwach tel die het vocht belet terug in de arm te schieten. Na verloop van tijd krijgt de patiënte een elasti sche armkous aangemeten. Veel vrouwen vinden het een onele gant 'rotding', maar het moet. Stopt men met het dragen van de armkous dan schiet de arm zo weer vol en wordt in korte tijd weer net zo dik, 'doof en onbe weeglijk als eerst. Belangrijk is ook het in acht ne men van de zogenaamde 'leefre gels': wondjes voorkomen en de arm niet overbelasten. Het is dus raadzaam nooit alle ramen in één dag tijd te zemen, handschoenen aan te trekken bij het werken in de tuin en 's nachts je arm op een kussentje te leggen. Het voordeel van de aanpak door de huidtherapeute is dat deze te vens andere bijwerkingen van de borstkanker kan behandelen: de pijn van littekens verzachten of huidproblemen aanpakken. Niet alle ziekenfondsen vergoe den een bezoek aan de huidthera peut. OZ Zorgverzekeringen wel. Zij vergoedt vijfenzeventig pro cent van de kosten voor maxi maal twintig behandelingen. De behandeling door de fysiothera peut wordt onbeperkt vergoed, mits deze ziekenfondsuren heeft.' Maar niet alle fysiotherapeuten hebben natuurlijk de speciale oe- deemtherapie onder de knie. De gedupeerde arm van Betten Rouppe van der Voort is na vier jaar nog nauwelijks dikker dan de gezonde wederhelft. Ze heeft haar werk als fysiotherapeute voorzichtig weer opgepakt. En volgt een opleiding om de specia le massagetechniek onder de knie te krijgen. „Ik wil iets doen met mijn kanker. Ik wil lotgenoten helpen, vertelt Rouppe van der Voort. „Zelf heb ik vier jaar no dig gehad om eruit te komen. Nu pen ik zelfs blij met die arm. Als ik me te druk maak, speelt hij op en wo rdt dik. Ik heb geleerd naar mijn arm te luisteren. Nu kan ik er goed mee leven. Meer informatie over de behan deling van lymfoedeem is ver krijgbaar bij de Nederlandse Ver- eniging van Huidtherapeuten, Oranjelaan 16, 2741 ER Waddinx- veen. Of Stichting Werkgroep Lymfoedeem, lepenlaan 5, 8441 BT Heerenveen. Van onze verslaggeefster Het aantal vrouwen op de ar beidsmarkt neemt toe maar de verdeling van het huishoude lijk werk is ongeveer hetzelfde gebleven. In hun boek Dilem ma's van het moderne gezin zien de Tilburgse hoogleraren G. Frinking (demografie) en T. Willemsen (vrouwenstu dies) daar weinig verandering in komen. „Het was zo niet gepland, nee... het is eigenlijk vanzelf zo ge groeid." Dit en soortgelijke cita ten zijn in het boek Dilemma's van het moderne gezin opgete kend uit de 25 diepte-interviews met echtparen over de verhou ding werk/gezin. Daaruit blijkt vooral dat er een groot verschil is tussen wat mannen en vrouwen vinden over de verdeling van het werk thuis, en hoe er in de prak tijk gehandeld wordt. Ondanks allerlei afspraken komt het merendeel van de zorgtaken geleidelijk toch weer op het bord je van de vrouwen terecht. En ze lijken er niet eens zo ongelukkig mee te zijn. De meeste vrouwen, zo concludeerden de interviewers in hun analyse, „hebben uitein delijk voor zichzelf besloten dat het hebben van een gezin belang rijker is dan een gelijke taakver deling." Dat is opmerkelijk, want part-time werkende moeders hebben het, zo blijkt uit onder zoek, aanzienlijk zwaarder dan moeders die niet buitenshuis werken en moeders met een vol ledige baan, die vaak hulp inhu ren. Volgens prof. Frinking hebben de vrouwen er wel voor gevochten, maar hebben ze geen zin daar over steeds het gevecht aan te gaan met hun partner. „Ze nemen genoegen met minder en hebben de overtuiging gekregen dat er goed mee te leven valt onder het mom dat een relatie nu eenmaal geen zakelijke overeenkomst is." De diverse onderzoeken die in het boek gebundeld zijn, beschouwt Frinking als een voorstudie voor een groot Europees project waar in gezocht gaat worden naar de effecten van beleid op de verde ling van betaald en onbetaald werk. Over mogelijke verande ringen binnen de Nederlandse sa menleving zijn hij en zijn collega pessimistisch. Want nergens an ders is volgens Frinking de op vatting dieper verankerd dan in Nederland dat de ouders de beste opvoeders zijn. „Zowel op het ni veau van de samenleving als in de gezinnen zelf. Er bestaan hier grote reserves tegen het delege ren van de opvoeding bij crèches en andere opvangmogelijkheden. Dat is bijna nooit full-time." „De Nederlandse vrouwen zijn dan ook kampioen als het gaat om part-time banen. Een begin van economische zelfstandigheid, maar het zijn daarmee ook de vrouwen die zelf blijven opvoe den. Zo houden we een systeem in stand." Hoewel Nederland procentueel ook de meeste part-time werken de mannen heeft, treden er vol gens Frinking na de komst van kinderen allerlei subtiele mecha nismen in werking die toch tot een behoudende keuze leiden. Dat vrouwen al snel denken het zelf beter te kunnen en een stukje De samenstellers van het boek 'Dilemma's van het moderne gezin', de hoogleraren T. Willemsen (links) en G. Frinking. foto ton toemen eigen domein, status en macht willen hebben, speelt daarin ze ker geen onbeduidende rol. Ver der is er de financiële afweging: wie verdient het meest (vaak nog de man) en heeft de beste moge lijkheden om carrière te maken. Vooral de wens om zelf de opvoe ding ter hand te blijven nemen ziet Frinking als een obstakel om echt veranderingen door te voe ren. „Het lijkt nu op een gesanc tioneerde ongelijke verdeling, maar als er naar gevraagd wordt, wil iedereen het toch anders. Daar zit dus een grote tegenstel ling in." Zaken als ouderschaps verlof moeten volgens hem finan cieel beter geregeld en verdeeld worden, maar bij meer kinderop vang heeft hij zijn twijfels. „Je neemt voor vrouwen een beletsel weg om zich beschikbaar te stel len voor de arbeidsmarkt maar het is de vraag of je er verder mee komt. Ondanks vier kinderen in de leef tijd van 12, 7, 2 jaar en vier maanden heeft de hoogleraar wel een full-time werkende partner. De oplossing: een au pair in huis. Doordrs J. Paalman Als mensen vroeger een ge slachtsziekte opliepen dan was het altijd syfilis of go- norroea, alias de sief en de druiper. Je had daar heel beroemde patiënten on der. Zoals de Franse schrijver Flaubert die op een reisje door Noord-Afri- ka in een brief naar huis opge wekt meldde dat de zweer op zijn geslacht alweer verdwe nen was. Wist hij veel dat syfi lis zich in het zenuwgestel te rugtrekt en dat je daar ver lamd en razend gek van kunt worden. Andere beroemdhe den met sief waren Randolph Churchill (de vader van Wins ton), de 'filosoof met de ha mer' Friedrich Nietsche en pechvogel Franz Schubert die de eerste de beste keer dat hij met een meisje naar bed sine syfilis opliep. Sindsdien is er veel veranderd: het aantal infecties met gonor- roea is enorm gedaald, syfilis komt in vergelijking met vroe ger nauwelijks meer voor en de top tien van geslachtsziek ten wordt aangevoerd door een ziekte die de meeste men sen hooguit vaag van naam kennen: chlamydia. Wat ook veranderd is is de term voor geslachtsziekte. Men noemt die nu een soa, wat een afkorting is voor seksueel overdraagbare aandoening. Dit omdat lang niet altijd het geslachtsorgaan zelf is aange daan zoals bij hepatitis B en aids. En het seksueel over draagbare benadrukt dat een soa vooral een gedragsziekte is. Want je krijgt een soa niet zomaar: je moet er iets voor doen, je moet 'het' doen. Vanaf het begin van de jaren tachtig, toen het raadselachti ge en dodelijke aids epidemi sche vormen dreigde aan te nemen, is men het seksuele ge drag van de Nederlander in tensief gaan bestuderen. Want met het gedrag verandert ook het risico en dat gedrag veran deren lukt alleen als je precies weet wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe vaak. Welaan. 'Nederlanders,' zo staat te lezen in de factsheet van de Nederlandse Stichting ter Bestrijding van SOA, 'zijn relatief monogaam.' Wie had dat durven denken? Tachtig procent heeft een vaste relatie die in meerderheid langer dan zeven jaar duurt, tien procent heeft geen relatie en nog eens tien procent heeft sterk wisse lende contacten. Van de ge huwde mannen zegt (let wel: zégt) tien procent ooit vreemd te zijn gegaan, tegen vijf pro cent van de gehuwde vrouwen. Jaarlijks gaan twee procent van de heteromannen met een vaste relatie naar een van de 10.000 hoeren van Nederland. Hiervan tippelt tien procent, zit dertig procent achter het raam, werkt dertig procent in sexclubs en de resterende der tig procent is huisnijverheid. Van alle Nederlanders zegt tussen de drie en vijf procent homoseksueel te zijn en onder de niet-monogamen is tien procent homoseksueel. Van de vijftien miljoen Nederlanders heeft tien procent, dus ander half miljoen, een vergrote kans op het oplopen van een soa. Hoe meer wisselende contac ten en hoe onveiliger (dus zon der condoom), hoe groter de kans op soa. Een speciale risi cogroep zijn de jongeren. Jon geren hebben vaak meerdere opeenvolgende korte relaties en gebruiken het condoom minder dan zou moeten. Een op de tien jongeren loopt ooit een soa op en de 20- tot 24-ja- rigen nemen elk jaar een kwart van alle soa's voor hun rekening, meer dan de hoeren en hoerenlo pers bij elkaar Ze realiseren zich vaak niet dat je ziekte kundig gezien niet alleen met ie partner slaapt, maar ook met al diens vorige partners. Bezint eer gij bemint. Ziek ten als het ern stige hepatitis B, het pijnlijke herpes genitalis, de zeer hin derlijke genitale wratten en het dodelijke aids zijn vaak niet te genezen en kunnen een bezit zijn voor het leven. 'Om zonder condoom te kunnen zul je eerst met je partner moeten praten,' aldus de fol der Ik vrij veilig, of ik vrij niet. 'Dat is vaak niet gemakkelijk' Je moet immers allebei eerlijk vertellen welk risico je in het verleden hebt gelopen.' Eventueel kan de huisarts of een sociaal-verpleegkundige van een GGD het risico in schatten. 'Als je besluit met stoppen met condoomge bruik,' zo gaat de folder ver der, 'maak dan met je vaste partner een afspraak: je vrijt met niemand anders öf je vrijt met iemand anders altijd vei lig-' De zeer openhartige (en voor buitenlandse begrippen zeer botte) voorlichtingscampag nes hebben hun nut gehad. Aids is niet zoals men aanvan kelijk vreesde uitgegroeid tot een nieuwe pest. Op 1 april 1996 telde Nederland 4000 ge vallen van aids waarvan de helft is overleden. Het aantal geïnfecteerden is 8000 en elk jaar komen er 500 bij. Dit is enorm veel minder dan men aanvankelijk heeft gevreesd, aids staat nu op een gedeelde tiende plaats op de soa-top- tien. Het aantal gevallen van het eens zo gevreesde syfilis is sinds 1983 met 75 procent ge daald tot nog geen 750 nieuwe gevallen per jaar en staat op plaats zes. Het onbehandelba re en soms dodelijke hepatitis B (3000 nieuwe gevallen per jaar) staat op nummer vijf, go- norroea (6000 nieuwe geval len) op vier, herpes genitalis (een zeer pijnlijk „bezit voor het leven) staat met 12.000 ge vallen op de derd? d?laats, de hinderlijke en heel moeilijk te behandelen genitale wratten (25.000) op twee en de lijst wordt aangevoerd door het volkomen onbekende chlamy dia, goed voor 60.000 nieuwe gevallen per jaar. Die onbekendheid zou nog niet zo erg zijn als chlamydia onschuldig zou zijn. Maar dat is niet zo. Het verraderlijke van deze soa is dat je er in de meeste gevallen nauwelijks iets van merkt. Een minder heid heeft pijn bij plassen of heeft een vage pijn in de on derbuik. Intussen grijpt de bacterie om zich heen. Hij klimt bij 10.000 vrouwen per jaar ziekmakend de baarmoe der in en gaat bij nog 7000 vrouwen de eileider in met een eileiderontsteking tot gevolg. Dat kan heel opvallend gaan, met hoge koorts en pijn in de onderbuik of zeer slui pend, maar het resultaat is er dan niet minder om. Door de ontsteking verkleven de wanden van de eileider. Bij een gedeeltelijke verstopping is de kans groot dat een be vruchte eicel als het ware in de eileider blijft hangen met een buitenbaarmoederlijke zwan gerschap tot gevolg. Dit ge beurt driehonderd keer per jaar. Als de eileider geheel verstopt is, kan de eicel de baarmoeder niet meer berei ken. Het onbekende chlamy dia maakt elk jaar duizend vrouwen onvruchtbaar. Soa-infolijn: 06-910.910.69 (4» ct per min.) Vrouwen die gedurende hun ge hele zwangerschapsperiode meer dan één glaasje alcohol per dag nuttigen hebben een grotere kans op een hyperactief kind. Die con clusie trekt de arts-epidemioloog Paul Verkerk in zijn proefschrift over alcohol en zwangerschap waarop hij aan de Rijksuniversi teit Leiden is gepromoveerd. Al eerder is aangetoond dat over matig alcoholgebruik door zwangeren kan leiden tot kinde ren met karakteristieke gelaats vorming, groeivertraging en af wijkingen in de hersenen. Ver- kerks onderzoek was bedoeld om na te gaan of ook matig drankge bruik effect heeft op het ongebo ren kind. Hij deed zijn promot» onderzoek in opdracht van TNO- Verkerk komt tot de slotsom bij vrouwen die veel roken J meer dan twaalf glazen per week drinken het gebu- wicht van het kind gemiddeld procent lager is dan bij zww eren die wel roken maar de drai» laten staan. t. Ook is er een duidelijke relatj- tussen grotere hoeveelheden cohol en het gedrag van het W J in de leeftijd van vijf tot zes Kinderen van wie de nv meer dan één glaasje per zich neemt, lopen een maal zo grote kans op hyperac viteit. poor Leo van Lieshout Het is zowat halverwege ment in het Prehistorisc hoven, begin 1995, als ruzies bijna, de sfeer verz januari proberen vier vr mannen gedurende twee groot mogelijke afzonde in de ijzertijd, meer dan den. Alle zes hebben ze enige ervaring' als vrijwilliger, op in het Eindhovense dorp, de ander in een de ling in België. Twee jaar v aan het leefexperiment vo Op de 30e dag komt een loog aan, Christian Vall seerd in de ijzertijd. Hij z dere duur van het experi Enkele dagen eerder zijn de twee geiten in het do ren. Anneke Boonstra, directri historisch Openluchtmuse de zes 'vaste' deelnemers a ment noteert het volgend boek: 'Tijdens de lunch on felle discussie. Gaan drinken of niet? Als we m daar ben ik voor da quentie dat de kleine geitj Moeten ze geslacht wo me niet zo prehistorisch...'. De dagboekfragmenten zij het boek dat over het ijze riment is geschreven en da werd gepresenteerd. Twee de titel ervan. Uit dat boe ook al in de voorbereidings cussies waren geweest over het experiment. Tijdens de de geitenmelk komt dit 'o naar boven. 'Haar grootste drijfveer,' n tra in haar dagboek over Franka Poels, 'is een serie te doen die ze zich heeft Sigurs (Jeroen Berben) wil alleen een soort moeilijk kamp, waarin hij alles zo verantwoord mogelijk wi doen. Ik wil door het 1 boer te spelen zo dicht mo tot het waarschijnlijke lev Hor (de Belgische deel Timmerman) wil alles no vastleggen voor wetenscha blicatie. Wat Tio (de Fra' archeoloog Christian Vallet niet helemaal duidelijk. H' maar pas. Hij zal het wel n! den dat er zo stevig ge wordt'. De Franse archeoloog Chri begreep er inderdaad niets niet als hij zes dagen later met een door hem gevange aanzetten. Jeroen Berben en weigeren van de eend te ete uit de vervuilde Tongelre VERVOLG VAN VOORPAGINA LIJF LEVEN De inheemse natuur mag er niet best voorstaan, er is nog h< Hoop die 'groeit' in tienta oude natuurgebiedjes in Brat en Zeeland. In het onderstaa overzichtje van die natuurgeb jes noemen we ook wat inhee planten die in het gebied zijn vonden. Brabant was ooit een van de b( nisch rijkste provincies maar n nu tot de armste gerekend w den. Zeldzaam in Brabant z haagbeuk, steeliep, gladde zoete kers, witte els, winterlii kraakwilg, tweestijlige meidot wegedoorn, wilde kardinai muts, beuk, schietwilg, amant wilg, rossige wilg en verschiilei rozensoorten. Waarschijnlijk zijn uitgestorv grove den, hulst, koraalmeidoo wilde appel, wilde peer, zwa populier, katwilg, bittere wi taxus, Spaanse aak en winterei In de Baronie komt nog wel t unieke bramensoort voor: de 1 bus baronicus (baroniebraai Verder zijn de bramensoort buiten beschouwing gelaten. Oudland ten zuiden van Stee bergen: elzen-broekbos, vogt kers-essenbos en sleedoornsti weel met zachte berk, grau\ wilg, Gelderse roos, hondsroos hptfgeroos. „,-n n?c'e.re informatie wil omtrent artikelen in deze bijlage, kan 'Jdens kantooruren bellen naar: o'6-5312344 of 076-5312272. Sdwiftelijk reageren kan ook. net adres daarvoor is: r® *em. redactie Lijf Leven, postbus 3229,4800 MB Breda, redactie: René van der Velden.

Krantenbank Zeeland

de Stem | 1997 | | pagina 12